Arjan Visser interviewde Huub Oosterhuis, in Tien geboden. In Trouw. (Ik was zelf ook eens gesprekspartner. Hier) Een fragment:
God is te doen. Dat is een uitdrukking die ik jaren geleden heb gebruikt. Zo zie ik het nog steeds. Zo goed zijn als God, heb ik het ook wel eens genoemd. Het is de God zoals die uiteindelijk, na vele pogingen en verbeeldingen uit joodse overleveringen – die we de Bijbel noemen – tevoorschijn is gekomen. Het is een stem die het niet over zichzelf heeft, maar over de weduwen, de wezen, de vreemdelingen – het is dat onvoorstelbare idee, dat solidariteit de zin van je bestaan is, dat je daarvoor op aarde bent. Die gedachte geeft een vervulling, een geluk dat niet te evenaren is: het is niet zinloos, er is hier iets te doen. Zo goed te zijn als God. Als er een God is, dan Die.”
En nog een fragment:
„In mijn nieuwe bundel ’Wie bestaat’ komt een passage voor waarin ik Rome bezoek en over paus Wojtyla schrijf: Om Wojtyla wil ik de stad niet in; die Oscar Romero en al Gods mensen in het gemartelde El Salvador liet barsten; die Ernesto Cardenal, zijn medepriester-dichter, voor de ogen van heel de wereld vernederde; die in Santiago de Chile de Heilige mis opdroeg met Pinochet aan zijn zijde, in het stadion waar Victor Jara, de zanger van de armen, werd vermoord; die zweeg over de martelingen en de moorden in Argentinië, en de Dwaze Moeders niet wilde ontmoeten. Dit is geen valse getuigenis. Het is door miljoenen gezien, geweten, en vergeten, vrees ik.”
„Benedictus XVI wil zijn fatale voorganger zo snel mogelijk heilig verklaren – ik zou dat niet doen.”
Hele interview: hier.
Zelf vind ik de selectie die Gerrit Komrij van de rijmpjes van meneer Oosterhuis gemaakt heeft heel verrassend.
Vooral het laatste fragment van Oosterhuis spreekt mij bijzonder aan. Het optreden van Paus Johannes Paulus II past prima in de zwarte geschiedenis van de RK Kerk.
Rijmpjes, Fonsjeponsjekevertje?
Welke god hebben we het over, die van deuteronomium? Van den volksgenoot zult gij geen rente rekenen, maar van den buitenlander wel. Die god bedoelt u toch?
Ik bedoel niks, Eric. Het interview is niet met mij maar met Huub Oosterhuis.