Wat willen vrouwen eigenlijk?
Dat eerste liefdesobject, de moeder, heeft in de theorie van Chodorow, juist omdat ze de enige hechtingsfiguur is, een grote invloed. We zullen het er later nog hebben of we dit gegeven zo absoluut op moeten vatten, en of dit niet de zoveelste manier is om moeders overal de schuld van te geven. Ze is onze eerste grote liefde, maar ook onze eerste grote teleurstelling.
Ze kon ons maken en breken. Ze wordt door het kleine, afhankelijke kind als almachtig ervaren. Dat ze dat niet is kan een kind nog niet waarnemen. Iets van de oude angst voor het gezag van vrouwen nemen beide geslachten mee de volwassenheid in. We kunnen liefdesrelaties van volwassen mensen, met Michael Balint zien als een poging om opnieuw de primaire intimiteit en het opgaan in de ander die we als baby hebben ervaren in het leven te roepen (Balint 1935) Maar, de angst om in een ander op te gaan kan heviger zijn dan het verlangen, en de angst om het liefdesobject opnieuw te verliezen kan de liefde bedreigend maken. In dit verhaal komen de vaders pas op het tweede plan, als ze er al zijn, de gevoelens die een kind voor een vader ontwikkeld, haat of liefde of beide, zijn al meer aan de realiteit toetsbaar. De liefde voor de moeder is oorspronkelijk een liefde zonder werkelijkheidsbesef, en dat maakt die liefde ook ambivalenter en angstiger. Liefde, zeker liefde voor iemand van het andere geslacht, heeft, gezien het feit dat de eerste hechtingsobject voor beide seksen een vrouw is verschillende invullingen voor wat vrouwen en wat mannen in de liefde zoeken- en bij wie.
Vrouwen geven hun eerste band met een andere vrouw nooit geheel en al op, zegt Chodorow. Ook al gaat ze op zoek naar een partner van de andere sekse, ook al wordt ze heteroseksueel, ze blijft altijd in een bepaalde mate met de moeder, of met andere vrouwen verbonden. Vrouwen blijven min of meer biseksueel, of je zou het ook anders kunnen zeggen: veel vrouwen die heteroseksueel worden blijven ondertussen homo-emotioneel, ze onderhouden, meer dan mannen, vertrouwelijke en intieme banden met seksegenoten.
Vrouwen gaan op zoek naar een herhaling, nu als volwassene, van de eerste primaire band. Ten dele kunnen ze dat vinden bij een man. Maar een man roept zelden diezelfde intimiteit op als de band met de moeder, en bovendien heeft de gemiddelde man de neiging, gezien zijn sterkere egogrenzen, om die intimiteit een beetje af te houden, meer afstand in de bouwen. (Dat kan een voordeel zijn; wie zegt dat vrouwen nooit bang zouden zijn voor de overweldigende intimiteit van de eerste band die we wel kennen uit lesbische relaties, maar ook een nadeel: een bij mannen blijven zoeken van wat daar zelden te vinden is) Gedeeltelijk kunnen vrouwen die vroege intimiteit zoeken bij andere vrouwen. Maar vrouwen onderling, dat is ook niet altijd een idylle, ook vrouwen voldoen zelden aan het ideaalbeeld van de perfekte moeder. En dan hebben vrouwen nog een andere mogelijkheid om liefde te vinden: in het moederschap. Dat wat we vaak ‘moederinstinct’ noemen is misschien niet meer dan een heftig verlangen naar die ene die er helemaal voor jou alleen is, die wel gedwongen is om van je te houden. In de woorden van Chodorow; ‘moederen door vrouwen reproduceert zich cyclisch. Vrouwen brengen als moeders dochters voort met behoeften en capaciteiten om te moederen. Die capaciteiten en behoeften zijn onderdeel en gevolg van de moeder-dochter relatie zelf. Daarentegen brengen vrouwen als moeders (en mannen als niet-moeders) zoons voort bij wie de zorgende en koesterende capaciteiten en behoeften systematisch afgeremd en verdrongen zijn’.(Chodorow 1980)
En wat willen mannen?
Deel 7. hier
Hoi Anja,
Ik ben erg benieuwd naar het hoofdstuk “”wat willen mannen nou eigenlijk?”… Laat het me snel weten!
Groet, Ellen.