Het was te voorspellen. Algemene trend in de media: SP wil geen democratisering. ‘De rijen sluiten zich’, ‘de massa loopt achter de leider aan’, en als de grote meerderheid op het congres het ergens mee eens is, bijvoorbeeld dat Jan Marijnissen opnieuw is verkozen, en een flink applaus krijgt, dan heet dat ‘de applausmachine’. Dat zoveel leden het met elkaar eens zijn is op zich al verdacht: daar moet Mao achter zitten.
De redenatie is simpel: er zijn kennelijk mensen voor meer interne demokratie, die hebben voorstellen ingediend, die voorstellen zijn afgewezen, dus is de SP is tegen demokratisering. Dat een journalist even de moeite zou nemen om die voorstellen te bekijken, dat is misschien te veel gevraagd. Of om de leden die licht verbijsterd zeggen, maar luister, democratisering, dat hadden we al, eens serieus te nemen is kennelijk ook te ingewikkeld.
Dus laten wij even doen wat voor de meeste journalisten te veel moeite is. Wat zijn die democratiseringsvoorstellen van het Comité Democratisering SP? In hun folder wordt er vooral veel beweerd. De conflicten van de laatste tijd, de kwestie Yilderim, raadsleden die zijn vertrokken, minder zetels in de peiling, dat is natuurlijk het gevolg van het ‘gebrek aan interne democratie en discussie’. Natuurlijk? Zou het kunnen zijn dat de meeste leden van de SP dat niet vinden?
Het waren grote woorden waar het zelfbenoemde comité mee aan het werk ging. Hoe moest die democratisering er dan komen? Nou, de SP moest een comité aanstellen ter democratisering van de SP, was de eerste gedachte. Nou kan een comité niets anders doen dan voorstellen doen, die vervolgens, tja, je bent een democratische partij of niet, voorgelegd moeten worden aan de partijleden. Maar zover waren wel al.
Het comité heeft vervolgens concretere voorstellen gedaan. De belangrijkste zijn dat de functie van partijleider en fractievoorzitter gescheiden zouden moeten worden, en dat het partijcongres, en niet de partijraad, het hoogste orgaan in de partij zou moeten worden. En verder moeten er meer ledenbijeenkomsten gehouden worden voor debat en meningsvorming. En dan is er nog iets over de afdrachtsregeling, die meer op ‘statutaire dwang’ gebaseerd zou zijn dan op ‘politieke overtuiging’. Ik citeer hier de folder van het comité die bij het congres is uitgedeeld.
De scheiding van de funktie van partijvoorzitter en fractievoorzitter is een oud punt. Er zijn binnen de partij wel meer mensen die dat vinden, maar het heeft nooit een meerderheid gekregen. Wat je kunt zien in partijen waar die funkties zijn gescheiden, is dat de partijvoorzitter meestal een kleurloze figuur is. De fractie voorzitters van partijen kennen we, wie kan de voorzitters uit zijn blote hoofd opnoemen? Binnen de SP is dat dus anders geregeld. Het gezicht naar buiten is dat van Jan Marijnissen. Maar anders dan veel mensen denken is hij niet het baasje dat zich overal mee bemoeit. Het reilen en zeilen van de partij is in handen gelegd van de partijsecretaris, feitelijk ook een soort voorzitter. Die moet leiding geven aan het oplossen van interne conflicten, als die er zijn. En het hoogste orgaan in de partij is niet de partijvoorzitter, maar de partijraad. Dus toen de partijraad had besloten dat Yildirim zijn zetel terug moest geven had ook Marijnissen zich daaraan te houden, en wie dan nog roept dat Marijnissen had moeten ingrijpen heeft dus nog niet begrepen dat de SP een democratie is en dat Marijnissen dat helemaal niet mag, als hij dat al had gewild. Geen van de problemen die we de laatste tijd hebben meegemaakt zouden anders opgelost zijn wanneer de functie van fractievoorzitter en partijvoorzitter waren gescheiden. Mijn stelling is dat de meeste problemen niets met democratisering dan wel met het gebrek daaraan te maken hebben, en mijn andere stelling is dat het comité met punten als deze aan komt zetten omdat ze niks anders kunnen verzinnen. Er is namelijk niet veel mis met de democratie binnen de SP.
Tweede punt, het congres zou het hoogste orgaan moeten zijn in plaats van de partijraad. Mij ontgaat het belang van dit punt ten ene male. Iedereen kan zien dat het een geweldige klus is – en een dure – om een partijcongres te organiseren waar meer dan duizend leden aanwezig zijn. Het is duidelijk dat je zulke congressen niet vaker dan eens per jaar kunt organiseren. Het congres zelf is absoluut ongeschikt om eens lekker met elkaar in debat te gaan, want dat doe je niet met z’n duizenden. Als je iedereen democratisch gelijke kansen wilt geven om het woord te doen, dan zit je op twee minuten per persoon. Het is duidelijk: de werkelijke discussies moeten al daarvoor hebben plaatsgevonden, in de afdelingen en in de regioconferenties. Daar moet gezorgd worden dat de meningsvorming is uitgekristalliseerd, daar worden amendementen en moties voorbereid, daar vindt de tweede ronde plaats wanneer de voorstellen zijn gebundeld en van adviezen zijn voorzien door de congrescommissie, en daar wordt besloten wie er namens wie het woord gaat voeren. Op een congres kun je nog stemverklaringen afgeven, heb je even de tijd om kort en krachtig reclame te maken voor je voorstel, en kun je stemmen. Meer niet. Belangrijk voor de democratie, maar het echte werk vindt elders plaats.
Op de partijraad, die op dit moment vier keer per jaar plaats vindt, en het voorstel is nu om daar zes keer van te maken, wordt de inhoud eveneens in de afdelingen voorbereid. Het aantal afgevaardigden is kleiner, en dat maakt dat er op een partijraad een beetje meer tijd is om nog met elkaar in discussie te gaan.
Congres en partijraad zijn niet met elkaar in concurrentie. Op de congressen worden de grote lijnen uitgezet, die op de partijraadsbijeenkomsten gedetailleerder geagendeerd kunnen worden. Wat zou de democratisering binnen de partij doen toenemen wanneer het congres het hoogste orgaan zou zijn in plaats van de partijraad? Helemaal niets, volgens mij. Of wie dat wel snapt mag het mij uitleggen.
Of gaat het om de kwestie met de dubbele petten? Ook daar is een voorstel voor ingediend. Partijleden die al een functie hebben zouden niet in het partijbestuur mogen zitten. Op dit moment bestaat het bestuur voor een deel uit op het congres gekozen leden, waarvan inderdaad een aantal ook in andere functies zitten, en van voorzitters van de afdelingen. Mij lijkt dat heel goed, om de lijnen tussen bestuur en fracties en afdelingen kort te houden. Ik heb in mijn leven al heel wat besturen meegemaakt die totaal losgezweefd waren van de organisatie. Dat voorkom je als er mensen in zitten met wortels in de dagelijkse praktijk van de partij. Dat het bestuur daarmee te veel macht zou hebben is onterecht. Want als het gaat om de belangrijke belissingen heeft de partijraad het laatste woord, en hoewel de bestuursleden daarbij ook stemrecht hebben is hun aandeel klein. Elk bestuurslid één stem, dat is dus met elkaar minder dan zeg de afdeling Rotterdam. Ook hier geldt: al had er niemand in het bestuur gezeten die ook nog een andere functie heeft, dan had dat niets uitgemaakt voor de oplossing van de conflicten die er zijn geweest. Kom ik nog op.
Dat waren de grote punten van het comité die de democratisering dichterbij hadden moeten brengen. Ik zie het er niet aan af, en de overgrote meerderheid van het congres deed dat dus ook niet.
En dan nog even de afdrachtsregeling. Het comité suggereert een tegenstelling tussen ‘politieke overtuiging’ en ‘statutaire dwang’. Dat is onzin. Opnieuw is met een overweldigende meerderheid aangenomen dat we vasthouden aan de afdrachtsregeling. Niemand die daar geen zin in heeft is gedwongen om een funktie aan te nemen binnen de partij. Je weet van te voren waar je aan begint, je doet dat neem ik aan uit politieke overtuiging, en vervolgens heb je je te houden aan de democratisch genomen afspraken. Met ‘dwang’ heeft dat dus niets te maken. Wel is in het congres besloten dat mensen beter voorbereid moeten zijn om die keuze goed te kunnen maken.
Dan wordt er nog gezegd dat er meer debat en meningsvorming zou moeten komen. Nou dat kan, maar dan zorg je daarvoor. Daarvoor hebben we de afdelingen. Die zijn vergaand autonoom. Daar, aan de basis van de partij, vindt een groot deel van de meningsvorming plaats. Wie de pech heeft om in een wat luie afdeling te zitten moet zijn schouders er onder zetten en er voor zorgen dat dat debat er komt, en als het afdelingsbestuur te weinig doet, dan stem je ze bij de volgende ronde eruit.
Mijn ervaring is dat er héél veel ruimte is om elke discussie aan te gaan die je nuttig vindt. Dat moet je dan gewoon wel organiseren en niet gaan zitten wachten tot een partijbestuur dat voor je doet. En ook daar, in de afdelingen, als je ideeën hebt, moet je zien dat je mensen meekrijgt. Lukt je dat in de afdeling al niet, dan kun je je afvragen, zoals het comité had moeten doen, of daar wel voldoende draagvlak voor is. Wie het model van een actiegroep wil handhaven binnen een partij die democratisch is, moet er rekening mee houden dat je daar maar heel beperkt iets mee kunt bereiken. Want uiteindelijk beslissen de leden. Zoals het hoort.
Maar daarmee komen we op een ander punt: democratische meningsvorming is cruciaal in een politieke partij, dat die meningsvorming ook van onderop komt en niet alleen van bovenaf is ook cruciaal. Maar een politieke partij is méér dan een debatingclub. Daar kom ik nog op.
(wordt vervolgd)
Beste Anja,wat mij ook ergop valt is het eeuwige azijngezeik van allerlei dagbladen,internetlogs en actualiteitsprogramma’s die de SP een maoistische of een stalinistische partij noemen met voorbeelden als zoals jij ook meld: Maar 1 kandidaat om te kiezen als voorzitter!Verplichte afdracht deel salaris!Ze weigeren om mee te doen aan regeringsvorming!Ze pleuren alle dwarsliggende Eerste kamerleden,gemeenteraadsleden en statenleden,gewone leden alsmede kritische redactrices buiten omdat ze niet tegen kritiek kunnen!Congresdeelnemers zijn klapvee! Harrie en zijn avontuurtjes!De Tweede kamer baalt van het overwerk van zijn kamerpersoneel omdat de SP zoveel spoeddebatjes aanvraagt!(andere manieren zijn niet mogelijk vanwege de houding van de coalitie)en ga zo maar verder.
Is het niet mogelijk om wat journalisten enkele maanden mee te laten lopen met onder andere de Tweede kamerleden en hier een objectief verslag van te laten publiceren?Misschien krijgen de mensen die nu al gaan twijfelen aan de sociale regels van de SP dan een ander en beter inzicht in de partij….
Op dit moment worden er alweer peilingen gepubliceerd met een groot zetelverlies van o.a.de SP aan o.a.Rita die nog niet eens een partij heeft en nog niet weet of ze die gaat starten!
Dus denk als partij aan manieren om wat positief nieuws in de media te krijgen.
Het had niet beter verwoord en uitgelegd kunnen worden als bovenstaand Anja. Zelf was ik ook op het congres. De hele dag heeft de pers lopen zuigen als je vond dat de SP helemaal niet ondemocratisch is ; dan waren ze gauw weg. Nog uitgelegd hoe we in mijn afdeling op weg gegaan zijn naar dit congres, maar deze boodschap werd niet meegenomen. Wel S. Bakker van Comité Democratisering SP voor de camera, maar er niet bijzeggen dat ze alleen stond. En als we echt zo ondemocratisch zijn! hHoe kan dit comité dan folders mogen uitdelen op zo’n dag.
De vraag is of de “kritische” leden wel zo kritisch zijn. Ik denk dat het goed is dat die zogenaamde “kritische” leden zichzelf onder de loep nemen en zichzelf kritisch te bekijken alvorens ze vol in de aanval gaan! Wel de splinter in het oog van de ander zien, maar niet de balk in het eigen oog, is hier zeer van toepassing. Jammer dat de media zich zo laat meestromen met deze zogenaamde “kritiek”. Kennelijk behoeft dat geen enkele kritische analyse.
Overigens vond ik de leden van dat clubje helemaal niet zo tolerant als dat hun zogenaamde amendementen doen geloven. Je was namelijk kritisch, hun kamp, of je was gewoon een schaap. Ik heb me hier zeer aan geergerd. Ik denk dat er met mijn beoordelingsvermogen weinig aan de hand is en ik zie mijzelf doorgaans als zeer kritisch, maar met hun ben het gewoon niet eens!
Pingback: SP De Bilt :: Weblog :: Het 15de congres van de SP; Van Nelle Rotterdam
Prima analyse, Anja. Ik heb een fantastische dag gehad zaterdag en raak steeds weer geïnspireerd door al die positief ingestelde mensen. “Op de congressen worden de grote lijnen uitgezet”, zeg je: ik denk dat het congres ook het voorlopige sluitstuk is van een interne discussie die we zorgvuldig vanaf augustus aan de basis hebben gevoerd. De kunst is nu om de vastgestelde koers uit te werken op afdelingsniveau.
Mij viel in onze afdeling wel weer eens op hoe hard de scholing aan de basis nodig is. De helft van de vergaderingen ging op aan het uitleggen wat de SP wil en hoe haar werkmethoden en organisatie is opgezet. Soms vraag ik me wel eens af waarom mensen lid worden van een club waarvan ze zo weinig weten. we zullen hier als partij een antwoord op moeten vinden.
De negatieve berichtgeving in de pers zegt veel over de kwaliteit van de journalistiek in ons land. Sinds Fortuyn maken we mee hoe iedereen in de media maar wat kan roepen zonder zich te hoeven verantwoorden. Meningen verdringen de feiten, onderzoek lijkt niet meer nodig. Zelfs kwaliteitskranten als trouw en NRC gaan inde fout. Je kunt elkaar als journalist blijkbaar gewoon nablaten. (Een ander voorbeeld is de negatieve manier waarop de Pabo’s al jaren in het nieuws zijn: meningen gericht op effect en geen degelijk onderzoek). Dat krijg je als hoge kijkcijfers en veel abonnees het belangrijkste criterium vormen. Het leidt tot verdachtmakingen en negatieve beeldvorming, en komt tegemoet aan sensatiezucht, waardoor lezer en kijker zich moeilijk een objectiever beeld (voor zover dat bestaat) kunnen vormen. Zie bijvoorbeeld de Volkskrant van vandaag, al ben ik het met de redactie eens dat we wel tegen een stootje moeten kunnen en de berichtgeving over de SP vorig jaar om deze tijd “welwillend’ was.
De kunst is nu om kritisch te blijven op onszelf enerzijds en anderzijds onze eigen politieke koers te kiezen. De mensen waarderen ons erom en geven ons hun vertrouwen. En dàt is wat echt telt.
Het is jammer dat zoveel aandacht uitging naar de slecht doordachte voorstellen van het comité. Er waren ook een boel andere voorstellen die de partij democratischer hadden gemaakt. Een paar kleine maar voor de hand liggende zoals dat de notulen van het partijbestuur naar de partijraadsleden gaan, dat een onafhankelijke commissie over conflicten met de afdrachtsregeling oordeelt, dat de spelregels voor de Tribune in een redactiestatuut worden vastgelegd, of dat de voorzitter van de partijraad onafhankelijk is. Jammer ook dat dergelijke voorstellen door de congrescommissie wel erg makkelijk werden afgedaan met argumenten als ‘we willen geen scheidingsmuurtje tussen partijraad en partijbestuur’.
Daar ben ik het wel met je eens, Freek. Ik zou ze niet alle vier hebben gesteund, maar het waren wel reeële voorstellen, al waren het op het geheel kleine veranderingen. Ik zou er voor zijn geweest (ik had geen stemrecht) om meer openheid te krijgen over de vergaderingen van het partijbestuur, het lijkt mij ook wel beter dat er meer wordt vastgelegd over de redactie van de Tribune – dat moet ook duidelijk zijn in een arbeidsverdrag – ik vind het niet zo nodig om een onafhankelijke commissie te hebben voor de afdrachtsregeling, of een onafhankelijke voorzitter voor de partijraad. Maar het zijn wel reeële voorstellen die in de zee van amendementen meer aandacht hadden mogen hebben.
Wat behalve de slecht doordachte voorstellen van het comité ook niet hielp was de presentatie. Als je de meerderheid mee wil krijgen voor je voorstellen moet je ze niet bestraffend toespreken alsof ze allemaal makke schapen zijn die willoos meegaan in de ‘kadaverdiscipline’. Alleen die term al. Daar herkennen we toch onze partij niet in. Dat laat een beetje trotse SPer zich niet zeggen, je maakt je daarmee tot een buitenstaander, en je wordt niet meer gezien als een partijlid dat uit is op werkelijke verbetering. Dat deed jij in ieder geval anders.
Wat de SP doet, hoe ze zichzelf organiseert, dat moet ze lekker zelf weten (of dat moeten haar leden lekker zelf weten). Het is een interne aangelegenheid van de partij en men zou zich niet druk moeten maken over hoe anderen daar over denken.
Ik stem geen SP en zal dat ook nooit doen, maar kan alleen maar concluderen (op basis van de beperkte informatie waar ik over beschik) dat het huidige systeem voor de SP goed schijnt te werken. De partij is groot geworden, de leden lijken in het algemeen enthousiast en tevreden te zijn en de partijkas is goed gevuld.
Daar komt bij, zijn de andere partijen dan zoveel democratischer? Ik stemde altijd VVD, maar die D kunnen ze inmiddels ook wel schrappen (Verdonk, referendum). Ik bedoel maar, de pot verwijt de ketel, dus die kritiek van derden kan gewoon genegeerd worden.
Omdat ik lid in het buitenland ben kon ik helaas niet aanwezig zijn op het congres. Sterker nog: ik hoor niet bij een afdeling, en was dus niet eens vertegenwoordigd. Op de partijraad ook niet. De SP heeft een “afdeling buitenland” nodig.
Ik ben het niet eens met je argumenten tegen het voorstel om het congres het hoogste partijorgaan te laten zijn. Natuurlijk, het congres komt minder vaak bij elkaar en is groter, en dus logger, dan de partijraad. Maar dat geldt ook voor partijraad t.o.v. partijbestuur en partijbestuur t.o.v. dagelijks bestuur. Waar het om gaat is dat het partijcongres – de meest representatieve en dus meest democratische vertegenwoordiging van de leden – indien nodig kan ingrijpen als machtsmisbruik dreigt. En hoe dichter democratie bij de ‘basis’ ligt, hoe kleiner de kans dat deze gecorrumpeerd wordt. Let wel: ik zeg niet dat het nu het geval is. Maar in theorie is een machtiger partijcongres de beste garantie ertegen dat de SP gecorrumpeerd raakt – en tegen “macht corrumpeert” is helaas niemand (?) immuun.
@9
Eigenlijk is m.i. die discussie over het hoogste partijorgaan een zuiver theoretische. Hoewel niet omschreven in de statuten is het congres het hoogste orgaan op het moment dat het plaatsvindt. Zaterdag werden “de fundamenten versterkt” dmv. de aanname van tal van amendementen en enkele moties. Dat is onze (organisatorische) koers voor de komende tijd. Tussen twee congressen moet je ook beslissingen kunnen nemen, daarom is dan de partijraad het hoogste orgaan. Hetzelfde geldt voor de verhouding Partijbestuur-Partijraad en Dagelijks bestuur en Partijbestuur.
Over het partijcongres. Ik kan me geen enkele zinnige redenatie voorstellen waarom het democratischer zou zijn om van het congrs het hoogste orgaan te maken, of het moest zijn dat daar meer mensen aanwezig zijn. Maar ook die mensen zijn afgevaardigd, met een mandaat, dat van te voren is besproken. Het zou ondenkbaar zijn om een congres te hebben met 50.000 leden die allemaal namens zichelf spreken.
Verder: ook wat op het congres wordt besloten is bindend, er is op die manier geen hierarchie tussen congres of partijraad. Het congres is hoogstens een grotere, bizondere partijraad.
De meeste partijen doen het met een ledencongres, eens per jaar, of eens in de twee, drie jaar. Toen de verenigingsstatuten werden vastgelegd (ik ben dat even bij Tiny Kox gaan vragen) vond de SP dat te weinig directe inspraak voor de leden. Daarom werd besloten om vier keer per jaar een partijraad te houden – omdat dat veel democratischer is – die nu zes keer per jaar plaats gaan vinden. Dat zijn dus aanzienlijk meer gelegenheden waarbij de leden hun afgevaardigden kunnen kiezen, en er voor kunnen zorgen dat hun wensen en meningen ingebracht kunnen worden. Met het feit dat het onze partijraad is die altijd het laatste woord heeft, die bovendien meerdere keren per jaar plaats vindt, horen we bij de meest democratische partijen in Nederland die er zijn. Of is er een die de eigen leden serieuzer neemt en vaker aan het woord laat?
Waar ik ook verbaasd over ben is over de suggestie die er door de media gewerkt wordt dat er helemaal niets gedaan is met de inbreng van de leden. Om te beginnen is er natuurlijk al uitgebreid voorwerk gedaan naar aanleiding van de eerste versie van het congresstuk. De tweede versie is compleet herschreven aan de hand van de inbreng van de afdelingen. Nou ja, je wees daar zelf ook al op.
Maar ook diverse amendementen zijn overgenomen. Mijn eigen afdeling heeft vier amendementen ingebracht die zijn overgenomen — waaronder het voorstel om vaker regionale debatten te organiseren. Dat was een voorstel dat we geformuleerd hebben naar aanleiding van het debat over de interne partijdemocratie dat we hier in augustus georganiseerd hebben. En ook Utrecht heeft zes amendementen en een motie aangenomen gekregen. Met name die over de positie van migranten en over een onderzoek naar de afdrachtregeling gaan in tegen de wens van het partijbestuur, maar die zijn er toch door gekomen.
Ach. Typisch voor een organisatie die boven een bepaalde grootte uitgroeit. Dan ontstaan er ineens allerlei krachten die willen dat diezelfde organisatie een ‘Belgische bus’ word. Allemaal voorin en allemaal een stuurtje. Wees wijs, hou de lijnen kort en strak en communiceer ze elke keer weer naar buiten. Ik ben niet eens lid maar wel blij dat er een partij is die nou eens niet verzand in allerlei inpandig politiek gekrakeel en derhalve het meeste van haar energie kan besteden aan de goede zaak. En voor wat betreft het journaille, ach, die verdienen hun brood ook alleen maar met smeuiigheid. Voor de rest denk ik te kunnen concluderen dat er nog maar weinig ‘serieuze’ pers over is in deze wereld. Helaas…