De Volkskrant staat tegenwoordig altijd vooraan in de rij als er iets lulligs over de SP gezegd kan worden. Vandaag is het voorpaginanieuws dat minister Ter Horst van de verplichte afdracht van salarissen af wil. Verlaggeefster is Map Oberndorff, die er misschien nog steeds last van heeft dat ik haar onomwonden heb gezegd dat ik het interview over de vermeende haantjescultuur in de Eerste Kamer beneden peil vond. Ze verwachte kennelijk in mij als feministe automatisch een medestander te vinden. Sindsdien wordt er van alles beweerd. Als het maar negatief is.
En waar is de heisa over? Dat die afdrachtsregeling niet vrijwillig zou zijn. In een ander artikel, ik kan het nu even niet vinden want ik heb haast (straks partijraad in Amersfoort) sprak iemand van ‘een politieke dood’ als je het in de SP niet eens was met de afdrachtsregeling. Hoe tragisch. En wat een flauwekul.
Ik ben geheel vrijwillig lid geworden van de SP. Ik ben vervolgens gevraagd voor de EK, en ik heb geheel vrijwillig ja gezegd. Uiteraard wist ik van de afdrachtsregeling en ik ben er geheel vrijwillig mee akkoord gegaan. Ik vind 900 euro voor twee dagen werk in de week, plus keurige vergoeding voor reëel gemaakte onkosten niet slecht, en hoe ik verder aan mijn geld kom daar bemoeit de partij zich niet mee zolang ik daar op legale wijze aan kom.
Is het voor wie dan ook een ‘politieke dood’ als je niet voor de SP kan werken zonder mee te doen aan de afdracht? Is het erg dat mijn afdracht aan de partij belastingtechnisch geheel legaal aftrekbaar is als gift? Inderdaad, daar betaalt de belastingbetaler aan mee, zoals ik als belastingbetaler mee betaal aan iedere burger die een gift doet aan een kerk, of aan het verkiezingsfonds van Wilders of Verdonk. En dat zonder mij gevraagd wordt of ik dat wel een goed idee vind. Als ik mijn geld niet als gift af mag dragen aan de SP, dan moet de gehele regeling op de helling. Dan ook geen aftrekbare giften meer aan wat dan ook.
Natuurlijk geeft die afdrachtsregeling een enkele keer ongenoegen, wanneer iemand halverwege de rit bedenkt dat hij/zij het geld toch liever zou willen houden en dat niet meer kan, want de afspraak is al gemaakt. In de gevallen die ik heb meegemaakt gaat het, net als met echtscheidingen, nooit alleen om dat geld, dat is alleen de methode waarmee de ruzies worden uitgevochten.
Waar maken ze zich druk om. Ook minister ter Horst, als ik de Volkskrant moet geloven. We zitten midden in een debat over de nivellering die zo niet mag heten en het ook niet is. De hoogste inkomens in Nederland mogen nu een miniminimini beetje inleveren. Dat de grote ongelijkheid in de inkomens nog steeds even groot is is te moeilijk voor de coalitie om wat aan te doen. Dus laten we ons maar druk gaan maken over de SPers die vinden dat het politieke werk niet hoeft te leiden tot verrijking, dat je als volksvertegenwoordiger een stuk betrouwbaarder bent als je kunt laten zien dat je je werk doet voor het doel en niet voor een dijk van een salaris. En dat je daarmee dus niet boven een groot deel van de bevolking die het niet breed heeft uit hoeft te steken. Vrijwillig.
Sterke reactie, Anja. Ik lees zelf de Volkskrant, maar begin me in toenemende mate te ergeren aan de voorgingenomen benadering van haar journalisten. Het lijkt er ondertussen al op dat het er niet 1 of 2 zijn die zo denken, maar dat een hele serie VK-journalisten SP-bashing tot uitgangspunt van hun artikelen heeft gekozen. Enkele opmerkingen n.a.v. de afdrachtregeling:
– Die is volstrekt niet in strijd met de wet (by the way: als kerkgenootschappen giften mogen aftrekken, waarom mag, om in Telegraaf-termen te blijven, de ‘linkse kerk’ dat dan niet?).
– Niemand is verplicht om voor de SP volksvertegenwoordiger te worden; als andere partijen het waanidee hebben dat de SP hierdoor rijker is en daardoor een (te) sterke concurrent wordt (terwijl het in werkelijkheid natuurlijk de kracht van het sociale ideaal is waar gelukkig steeds meer mensen voor kiezen), kunnen ze toch ook een afdrachtregeling instellen? Ik vermoed echter dat die lui van VVD en CDA dat geld liever zelf houden.
– De regeling is waarschijnlijk de meest effectieve methode om baantjesjagers buiten de deur te houden, en daardoor slaagt de SP er volgens mij beter in dan andere partijen om haar idealen te laten prevaleren boven de persoonlijke drijfveren (geld, status, macht) van volksvertegenwoordigers. Dit zorgt ook voor een meer eenduidig uitgedragen boodschap, waardoor de partij herkenbaar blijft. Bij andere partijen lijkt de boodschap vaak afhankelijk van wie je op welk moment in welke toestand voor een camera weet te krijgen-waardoor de vaagheid groteske vormen aanneemt in wat ik voor het gemak maar even aanduidt als de media-democratie. Voorbeeld: Ferry Mingelen die gisteravond in Nova zegt dat ze Wilders zoveel aandacht geven omdat hij populair is en op 20 zetels in de peilingen staat; terwijl hij natuurlijk zo populair is als gevolg van alle aandacht die hij krijgt! Volstrekt verwerpelijk. H.J. Schoo heeft in een van zijn laatste VK-columns trouwens ook nog eens uitgesproken begrip te hebben voor de SP omdat die de boodschap boven het persoonlijke belang stelt; dit naar aanleiding van alle media-marketing-technieken die het kabinet in de strijd gooit.
Conclusie: we mogen blij zijn met een tegendraadse partij als de SP.
een Pvda in het nauw maakt rare sprongen.
al helemaal als ze daar de wet voor wil gaan aanpassen
zo belangrijk is de SP inmiddels;)
waarom het extra geld niet gebruikt voor armoede-bestrijding?
Minister ter Horst maakt op deze manier duidelijk, dat volksvertegenwoordiger zijn , voor haar en veel PvdA-ers, gewoon een baan is met carrière mogelijkheden. De vele PvdA-leden ,die zich belangeloos hebben ingezet om een bepaald goed doel te dienen , hebben zich eigenlijk ingezet voor de carrière van een kleine groep. Die groep wil nu nog hun eigen salaris verhogen, dat gaat ook weer af van geld dat voor de gemeenschap is bedoeld.
De SP heeft zo veel vrijwilligers , omdat men weet dat we niet de kas van een aantal personen lopen te spekken, maar bezig zijn met maken van een leefbare wereld. Andere partijen zijn gewoon jaloers en bang dat als wij ooit in de regering komen het uit is met zelfverrijking.
Trouwens hoe is het geregeld bij de RK.-geestelijken, die werken in de burgermaatschappij? Gaat hun salaris naar de orde of naar hun eigen rekening? Aan wie of welke organisatie wordt de AOW van de oudere geestelijken overgemaakt?
Mijns insziens misbruikt minister Guusje ter Horst (P.v.d.A.) haar functie om ordinair P.v.d.A. partijbelang als wet aangenomen te krijgen. Zij -en met name haar leider Wouter Bos- ergeren zich tot mijn niet geringe plezier steeds openlijker groen-en-geel aan de SP successen en zouden deze partij het liefst per decreet verbieden zodat ze op ongebreidelde wijze door kunnen gaan met het elimineren van met verve uitgedragen P.v.d.A. verkiezingsbeloftes.
Dat ‘De Volkskrant’ in mijn ogen zo langzamerhand niets meer is dan het P.v.d.A. partijblad schreef ik hier drie jaar geleden al eens en sinds die tijd heeft men daar die partijdigheid steeds vaker laten zien. Aan die propaganda stel ik mijn ogen niet meer bloot; daar zijn ze mij te kostbaar voor…
Een financieel sterke SP is een bedreiging voor de PVDA.
De groei van de SP is een doorn in het oog van o.a De Volkskrant dus beginnen ze een hetze.
v/d Horst probeert via deze subjectieve krant ons van de werkelijheid af te houden. Deze werkelijkheid is n.l. dat de ministers een verhoging van inkomen met 10% krijgen terwijl ieder normaal werkend mens in Nederland er op achteruit gaat. Ik vraag me trouwens af waar zij het recht vandaan haalt zich te kunnen bemoeien met wat mensen met hun geld doen. En als we het toch over bemoeien hebben wil ik de minister nog wel herinneren aan de vierdaagse van 2006 wie was ook weer de BOB.
SABOTEURS VAN DE DEMOCRATIE
Vanmorgen op radio 1 (“TROS Kamerbreed”) begon het al. Staatssecretaris Timmermans waagde te beweren, dat de PvdA-fractie in de Tweede Kamer “te kwader trouw” zou zijn, als zij niet het advies van de Raad van State (“een referendum over het nieuwe Europese Verdrag is niet nodig”) niet zou overnemen! Alsof niet de PvdA mede initiatiefneemster is geweest van het referendum in 2005. Alsof niet al zo veel analisten hebben aangetoond dat het nieuwe Europese Verdrag voornamelijk slechts cosmetisch verschilt van de oorspronkelijke Europese “Grondwet”. Alsof de Raad van State niet slechts adviseert, maar de politiek zelstandig moet beslissen.
Toen ik het bericht las (in de Volkskrant vandaag) dat het kabinet heeft besloten een wetsontwerp voor een nieuw referendum te saboteren door te weigeren de vereiste ministershandtekening te zullen zetten (om een wetsontwerp tot wet te maken), ontstak ik in woede.
Dit is fundamenteel anti-democratisch, ongehoord arrogante machtsmisbruik, en puur misbruik van formeel staatsrecht. Als de PvdA het erbij laat zitten tekent ze haar eigen doodvonnis.
Gelukkig heeft het parlement zélf nog een uiterst machtsmiddel: WEIGEREN HET VERDRAG TE RATIFICEREN.
Er is iets anders aan de hand met vergoedingen voor politici, waarvoor ik hier graag aandacht wil vragen. Heb ik misschien al eerder gedaan, maar dan nog maar een keer.
Het is soms volstrekt onduidelijk wat de status van het politieke werk is. Neem bijvoorbeeld een gemeenteraadslid met een uitkering, WW of anders. Ik ben zo’n raadslid. De ene keer zei een UWV-man tegen me dat het raadswerk door UWV wordt aangemerkt als vrijwilligerswerk en dat ik het risico liep dat mijn vrijwillige raadswerk me belette een baan te krijgen, dus dat ik mogelijk zou moeten stoppen als het UWV daar reden voor zag. Een andere keer werd mijn raadsledenvergoeding door datzelfde UWV aangemerkt als inkomen uit arbeid en moest ik zelf aantonen dat er geen veranderingen waren opgetreden in mijn ‘arbeidsrelatie’. Welke arbeidsrelatie?
Daarbij wordt het systeem dat de vergoeding is gekoppeld aan het inwoneraantal steeds oneerlijker. Er wordt steeds meer grote wetgeving van het rijk overgeheveld naar de gemeenten, bijvoorbeeld de WWB of de WMO. Of je nou in Amsterdam woont of in Etten-Leur, je zult allemaal zo’n wet helemaal moeten doorgronden voordat je kaders kunt stellen. In Amsterdam kunnen raadsleden leven van hun vergoeding en kunnen ze het vele werk over veel fractieleden verdelen (ik herinner me nog het VVD-meisje Griffith dat liever terug naar de Kamer ging “omdat het raadswerk in Amsterdam maar 8 uurtjes per week in beslag nam”). Maar wij, in de kleinere gemeenten, zijn met een veel kleinere fractie toch al gauw 20 uur per week de man kwijt om het raadswerk naar behoren te doen. En van de kleine vergoeding kun je godsonmogelijk leven, dus daarnaast moet je werk hebben.
Wie een uitkering heeft moet solliciteren. dat is terecht en dat is logisch. Je moet je best doen je eigen mogelijkheden op werk te vergroten. Je moet actief je kennis en vaardigheden vergroten, aan je netwerken werken, je inzetten voor de samenleving. Al die dingen doen raadsleden. Ze blijven bij op het gebied van hun portefeuille, ze trainen zich in leidinggeven of debatteren, werken actief aan hun netwerken, ze zetten zich in voor de samenleving. Ik heb al diverse malen voorstellen gedaan, het raadswerk aan te mogen merken als sollicitatie-activiteit. Daar wordt altijd heel spastisch op gereageerd, met als argument dat als je dergelijke maatregelen gaat invoeren, mensen misschien vanwege de vergoeding of bijkomende voordelen de politiek in willen. Ik zie dat als het grootste probleem als het gaat om vergoedingen voor politici. Aan de ene kant wordt een soort vroom idealisme van je verwacht, maar verwijt ‘de burger’ je regelmatig dat alle raadsleden ‘zakkenvullers’ zijn; aan de andere kant zit er een grote rechtsongelijkheid in het beloningssysteem zelf. Schaf dan de hele vergoeding af, zodat je zeker weet dat het geen zakkenvullers zijn. Of geef iedereen op een bepaald bestuursniveau dezelfde vergoeding.
Eerlijk gezegd kan het me geen biet schelen of er verplicht aan partijkassen afgedragen moet worden. Het enige wat ik erop tegen kan hebben is dat de SP zich daardoor veel duurdere campagnes kan veroorloven. Maar dat is een keuze waaraan je je als SP’er conformeert, dan moet je maar niet voor de SP actief zijn. Trouwens, ook als PvdA’er draag je af aan de lokale en landelijke partij en betaal je zo mee aan campagnes en scholing.
Maar wat me dwars zit is de ingebakken rechtsongelijkheid van het beloningssysteem.
Een van de effecten daarvan is, dat het in de kleinere gemeenten steeds moeilijker wordt, goede en gekwalificeerde mensen te vinden voor het politiek bestuur. En dat is echt een groot probleem.
Waar bemoeit de minister zich eigenlijk mee? Het is toch een partijaangelegenheid? Hoogstens kan de belastingdienst bezwaar maken zou ik zaggen.
Op congressen wordt regelmatig de afdrachtregeling ter discussie gesteld, en iedere keer kiezen de leden er weer voor om hem in stand te houden. Niks onvrijwilligs aan dus.
Ik herinner me dat een partijgenoot eens vertelde hoe ze in de trein in gesprek raakte met een medereiziger die het tomaatspeldje op haar jas herkende en zei: “Valt zeker een hoop te verdienen in de politiek?” “Nou, zei zij, niet bij de SP, hoor.” En vertelde van de afdracht regeling en het ‘platte longebouw’. “Goh”, zei de man na enig nadenken en doodserieus, “dan hoop je zeker snel door te stromen?” 🙂
loongbouw, niet longebouw.
Beetje flauw om de berichtgever neer te schieten. Als de Volkskrant het niet had opgeschreven, had een andere krant het wel gedaan. De minister heeft blijkbaar een opvatting over die afdrachtsregeling en dat is gewoon nieuws.
Toen ik vanmiddag Marijnissen op de partijraad hoorde praten over het absurde idee van minister Ten Horst, had ik je weblog nog niet gelezen. Ik denk dat jij precies schrijft wat er over deze zaak gezegd en geschreven moet worden.Laat mevrouw Ten Horst zich druk maken om zaken waar de Nederlandse burgers last van hebben en niet over zaken waar haar partij denkt last van te hebben. Misschien wordt het tijd voor een echte onafhankelijke dagblad om de voortdurende tendentieuze berichtgeving van kranten zoals de Volkskrant en het Parool tegenwicht te bieden.
Johan: Ik vermoed echter dat die lui van VVD en CDA dat geld liever zelf houden.
– De regeling is waarschijnlijk de meest effectieve methode om baantjesjagers buiten de deur te houden, en daardoor slaagt de SP er volgens mij beter in dan andere partijen om haar idealen te laten prevaleren boven de persoonlijke drijfveren (geld, status, macht) van volksvertegenwoordigers.
Charlotte: Minister ter Horst maakt op deze manier duidelijk, dat volksvertegenwoordiger zijn , voor haar en veel PvdA-ers, gewoon een baan is met carrière mogelijkheden. De vele PvdA-leden ,die zich belangeloos hebben ingezet om een bepaald goed doel te dienen , hebben zich eigenlijk ingezet voor de carrière van een kleine groep. Die groep wil nu nog hun eigen salaris verhogen, dat gaat ook weer af van geld dat voor de gemeenschap is bedoeld.
Swartjes: Deze werkelijkheid is n.l. dat de ministers een verhoging van inkomen met 10% krijgen terwijl ieder normaal werkend mens in Nederland er op achteruit gaat.
Vraag: ik proef bij jullie alledrie een grote afkeer van het feit dat politici een vergoeding voor hun werk krijgen. Los van het feit hoe hoog of gerechtvaardigd die vergoeding is.
Er zit een ondertoon in van: de ware idealisten willen er geen vergoeding voor, die doen het voor niks. De ware idealisten, dat zij de SP’ers. Alle anderen, die hun vergoeding in hun zak houden, kunnen dus geen idealisten zijn, maar zijn waarschijnlijk baantjesjagers.
Stel nou dat jullie lijn wordt doorgetrokken en we met z’n allen besluiten dat voor alle politici de vergoeding voortaan gewoon helemaal wordt afgeschaft? Zodat je zeker weet dat iedereen die zich beschikbaar stelt voor een politieke functie dat uitsluitend uit zuivere liefde voor zijn medemens doet? Dus voortaan ook geen vergoedingen meer die terugvloeien in partijkassen?
Stel nou dat iedereen moet doen wat wij in de kleinere gemeenteraden al moeten doen: een baan hebben om in je onderhoud te voorzien en wekelijks twintig uur raadswerk erbij proberen te doen in je vrijetijd?
Welke gevolgen zou het afschaffen van vergoedingen hebben voor het lokale, provinciale of landsbestuur? Ook voor de SP?
Het is gewoon zoeken van Ter Horst. SP maakt bezwaar tegen de 10% verhoging van haar salaris. Dus vondt zij het nodig iets terug te doen. Wij stappen vrijwillig in het systeem van de SP, wij worden er niet beter of slechter van. Dat kunnen ze bij de PVDA niet zeggen “zie de baantjes verdeel cultuur” kijk naar de farce van het referendum om een burgemeester in Utrecht te kiezen. Zogenaamde democratie van de PVDA.
De sop is de kool niet waard Anja. Maar toch.
Nivellering? Het kabinet nivelleert zich te pletter. Op kosten van jou mij en de rest van Nederalnd. Behalve op eigen niveau. 10 procent meer waar de rest van Nederland moet inleveren. En het “koninklijk huis” vrolijk wordt ook bedacht met een douceurtje met een prijskaartje van een paar honderd euro’s extra.
Wat betreft de nieuwste “hype” van de PvdA om toch vooral de SP af te zeiken. Want de SP is een wezenlijke bedreiging voor hen. Guusje was al knettergek toen ze in de gemeenteraad in Amsterdam zat. Er is dus niets nieuws onder de zon.
Om af te sluiten. De SP groeide niet voor niets uit tot een hele grote partij. Hardwerkende mensen met één doel voor ogen. Het wel en wee van hun medemens! Guusjes, Yildirims en andere opportunistische ongein mensen kunnen het wezenlijke van SP-ers niet verbreken.
Er is echt niemand die er voor pleit om elke vergoeding voor volksvertegenwoordigers af te schaffen, Clara. Waar de SP voor pleit is dat dat in verhouding is met wat andere mensen normaal verdienen. Ik kom daar straks nog op als ik het over de partijraad heb, en wat Jan M. daarover heeft gezegd. Na zijn afdracht houdt hij een vergoeding over die ongeveer gelijk staat aan een leraar op een middelbare school. En dat is terecht.
Helemaal geen vergoeding komt uit de tijd dat de hogere standen de politiek zagen als een leuke bezigheid erbij. De Eerste Kamer is daar nog een oud overblijfsel van, daar zaten mensen die het over het algemeen niet nodig hadden en voor wie de vergoeding niet meer was dan een aardigheidje erbij. Zoals nog een commissariaatje. Maar wil je dat ook ‘gewone’ mensen in de politiek komen, dan is het dus nodig daar een reeële maar niet overdreven vergoeding voor te geven.
Henk, hou je in man. We hoeven Wilders niet na te doen met zijn gescheld. Hou je aan de inhoud.
Overigens. Ik had de Volkskrant nog niet uit en las die verder in de trein naar Amersfoort. Er stond nog een derde artikel in over de SP en de afdrachtsregeling, van de ombudsman. En die tikt, zij het heel netjes, zijn eigen krant op de vingers.
Over dat artikel afgelopen maandag, op pagina 3. Kop: SP spekt kas met fiscale voordeeltjes. En dat Ter Horst de afdrachtsregeling van de SP ‘onwenselijk vindt’. Schrijft Thom Meens, de ombudsman: Gek genoeg ontbrak in de krant de vraag waarom Ter Horst dan geen stappen onderneemt om de regeling af te schaffen. Evenmin werd gemeld dat (sommige) andere politieke partijen ook een afdrachtsregeling hebben. “Op het artikel kwam uiteraard kritiek van de SP, maar ook anderen vroegen zich af of de redactie niets beters te doen heeft. Een lezer schreef:
‘Als het om de SP gaat, wil de Volkskrant maar niet echt over de echte inhoud gaan. De strekking van het verhaal had bijvoorbeeld kunnen zijn dat de belastingwet moet worden aangepast op het punt van aftrekbare giften. Maar dat is het niet. Het artikel is ook niet gebaseerd op objectieve bronnen. Het verhaal staat met grote kop en over de hele breedte van pagina 3 en gaat over SP-regels die altijd hebben bestaan en waar je het wel of niet mee eens kunt zijn. De Volkskrant gaat in haar drup-drup-drup-campagne tegen de SP veel te ver. Is dit echt het niveau dat de Volkskrant vol wil houden? Het werkt ongetwijfeld, maar het blijft een beetje achterbaks. En het beschadigt de politiek onnodig’, aldus deze lezer”.
Ik kan wel enig begrip opbrengen voor die stelling, zegt Meens, de chef van de verslaggevers niet. De chef van de nachtploeg had ook wel zijn twijfels over de nieuwswaarde van het stuk, juist omdat er niets illegaals gebeurt, en om die reden heeft hij het niet op de voorpagina gezet. Meens houd zijn twijfels. Door de wijze van presentatie wordt er wel gesuggereerd dat er iets vreselijks aan de hand is, dat er iets onoorbaars gebeurt. Daar komt bij dat alle pijlen nu wel erg eenzijdig op de SP zijn gericht. Had de krant niet veel eerder moeten uizoeken wat andere partijen voor regels hebben? En waarom wordt niet uitgezocht waarom opeenvolgende ministers kennelijk wel hun bedenkingen hebben, maar nooit iets hebben gedaan? Zover Meens.
Of het zal helpen? Ook bij de kwestie die geen kwestie was, over de ‘censuur’ bij de SP kwam de Volkskrant met een dikke kop, zie hier, en nam niet de moeite om even na te gaan dat geen enkele politieke partij een open forum heeft, en dat geen enkele website of weblog zonder selectie en moderatie kan. Eerst insinueren, eerst tendentieuze berichtgeving, en dan in de tweede instantie, als de schade al is aangericht, hun eigenlijke werk doen: feiten checken. Het is niet fraai.
Zie ook hier, de reactie op de SP site.
Ter Horst zou zich niet moeten bemoeien met de interne regels van de SP.
De vraag is vooral waarom ze dat zo nodig vindt, nadat al veel van haar voorgangers hebben geconstateerd dat er niets onwettigs gebeurt. Wat is haar motivatie om zelfs te overwegen hiervoor een reeks van wetten te gaan veranderen? Hoeveel kost dat trouwens?
De Nederlandse pers wordt steeds eenvormiger en slechter, is mijn ervaring. Wat Nederland nodig heeft is een equivalent van de Duitse tageszeitung (taz): deze krant is in eigendom van ruim 7000 leden, die jaarlijks op een ledenvergadering discussiëren over de koers en de inhoud van de krant. Alleen dat garandeert onafhankelijke journalistiek. En de leden zijn de baas: dat gaat aanzienlijk verder dan een ombudsman die de eigen krant (terecht) op de vingers tikt. Wereldwijd uniek? Zie http://www.taz.de/index.php?id=genossenschaft . Bovendien in deze krant geen gezeur over Nederlandse binnenlandse akkefietjes.
Wat dit plan betreft: ik wil wedden dat het niet gaat lukken om de afdrachtregeling te verbieden. Ook de SP beschadigen lukt hiermee niet (dat is met de kwestie Yildirim, Verhey, Luyendijk wel het geval), de meeste mensen, en zeker de SP-achterban, hebben juist waardering voor de afdrachtregeling. Overigens is 3000 euro in de maand nog steeds best veel, ik dacht eerlijk gezegd dat de vergoeding van SP-ers minder was.
Lang leve de afdrachtregeling.
Anja schrijft: Er is echt niemand die er voor pleit om elke vergoeding voor volksvertegenwoordigers af te schaffen, Clara.
Dat weet ik, Anja, maar je mist mijn punt. Ik probeer erop te wijzen dat er een vreemde kronkel zit in het algemene denken over vergoedingen voor politici. Uit de aangehaalde reacties hierboven blijkt die ook.
Politici (van gemeenteraad tot landsbestuur) horen in de ogen van ‘het publiek’ idealisten te zijn en belangeloze volksvertegenwoordigers. Dat lijkt op gespannen voet te staan met het feit dat politici een vergoeding krijgen voor hun werk. De SP heeft ervoor gekozen om die reden een deel van de vergoeding af te staan aan de partijkas. Dat is een mogelijke oplossing waarover ik geen oordeel heb. Maar ik protesteer tegen de conclusie die vervolgens uit de reacties hierboven blijkt: dat politici van andere partijen dus aan zelfverrijking doen en niet gedreven zouden worden door idealisme.
Om daarover een gesprek op gang te krijgen – dus over de in mijn ogen onzinnige koppeling tussen idealisme en vergoeding – stelde ik de hypothetische vraag wat er zou gebeuren als de vergoeding voor politici helemaal werd afgeschaft. Zodat geen enkele politicus meer verdacht zou kunnen worden van carrieremaken, baantjesjagen, zakkenvullen enzovoorts.
Ik weet wel wat er dan gebeurt. Dan stellen alleen nog degenen die het zich financieel kunnen veroorloven zich beschikbaar voor een politieke functie. Een volstrekt onwenselijke situatie.
Welnu, de naakte werkelijkheid is dat die zeer onwenselijke situatie allang bestaat. Ik weet dat, omdat ik raadslid ben en heb ervaren dat om die reden mensen die we vragen zich beschikbaar te stellen voor het raadswerk, niet op het verzoek ingaan of in kunnen gaan. De vergoeding voor raadsleden gaat naar inwoneraantal. Maar de tijd die je aan raadswerk kwijt bent is niet afhankelijk van inwoneraantal. De verantwoordelijkheid die je draagt ook niet.
Voor de invoering van het dualisme kon een raadslid nog betrekkelijk comfortabel achteroverleunen. Maar dat is al sinds 2002 verleden tijd. In kleine steden ben je dezelfde tijd en energie kwijt als in grote – en vaak meer, omdat je dezelfde hoeveelheid werk over minder fractieleden moet verdelen. Er wordt wel gezegd dat de problematiek in grote steden groter is en dat het daarom gerechtvaardigd is dat raadsleden daar een hogere vergoeding krijgen. Maar ook dat is allang achterhaald door het feit dat belangrijke landelijke wetgeving is gedecentraliseerd en raadsleden van elke stad te maken krijgen met behoorlijk complexe wetgeving waarvoor ze lokaal kaders moeten stellen. Een WMO leren begrijpen en rechtvaardig toepassen duurt in Amsterdam net zolang als in Etten-Leur. Bovendien krijgen wij vaak te maken met problematiek waar ze in de grote steden geen last van hebben, bijvoorbeeld doordat we in een grensstreek wonen. Ik zie dus geen enkele rechtvaardiging meer waarom de hoogte van vergoedingen voor raadsleden gekoppeld moet zijn aan inwoneraantal.
Steeds meer werkcongressen voor raadsleden worden overdag op werkdagen gehouden. Wij willen daarheen en vinden dat we daarheen moeten om ons werk naar behoren te kunnen doen. Maar omdat wij er volledige banen bij moeten hebben, kunnen we daar niet heen en missen zo informatie die voor het raadswerk van groot belang is. Werkbezoeken afleggen idem dito. Kan niet, we zijn zelf aan het werk. Ik kan als docent daarvoor geen vrij vragen, ze zien me aankomen. Lees over deze en andere knelpunten Raadsleden Nu.
In 2004 heeft de Commissie Dijkstal advies uitgebracht over de inkomens van politici. Het kabinet Balkenende II heeft in datzelfde jaar besloten, het advies op punten te volgen, uit te voeren door het volgende kabinet. Dit om te voorkomen dat Balkenende II verweten kon worden, de eigen portemonnee te spekken. De huidige minister – Ter Horst van de PvdA – voert dus gewoon een al eerder genomen kabinetsbesluit uit. Een kabinet waarin de PvdA overigens helemaal niet deelnam, ik zeg het er nog maar even bij.
Los van het feit dat ik het te kortzichtig voor woorden vind om nu de PvdA te verwijten dat Ter Horst de salarissen van ministers verhoogt, betreur ik het zeer dat het rapport van Dijkstal uitsluitend gaat over topsalarissen, dus over de hoogste politieke functies. Daaronder vallen wel de functies van raadsleden in de grote steden, maar niet die van de honderden andere raadsleden.
Idealisme heeft echt niets te maken met vergoeding. Idealisme heeft ook niets te maken met politieke overtuiging. Iemand als Wilders is ook idealist, daarvoor hoef je het met zijn ideeën niet eens te zijn om dat te erkennen. Van een huisarts verwacht je ook idealisme, maar dat hij daarvoor een goed salaris beurt vindt niemand ‘zakkenvullen’. Ik ben boos over de populistische uitspraken van Johan en Charlotte hierboven, omdat ik, als lid van de door de SP kennelijk gehate PvdA, me voor een schijntje het schompes werk voor het publiek belang en er al mijn tijd in steek, terwijl ik me dat eigenlijk niet kan permitteren. Ik noem dat idealisme, ja, en maak me zeer kwaad om de insinuaties hierboven als zou de SP het monopoly op idealisme hebben.
Vandaar dus mijn hypothetische vraag: wat zou er gebeuren als je de hele vergoeding afschaft? Vandaar dus mijn nieuwe vraag: hoe eerlijk is het beloningssysteem eigenlijk en wordt het in het belang van een echt rechtvaardige democratie niet hoog tijd de koppeling tussen inwoneraantal en raadsledenbeloning los te laten?
Zelfcorrectie:
In nr. 8 staat in de tweede zin per ongeluk een dubbele ontkenning. Eén keer moet het woordje “niet” dus geschrapt worden.
Waarschijnlijk zal de bedoeling toch wel goed zijn overgekomen.
(Net zoals begrepen zal zijn, dat “zelstandig” zelFstandig moet zijn).
Ik kom er morgen op terug, Clara. Ik denk dat we het wel eens worden.
Hoi Anja,
Goed stuk! Dat de pers ook maar eens aangepakt wordt, want van journalistiek is nog maar nauwelijks sprake. Vooral voor hen geldt: zonder onderzoek geen recht van spreken….!
We hebben zojuist ook een column geplaats op onze website:
http://www.venlo.sp.nl/bericht/19813/070924-afdrachtregeling_een_goed_begin_begint_vooral_bij_de_pvda.html
Ik heb ook een weblink naar dit artikel onderaan toegevoegd 😉
En nu naar bed!
Claar, je begint je betoog met het poneren van een fictieve tegenstelling, die tussen idealisme en een vergoeding krijgen voor je werk. Daar kan ik me al niet in vinden, en de SP ook niet. Want idealisme is een holle term, inderdaad, Wilders is er ook een, en niemand van de SP suggereert, ook ik niet, dat je een beter mens zou zijn wanneer je je werk voor niks doet.
Waar het wel om gaat is de redelijkheid van de vergoeding, en we geven daar twee heel concrete redenen voor: dat we vinden dat je als volksvertegenwoordiger niet meer hoeft te verdienen dan anderen met een geschoolde en verantwoordelijke baan, en dat we de kloof tussen die grote massa vrijwilligers van de SP en de betaalde functies niet groter wordt dan noodzakelijk. Dat betekent dus een vorm van interne nivellering, want wat van mijn vergoeding af gaat, ‘om de partijkas te spekken’ zoals het demagogisch in de kranten staat, alsof de SP een stiekeme kapitalist is die het liefst op een zak met geld zit, wordt gebruikt voor de acties, voor de vergoedingen van actieve leden die niet betaald worden, voor hun scholing.
We kunnen het er zo over eens worden dat dat geen ultieme rechtvaardigheid veroorzaakt, want verschillen blijven. Zo bestaan er, ondanks het feit dat we in de Eerste Kamer allemaal dezelfde vergoeding krijgen, onderlinge verschillen, omdat de een naast het kamerwerk een praktijk als huisarts of hoogleraar heeft, en de ander een praktijk als vrijwilliger of free-lancer. Wat we doen met die afdrachtsregeling is een rechtvaardiger, niet een rechtvaardig beleid. En inderdaad, als SPers zijn we daar trots op, dat wij in de tijden van een vergaande graaicultuur, waar status wordt afgemeten aan hoeveel iemand verdient, en mensen aan de top steeds meer willen hebben, laten zien dat het ook anders kan. Een voorbeeld geven. Tot grote irritatie van velen, anders kan ik de weerstanden ook niet verklaren, die zich van de weeromstuit aangesproken voelen.
Maar jij trekt je dat heel persoonlijk aan, en daar zijn zo te zien twee redenen voor. Met de eerste kan ik heel wel meevoelen, want wat je beschrijft over de vergoeding, of de afwezigheid daarvan, van raadsleden, lijkt me inderdaad een onwenselijke situatie. Daar zou dus zeker wat aan gedaan moeten worden, want zoals je kunt weten ben ik niet voor géén vergoeding, maar voor een redelijke vergoeding, en als die vergoeding niet redelijk genoeg is om je werk als raadslid goed te kunnen doen zou dat een geheel gerechtvaardigd actiepunt zijn. Ik weet daar weinig van, want ben niet goed op de hoogte van de relatie tussen inwoneraantal en beloning van raadsleden, maar het lijkt me een punt. Heb ik wel een vraag: kan jouw partij daar niet op zijn minst wat aan doen voor de eigen raadsleden, en zo nee, waarom niet? Want dit willen we toch, dat in principe iedereen die geschikt en gemotiveerd is volksvertegenwoordiger kan zijn, en zich daarbij geen zorgen zou moeten hoeven maken over een basisinkomen.
Tweede punt is de nogal vaak tussen de kieren of expliciet optredende animositeit tussen PvdA en SP. Tja. Van mij weet je dat ik daar in principe niet aan mee doe, omdat ik er van uit ga dat we veel overeenkomsten hebben, op den duur toch met elkaar samen moeten werken zo niet nu al, en ik mijn beste vrienden heb in de andere linkse partijen. Maar eerlijk, Clara, deze zet van Ter Horst maakt mij ook kwaad. Ik kan er werkelijk niets anders in zien dat een gratuite – nee, dure – poging om de SP een hak te zetten.
Ik hoop dat we hiermee een paar zaken uit elkaar hebben gerafeld.
a. Ik zeg niet dat de SP het monopolie heeft op ‘idealisme’. Ik sta wel helemaal achter de afdrachtsregeling omdat ik het consequent vind, als we het hebben over rechtvaardigheid en grotere gelijkheid, om daar zelf het goede voorbeeld bij te geven.
b. Ik ken je een beetje, en ik geloof je volstrekt dat je je voor een schijntje het schompes werkt. Het zou wat mij betreft een prima gemeenschappelijk actiepunt kunnen zijn om er voor te zorgen dat raadslieden een betere positie krijgen, waar dat nodig is. Maar ik zou ook wel willen weten wat je eigen partij daar aan doet.
c. Aan de animositeit tussen PvdAers en SPers zullen we wel niet helemaal ontkomen, gezien niet alleen de verschillende ideologie maar ook de verschillende posities die we innemen. De PvdA regeert mee, en doet dus veel water in de wijn, en je kan het de SP als oppositiepartij niet kwalijk nemen wanneer de conclusie is dat dat te veel water is. Op hun beurt voelt de PvdA, zoals het cliché luidt, de ‘hete adem’ van de SP in hun nek, en helaas worden sommige PvdAers daar niet vriendelijker van. Ik kan me, net zoals jij je ergert aan sommige SPers me ook flink ergeren aan sommige PvdAers, en hun pogingen om de SP nog even in discrediet te brengen. Zoals Ter Horst op dit moment aan het proberen is. Volgens mij. Ik zal me, als ik het echt onzin vind, daar natuurlijk tegen blijven verzetten, zoals jij dat ongetwijfeld zult blijven doen wanneer jij vindt dat SPers al te triomfantelijk of populistische uitlatingen doen over de PvdA die jij onterecht vindt.
Zijn we nu een beetje verder?
We praten een beetje langs elkaar heen, Anja. Jij en ik zijn het er dus over eens dat de koppeling idealisme – vergoeding een onzinnige is. Maar uit reacties van andere SP’ers hierboven maak ik toch echt wat anders op en daarom sloeg ik erop aan.
Meestal gaat het, als het over inkomens van politici gaat, over de hoogte van vergoedingen. Ik pleit al jaren, ook binnen mijn eigen partij, voor aandacht voor de laagte van vergoedingen en de ingebakken onrechtvaardigheid van het beloningensysteem. Omdat ik dat privé en in het algemeen als een belemmering ervaar voor het goed kunnen functioneren van de democratie. Ik pleit voor hetzelfde als jij: iemand die zich in een politieke functie inzet voor het publieke belang hoort in alle opzichten, dus ook financieel, in staat gesteld te worden dat naar behoren te doen. Ongeacht of hij in een grote of kleine gemeente woont.
Ik loop steevast tegen een muur van onbegrip aan en die wordt altijd, ook nu weer, veroorzaakt door het feit dat een politicus het niet over beloning of geld hoort te hebben. Dat is en blijft een taboe. Er hangt een misplaatst soort heiligheid om het politieke ambt. Daarvoor heb ik hier opnieuw aandacht gevraagd.
Je vraagt of ik het binnen mijn eigen partij ook heb aangekaart. Ja, meermalen, tot op het congres aan toe, in de vorm van amendementen. Maar altijd word ik verkeerd begrepen. Ik loop altijd direct tegen dezelfde reflex aan. Voorstellen van mij worden meteen afgewezen als riskant “omdat je te allen tijde zeker moet weten dat mensen niet vanwege de beloning of andere voordelen raadslid willen worden.” Met andere woorden: het werkelijke probleem waarvoor ik aandacht vraag blijft daardoor onzichtbaar en onbespreekbaar. Dus blijft ook onbespreekbaar dat honderden raadsleden (onder wie ook SP’ers) zichzelf onvoldoende kunnen scholen, dat het raadswerk daardoor in een volkomen achterhaalde negentiende eeuwse hobbysfeer blijft hangen waaraan alleen degenen die het zich kunnen permitteren mee kunnen doen (over regentesk gesproken), dat je het raadswerk er altijd ‘bij moet doen’ en dat het raadswerk daardoor niet de kwaliteit heeft die je als burger van je volksvertegenwoordigers moet kunnen eisen. Zeker in een duaal bestel.
Enfin, ik heb jullie perikelen aangegrepen om mijn eigen bal nog een keer in het veld te brengen. Wat Guusje ter Horst bezielt, ik zou het niet weten. Heeft ze niks beters te doen, denk ik dan. Van mij hoeft deze heisa allemaal niet en ik kan me voorstellen dat het overkomt als SP’tje pesten. Wij waren dacht ik al verder, jij en ik. Al voor dit onderwerp aan de orde kwam. Toch?
Nou, een beetje langs elkaar heen dan, maar het in grote lijnen toch eens. Wat we konden verwachten gezien voorafgaande uitwisselingen. Ik ben er ook erg voor dat in alle gevallen de vergoeding goed genoeg is dat ook mensen zonder riante andere bijverdiensten en dus zonder er een hobby van te maken mee kunnen doen. Op volksvertegenwoordiging horen we heel zuinig te zijn. En ik vind het ook belangrijk dat ‘het volk’ in verschillende geledingen, uit verschillende lagen vertegenwoordigd is. Er hangt tenslotte veel van af. Ik heb ook altijd veel plezier om de diversiteit die ik op de partijraad tegenkom (diversiteit naar sekse, klasse, leeftijd, alleen kleur kan absoluut beter)
Ik zal eens bij ons vragen hoe wij het eigenlijk doen, met raadsleden, want zo goed weet ik dat niet. Wel dat we heel veel doen aan scholing, ook wel moeten, gezien de woeste groei van de laatste tijd, en daarom zijn wij natuurlijk wel blij met veel spek in het kasje.
Hoe het zit met raadsleden — ja, dat is inderdaad afhankelijk van het inwonertal. Zie de website van de VNG voor details. Dat loopt aardig uiteen: van 188,11 euro voor gemeenten met minder dan 6.000 inwoners, tot 1953,98 euro voor gemeenten met meer dan 375.000 inwoners.
Een heel klein beetje kan ik dat wel begrijpen: mijn collega’s in de gemeenteraad in Utrecht vergaderen meer en langer en op onhandiger tijden (namelijk tijdens kantooruren) dan wij in De Bilt. Maar wij besteden ook veel meer tijd aan het raadswerk dan de 8 uur die er officiëel voor staan. Je zou er echt een volle werkweek in kunnen stoppen, en dan nog moest je dingen laten liggen. Want er is veel meer te doen dan alleen de stukken lezen die de ambtenaren schrijven. Je moet zorgen dat je weet waar je het over hebt, en dat betekent scholing, achtergrondinformatie verzamelen, mensen bezoeken, deelnemen aan overleg, aan voorlichtingsavonden, aan formele bijeenkomsten.
Het kán allemaal wel naast een gewone baan, maar dat gaat wel ten koste van de kwaliteit van het een of ander. En je merkt dat dat gebeurt. Dat we in de raad zitten te praten over de WMO, en dat de sprekers alleen de raadsstukken kennen, en geen idéé hebben wat er achter de schermen allemaal gebeurt. Daar ben ik nou toevallig wel behoorlijk goed in thuis, dankzij de cursussen van de SP en dankzij het netwerk dat ik heb opgebouwd, maar er zijn ook genoeg onderwerpen waar ik ook de details niet van beheers. Dat komt de kwaliteit van besluitvorming niet ten goede.
Wat betreft die raadsvergoeding: ik hoef niet rijk te worden van mijn raadswerk, en ik ben heel tevreden met een bescheiden vergoeding. Maar ik hoef er ook niet op in te leveren, en daar is die SP-regeling voor bedoeld. Hij zou van mij wat soepeler mogen worden toegepast, zodat ik wat meer tijd zou kunnen vrijmaken voor mijn raadswerk. Maar afschaffen, van z’n leven niet.
Een heel klein beetje kan ik dat wel begrijpen: mijn collega’s in de gemeenteraad in Utrecht vergaderen meer en langer en op onhandiger tijden (namelijk tijdens kantooruren) dan wij in De Bilt.
Ik denk dat je het omdraait, Anne-Marie. Zij kunnen overdag vergaderen omdat ze feitelijk beroeps zijn. Wij niet, want overdag werken we. En zij houden tijd over om ernaast nog te werken. Wij houden tijd over om ernaast nog raadslid te zijn. Dat klopt toch niet?
Als de lengte van vergaderingen maatgevend is voor de vergoeding, dan zouden kleine fracties helemaal op rozen moeten zitten. Bij ons moeten alle fractieleden twee commissies behappen en dan hebben wij het nog goed. D66 heeft bij ons maar 1 zetel, de arme man. Ik durf te wedden dat in Utrecht niemand meer dan 1 commissie heeft. En dan vaak daarbinnen nog een specialisatie.
Afgelopen voorjaar las ik over een SP-raadslid in Zutphen die zijn afdracht tijdelijk wilde mogen houden, desnoods als lening, omdat de WAO-arts vond dat als hij raadslid kon zijn, hij ook kon werken. (Waarmee raadswerk dus weer als werk wordt aangemerkt, het is zo krom als wat). Dus werd zijn uitkering stopgezet. Hij begon toen maar een eigen bedrijfje, maar kon daar nog niet van leven. Dus vroeg hij tijdelijk ontheffing aan de SP. Die kreeg hij niet en het hele bestuur stapte met hem mee op.
De argumentatie om de ontheffing niet te verlenen was dat het een persoonlijk probleem was van dat raadslid.
Ik heb het onthouden, omdat voor mij ook uit dit voorbeeld bleek dat er een blinde vlek is voor de situatie waarin raadsleden en dus de volksvertegenwoordiging verkeren. De verschillende manieren waarop naar de vergoeding wordt gekeken, door iedereen, ook door uitkeringsinstanties, is nooit aanleiding voor onderzoek of enige ongerustheid. Zo leverde ik een oeverloos gevecht met het UWV om aan te tonen dat er bij mijn raadslidmaatschap geen sprake was van een arbeidsverhouding. Ook dat werd gezien als een persoonlijk probleem.
Als het bekleden van een raadslidmaatschap betekent dat een uitkering van dat raadslid wordt stopgezet, dan zouden juist alle landelijke partij-alarmbellen moeten gaan rinkelen. Dan zou je voor zo iemand in de bres moeten springen en het tot op de bodem moeten uitzoeken, in plaats van hem te zeggen dat het een persoonlijk probleem is.
Wat het compliceert, is dat het raadslidmaatschap rechtspositioneel geldt als een nevenfunctie die wordt uitgeoefend naast de hoofdfunctie. De vergoeding voor werkzaamheden betreft dan ook geen vergoeding voor de verrichte arbeid, maar een compensatie voor mogelijke inkomensderving in de hoofdfunctie.
Dat is een constructie die ervan uitgaat dat iedereen ‘het erbij doet’. En dat elke werkgever het raadslid de ruimte biedt, afwezig te zijn vanwege het raadslidmaatschap. Dan moet je ook de CAO’s aanpassen, in de mijne staat expliciet dat ik hiervoor geen vrij krijg.
Het rammelt dus aan alle kanten.
Dat met dat raadslid uit Zutphen ligt volgens mijn informatie wel een beetje anders, Clara. Hij kon van de SP bij mijn weten rechtsbijstand krijgen, want het is tegen de regels dat een WAO uitkering stopgezet zou worden vanwege raadswerk. Zulke kwesties zijn al eerder voorgekomen, en daar hebben we advocaten voor. Een andere kwestie is of je ontheffing kunt krijgen van de afdrachtsregeling voor het beginnen van een eigen zaak.
Neemt niet weg dat je wel een belangrijk onderwerp aansnijdt, en nu hoop ik op Anne-Marie, die uit eigen ervaring weet wat het betekent, dat ze de discussie voortzet.
Ja, ik wil de discussie best voortzetten, Anja, maar ik kan niet meer vertellen over de situatie in Zutphen dan jij nu doet. Ik weet dat “Rotterdam” (waar het SP-partijkantoor zit) behoorlijk strikt is in dit soort zaken, en daar ben ik op zichzelf best voor, maar het moet inderdaad niet zo zijn dat dat gaat over de ruggen van hardwerkende raadsleden. Ik kan alleen niet beoordelen of dat in Zutphen ook aan de orde was.
Of bedoelde je Zutphen niet, als belangrijk nieuw onderwerp?
Nee, ik bedoelde Zutphen niet als belangrijk nieuw onderwerp, ik bedoelde de discussie die Clara aanzwengelde, die voor mij tamelijk nieuw is – het nadenken over hoe het voor raadsleden beter kan. Daar hebben jullie alletwee ervaring mee, en ik kijk met belangstelling toe wat jullie daar over zeggen.
Voor het werk van een raadslid staat officieel 8 uur per week.
Er zijn mensen die het wel redden in 8 uur per week en mensen die het niet redden (die bijvoorbeeld 14 uur per week kwijt zijn)
Dat kan komen omdat het raadswerk voor die persoon (die 14 uur per week eraan kwijt is) te hoog gegrepen is, dat die persoon het om persoonlijke redenen niet trekt om het raadswerk te doen.
De persoon in kwestie kan dan beter eerlijk zijn en z’n zetel ter beschikking stellen aan iemand die het raadswerk wel kan behappen.
Er zijn de afgelopen jaren echter een aantal zaken vanuit den haag overgeheveld naar de gemeentes, zoals de wwb en de wmo.
Opzich is het wel goed om eens in de zoveel tijd te kijken hoeveel uur per week het raadswerk kost. Stel dat het raadswerk door de overheveling van de taken van den haag naar de gemeentes gemiddeld 12 uur per week ipv 8 uur per week kost, dan zou de onkostenvergoeding daarop aangepast kunnen worden.
Anders kan er het probleem ontstaan dat raadsleden met een baan en een gezin moeten stoppen met het raadswerk omdat ze financieel in de knel komen.
Ik weet te weinig van het raadswerk af om te kunnen oordelen over hoe veel uur het gemiddeld per week kost.
Uiteindelijk zal van tijd tot tijd een gemiddelde vastgesteld moeten worden. Maar dan nog zullen er altijd raadsleden zijn die het niet in de gemiddelde uren redden. Dat is helaas niet te voorkomen. Het is gewoon een feit dat het werk van een volksvertegenwoordiger een heavy job is waar niet iedereen geschikt voor is.
Maar de afdrachtregeling is een goede regeling. Het zorgt ervoor dat ook de minder draagkrachtige sp-leden kunnen deelnemen aan scholingen en bijeenkomsten, en dat iedereen in de sp (arm of rijk) de kans krijgt zich in de sp op zijn of haar manier te ontplooien. Ik vindt het jammer dat de volkskrant dat niet in haar artikel vermeld.
Trouwens, de hulpdienst wordt er ook door mogelijk gemaakt. Ook dat is een goed initiatief. Het maakt de sp een partij van de mensen en voor de mensen.
Acht uur in de week is echt erg weinig, hoor René. Een beetje raads-/commissievergadering duurt al gauw vier uur. Dat zijn er bij ons twee per maand, maar wij hebben dan ook maar twee commissies. Er gebeurt heel veel in een gemeente, van allerlei gemeentelijke instanties (sociale dienst, sociale werkplaats, sociale woningbouw) tot huizen, scholen en bedrijventerreinen. Je moet je bezig houden met de drinkwatervoorziening, met de gemeentelijke basisadministratie, met de spoorwegovergang, met de overlast van hangjongeren, met de gewetensbezwaren van trouwambtenaren, met de afhandeling van klachten bij de ombudsman. En dan zijn er nog de wetten: de WMO, de WWB, de WSW, noem het allemaal maar op, plus wat je van individuele burgers op je bordje geschoven krijgt.
Wijs mij het raadslid maar aan die dat in acht uur per week uitgezocht en bijgelezen krijgt. Het kán wel, maar dan moet je een hoop werk half doen. En ik zei het al: dat komt de kwaliteit niet ten goede.
Het kan in acht uur, maar dan moet je een fractie hebben van minimaal twaalf mensen, schat ik. Dan kun je namelijk met woordvoerders en specialisaties werken. Alleen de grote steden hebben zulke grote fracties.
Het maakt verschil of je een db functie hebt of gewoon fractielid bent. Voorzitter en secretaris redden het per definitie niet onder de 20 uur, alleen al aan vergadertijd (presidium, overleg met afdelingsbestuur, coalitieoverleg, et cetera). Ik ben fractiesecretaris, doe er daarnaast de pers, de website, de externe contacten, het regiobestuur en de partijbijeenkomsten en -congressen bij en heb 1 van de 4 commissies (maatschappelijke zorg) in portefeuille. Ik plan er per week standaard 22 uur voor in, maar er zijn perioden dat het rustiger is en perioden dat ik het met 30 uur nog niet red. De fracties in de grote steden hebben betaalde beroeps-fractiesecretarissen.
Wij hebben de afspraak dat de gewone fractieleden het in 15 uur moeten kunnen. We zijn met zes fractieleden en hebben ook een burgerlid. Een burgerlid ontvangt alleen een presentiegeld, verder niets. Daarnaast hebben we enkele steunfractieleden, die meedenken en meelezen.
De contacten met wijkverenigingen, belangenorganisaties, professionele instanties, scholen, verenigingen, asielverzoekers e.d. hebben we over de fractie verdeeld. Dat is tijdrovend, maar de basis van je werk. Wil je weten wat er speelt, dan zul je actief moeten informeren en als fractie alle netwerken warm moeten houden.
Rene, die zelf al toegeeft dat hij er te weinig van weet, veronderstelt dat voor sommigen het raadslidmaatschap te hoog gegrepen zal zijn. Ik weet niet hoe het elders is geregeld, maar mensen voor wie het te hoog gegrepen is, schoppen het bij ons nooit tot raadslid. Er wordt geëist dat je aan de PvdA scholingen hebt deelgenomen en zelfstandig in staat bent een mening te vormen over de stukken en besluiten. Kennis die je niet hebt word je geacht zelf te gaan halen. Vaardigheden die je nog niet bezit moet je zelfstandig (met behulp van de vel scholinsgprogramma’s) verwerven. Ik beschouw het raadslid zijn niet als een hobby, maar wel degelijk als een vak, waarvoor ik me uit ideëele overwegingen beschikbaar heb gesteld toen het me werd gevraagd.
Wat ik het lastigst te verteren vind is dat je een bepaalde verantwoordelijkheid op je neemt – en in het duale stelsel is die verantwoordelijkheid aanzienlijk toegenomen – maar dat het je tegelijkertijd eigenlijk onmogelijk wordt gemaakt die verantwoordelijkheid ook ten volle waar te maken. Omdat het altijd in gestolen tijd moet en wij, ik zei het al eerder, niet in staat worden gesteld naar werkcongressen en symposia overdag te gaan. Want dan zijn we namelijk onze boterham aan het verdienen. Maar al te vaak hebben wij te maken met torenhoge verwachtingen van eigen kiezers en de burger en moeten we bekennen dat bepaalde zaken noodgedwongen te lang blijven liggen of te weinig prioriteit hebben gekregen. Anne-Marie noemt dat ‘de kwaliteit niet ten goede komen’. Ik noem dat pure verwaarlozing van de basis van het democratisch bestel: de lokale raden.
Nog even ten overvloede: hierboven wordt gesuggereerd dat de vergoeding gerelateerd is aan het aantal uren of andere factoren en dus aangepast moet worden als acht uur per week niet volstaat. Maar de vergoeding is uitsluitend bedoeld als een compensatie voor gederfde inkomsten. Je ontvangt ook geen pensioen, bijvoorbeeld. Raadslid zijn wordt altijd (ook in de grote steden) aangemerkt als nevenfunctie. Ook om die reden is het merkwaardig dat de vergoeding in de grote steden hoger is dan die in de kleinere steden. Wat rechtvaardigt dat raadsleden in de grote steden royaler voor hun hoofdfunctie gecompenseerd moeten worden dan die in de kleinere steden?
Intussen stond deze week in alle kranten dat raadsleden met een uitkering hun ‘verdiensten’ als raadslid veelal verzwijgen en dat het UWV na een onderzoek is overgegaan tot terugvordering. Donner en Ter Horst reageren geschokt: een raadslid heeft een voorbeeldfunctie.
Dat is waar. Maar ook ik ben bijna zo’n fraudeur geweest, op aanraden van het UWV zèlf. Want die ene consulent zei op mijn vraag waar ik op de UWV-site in godsnaam info kon vinden over de raadsledenvergoeding, tegen mij dat ik me geen zorgen hoefde te maken, want dat de vergoeding door UWV wordt aangemerkt als onkostenvergoeding. Daarna trof ik een andere UWV-consulent die me zei dat mijn raadswerk wordt aangemerkt als inkomen uit arbeid (!) en dat ik het UWV moest aantonen hoeveel uur ik aan mijn raadswerk besteedde. En weer een andere consulent wist me te vertellen dat het raadswerk vrijwilligerswerk is en dat ik er rekening mee mnoest houden dat hij het me kon verbieden, omdat het ‘regulier werk’ in de weg kon staan. Ja hallo, wat is het nu? Tenslotte heb ik zelf maar het zekere voor het onzekere genomen en het gewoon opgegeven. Niet als raadslid natuurlijk, maar wel bij het UWV. Uiteindelijk leidde dat zelfs tot kamervragen en excuses van toenmalig minister De Geus (zie blz.4) Maar veranderd is er nog niets.
Nogmaals: de status van de ‘werkzaamheden’ van een raadslid is volstrekt onduidelijk. De een zegt dit, de ander dat. Zelfs binnen het UWV zelf. Het kabinet gaat nu een folder maken om ‘fraude’ te voorkomen. Ik ben zeer benieuwd wat daarin staat. Op de UWV-site nog steeds niets te vinden.
Voor wie genuanceerdere berichten wil zien, met daarin dezelfde zorgen en twijfels als de mijne:
CLB, Centrum voor lokaal bestuur
ZZP, zelfstandig zonder personeel
VNG, vereniging Nederlandse gemeenten
Waarom ik hier zo’n punt van maak en aandacht voor vraag? Niet vanwege mezelf. Maar uit grote bezorgdheid om het feit dat er zo nonchalant en aantoonbaar incorrect wordt omgesprongen met de basis van onze democratie: de lokale raden.