Op 25 juni was ik op een werkconferentie van een aantal basisinitiatieven in Amsterdam West. Veel moslimvrouwen, een paar mannen, bondgenoten, vrijwilligsters, professionele hulpverleners. Onderwerp: het ondersteunen van steunvrouwen.
Het was al weer ruim drie jaar geleden, een van de eerste keren dat ik bewust op zoek ging naar de initiatieven van migranten in Nederland, naar de Nederlandse moslims. Naarden. Een buurthuis. Ik zou er samen met Khadija Arib spreken. Jonge vrouwen met een Turkse en Marokkaanse achtergrond, zelf tweede generatie, inmiddels goed opgeleid, die hun plek in de Nederlandse samenleving al geheel hadden ingenomen, die nu op hun beurt als bruggenbouwers fungeerden voor hun moeders. Ze meenamen naar het buurthuis, zorgden dat ze taalles kregen. Een klein initiatief dat de krant niet snel zou halen. (Hier) Het ontroerde me, en het was een van de eerste keren dat het besef doordrong dat ik getuige was van een nieuwe emancipatiegolf – van mij mocht die best het etiket derde feministische golf meekrijgen, al zag je die vrouwen niet met spandoeken op de Dam, en slogans als baas in eigen buik.
Sindsdien ben ik naar vele iftarmaaltijden, studiebijeenkomsten van academische moslima’s, moskeeen, vrouwengroepen geweest, en het beeld heeft zich versterkt: er gebeurt veel meer dan we denken. Op 25 juni was ik dus op een werkconferentie van een aantal basisinitiatieven in Amsterdam West. Alleen daar al een waaier van laagdrempelige initiatieven om vrouwen uit hun isolement te halen, jonge meiden in moeilijkheden op te vangen, opvang te bieden bij huiselijk geweld, jonge gedetineerden op te zoeken, kinderen in achterstandsposities te ondersteunen, families hulp te bieden. Ik noem er een paar: Marokkaanse Vereniging Fath, Nisa for Nisa, Hilal Basak, Steinpunt Steunvrouwen, BLUE, De Hippe Heks, Moeder Kind Centrum. Wat ze met elkaar gemeenschappelijk hebben: dat ze voornamelijk draaien op vrijwilligerswerk, veel vrouwen en een paar mannen uit de wijk zelf. Vrouwen die zelf heel goed weten waar het om gaat, omdat ze zelf zoveel hebben meegemaakt, en die daarom makkelijker de brug kunnen slaan en het vertrouwen kunnen winnen van de buurtbewoners dan de professionele hulpverleners.
Het is niet toevallig dat het me zo deed denken aan de eerste jaren van de vrouwenbeweging, toen we dachten: we doen het zelf. We gaan niet zitten wachten tot ze snappen wat we nodig hebben. We begonnen met praatgroepen die uitwaaierden naar een reeks van initiatieven, van een feministische uitgeverij, vrouwenhuizen, gekraakte panden voor de eerste Blijf van m’n Lijf huizen, de eerste vormen van zelfhulp en vrouwenhulpverlening. Het is alsof die tijden zijn herleefd, maar nu met migranten in de hoofdrol. Ondersteund en samenwerkend met autochtone vrouwen en mannen, met hulpverleners en kerken.
Diezelfde kracht van toen. Ook dezelfde problemen. Hans Krikke leidt de dag en dat is nieuw, dat een man het vertrouwen heeft gewonnen van al die mensen, en een blanke man nog wel. Krikke werkt vanuit een christelijke organisatie Samenwonen-Samenleven. Ik ben al eerder bij bijeenkomsten geweest, bijvoorbeeld in de Badr moskee.
(Hans Krikke)
Marijke Verdonk, van Steunpunt Steunvrouwen spreekt, over de onbaatzuchtige vrouwen met een groot hart, die zich inzetten voor lotgenoten. En vertelt overtuigend hoe groot de meerwaarde is van steunvrouwen uit de eigen cultuur. Neem die vrouw van 54, drie volwassen kinderen de deur al uit, ze zorgt voor haar kleindochter. Ze spreekt slecht Nederlands, ze komt weinig de deur uit, en ze heeft een hele reeks van lichamelijke krachten. Hulpvraag: is er niet iemand die af en toe een praatje met haar kan komen maken? Daar gaat Hatice heen. De vrouw stort haar hart uit. Dan blijkt wat de echte problemen zijn: de moeder heeft problemen met haar dochter, ze heeft al drie keer een zelfmoordpoging gedaan, en ook de man is ziek, heeft vaak hoofdpijn. Ze blijken belastingschulden te hebben. En ze zouden zo graag twee maanden naar Turkije willen om bij te komen, maar mogen van het CWI maar een maand.
De praktische problemen eerst: er wordt iemand ingezet om hun schulden te saneren. Het CWI geeft toestemming om langer naar Turkije te gaan. En dan is er vertrouwen en ruimte om te werken aan het vele onverwerkte verdriet, om wat te doen aan de onderlinge relaties, aan haar verhoogde bloeddruk. Ze gaat Nederlands leren, ze breidt haar netwerk uit. Hatice, die is door Allah gezonden, zegt de vrouw. Het is duidelijk: eerst was er iemand nodig die de tijd had naar haar te luisteren, die het vertrouwen kon winnen. En die korte lijntjes kon maken naar de instanties en de hulpverlening.
Karima Arichi van Nisa for Nisa vertelt over de vertrouwensperonen die als vrijwilligster werken. Ze kunnen reageren vanuit eigen ervaring, ze begrijpen sneller wat er aan de hand is, omdat ze de achtergrond delen, de taal, de religie en de buurt. Ze kunnen communiceren op basis van gelijkwaardigheid.
Wat niet wil zeggen dat het altijd makkelijk is. Er zijn gezinnen met een hele reeks van opgestapelde problemen, met inkomen, met de kinderopvoeding, met de aansluiting met de maatschappij. Mensen ook die vaak ontmoedigd zijn, en de neiging hebben om alle problemen aan de buitenwereld te wijten, met weinig zelfvertrouwen dat ze hun eigen problemen op kunnen lossen. Soms geloven ze in het boze oog, in tovenarij. En veel van de professionele hulpverleners snappen daar nog niet veel van, al zijn er ook langzamerhand geschoolde hulpverleners die geen moeite meer hebben in de omgang met migranten. Ze zijn er ook op deze conferentie. Toch zeggen ook zij dat het vaak goed is dat er eerst een vertrouwenspersoon die dezelfde achtergrond deelt, en die een brug kan vormen naar de hulpverlening, naar de school, naar de instanties.
Diezelfde gedeelde achtergrond geeft kracht, maar kan ook ene zwakte zijn. De vertrouwenspersonen die zelf zoveel hebben meegemaakt kunnen ook verzuipen in het begrip, je kunt elkaar er in gevangen houden. Ook zijn er mensen die nou juist niet willen praten met iemand uit de eigen gemeenschap, uit angst voor roddel. Maar er zijn ook mooie voorbeelden van iemand die juist omdat ze de situatie zo goed begreep een taboe kon doorbreken. Zo nodigde een vrouw andere vrouwen uit voor een couscous maaltijd waarvan ze wist dat ze allemaal gescheiden waren, maar die daar nooit over wilden praten vanwege de schande. En confronteerde hen er mee; luister, ik weet dat jullie allemaal gescheiden zijn, kunnen we daar dan nu over praten?
Ook dit herken ik: vertrouwenspersonen lopen altijd het ricico overbelast te raken. Een professionele hulpverlener kijkt op de klok en zegt het is nu vijf uur. Maar de kracht, en de zwakte van de vrijwilligsters is dat ze altijd beschikbaar zijn, of denken dat ze dat moeten zijn, dat er vele uren in gaan zitten om een iemand te ondersteunen, met haar mee te gaan naar de instanties. En dan is er vaak ook de herbeleving, niet iedereen van de vrijwilligsters heeft haar eigen leven echt verwerkt. En dan is er de grens van wat je kunt, herkennen dat er voor sommige problemen echt professionele hulpverleners nodig zijn, wat is de grens tussen gezond en ziek, en hoe werk je dan samen, geef je iemand door, het moet geleerd worden.
De vertrouwenspersonen hebben dus zelf ook scholing en ondersteuning nodig, en een plek waar zij hun verhaal kunnen houden. Ze leren hoe ze signalen op kunnen vangen van huiselijk geweld, en wat dan te doen. Niet alleen de slachtoffers opvangen, maar ook weten wat je met de daders kunt doen. Samenwerken met vrouwelijke imams, die als het om religie gaat meer gezag hebben. Weten dat religie niet het probleem hoeft te zijn, maar ook een krachtbron kan vormen. Je moet niet alleen de belevingswereld van de vrouwen kennen, wat niet zo moeilijk is, maar ook de sociale kaart kennen en weten bij wie je moet zijn, en waar de korte lijntjes kunt vinden, zodat je niet iemand die acuut hulp nodig heeft en net gemotiveerd is eerst maanden moet laten wachten.
Ik moest weg, naar Straatsburg, en maakte het slot niet meer mee. Maar vond het fantastisch om er bij te zijn. Zoveel goede mensen. Vrouwen en mannen die zich inzetten, bondgenoten. Heerlijk.
Het lijkt me volstrekt verspilde energie om me op te gaan winden over Ellian, Johan. Let je wel een beetje op het onderwerp hierboven? Daar heeft Ellian niets bij te zoeken.
sorry, je hebt gelijk de link was een beetje ver gezocht