Onlangs verscheen er een interessant artikel in de Washington Post. Bij mijn weten is het nog niet eerder gebeurd dat een belangrijke leider van Hamas in een Amerikaanse krant gehoord werd. Ik heb het artikel vertaald. Het is van Mahmoud al-Zahar. Hij is chirurg en een van de stichters van Hamas. Nu is hij minister voor Buitenlandse Zaken in de regering van Ismail Haniya. Drie maanden geleden werd zijn tweede zoon gedood bij een Israelische aanval.
Zahar:
Het verstandige plan van voormalig president van de VS Jimmy Carter brengt eerlijkheid en pragmatisme naar het Midden Oosten, terwijl het tegelijkertijd onderstreept dat het huidige Amerikaanse beleid op een doodlopende weg is. Minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice doet alsof een paar verbeteringetjes hier en daar kunnen maken dat de dwangbuis van de apartheid beter past. Terwijl Rice de Israelische bezettingsmacht overhaalt om een paar onbelangrijke wegversperringen weg te halen tussen de meer dan 500 controleposten op de Westoever, snijdt diezelfde bezettingsmacht de toevoer van brandstof af naar de Gazastrook; houdt het anderhalf miljoen mensen gevangen binnen de blokkade; geeft het zijn fiat aan illegale huizenbouw op het land van de Westoever; en valt Gazastad aan met F16’s, en doodt mannen, vrouwen en kinderen. Treurig genoeg is dit de alledaagse werkelijkheid voor de Palestijnen, business as usual.
De aanval van afgelopen week op het brandstofdepot Nahal Oz (in Israel, aanval door Palestijnen) hoeft niemand in het Westen te verbazen. Palestijnen vechten tegen een totale oorlog die gevoerd wordt door een natie die dat doet met elke mogelijkheid die ze hebben, van de inzet van zeer geavanceerde militaire middelen tot een economische wurging, van een vervalsing van de geschiedenis tot een rechtssysteem dat de infrastructuur van de apartheid ‘legaliseert’. Verzet is de enige optie die voor ons overblijft. Vijf en zestig jaar geleden stonden de dappere joden op in het getto van Warschau om hun mensen te verdedigen. Wij, de Gazanen, die leven in de grootste open-luchtgevangenis, kunnen het niet doen voor minder.
De alliantie tussen de VS en Israel heeft geprobeerd de uitkomst van de verkiezingen van januari 2006 uit te wissen, toen het Palestijnse volk onze partij een mandaat gaf om te regeren. Honderden onafhankelijke waarnemers, waaronder Carter, verklaarden dat dit de eerlijkste verkiezingen waren die ooit in het Midden-Oosten waren gehouden. Toch was het door Amerikanen opgezette staatsgreep die onze democratische ervaringen moest ondermijnen, en een nieuw sectarisch schisma veroorzaakte met Fatah en de voortgezette oorlogsvoering en het gedwongen isolement van de Gazanen.
En nu, eindelijk, komt de verfrissende uitspraak van Carter, die zegt wat elke onafhankelijke, niet-gecorrumpeerde denker zou moeten zeggen: dat geen enkel ‘vredesplan’ of ‘road map’ kan slagen tenzij we aan de onderhandelingstafel kunnen gaan zitten zonder voorwaarden vooraf.
De door Israel ingezette escalatie van geweld sinds de zogenaamde ‘vredesconferentie’ in Annapolis in november is geheel in overeenstemming met zijn illegale en vaak dodelijke methode van collectief straffen – dwars tegen het internationale recht in. De Israelische militaire aanvallen op Gaza hebben sindsdien honderden Palestijnen gedood – met instemming van het Witte Huis. Alleen al in 2007 was de verhouding tussen gedode Israeli’s en Palestijnen 1 op de 40, , vergeleken met de periode van 2000 tot 2005, toen dat 1 op de 4 was.
Het is nog pas drie maanden geleden dat ik mijn zoon Hussam heb begraven, die economie studeerde aan de universiteit en accountant wilde worden: hij werd gedood door een Israëlische luchtaanval. In 2003 moest ik Khaled, mijn oudste zoon begraven, nadat een Israelische F-16 een aanval op mij richtte waarbij mijn dochter en mijn vrouw gewond werden en het flatgebouw waar we woonden met de grond gelijk werd gemaakt – veel van onze buren kwamen om of werden gewond. Vorig jaar verloren we mijn schoonzoon.
Hussam was pas 21, maar net als de meeste jonge mannen in Gaza voelde hij de noodzaak om zo snel mogelijk volwassen te worden. Toen ik zo oud was als hij wilde ik chirurg worden: in de jaren zestig waren we al vluchtelingen, maar er was nog geen vernederende blokkade. Maar nu, na tientallen jaren van gevangenschap, van doden, en stateloosheid en armoede vragen we: wat voor vrede is er mogelijk als er niet eerst menswaardigheid is? En waar komt die menswaardigheid vandaan zonder recht?
Onze beweging vecht door omdat we het niet kunnen toestaan dat de misdaad die ten grondslag ligt aan het ontstaan van de joodse staat – onze gewelddadige verdrijving van ons land en onze dorpen die van ons vluchtelingen heeft gemaakt – door de wereld vergeten wordt. Vergeten en weg-onderhandeld. Het Judaisme, jodendom, dat zo veel heeft meegegeven aan zijn vroegste wetgevers en moderne vertegenwoordigers van tikkun olam*, heeft zichzelf gecorrumpeerd in de omzwaai naar zionisme, nationalisme en apartheid.
Een ‘vredesproces’ met de Palestijnen zal geen centimeter vooruit komen wanneer Israel zich niet terugtrekt tot de grenzen van 1967; de nederzettingen ontmantelt; alle soldaten terugtrekt uit Gaza en de Westoever; de illegale annexatie van Jeruzalem ongedaan maakt; de gevangenen vrijlaat; en de permanente blokkade van onze internationale grenzen, onze kust, en ons luchtruim opheft. Dat zou het begin zijn van rechtvaardige onderhandelingen en daarmee het begin van de terugkeer van miljoenen vluchtelingen. Gezien wat wij hebben verloren, is dit de enige basis waarop wij weer kunnen beginnen om te helen.
Ik ben eindeloos trots op mijn zoons en ik mis ze nog elke dag. Ik denk aan ze zoals vaders overal ter wereld, zelfs in Israel, aan hun zoons denken – als onschuldige jongens, als nieuwsgierige studenten, als jonge mannen met een geweldig potentieel – niet als ‘strijders’, niet als ‘militanten’. Maar het is beter dat zij de verdedigers waren van hun volk dan zij die uit waren op hun verdrijving en onteigening; beter dat zij actief waren in de Palestijnse strijd om ons bestaan, dan passieve getuigen van onze onderwerping.
De geschiedenis leert ons dat alles constant in verandering is. Onze strijd om de misdaden die in 1948 tegen ons zijn gepleegd is nog maar net begonnen, en de weerstand heeft ons geduld geleerd. Wat de Israelische staat betreft, en hun Spartaanse cultuur van permanente oorlog, die is maar al te kwetsbaar voor tijd, vermoeidheid en de demografie: uiteindelijk wordt het altijd een kwestie van onze kinderen en zij die na ons komen.
Voetnoot *; tikkun olam staat voor ‘het herstel van de wereld’, en is een gedachte van Isaac Luria (1534 – 1572). Waar het om ging: dat de joden de zorg om de eigen ziel zouden verplaatsen naar de zorg om de wereld als geheel. Wanneer de tikkun zou plaatsvinden, zouden de joden die ingekapseld waren door de kracht van het kwaad hersteld worden in hun eigenlijke stralende schoonheid, en opnieuw bijeengebracht worden in het Heilige Land. De verloste jood moet dus de leiding nemen in het herstel van de wereld. Uit: Arthur Hertzberg, Joden. Identiteit en karakter van een volk.
Wat goed dat je dit vertaald hebt!
Hopelijk krijgt Carter’s voorbeeld navolging, al zou hij het maar kunnen uitleggen aan onze Minister van Buitenlandse ZAken!
Tikkun olam zou ik als leidraad moeten naleven.
Anneke Jos
Lieve Anneke Jos, dat doe je al. Tikkun olam is je op het lijf geschreven. Je leeft het.
Wat een goed stuk! Dit maakt nog het meeste indruk:
“En nu, eindelijk, komt de verfrissende uitspraak van Carter, die zegt wat elke onafhankelijke, niet-gecorrumpeerde denker zou moeten zeggen: dat geen enkel ‘vredesplan’ of ‘road map’ kan slagen tenzij we aan de onderhandelingstafel kunnen gaan zitten zonder voorwaarden vooraf.”
Waarom maakt het indruk? Omdat het zó logisch is dat het bijna tot waanzin drijft dat het steeds maar niet gebeurt. Je onderhandelt met vijanden, niet met vrienden.
Het isoleren van Hamas leidt nergens toe.
Prachtig artikel, goed dat dat u dit vertaald heeft. Hopenlijk lezen genoeg mensen dit, het kan de hele hetze hopelijk een beetje relativeren.
Vriendelijke groeten, Harko