In Gaza is het koud.
Nergens anders heb ik het ooit zo koud gehad als in Gaza. Ik was er niet op bedacht. In Gaza daalt de temperatuur zelden onder het nulpunt. Maar dat is het niet. Wat het is, is wat we hier in kouder Nederland niet meer kennen: dat er geen plek meer is waar je weer warm kunt worden. Zeker niet in vochtig Gaza, in de zeelucht en de winterregen. Dat gevoel, dat je verkleumd bent tot op het bot en dat je nooit meer warm wordt, dat ken ik niet in Nederland.
Hier stappen we in trein of tram. Verwarmd. We stappen een café of restaurant binnen. Een school. Ons werk. Thuis. Het is er warm zelfs als het buiten vriest. Onze huizen zijn geisoleerd. De electriciteit doet het. Je stapt in een droog, warm bed, je kunt in bad of onder de hete douche, je kunt je koude voeten warmen bij de kachel. Niets van dat alles in Gaza en nu al helemaal niet. Ook niet de douche waarmee je tenminste een schouder tegelijk kon opwarmen terwijl de andere weer koud werd. Want als de electriciteit het niet doet gaat ook de boiler niet aan. De gaskacheltjes waarmee je één voet tegelijk kon roosteren zijn nu te duur. Wie een gasfles heeft bewaart die om het eten op te koken. En wie dat niet heeft kookt op een kolen- of houtvuurtje. Hoewel brandhout in Gaza, dat zelf nauwelijks bomen heeft, ook niet te betalen is. Het ergste vond ik destijds mijn bed: koud en klam. Het duurde een uur voordat het een beetje warm was. En daar lag ik dan in met een trui en met sokken aan.
Nog een probleem. Als de elektriciteit het niet doet stoppen ook de liften. Goed voor de conditie, al die trappen lopen. Maar neem mensen die dat niet kunnen. Khaleds zusje Sana’a woont op negen hoog. Dat kan Khaled met zijn poliobeen, als we daar gaan lunchen met de kinderen, niet klimmen. Dus moet de lift aan. Dat kan, want het is een modern gebouw en heeft een generator. Maar de benzine is duur. Als Khaled komt koopt Sana’a twee liter benzine. Daar kan de generator het anderhalf uur op uithouden. Eerst het gebrom, dan de stank, ja hoor, de lichtjes van de lift floepen weer aan. Sana’a klaagt, dat zij altijd de benzine moet betalen, terwijl de buren er van mee profiteren, want natuurlijk gaan die dan ook snel met de lift, en kan het licht even aan in de flats, en kan de boiler het water weer warm maken, zodat je tenminste onder de lauwe douche kunt. Maar ja, die andere buren hebben geen broer die de trappen niet op kan. Het kan nog veel erger: er zijn ook mensen die die paar liter benzine niet betalen kunnen.
In Gaza heeft iedereen alle kleren aan die ze hebben, zitten met dekens om om een kaars, en warmen hun handen aan vuurtjes waar ze de krant van gisteren in opstoken. De tv doet het niet. Om acht uur ’s avonds zijn de straten donker en uitgestorven. Iedereen gaat vroeg naar bed. Er zullen wel weer veel kinderen geboren worden over negen maanden.
Electronic Intifada, hier.
Anja en anderen! Ik was een stukje aan het schrijven wat over de Palestijnen gaat en een zin is: Wij laten hen toch al heel lang in de ‘kou’ staan (en dat is heden ook letterlijk zo!)zo als Anja schrijft. Als het klaar is zal ik proberen het naar ‘buiten’ te brengen. J.F. Verhagen