De vrijdagslunch bij Sanaa en haar man Younis. En hun drie zoons. Sanaa heeft haar broer gevraagd wat ze voor me koken zou. Maftoul, de traditionele couscous maaltijd, met kip. Younis is naar de markt geweest om de kippen zelf uit te zoeken, want die wil vers, geen diepvries, Sanaa heeft een vrouw betaald om de couscous te maken, want dat is een heel werk en daar heeft zij als moderne werkende vrouw geen tijd voor. Maar zij heeft de kippen gebraden. En er is ingemaakte aubergine, zoals ik die ook ken van Khaleds moeder. Ik zeg het, en broer en zus kijken weemoedig. Ze hielden van hun moeder, die een paar jaar geleden overleed.
Sanaa was iets hoogs in de President’s Office. Ze was in principe, zoals dat heet, ministeriabel. Younis werkte, ook iets hoogs, op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Na de machtswisseling vertrokken ze met hun jongens naar Ramallah, zoals wel meer hooggeplaatste Fatah mensen. Maar ze zijn weer terug. De school sloot niet aan op die van de jongens, die hier op de internationale school zitten waar ze Engels spreken (ze moeten erg lachen om het accent van hun ouders ) ze wilden hun huis niet verlaten en ze misten Gaza. Het is niet goed als iedereen weg gaat, behalve de mensen die niet weg kunnen, zegt Sanaa. Wat moet er dan van Gaza worden?
Dus zijn ze terug, met zorgen. Wat moet er met de jongens? Ze praat er vaak over met haar broer, wat hebben die kinderen hier? Behalve school is er niets waar ze heen kunnen, ze hangen maar thuis, achter de computer, achter de tv. Hun oudste is superintelligent. Wat voor toekomst hebben die kinderen hier? Maar moeten ze dan weg? Als een migrantengezin ergens in het buitenland helemaal opnieuw beginnen en Gaza in de steek laten?
Ze krijgen nog steeds hun salaris betaald uit Ramallah, maar hun banen zijn ze kwijt. In de Presidents Office zit nu Hamas. Alles hebben ze gestolen, zegt Sanaa verontwaardigd, tot de airconditioning toe. Zij en haar man zijn een bureau begonnen om de NGO’s in Gaza en op de Westoever te trainen, in management, capacity building, fundraising. Ze zijn bezig met projecten, tegen bloedarmoede – 43% van de kinderen hebben bloedarmoede, dat is makkelijk te bestrijden, maar ergens moet er zo’n vijf miljoen dollar vandaan komen – ze hebben een project ontworpen voor al die kinderen met leermoeilijkheden en een voor tieners die onder deze moeilijke omstandigheden toch iets van hun leven moeten maken. Ze vragen ondersteuning, geen geld, dat hebben we niet, maar training. (Jan! Deny!) Als we er weer zijn zullen we daar serieus over praten.
Politiek natuurlijk. Hoe het verder gaat. Younis, een echte Fatah man, gelooft wel in de conferentie in Annapolis, over een paar weken. Hij ziet voor zich wat er uit kan komen: Oost Jeruzalem wordt Palestijns, een paar stukken van de Westoever, met de nederzettingen, gaat naar Israel, dan worden er stukken land van Israel waar veel Palestijnen wonen bij de Westoever gevoegd, de vluchtelingen krijgen geld, en mogen naar de Westoever en naar Gaza als ze dat willen en de Japanners hebben een mooi plan voor een tunnel of een brug van Gaza naar de Westoever. En dan is er een Palestijnse staat. Heftige discussie, want Khaled en Sanaa zien daar niets in en eerlijk gezegd, ik ook niet. Niet alleen dat Israel helemaal niet van plan is om op welke manier dan ook mee te werken aan een leefbare, onafhankelijke Palestijnse staat, zelfs niet zoals Younis die voorsteld, het is toch duidelijk dat Oost Jeruzalem niet meer kan zijn dan een verpauperde aan alle kanten ingesloten wijk, dat de Israelische Palestijnen helemaal niet van plan zijn om zich in de West Bank op te laten sluiten, dat de vluchtelingen in het buitenland hun rechten willen en niet een beetje geld, dat die er bovendien in Gaza helemaal niet meer bij kunnen, en die tunnel, dat vindt Israel nooit goed. Ja maar, zegt Younis, Israel kan die dan elk moment weer afsluiten. Precies, zeg ik. En wat heb je dan? Geen Palestijnse staat, maar een paar stukjes Gaza, met muren er omheen, een paar gevangenissen. We worden het niet eens. Younis blijft denken dat er met Annapolis een belangrijke doorbraak plaats kan vinden. Ik zeg: Israel wil zich niet eens op een tijdsschema vastleggen. Dat hebben we toch al eerder gehad?
Ik heb je man toch niet beledigd, vraag ik aan Sanaa als Younis even weg is. Don’t worry, zegt ze, hij is mij gewend.
Fatma belt, een beetje jaloers, dat ik de vrijdaglunch gebruik bij Sanaa, terwijl ze mij ook uit had willen nodigen. En haar meiden willen me nog bedanken voor de make up. Morgen.
Morgen ga ik mee op huisbezoek. Dan zie ik de andere kant van Gaza weer.