Wie zijn er gelukkiger en gezonder: getrouwde mannen, ongetrouwde mannen, getrouwde vrouwen, ongetrouwde vrouwen?
Onder de kop ‘zij leeft lang, hij gelukkig’ vat journaliste Emily Nobis samen wat we uit de onderzoeken weten: het gaat ongehuwde mannen duidelijk slechter dan gehuwde. De sterfte onder ongetrouwde mannen is 30 tot 60 procent hoger dan bij getrouwde. Ook ongehuwde vrouwen zijn in doorsneel minder gezond, maar dat blijkt meer samen te hangen met geldgebrek, dan met de aanwezigheid van een partner. Wat geestelijke gezondheid betreft doen alleenstaande vrouwen het beter dan alleenstaande mannen, en het zijn juist vaker getrouwde vrouwen die psychische stoornissen krijgen dan getrouwde mannen. Ook in de alcoholklinieken kunnen we dit verschil waarnemen: er melden zich meer getrouwde dan ongetrouwde vrouwen met alcoholproblemen, bij mannen is het net andersom (Meulenbelt en Wevers 1994) Mannen zeggen vaker stress op te lopen in hun werksituatie, maar het hebben van een redelijk huwelijk lost veel op. Terwijl vrouwen vaker gestressed raken door hun huwelijk, maar daar weer beter tegen kunnen als ze een baan hebben (Barnett, Biener en Baruch 1987) Met andere woorden: het huwelijk is er vooral ter bescherming van mannen, maar zo komen we het niet in het populaire denken tegen. Het gevolg van de ontkende afhankelijkheid van veel mannen is dat mannen er vaker bizonder slecht tegen kunnen als hun vrouw hen verlaat. Nu vindt niemand dat leuk, maar het is wel aantoonbaar dat mannen er gemiddeld heftiger – en gewelddadiger – op reageren. Een flink deel van de vrouwen in de Blijf van m’n Lijf huizen is daarheen gegaan toen ze dreigde of al besloten had om haar man te verlaten, en hij door het lint ging. (Als het gaat om migranten met een Marokkaanse en Turkse achtergrond noemen we dat vaak ‘eerwraak’, maar ook onder autochtonen, zonder de ‘eer’ die er bij komt kijken, kennen we hetzelfde gewelddadige gedrag.)
Bram van Stolk schrijft in zijn onderzoek naar verlaten mannen hoe vaak de mannen in kwestie het niet aan zagen komen, het niet serieus wilden nemen dat hun vrouwen ontevreden waren, en totaal ontredderd kunnen raken wanneer blijkt dat het haar menens is: ‘de mannen zelf leken nauwelijks te begrijpen wat hun vrouw van hen verlangde: toen zij nog thuis was lieten ze zich gaan in groots vertoon van mannelijke superioriteit en ongebondenheid – toen ze eenmaal weg was voelden zij hun dwingende afhankelijkheid van haar en werden overvallen door de angst om alleen en onverzorgd achter te blijven’. (van Stolk 1984) Sommige van die mannen vinden snel een stoere, gemaakte onverschilligheid terug en zoeken zo snel mogelijk naar een nieuwe vrouw, sommige mannen nemen hun toevlucht tot geweld, en sommige mannen beloven hun ex de hemel plus een geheel verbouwde keuken als ze maar weer terug komt.
Dat eerste liefdesobject, de moeder, heeft in de theorie van Chodorow, juist omdat ze de enige hechtingsfiguur is, een grote invloed. We zullen het er later nog hebben of we dit gegeven zo absoluut op moeten vatten, en of dit niet de zoveelste manier is om moeders overal de schuld van te geven. Ze is onze eerste grote liefde, maar ook onze eerste grote teleurstelling. Ze kon ons maken en breken. Ze wordt door het kleine, afhankelijke kind als almachtig ervaren. Dat ze dat niet is kan een kind nog niet waarnemen. Iets van de oude angst voor het gezag van vrouwen nemen beide geslachten mee de volwassenheid in. We kunnen liefdesrelaties van volwassen mensen, met Michael Balint zien als een poging om opnieuw de primaire intimiteit en het opgaan in de ander die we als baby hebben ervaren in het leven te roepen (Balint 1935) Maar, de angst om in een ander op te gaan kan heviger zijn dan het verlangen, en de angst om het liefdesobject opnieuw te verliezen kan de liefde bedreigend maken. In dit verhaal komen de vaders pas op het tweede plan, als ze er al zijn, de gevoelens die een kind voor een vader ontwikkeld, haat of liefde of beide, zijn al meer aan de realiteit toetsbaar. De liefde voor de moeder is oorspronkelijk een liefde zonder werkelijkheidsbesef, en dat maakt die liefde ook ambivalenter en angstiger. Liefde, zeker liefde voor iemand van het andere geslacht, heeft, gezien het feit dat de eerste hechtingsobject voor beide seksen een vrouw is verschillende invullingen voor wat vrouwen en wat mannen in de liefde zoeken- en bij wie.
Om te beginnen: wat willen vrouwen eigenlijk?
Deel 6. Hier