De conferentie over de Charta of Volterra – New Roads for a Refugee
Policy – begint natuurlijk met een flink stel bobo’s: de burgemeester
van Volterra, de president van het district Pisa, de president van de
bank die sponsort, en dan hebben we nog een Nederlandse bobo als
tegenwicht: de locoburgemeester van Groningen. Partijgenoot Peter
Verschuren, die zich niet thuisvoelt in de functie van bobo maar
begrijpt dat dat even moet. Want deze conferentie is ook bedoeld om
draagvlak te creëeren, en het is belangrijk dat de charter serieus
genomen gaat worden door de politiek. Italië heeft flink uitgepakt met
parlementariërs, en op de laatste dag krijgen we nog een
staatssecretaris die mee komt werken.
John van Tilborg, de drijvende kracht achter Inlia, en achter deze
conferentie, vertelt nog eens waarom het gaat. In Europa moeten we ons
beleid ten aanzien van vluchtelingen verbeteren, en dat in een politiek
klimaat van groeiende xenofobie. We horen ons aan de
mensenrechtenverdragen te houden, ook ten aanzien van vluchtelingen,
maar dat gebeurt nog te weinig. Er is bovendien sprake van weinig
samenwerking tussen de landen, wat voor de vluchteling inhoudt dat als
je in het ene land terechtkomt je *behandeld* wordt als een economische
migrant, in het andere land als een politieke vluchteling. En je lot zou
niet af moeten hangen van in welk land je toevallig terechtkomt.
De charter zal niet alle problemen oplossen, en kan dat ook niet: het
gaat om het formuleren van een reeks basisprincipes die als uitgangspunt
kunnen dienen voor verbetering en verdere samenwerking. Dit geldt ook
als waarschuwing voor de deelnemers, een aantal van hen heeft intensieve
ervaring met de opvang van vluchtelingen en veel kwesties zijn urgent.
Maar hoe meer details we wensen te regelen met de charter, hoe
moeilijker het gaat worden om die in de verschillende landen van de EU
geïmplementeerd te krijgen. Want dat gaat nog het moeilijkste worden,
niet het formuleren van wat we, vanuit een mensenrechtenperspectief,
vinden dat er voor asielzoekers gedaan moet worden, maar hoe we het voor
elkaar krijgen dat het gebeurt.
Dzsingisz Gabor, die de plenaire sessie voorzit, een man met een lange
politieke carriere, burgemeester, parlementslid, vertelt hoe hij meer
dan vijftig jaar geleden zelf als Hongaarse vluchteling in een
opvangkamp in Oostenrijk terechtkwam. Toen mocht zijn familie nog kiezen
waar ze heen wilden, en ze kozen Nederland. Hij was er welkom, mocht
meteen naar school. Dat waren andere tijden. Dit is duidelijk:
vluchtelingen zijn niet meer zo welkom als destijds.
Rosmarie Zapfl-Helbling, uit Zwitserland, die twaalf jaar lid was van de
Raad van Europa, somt een aantal van de principes op waar we het over
moeten hebben: dat er een tijdsgrens moet komen voor de procedure, zodat
mensen niet vele jaren moeten wachten op een beslissing, dat de eenheid
van het gezin gewaarborgd moet worden, dat kinderen hun eigen rechten
hebben. Als mensen weg moeten, dan bij voorkeur vrijwillig en niet met
dwang. Vluchtelingen mogen nooit teruggestuurd worden naar een land in
conflict, of een land waar ze niet veilig zijn. Vluchtelingen hebben te
allen tijde recht op humanitaire hulp, en op hun waardigheid.
Ook moet er oog komen voor specifieke groepen. Vrouwen vooral. De helft
van de vluchtelingen bestaat tegenwoordig uit vrouwen. Die zijn, meer
nog dan mannen, slachtoffer van uitbuiting, van mensenhandel en van
gedwongen huwelijken. Vandaar dat er een extra hoofdstuk aan de charter
is toegevoegd over de positie van vrouwen.
Wilmya Zimmermann, Nederlandse die voor Duitsland in het Europese
Parlement zat, heeft het vooral over de ‘unaccompanied minors’, de
AMA’s, nog minderjarige vluchtelingen die zonder familie in onze landen
terechtkomen. Zij heeft veel ervaring met dat werk, en zal me later nog
vertellen over het opvangproject waar zij bij betrokken is. Daar zijn
veel getalenteerde, begaafde en tot verder leren gemotiveerde jonge
mensen bij, die een kans moeten hebben op leren en op werk. Wat voor hen
vooral moeilijk is, is dat ze vaak onzeker worden gehouden over hun
toekomst. Ze weten niet of ze mogen blijven, ze weten niet wat voor werk
ze mogen doen. In Duitsland is er bijvoorbeeld een regel dat
vluchtelingen die een permanente verblijfsvergunning krijgen alleen het
werk mogen doen dat door Duitsers, en door andere EU migranten, niet
gedaan wordt. En dan blijft er weinig werk over. Zo kent ze een Chinese
jongen, ontzettend slim, heeft in vier jaar Duits geleerd en zijn
gymnasium gedaan, die alleen maar bakker mag worden, omdat geen Duitser
meer zin in heeft om daarvoor zo vroeg op te staan. Ook is het duidelijk
dat de opvang niet abrupt mag ophouden als iemand achttien wordt. In
veel landen komt een jongere dan op straat te staan.
Carmen Monton, Spaans parlementariër, brengt tot mijn plezier het punt
van de homoseksuelen naar voren, want dat heb ik ook al aanhangig
gemaakt. Het staat nog niet in de charter, maar net als vrouwen niet
teruggestuurd zouden mogen worden naar een land waar ze gevaar lopen
omdat ze bijvoorbeeld gescheiden zijn, of waar ze moeten vrezen voor
eergerelateerd geweld, zouden homoseksuelen niet teruggestuurd mogen
worden naar een land waar ze geen leven hebben.
En dat vult Guisto Catania, Italiaans parlementariër, nog aan. Niemand
zou teruggestuurd mogen worden die het risico loopt vervolgd te worden
vanwege religie, etniciteit of een politiek verleden.
De andere aanwezige parlementariërs worden gevraagd om een kort
commentaar, en ik noem de punten op die ik belangrijk vind: de
wachttijd. Wij hebben in Nederland een geschiedenis achter de rug – we
hopen tenminste dat we die achter de rug hebben – waarbij mensen soms
meer dan tien jaar moesten wachten voor ze een beslissing kregen. Dan is
het inmiddels onmenselijk geworden om ze nog terug te sturen. Dat geldt
nog meer voor kinderen, voor wie de jaren nog meer gewicht hebben, een
kind dat inmiddels het grootste deel van zijn leven hier is geweest, mag
je niet meer terugsturen. Dus moet er veel worden gedaan aan een
heldere, faire procedure. Ook is het duidelijk dat mensen zolang ze
wachten, zich nuttig moeten mogen maken, bij mogen leren, en dat geldt
natuurlijk meer naarmate ze langer moeten wachten. Wat we nu hebben
meegemaakt is dat vluchtelingen extreem afhankelijk werden gemaakt,
passief werden gehouden, en haast de illegaliteit in werden gedwongen.
En dat geeft niet alleen voor de vluchtelingen zelf, maar ook voor het
gastland, volstrekt overbodige problemen.
De studiegroepen, die elk een hoofdstuk van de charter onder handen
nemen. Ik zit de sessie voor over ‘drifting’, over het gegeven dat
vluchtelingen ‘verdwijnen’ en we niet weten waar ze zijn, ondergronds
gegaan of naar een ander land getrokken waar ze betere kansen denken te
hebben. Ik refereer nog even aan de voormalige minister waarvan de de
naam liever niet meer noemen, die beweerde dat de lijst met wachtende
vluchtelingen al aardig was gekrompen, waarna vervolgens bleek dat dat
niet kwam doordat er velen van hen waren uitgezet, maar omdat ze ‘waren
vertrokken met onbekende bestemming’. Zoekgeraakt, dus. En dit is een
principe waar we het al snel met elkaar over eens zijn: hoe dan ook mag
het contact met een vluchteling niet verloren gaan.
Dit is een kwestie waarbij vooral de gemeentes, een deel van hen werkt
samen met Inlia, hun eigen beleid zijn gaan voeren, tegen Den Haag in.
Want je kunt mensen niet zomaar op straat zetten, in de hoop dat ze dan
vanzelf wel zullen verdwijnen. Veel gemeentes zijn dus op eigen houtje
aan noodopvang begonnen.
Wat nu blijkt, zegt Jan Braat uit Utrecht, is dat maar 50% van de vluchtelingen die in detentie zaten worden uitgezet. Het kost 40 a 50 duizend euro om een migrant terug te sturen. Met dat geld kun je een beter beleid voeren. Veel van de mensen die nu onder het generaal pardon vallen blijken niet naar andere landen te zijn vertrokken, maar bleven in Nederland, illegaal. Maar een kwart van hen vertrok, en ging vrijwillig. De helft van hen bleek uiteindelijk wel recht te hebben op een verblijfsvergunning, en had dus nooit op straat gezet mogen worden. Wat er ook gebeurt, of mensen teruggaan of mogen blijven, het mag niet zo zijn dat we kontakt verliezen, en het mag niet zo zijn dat ze in de illegaliteit terecht komen.
Braat heeft ook veel ervaringen met AMA’s. Daar zijn jongeren bij die geen idee meer hebben van wat een normaal leven is, er zijn misbruikte en mishandelde kinderen bij, kindsoldaten, jongeren die in de prostitutie zaten. Die verdienen veiligheid, begeleiding bij de terugkeer in een normaal leven. Daar zijn inmiddels goede ervaringen mee. Er zijn landen waar ze het beter doen. In Finland wordt geen vlucheling de straat op gezet, horen we.
De problemen met illegaliteit kunnen opgelost worden met een heldere en effectieve procedure, zodat mensen sneller weten of ze kunnen blijven, dan wel terug gaan. Als ze terug gaan, moeten ze daarbij zorgvuldiger begeleid worden dan nu het geval is, zodat ze voorbereid zijn, weten wat ze te wachten staat, en niet in het land van herkomst opnieuw ‘verdwijnen’.
Rosmarie Zapfl wijst er op dat in het geval van veel vrouwen geen sprake is van ‘drifting’, maar van mensenhandel en gedwongen prostitutie. We zijn het er over eens dat er over ’trafficking’ meer moet komen te staan in de charter.
Inmiddels is Luisa Morgantini gearriveerd, de vice president van het Europese Parlement, en ik kan haar even omarmen. Een fantastisch mens, ik ken haar van jaren terug van de eerste grote vrouwenconferentie over Palestina/Israel, en ze is altijd koploopster gebleven, als het gaat om de rechten van Palestijnen, van vluchtelingen. En zoals we ’s avonds kunnen zien, ook van gedetineerden.
Veel gepraat, tussendoor, veel opgestoken. En dat was nog maar de eerste
dag. En ik heb het nog niet gehad over het theater.
Goed werk! En het is goddomme hard nodig, nu de VVD weer een blik stoere praat heeft opengetrokken, zie de Volkskrant van vandaag. De klootzakken, de eikels. Ja, sorry voor die taal, maar ik vind dat zulke domme, kortzichtige, populistische en onmenselijke oplossingen. Dat heeft niets, maar dan ook niets te maken met liberalisme, maar alles met populisme. Opportunisten. Bah.
Charta, het blijft een prettig positieve klank houden (nu de fluwelen revolutie nog).
Houden aan verdragen,implementeren,humanitaire hulp,vrouwen,
kinderen Moet moet moet.
Een vraag? Die 40 of 50 duizend euro, daarvan zal toch wel 35 of 45 duizend euro terugvloeien naar de staat der Nederlanden,aan ambtenarij? Is dat ergens inzichtelijk,die bedragen ?
@1 Anne-Marie Mineur ,
Ja, de vvd is weer lekker bezig. Die zitten niet om buitenlanders te wachten of ze moeten goed voetballen of iets anders kunnen. Vraag me af of hun plannentjes goed samen gaan met de rechten van de mens. Ze konden laatst ook niet over dat een illegaal hier gebruik maakte van zorg.
“‘De opdringerige aanwezigheid van de islam in de openbare ruimte is niet gewenst.’ Daarom moet de oproep tot gebed met geluidsversterking vanuit moskeeën verboden worden.”
Ben benieuwd of dat enkel geld voor moskeeen of ook voor andere godsdienst huizen. Dus maar even een netjes mailtje gestuurd naar Kamp.
Kunnen sommige van de ervaringsdeskundigen nu eens uitleggen hoe het kan dat iemand uit China of Afrika helemaal in Nederland terecht komt als hij zijn land ontvlucht?
Ik heb dat nooit begrepen ik krijg daardoor altijd meer het idee dat 99% van de asielzoekers gewoon verkapte immigranten zijn.
Wat ik mij overigens ook afvraag is of we met het huidige asielbeleid niet simpelweg conficten verplaatsen naar Nederland.
Moet Europe en Nederland niet veel meer doen aan opvang in de regio en conflict beheersing?
Dat lijkt mij de ideale oplossing voor het asielprobleem.
We spreken allemaal af dat we asielzoekers opvangen uit de aan ons grenzende landen.
En maken opvangkampen mogelijk dicht bij landen die in een conflict situatie zitten.
De zwerftocht die de mannen van die Chinese minderheid hebben afgelegd is een film op zich. De zweedse advocaat vertelde me die, maar ik heb die niet gedetailleerd opgeschreven. Je moet gewoon meer naar de verhalen van mensen zelf luisteren. Soms zwerven mensen door omdat ze nergens welkom zijn, soms komen ze naar een land omdat daar al familie is.
Als je even bedenkt hoe de situatie is in landen als Iran, Irak, Afghanistan, Palestina, hoe het is in Darfur, welke minderheden in welke landen worden vervolgd, hoe het was met de oorlogen in het voormalig Joegoslavie, om maar even snel door een deel van de ellende in de wereld te gaan, dan weet je ook dat er veel politieke vluchtelingen zijn, en dat dat helemaal niet allemaal economische migranten zijn.
Wat je dus doet met asielzoekers is mensen hier een kans geven die dat in hun land van herkomst niet hebben. Ik ken bijvoorbeeld veel Iraanse vluchtelingen die hier een leven hebben opgebouwd en een grote bijdrage leveren, maar ik ken ook Koerden, een Zuid-Afrikaanse, mensen uit Bosnie, Palestijnen, iemand uit Afghanistan – allemaal politieke vluchtelingen.
Het is een prima, en niet een nieuw idee om meer te doen aan conflictbeheersing en de economische situatie in de landen van herkomst, zodat mensen niet weg zouden moeten hoeven. Maar aan hoe slecht dat lukt in Irak en in Afghanistan, en het helemaal niet lukt in Palestina, om maar weer een paar voorbeelden te noemen, weet je ook dat veel veel mensen daar niet op kunnen wachten.
Wanneer elk land alleen asielzoekers op zou vangen van aangrenzende landen is de verantwoordelijkheid binnen Europa niet eerlijk verdeeld. Zo zit Italie met het feit dat ze een lange, vrijwel oncontroleerbare kustlijn hebben dichtbij Afrika. Zij hebben dus de ellende met al die dood of levend aanspoelende bootvluchtelingen. Zoals het voorheen de landen dichtbij Joegoslavie waren die alle vluchtelingen uit die regio kregen. In de conferentie vonden we het eerlijker dat er een beleid komt waarbij landen met elkaar beslissen hoeveel vluchtelingen ze op kunnen nemen. Dat wordt helemaal niet makkelijk, want landen met weinig vluchtelingen willen dat graag zo houden, en landen met veel, zoals Italie, willen de lasten graag eerlijker delen.
Over ‘opvangkampen’ is ook in de Raad van Europa gesproken. Dat moet geen eufemisme worden voor de eeuwige vluchtelingenkampen zoals die waar zestig jaar later de Palestijnen nog leven.Mensen voor jaren in kampen op te sluiten is geen oplossing. Mensen moeten een goede kans krijgen, of om opgenomen te worden en burger te worden in een van de Europese landen, of op de meest fatsoenlijke manier teruggestuurd worden, als ze in het land van herkomst veilig genoeg zijn.
Roland schrijft: “Kunnen sommige van de ervaringsdeskundigen nu eens uitleggen hoe het kan dat iemand uit China of Afrika helemaal in Nederland terecht komt als hij zijn land ontvlucht?”
Ik ben geen ervaringsdeskundige in de zin van dat ik als vluchteling uit China of Afrika helemaal in Nederland terecht ben gekomen, Roland. Maar wel ervaringsdeskundige in de zin van dat ik als Nederlander met die mensen te maken heb gekregen.
Wat jij volgens mij doet – en dat deed ik eerst ook – is vanuit je Nederlandse denkraam niet begrijpen hoe Chinezen of Afrikanen helemaal in Nederland terecht zijn gekomen. Je vermoed er een plan achter, omdat je zelf gewend bent altijd alles in je leven te kunnen plannen. Wat ik heb moeten leren te doen is me proberen voor te stellen hoe het is als je ervoor kiest aan zo’n tocht met onbekende bestemming te beginnen. En dan in een land te belanden waarvan je weinig weet en de taal niet spreekt.
Om je gerust te stellen: ik kan het me, na ik weet niet hoeveel van die verhalen gehoord te hebben, nog niet echt voorstellen. Maar dat ligt aan mij en niet aan hen. Wat ik wel weet is dat het niet voor te stellen verhalen zijn en dat ik bijna geen mensen ben tegengekomen in al die jaren, die deze tochten ondernamen omdat ze dachten: kom, laten we morgen eens lekker naar Nederland vluchten.