De Palestijnen die leven in Israël – bijna anderhalf miljoen Palestijnen heeft het Israelische staatsburgerschap – wordt zelden gevraagd wat ze ergens van vinden. Israël ziet ze vooral als een potentiele vijfde colonne, de internationale gemeenschap denkt bij ‘Palestijnen’ vooral aan de Westoever en de Gazastrook, en beschouwt het lot van de Palestijnen in Israël zelf als een ‘binnenlandse aangelegenheid’, en het Palestijnse Gezag ziet ze ook niet speciaal als serieus te nemen gesprekspartner.
Hoewel de Palestijnen binnen Israël altijd solidair zijn geweest met hun broeders en zusters in de bezette gebieden die vechten tegen de bezetting en belegering, hoeven de Palestijnen in Israël, die vooral vechten voor gelijke burgerrechten, niet automatisch te rekenen op de steun van Palestijnen buiten Israel. Op de One State conferentie in Londen, waar ik onlangs was, (hier) werd me opnieuw scherp duidelijk hoe effectief Israël (en de VS) zijn geweest in het tegen elkaar opzetten en van elkaar scheiden van de Palestijnen: allemaal met verschillende belangen en posities: de vluchtelingen, de Palestijnen in de diaspora, de Palestijnen van Jeruzalem, die van de Westoever en die van Gaza. En de Palestijnen met Israelisch staatsburgerschap. Een klassiek staaltje ‘verdeel en heers’. Een van de belangrijkste opdrachten voor de toekomst, zei onder andere Ali Abunimah, is er voor te zorgen dat al die Palestijnen weer één visie gaan delen, en zich weer als één volk gaan voelen.
Op de onvolprezen Electronic Intifada website vandaag een artikel van Nadim Rouhanna, een van die 1,4 Palestijnen met Israelisch staatsburgerschap, over Annapolis. In die ‘vredesonderhandelingen’ word ik beschouwd als een indringer in mijn eigen land, zegt Rouhanna: de vice president van Israel, Lieberman, zegt openlijk dat ik mijn spullen maar moet pakken en op moet hoepelen, Henri Kissinger vindt het een goed idee dat ik word overgeplaatst naar dat nep staatje Palestina, en het Palestijnse Gezag, met name Abbas, staat onder druk om ‘de Joodse staat’ te erkennen. En dat is meer dan een woordenspelletje, zegt Rouhanna.
Driekwart miljoen Palestijnen werden voor, tijdens en na de stichting van de staat Israel verdreven, en zijn tot op de dag van vandaag vluchtelingen. Wij, de Palestijnse burgers van Israel, horen bij de minderheid die er in slaagde op eigen land te blijven, schrijft Rouhanna. Net als voor veel Mexicaans-Amerikaanse burgers geldt: wij trokken niet de grens over, de grens trok over ons. En sindsdien worstelen wij met een systeem dat ons onderwerpt aan een aparte en ongelijke behandeling omdat we Palestijnse Arabieren zijn – christelijk, moslim of druus – en geen joden. Meer dan twintig wetten geven joden expliciet privileges die niet-joden niet krijgen.
Nu staat Abbas onder druk om te erkennen dat Israel een joodse staat is. Dat is geen onschuldige uitspraak. Het gaat er niet om dat de staat Israel wordt erkend, dat is hij allang, het gaat er om dat Abbas in ruil voor – tja wat eigenlijk precies – zich er bij neer moet leggen dat Israel een onderscheid maakt tussen eerste en tweedeklas burgers, en daarmee de Palestijnen binnen Israel veroordeeld tot een permanente status van onderklasse in hun eigen land.
Waar het om gaat is wat Israel omschrijft als ‘de demografische tijdbom’. De angst dat in de regio op een gegeven ogenblik meer Palestijnen dan joden wonen. (In de regio als geheel, dus inclusief de bezette gebieden, is dat al het geval). Dus wordt er onderhandeld of de Palestijnen, dat wil zeggen, Abbas die maar een deel van de Palestijnen vertegenwoordigt, accoord gaat met een ruil: de gebieden op de Westoever waarop kolonisten wonen zouden geruild worden tegen Israelisch land waarop veel Palestijnen wonen, en die Israelische Palestijnen worden dan burgers van het toekomstige staatje Palestina. Zodat zoveel mogelijk joden plus land ingelijfd worden bij Israel, en zoveel mogelijk Palestijnen, met een stukje land, worden ingelijfd bij wat dan de Palestijnse staat zou moeten worden.
Dat lijkt op het eerste gezicht een redelijke ruil, zegt Rouhana. Er is alleen één probleem: niemand vraagt ons wat wij er van vinden. Stel je voor dat de VS hetzelfde zou doen: ze ruilen een groot stuk land waar vooral Mexicaans-Amerikaanse burgers wonen met Mexico, om er voor te zorgen dat ze zoveel mogelijk Mexicanen lozen en het land blanker kunnen houden. Zou de wereld niet diep verontwaardigd reageren op deze poging tot segregatie, tot etnische zuivering? Toch is dat exact wat Israel en de VS proberen te doen met de Palestijnen.
Mahmoud Abbas heeft geen mandaat om namens ons te onderhandelen over onze toekomst, zegt Rouhanna. Wij hebben hem niet gekozen. Waarom zouden wij er mee instemmen om de rechten op ons eigen land op te geven, om in een bantustan te gaan wonen die nauwelijks de naam van een onafhankelijke staat verdient? Waarom zouden wij vrijwillig vertrekken naar een gevangenis, die economisch geheel onder heerschappij van Israel staat?
Rouhana heeft onder de Palestijnen in Israel onderzoek gedaan: driekwart van hen vindt het onacceptabel dat het Palestijns Gezag onderhandelt over de ruil van land dat vooral hen aangaat. 65% Vindt dat Abbas geen mandaat heeft om de ‘joodse staat’ te erkennen. 80% vindt dat Abbas geen mandaat heeft om het recht van terugkeer van de vluchtelingen – vastgelegd in VN resoluties 194 en vele malen bevestigd – op te geven of in te ruilen.
Palestijnen in Israel hebben na bijna zestig jaar strijd en hard werken een eigen identiteit en geschiedenis ontwikkeld. Wij zijn geen pionnen die naar de andere kant van het bord geschoven kunnen worden. Wij eisen niets meer en niets minder dan het recht op gelijkheid in het land van onze voorvaderen. De Israelische joden hebben een staat ontwikkeld, en ze hebben er recht op daarin in vrede te leven. Maar Israel kan niet én een joodse staat zijn, én een democratie. Ook zal het geen vrede krijgen zolang onze rechten niet worden erkend, noch de rechten van de Palestijnen die op de Westoever en in Gaza leven onder de bezetting, noch de rechten van de vluchtelingen. Het is tijd dat we dit land delen in een werkelijke democratie, een die de rechten van beide volken op gelijkheid respecteert.
Voor het hele verhaal in het engels:
hier
Wat ook nog een ander problem is met dat land ruilen, settlements met een joode bevolking van de westbank naar Israel en palestijnen in Israel naar de toekomstige palestijnse staat is dat Israel dolgraag wil dat deze palestijnen aan de andere kant van de grens terechtkomen, maar hun land, wat om de palestijnse dorpen en steden heenligt moet binnen Israel blijven. Bijvoorbeeld Um al Fahem, een grote arabisch palestijnse stad aan de israelische kant van de muur, de muur loopt door hun achtertuin heen, die zouden allemaal naar de andere kant moeten verdwijnen, maar al hun land blijft hier. wat betekent dat er niets overblijf. Veel pro-israelisch denken dat omdat deze “israe;ische palestijnen”niet naar de palestijnse kant willen dat men vindt dat men het beter heeft als palestijn in Israel en hiermee ook akkoord gaat met israels politiek. Niets is minder waar. Men leeft hier al eeuwen lang onder de ottomanen, de britten, en waar het hen om gaat is dat men vindt dat men het recht heeft om op eigen land en grond te blijven wonen. Whatever je het ook noemt.
Dank je Trees, voor je aanvulling!
Voor nieuwe lezers: Trees woont in Sakhnin, een Arabisch stadje in Galilea, in Israel dus, met haar Palestijnse man Ali.
Dit kan je mensen voorhouden, die Israël een democratie noemen.
De bantustans zijn gelukkig ook bijgezet in het graf van krankzinnige projecten.
Of Israël is een democratie voor alle inwoners of een etnisch gezuiverde theocratie voor Joden.
Dank je voor je instemming, Evert. Maar dat Israel niet voldoet aan Europese normen van wat een democratie is, dat heb ik hier al vele keren en breeduit betoogd, dat is niet nieuw.
Graag zou ik de lezers het boek Tall Shadows van Smadar Bakovic willen aanbevelen. Hierin interviewt zijn Arabische-Israeliers. Uit dit boek komt duidelijk naar voren dat er nog wel wat te verbeteren valt aan hun rechtspositie, maar dat zij toch vooral absoluut niet onder “Palestijns” bestuur zouden willen vallen. De meeste Arabieren hebben daar geen vertrouwen in.
Ook spreken sommige mensen in dit boek zich uit over de nog immer aanwezig zijnde virulente eerwraak in de Palestijnse cultuur, aan beide zijde van de groene lijn.
Ik zou jou en de lezers van dit weblog vooral aanraden om naar de Palestijnen in Israel zelf te luisteren. Waarom het overgrote deel van de Palestijnen er niets in zien om overgeheveld te worden naar de zogenaamde Palestijnse staat staat hierboven al.
Eerwraak is een probleem, Jos. Je kunt er met de Palestijnse vrouwenorganisaties over in gesprek. Het heeft geen enkel verband met waar we het hier over hebben, tenzij jij graag het vijandbeeld over Arabieren wilt aandikken.