’s Middags gaan we met een van de medewerkers mee naar zijn huis. Op zijn verzoek zeggen we niet hoe hij heet en maak ik geen foto’s van zijn huis die herkenbaar kunnen zijn op mijn weblog. Als het busje voor zijn huis stopt rennen we snel naar binnen, we mogen niet buiten blijven kijken. Hij is bang. Er waren al eerder aanvallen geweest op zijn huis, van een Hamas-organisatie die verderop woont. Vanachter een gordijn wijst hij aan waar ze zitten. En trekt ons dan weg. Niet voor het raam blijven staan. Er was ruzie geweest. Maar toen.
Hij werd op het werk opgebeld door zijn vrouw die helemaal overstuur was. Kom snel. Ons huis (waar ze met meer gezinnen van dezelfde familie samen wonen) is omsingeld, honderd mannen, gemaskerd, ze schieten onze ruiten kapot, ze zeggen dat ze het hele huis gaan vernietigen met ons er in. Hij rende naar huis. Vond daar alle vrouwen en kinderen bang liggend op de grond, ook zijn moeder, terwijl de kogels door de ruiten vlogen. Wat kon ik doen, zei hij, wat kon ik doen? Al die vrouwen die denken dat hij als man wel wat kon doen, maar ook hij kon niks.
We lopen met hem door het huis. Kogelgaten in alle ruiten, inslagen in de plafonds, in de muren. Een broer komt met een handvol kogels dat ze uit de muren hebben gepeuterd. De kinderen hebben veel problemen, sindsdien, zegt hij. De jongste kinderen hebben we geprobeerd wijs te maken dat al dat schieten was vanwege een bruiloft, dan schieten ze ook wel eens al is dat nu verboden. Maar ze snappen er niets van, ze hebben uren op de grond gelegen, ze hebben de angst van hun ouders gevoeld, ze zijn onhandelbaar. Agressief, janken om niks, plassen weer in bed, en hun ouders kunnen nauwelijks het geduld voor ze opbrengen. Ik zie net hoe een moeder haar huilende kind hardhandig meesleurt aan een armpje. Hoe moet je die kinderen uitleggen dat het de buren zijn die je dood willen maken? Zijn vrouw komt ons even een hand geven. We kennen haar als een kalme, verstandige vrouw. Ze lijkt kleiner geworden, bleek, we krijgen een trillende hand. How fragile we are.
De redding was dat de tv kwam kijken, dat het op de radio kwam en dat een grote groep mensen van het nabije Beach kamp naar hun huis toe kwamen en er om heen gingen zitten: als jullie het huis willen vernietigen dan met ons erbij schreeuwden ze. Een paar uur duurde de belegering, en toen dropen ze af. De schuldigen zijn nooit bestraft, iedereen weet wie het zijn, maar niemand doet er wat aan. En nu zijn ze bang. Hebben al geprobeerd weg te komen, hadden al een visum, maar de grens zat dicht. Hij zegt: als de grens nu open was liep half Gaza leeg.
En hij zegt: al die jaren dat ik jullie heb horen lesgeven over trauma dacht ik dat is interessant, maar ik snapte het niet echt. Nu weet ik waar jullie het over hadden. De kinderen hier doen raar, ze huilen om niks, ik kan er niet tegen. Voor het eerst heb ik mijn kind geslagen. Mijn vrouw en ik praten niet met elkaar. Ik kan het niet. Ik kom thuis, ik eet, ik ga slapen. We liggen naast elkaar en raken elkaar niet aan. Seks? Al twee maanden niet meer. Ik moet er niet aan denken. Ik denk elke keer ik hoop maar niet dat zegt dat ze iets wil. Maar ze zegt niets. Huilen? Kan ik niet. Ik ben leeg. Ik ben kapot en leeg. Het enige wat ik leuk vindt zijn de konijnen. De konijnen waren dood, van het lawaai en de schrik. Van de konijnen vond ik het echt erg. Ik heb nieuwe konijnen gekocht. Daar zit ik nu bij, elke dag. Ik ken mezelf niet meer, zegt hij.
Ouders die het gevoel hebben dat ze hun kinderen niet meer kunnen beschermen. Dat ze dat niet konden bij de Israelische aanvallen, bij de bombardementen, de tanks en de bulldozers die hun huizen kwamen afbreken was al erg genoeg. Maar altijd was er nog het gevoel, dat is de vijand, en eens krijgen we die toch wel weg. Je kon het tenminste aan de kinderen nog uitleggen. Maar wat doe je als het gevaar van binnenuit komt?
Ik luister naar de dilemma’s waar de mensen hier in Gaza voor staan. Mensen met een redelijke opleiding en familie of andere connecties in het buitenland kunnen proberen weg te komen. Maar dan laat je Gaza in de steek. Dan laat je daar de meest kansloze mensen aan hun lot over. Kun je dat verdragen? Maar dan de andere kant, als je blijft. Wat doe je je kinderen aan die hier geen kans maken? Waar kies je voor – als je kunt kiezen?
Fatma heeft zes kinderen, vijf dochters en een zoon. Haar man, die ook Khaled heet, heeft geen werk. Hij zou weg willen, want hij ziet niet meer hoe hij in Gaza nog aan het werk komt. Fatma heeft een redelijk goede baan, al valt het haar zwaar om naast moeder van het gezin, waaronder ook haar inmiddels bejaarde ouders vallen ook kostwinner te zijn. Maar ze is ook met hart en ziel verbonden aan het werk van het NCCR. Haar oudste dochter Fida heeft nu eindeksamen gedaan en gaat nu studeren aan de Islamitische Universiteit. Als ze klaar is met haar studie, buitenlandse betrekkingen en Engels, wil ze naar het buitenland. Dan kan ze zoals meer Palestijnen die in het buitenland wonen geld naar huis sturen en een bijdrage leveren aan haar familie, beter dan wanneer ze probeert in Gaza aan het werk te komen. De middelste kinderen zijn op school. Nu is het dilemma: moet haar man niet met de jongste kinderen proberen naar het buitenland te komen? Dan splitsen ze hun gezin op. Misschien voorgoed.
Mohammed denkt na. Als hij met zijn gehele gezin, drie kinderen en zijn vrouw weg zou kunnen komen zou hij het doen. Hij heeft vroeger in Oostenrijk gewerkt, spreekt vloeiend Duits en Engels. De meest zachtaardige man die we hier kennen, die niet tegen bloed kan, als hij met ons meegaat op huisbezoek om te tolken moet hij altijd de andere kant opkijken, want hij kan niet tegen al die afgezette benen en wonden, hij wordt er beroerd van. Ook hij voelt zich nu bedreigd en zit er helemaal doorheen. Als de grens niet dicht had gezeten was hij nu al weg.
Ook Khaled moet nadenken, over zijn eigen toekomst, die van Gaza, die van zijn twee zoons. Die willen niet in Gaza blijven. Ze zitten op een internationale school, en spreken vloeiend Engels. Maar ze zijn nog veel te jong om weg te kunnen, te jong om te kunnen kiezen. Khaled zelf wil niet weg. Zijn werk ligt hier, met zijn organisatie van gehandicapten, met het lot van Gaza. Hier is hij iemand, met een netwerk van mensen, met invloed, met visie, als man die in het verzet heeft gezeten heeft hij gezag. Juist omdat hij altijd nauwgezet neutraal is gebleven en zijn organisatie altijd zorgvuldig de politiek er buiten heeft gehouden en alle gehandicapten heeft aangenomen, ongeacht hoe ze gehandicapt zijn geworden en ongeacht of ze bij Fatah, Hamas of nergens bij horen, heeft hij hier in Gaza een belangrijke rol. Buitenlandse organisaties hebben hem al eerder uitgekozen voor de distributie van hulpgoederen in Gaza, omdat ze weten dat hij nooit zijn eigen mensen voor zal trekken, en ongevoelig is voor vriendjespolitiek en omkoperij. In het buitenland zou hij opnieuw moeten beginnen, zonder geldige diploma’s, zonder netwerk, een migrant zoals er zoveel zijn. En hij is niet meer jong. Maar dan de kinderen. En de nieuwe situatie. Gaat het hem lukken om zijn organisatie onafhankelijk te houden nu Hamas bezig is om overal de heerschappij op te eisen? Wij zijn nergens bang voor, zegt hij. Toen Arafat aan de macht waren hebben we voor de rechten van gehandicapten gedemonstreerd, toen Abbas aan de macht was ook, als het moet doen we het weer nu Hamas regeert. Hij is niet bang om zichzelf. Maar wel om zijn kinderen. Hoe lang kan hij dit volhouden? Maar wat is het alternatief? Opgeven is voor hem geen optie.
Zo zijn er veel. Mensen die piekeren en praten en piekeren en praten en wakker liggen en piekeren. Ze zitten klem. Klem tussen Israel, de internationale gemeenschap die niets doet, Fatah die nu op de Westbank zit en Hamas probeert te ondermijnen, en Hamas die nu hardhandig probeert hier hun heerschappij te vestigen. En wat de toekomst gaat brengen, niemand die het weet.
Aangrijpend!
Wat een ellende voor die mensen. Je wordt er al niet goed van als je dit leest. Hoe moet het dan niet zijn als je dit met eigen ogen ziet. En diegenen die er wat aan zouden kunnen doen, doen niets. Hoe een schande voor Europa en voor Nederland dat ze dit laten gebeuren. Je zou ze er met hun haren naar toe willen slepen. Maar Verhagen en cs zijn blind en doof voor wat deze ellende betreft. Soms hoor je wel eens dat er in het geheim besprekingen zijn, maar als het daar gaat zoals altijd, dat de Palestijnen alle consessies moeten doen en van Israel wordt er niks gevraagd heb ik ook daar niet veel vertrouwen in. Het zal van ons moeten komen. Meer protesten laten horen.
Op de wegsite van Amnesty las ik dat het Israelische leger Palestijnen uit de Jordaanvallei blijft uitzetten. Zogenaamd omdat het “besloten militair gebied” is waar ze schietoefeningen uitvoeren. Israelische nederzettingen mogen er wel blijven staan.
Beste Anja,
Ik voel je frustratie ook. Wat vreselijk dat de situatie in Gaza en in mindere mate in de Westbank alleen maar slechter geworden lijkt te zijn. Het doet mij pijn, ontzettende pijn, om te zien dat uiteindelijk Israel het voor elkaar gekregen heeft: de Palestijnen tegen elkaar uitspelen. Maar ik heb ook hoop: spoedig moeten alle Palestijnen inzien dat ze niet zonder elkaar kunnen, dat het geen zin heeft om een interne verdeling in stand te houden. En dan.. misschien dan is er weer een toekomst te bepalen. Gezamenlijk.