Jongeren, in veel wijken, nieuwe en oude, zijn er groepjes jongeren die hun draai niet kunnen vinden, die te weinig te doen hebben of te weinig willen, en die gaan hangen en klieren. Op het bezoek van de SP kamerleden aan Amsterdam Oost/Watergraafsmeer deden we ook een jongerencentrum aan: de Piramide.
Ontvangen door Erik, de beheerder. Hij nam ons mee, drie verdiepingen op: hier kunnen jongeren fitnessen, kickboxen, dansen, en de meiden kunnen er ook een zelfverdedigingscursus volgen. Behalve twee jonge mannen was het nog leeg, meestal komen ze na school. En alles is gratis. Vroeger was dit een inloopcentrum, maar zoals het vaak gaat na een goed begin zijn er ook jongeren die daar beginnen te klieren en de neiging krijgen om de boel een beetje te verbouwen, en het centrum was dus een tijd dicht. Er werd gekozen voor een andere aanpak: hier komen alleen de jongeren die iets willen doen.
Niet helemaal naar de zin van straatwerker Erik Parmanand. Want nu hangen de jongens dus buiten. Erik zegt zelf eens flink een scheve schaats te hebben gereden, en daarom een echte band te hebben met de jongens. Hij woont in de buurt, hij is niet zo’n functionaris die om vijf uur naar huis gaat en op vrijdag al om vier uur – dat zou ook geen zin hebben want hij woont er dus en ze weten hem wel te vinden. In principe is hij altijd beschikbaar.
Er zijn een paar groepjes in de buurt, eentje met Surinamers en Antillianen, zo’n vijftien jongens, en dan een Marokkaanse groep, die nogal te maken hebben met drugs. Er is niet veel plek voor ze in de buurt. Soms stopt Erik een stel jongeren in zijn busje, gaan ze naar Zandvoort, uitwaaien. Waarom ze op straat hangen: soms is dat simpel. Er is thuis niet veel plaats voor ze. Kom je bij hun ouders thuis, blijken die met vijf kinderen op drie kamertjes te wonen. Dan sturen de ouders hun zoons dus de straat op, en daar zijn ze dan zonder toezicht. En er zijn ook gezinnen die flink in de problemen zitten en echt hulp nodig hebben. Opvoedingsondersteuning. Ze moeten betere woonruimte met die opgroeiende kinderen. Erik probeert ze aan de hulpverlening te koppelen, maar botst veel tegen de instanties op. Dan moet zo’n gezin eerst netjes aangemeld worden, en door de indicatiecommissie heen. Terwijl het zo belangrijk zou zijn dat je meteen een hulpverlener meekreeg. Je moet ook zo’n jongen langer blijven volgen, want dan hebben ze hem met enige hulp weer op de rails, drie maanden later gaat het weer mis. Je moet kontakt met ze houden. Jaren. Erik werkt er nu sinds 1990. Hij heeft de jongens kennislaten maken met het Twiske. Kunnen ze vuurtjes stoken. Nu ziet hij er de jongens van toen, met hun kinderen. Dan is hij tevreden, die zijn goed terecht gekomen. Maar het is niet zo simpel als je zoals hij in vijf buurten werkt met allemaal verschillende loketten.
Hij bemoeit zich met alles wat hij ziet, kinderen van 9 of 10 ’s avonds laat nog op straat, hij belt aan bij de ouders. Hij legt ook nogal eens wat op het bordje van de stadsdeelraad, maar vaak hoort hij er dan niets meer van.
Nog een probleem: er is een komen en gaan van jeugdwerkers, en dat er geen continuiteit is helpt ook niet. Het helpt ook niet als mensen het beschouwen als een nette baan met kantooruren. Wat je moet hebben is hart voor de zaak en een gevoel voor die jongens. Nu zijn er dus keurig opgeleide mensen, die hebben dat niet, en je hebt mensen, hij kent er zo een paar die net als hij uit de doelgroep voortkomen, die hebben dat hart wel maar niet de opleiding. Daar zou toch meer aan gedaan moeten worden?
Er worden al pogingen gedaan om in de buurt al die instanties die zich bezig houden met gezinnen en jongeren en hulpverlening met elkaar samen te laten werken maar dat blijkt niet zo eenvoudig. Al die instanties hechten toch zeer aan hun eigen subsidies, is de mening van Erik, die geven niet graag wat uit handen.
Het is vooral een cultuurverschil, lijkt het. Erik is geen ambtenaar, hij is graag actief, hij heeft een hekel aan urenlang vergaderen en papieren invullen. Hij wordt soms gek van de burocratie, dan heeft hij van de ene instantie zeven uur ‘jeugd en veiligheid’, en bij de andere instantie weer wat anders, dan moet hij zijn uren gaan verantwoorden. ‘Mijn handelen wordt bepaald door de subsidiestroom, in plaats van door de problemen van die jongeren’, zegt hij.
Je moet er stevig bovenop zitten met die jongens, zegt Erik. Natuurlijk wil hij graag dat ze wat gaan doen, en als hij ze door kan sturen naar de Piramide dan is dat een succes.
Trainer Robert Coblijn vult hem aan: we proberen altijd de jongens van de straat aan het sporten te krijgen. Dan kunnen ze wat met hun energie en krijgen ze weer ambities.
Als ik dat zo hoor dan denk ik dat het heel belangrijk is om kortere lijnen te krijgen, overzicht, meer van de mensen die echt uit de buurt komen te coachen en trainen, en ze meer in te schakelen bij de oplossing van problemen. Jongeren moeten niet op wachtlijsten terecht komen voor hulp. Het moet vooral snel.
We gaan door, naar ’t Blijvertje, in de Oosterparkbuurt.
Wordt vervolgd.
Wat kan ik toch misselijk worden van dit soort onzin.
Waarom kunnen die lui zichzelf niet op een normale manier vermaken?? Hoeveel jeugdhonkjes waren er voor jou in jouw jeugd Anja M.?? En hoeveel in de mijne. Ik zal het je zeggen: 0,0.
En als we dan rottigheid uithaalden, kregen we gewoon oom agent op bezoek. Maar blijkbaar is dat tegenwoordig teveel gevraagd.
Respect. Zelfs voor het grootste tuig. Maar een beetje respect voor de mensen die de rekeningen betalen is ver te zoeken.
Tuig moet je geen jeugdhonk geven maar gewoon oppakken en vastzetten. Lijkt mij een betere optie. Cellen genoeg tegenwoordig. En die centen heb ik er dan weer wel voor over.
Wat hebben ze met jou uitgespookt toen je klein was, dat je zo tekeer gaat, Ron? Zou het kunnen zijn dat je die jongens ook wat meer zou gunnen als je dat zelf had gehad, en kan het zijn dat je dan nu niet zo rancuneus was?
Jongerentoezichtteams zijn succesvol
Er zijn veel goede ervaringen met teams van probleemjongeren die surveilleren op winkelcentra voor de sociale veiligheid. Dit is gebaseerd op de organisatie ‘Guardian Angels’ van Curtis Sliwa in o.a. Amerika.
Aan de andere kant ben ik tegen vechtsporten voor criminele jongeren, omdat ze daardoor gevaarlijker worden als ze toch crimineeel of agressief blijven. Vooral kickboxen kan gebruikt worden om een tegenstander blijvend gehandicapt te maken of zelfs te doden. Kickbokstecnieken kunnen veel gevaarlijker worden gebruikt dan bijvoorbeeld judotechnieken.
Voor bewakingsteams is kennis van kickboxen niet nodig, als de jongens goede beschermende kleding dragen en bij gevaarlijke situaties afstand houden en de politie oproepen. Ook vind ik het belangrijk dat deelnemers aan een bewakingsteam regelmatig intensief worden geschoold en voorgelicht over ui teenlopende essentiële onderwerpen, zoals geweldloos communiceren, empathie, drugs en huishouden. Die scholing kan goedkoop via video’s op internet en door het beluisteren van cursussen via een MP3-speler tijdens het toezichtwerk.
Jongerentoezichtteam
Guardian Angels
Criminele jongeren kunnen worden gemotiveerd om hun gedrag te veranderen met behulp van diepgaande kennis over motivatie: Motivatie-startpagina
Onderaan mijn bericht hierboven staan drie weblinks. De onderste moet zijn:
Link naar motivatie-startpagina
Anja, er zit wat in in jouw antwoord. Toch blijft bij mij de vraag steeds bovenkomen Waarom kunnen die lui zichzelf niet op een normale manier vermaken??
Ik had al die aandacht in mijn jeugd niet nodig. Wij vermaakten onszelf. En ik praat pas over 10 a 12 jaar geleden.
Ik heb mijn antwoord al een beetje aangepast, want ik schoot nogal uit mijn slof.
Ik moest ontzettend denken aan die vader die zijn zoon regelmatig bont en blauw sloeg en toen hij daar op aangesproken werd niet begreep wat er mis was, zijn vader had hem ook regelmatig een pak slaag gegeven en kijk nou, daar was hij toch ook niet slechter van geworden?
Je kent die jongens niet. Je weet niet hoe ze het thuis hebben, je weet niet wat ze tekort komen, je weet niet wat het met je doet als je als ’tuig’ wordt weggezet. Er zijn jongens waar niemand van houdt, hun ouders niet, op school niet, de buurt niet, alleen lekker stoer doen met elkaar levert nog enig gevoel van eigenwaarde op.
En ik weet niet hoeveel gewone normale menselijke aandacht jij hebt gehad, en hoeveel ruimte je had, letterlijk en figuurlijk, om jezelf te vermaken.
Oordeel niet zo makkelijk over mensen die anders zijn dan jij, zou ik zeggen. Ik geloof dat niemand er specifiek voor kiest om hangjongere te worden.
Als je nou iets had opgestoken van het kleine verhaaltje hierboven, Jaap, dan begreep je dat wat die jongens vooral nodig hebben menselijk kontakt is en geen goedkope scholing via het internet.
En heb jij wel wetenschappelijk onderbouwd onderzoek waaruit blijkt hoeveel mensen slachtoffer zijn geworden van kickboxende criminelen, afgezet tegen het aantal kickboxers dat juist door te sporten niet crimineel is geworden, jaap? Want anders geloof ik je natuurlijk niet, dat begrijp je.
@ 7 Anja,
Dank voor je reactie. Judo is gericht op veiligheid. Kickbox-technieken zijn ontwikkeld om te doden. Bijvoorbeeld een elleboogstoot naar de slaap of een trap op de nieren. Ik vind vechtsporten te gevaarlijk voor criminelen vanwege de algemeen zeer hoge recidivepercentages.
Aan de andere kant denk ik dat vechtsporten inderdaad criminelen kunnen motiveren om hun machteloosheid en woede te ventileren en kanaliseren en hun leven een positieve draai te geven. Mits die training wordt aangeboden in combinatie met heropvoeding, begeleiding en werk of scholing. Ik weet dat vechtsporten dan kunnen bijdragen aan zelfrespect, discipline en resocialisatie. Maar ik ben desondanks dus tegen vechtsporten voor criminelen en voor andere resocialisatie-activiteiten. Ik heb ervaring in het intensief omgaan met criminele jongeren.
Ik ken uit mijn hoofd geen onderzoeken over de mogelijke effecten van kickboxen op het gebruik van geweld en heb nu helaas geen tijd om dat op te zoeken. Ik vind dat de overheid dergelijk onderzoek internationaal moet inventariseren en evalueren. Zonodig moet aanvullend onderzoek worden uitgevoerd, liefst in kostenbesparende internationale samenwerking.
Ik vind dat overheidsuitgaven zoveel mogelijk moeten worden gebaseerd op onderzoeksresultaten, of gapaard moeten gaan van systematisch effectonderzoek. Zo is uit onderzoek gebleken dat gevangenissen en Glen Mills in de huidige vorm leiden tot hoge recidive.
Intensieve, deskundige, liefdevolle en charismatische persoonlijke begeleiding van alle criminelen zou ideaal zijn, maar dat kost jaarlijks minimaal 250 miljoen extra. Dat is politiek moeilijk te realiseren, gezien het huidige rechtse klimaat.
Volgens recent Tilburgs onderzoek kan GGZ via een internetcursus net zo effectief zijn als via persoonljke gesprekken. Maar een combinatie lijkt mij ideaal. Ook de sociale omgeving van de veroordeelde kan op die manier worden gemotiveerd en voorgelicht om hem jarenlang te begeleiden. Ook hoogwaardige educational entertainment via tv en video’s kan volgens onderzoek een bijzonder groot effect hebben op morele bewustwording en gedrag van kijkers. Dit is per persoon vele malen goedkoper dan persoonlijke begeleiding en kan daardoor veel meer mensen langdurig bereiken.
Link edutainment
Link onderzoek naar edutainment
Internetcursussen zijn goedkoper dan persoonlijke begeleiding. Nou dan is de oplossing toch duidelijk, Jaap. We stoppen ze allemaal in de gevangenis met een koptelefoon op hun kop en een scherm voor hun gezicht en dan krijgen ze een cursus waar ze reuze van op knappen. Hartelijk dank.
Laatst sprak ik een vrouw van in de tachtig, ze had het over “hangjongeren”. Ze zei ik was vroeger ook een hangjongere, we hingen altijd met een hele groep ergens op een hoek bij een winkel. We hadden onderling veel lol en er waren mensen die zich aan ons ergerden, die mensen kregen het te verduren, dat was een deel van die lol. Hoort gewoon bij die leeftijd. We hebben toen ook wel eens dingen gedaan die buiten het boekje vielen, zo vertelde ze.
Als ik nu zo’n groep zie hangen, zei ze, loop ik er gewoon dwars doorheen en maak een praatje. Gewoon over van alles en nog wat.
Nog nooit heeft iemand uit zo’n groep mij bedreigd, uitgescholden of zo , ze zijn altijd heel aardig, maar ik ben ook gewoon aardig tegen hen.
Het is niet zoveel anders dan toen zei ze, het verschil is alleen dat mensen nu bang gemaakt worden. En angst maakt dat mensen raar gaan doen. En dat voelt zo’n groepje en reageert daar op. Ik kan me dat zo voorstellen zei ze, want wat is nou leuker op die leeftijd dan daar juist op in te gaan.
Els
Anja, met alle respect maar ik geloof dat Jaap wel iets meer voorstelde dat hetgeen je nu schrijft. Internetcursussen kunnen een middel zijn mits ze op de juiste wijze als maatwerk worden ingezet. Volgens mij suggereerd hij nergens dat je die jongens dan maar moet opsluiten in de gevangenis met een koptelefoon op hun hoofd.
Dat klopt, Raymond, dat is mijn sarcastische reactie. Uiteraard kunnen internetcursussen best wat bijdragen, als onderdeel van. Maar ik krijg een beetje een punthoofd van deze meneer Veldkamp die alles weet terug te brengen tot een technisch probleem, en never nooit ingaat op waar we het werkelijk over hebben. Dit is niet de eerste keer, vandaar. Hij moet maar een eigen website beginnen, dan kan iedereen die oplossingen zoekt in die richting daarheen.
Hoeveel van dit soort initiatieven mogen er zijn? Wanneer trek je de grens van ‘genoeg is genoeg?’ Overlast los je niet op met nog een zaaltje om gratis (gratis voor hun, betaal door ons) te sporten en te dansen, nog een kopje thee en nog een jongerenwerker. Je kan best één keer zoiets doen, maar blijft de groep overlast veroorzaken, dien je harde maatregelen te nemen. De thuissituatie mag nooit tot verzachtende omstandigheden leiden, en in dergelijke gevallen dienen ook de ouders hierop aangesproken te worden, en dienen zij in geval van minderjarigheid de rekening te krijgen van de kosten die de overlast van hun kind met zich mee heeft gebracht!
Ach Ron, arme sloeber, hadden wij maar tweejaarlijks nieuwe honken van verse rijkelijke subsidiestromen gehad. Dan hadden we wel leren lezen en schrijven, en waren we niet voor de kat ze doos opgegroeid. Je moet het zo zien, als die hangjankjongeren er niets van opsteken, houdt het in ieder geval honderden geitenwollensokken van de straat. Die verdienen er een goede boterham mee. Alle subsidies en al hun inspanningen hebben de afgelopen twintig jaar geen meetbaar resultaat opgeleverd, maar ‘who cares’. Dit soort projecten en initiatieven vallen binnen het correcte denken, en dan blijft dat denken in stand weet je. Resultaat is van geen enkel belang.
Dat elders bejaarden doorliggen en van twee euro per dag gevoerd moeten worden, heeft er niets mee te maken. Da’s logisch.
Kijk, daar hebben we het weer. Mick heeft in zijn jeugd niet gehad wat de jongeren nu wel krijgen en hij is daar een rancuneuze ouwe zeurkous van geworden die op geen enkele manier mee wil denken wat je er aan moet doen om er voor te zorgen dat de jongeren van nu niet ook opgroeien tot rancuneuze ouwe zeurkousen – of erger.
Dat van die bejaarden noemen we demagogie, Mick, moet je nou net niet tegen een SPer zeggen, want jij kan ondanks het feit dat je voor de kat ze doos bent opgegroeid best tot twee tellen en weten dat het niet het een of het ander is.
En Tim, als je alle informatie over ‘wat te doen met jongeren’ een beetje hebt gevolgd, misschien heb je dat niet, dan weet je drie dingen:
a. dat wat je nu investeert in jongeren de rekeningen later flink verlaagt, want een beetje jeugdhonk is nog altijd veel goedkoper dan een traject door justitie en de gevangenissen.
b. Die zogenaamde ‘harde’ aanpak klinkt altijd lekker alsof jij ballen hebt en die geitenharensokken niet, feit is dat het niet werkt. Tenzij je iedereen die een keer een scheve schaats rijdt voorgoed op wilt sluiten, want over het algemeen werkt die ‘harde’ aanpak bij de meesten die in de kraag worden gepakt juist averechts en gaan ze er als leerlingboefje in en komen er als professioneel weer uit. (Waar je meer aan hebt is niet de keuze tussen zacht en hard, maar een combi, en vooral snel en vooral doelmatig, maar daar kom ik nog wel eens op.)
c. Thuissituatie is niet een ‘verzachtende omstandigheid’ maar een gegeven waar je mee moet dealen. Gezinnen met te veel problemen kunnen vaak de opvoeding van opgroeiende jongens slecht aan. Dan helpt ook betalen niet – het probleem is nu juist meestal dat dat hun stapel problemen alleen maar vergroot, maar kontakt met een familie, combi van hard en zacht, kijken hoe ze hun andere problemen op kunnen lossen, meer steun bij de opvoeding – dat kan wel helpen en bovendien de kringloop stoppen. Want zulke problematiek kan generaties lang worden doorgegeven en dat is pas duur.
En over wanneer is genoeg genoeg? Als het werkt. Dat is het enige waar het om gaat.
Wat bij mij blijft hangen, ondanks die reacties over harde aanpak en ‘vroeger hadden wij dat ook niet’ is zo’n verhaal over die mevrouw van 80. Dat is ware wijsheid.
Maar inderdaad: de thuissituatie is geen verzachtende omstandigheid, maar een harde realiteit.
Geen plek, geen aandacht. Daar ligt het grote probleem. Ik ben me er altijd van bewust dat ik juist dankzij deze dingen, die ik wél kreeg, de kans heb gehad op te groeien met normen en vaardigheden, waar we wel wat mee kunnen. En al is mijn eerste reactie ook wel eens primitief: “Dat doe je toch niet!!!” “Wat strenger aanpakken mag ook wel”, ik kom altijd wel weer terug bij het feit: Zij hebben niet de kansen en aandacht gehad, die ik wel had.
Maar dan….??Je zou soms willen dat mensen eerst examen moesten doen voor ze aan een gezin mochten beginnen.Idioot onmogelijk idee, maar ik denk het stiekem vaak [zelfs op mijn ‘middle of de road’ school met doorsnee leerlingen]. Misschien zouden we dan zelfs een bevolkingstekort krijgen.
Afijn, ik heb geen antwoord, maar veel respect voor mensen die er wel concreet aan werken en hun tijd en gevoel inzetten, zoals- en dan zijn we weer terug bij het begin van je verhaal:straatwerker Erik. Hulde Erik!!!
Beste Anja, ik heb niet gezegd dat een jongere niet een keer een scheve schaats mag rijden, dat doet elke jongere wel eens. Mijn punt is dat je m.i. op een gegeven moment wél hard moet ingrijpen als de zachte aanpak niet werkt. Als de zachte aanpak wel werkt, dan bespaar je inderdaad een hoop kosten voor later, en hoef je de harde aanpak niet te gebruiken.
Maar du moment dat de zachte aanpak faalt moet je daar niet mee door willen gaan omdat het dan geldverspilling is, aangezien het niet werkt. Op dat moment vind ik dat je harder mag optreden, te meer omdat ze al een kans via de ‘zachte’ aanpak hebben gehad. Hiermee krijgt iedereen eerlijke en gelijke kansen, maar als je er vervolgens niets mee doet, tja, dan moet je niet raar opkijken als er dan hard wordt opgetreden. Ook een combi zeg maar.
Dat de ouders in deze incompetent zijn, is in 99% van de gevallen niet de schuld van de maatschappij, en op dit punt zullen onze meningen over hoe dit aan te pakken gewoon te ver divergeren. Ook hier geldt dat de ouders geholpen dienen te worden, contact ís ook heel belangrijk, net als steun geven bij de opvoeding. Maar – en nu kom ik terug op mijn vraag: wanneer is het genoeg geweest? – het blijft de verantwoordelijkheid van de ouders wat hun minderjarige kinderen uitspoken. Díe verantwoordelijkheid moeten we niet willen over te nemen. We dienen voor contact te zorgen, en steun te geven bij de opvoeding. Verantwoordelijkheden overnemen die inherent zijn aan het ouderschap is m.i. een te gemakkelijke oplossing. Bovendien, júist als je steun en hulp geeft bij het opvoeden, zul je duidelijk moeten aangeven wat de verantwoordelijkheden van ouders zijn, en dat deze daarbij hoort.
Vriendelijke groet,
Tim, ik kan wel weer herhalen wat ik al heb gezegd. De keuze is niet tussen hard of zacht maar tussen wat werkt en wat niet werkt.
En of het met ouders en de opvoeding waar het niet goed mee gaat al of niet ‘de schuld is van de maatschaoppij’ vind ik volstrekt irrelevant. Kwestie is wat je met elkaar op kunt lossen. Voor de maatschappij.
De grote fout van het denken hier op het weblog is het verzorgen van iedereen.
Waar is de eigen verantwoordelijkheid? HET ZELF hard werken zodat je het goed krijgt? Waar is de eigen verantwoordelijkheid van de Jongeren om ZELF nee te zeggen. Het zijn de hulpverleners die ze lekker laten badderen en verzorgen. Ze zorgen zo dat ze in alles worden voorzien dat ze nooit meer ergens aan hoeven te denken en nergens meer verantwoordelijk voor zijn.
PS. de mogelijkheden zijn er genoeg in Nederland!!!
Het is heel mooi om uit te gaan van eigen verantwoordelijkheid, JR, ben ik het mee eens. Alleen gaat daarna het verhaal voor mij nog wel een stukje verder, en dat gaat er over dat niet iedereen in een nest geboren is waarmee je goede kansen meekrijgt, dat niet iedereen de goede vaardigheden heeft om van de vrijheid en de eigen verantwoordelijkheid gebruik te maken, dat er ook nog een wereld is die gebouwd is op ongelijkheid, zo krijgt niet iedereen het werk dat bij hem past, en er zijn jongeren die vanaf hun eerst begin vooral ontmoedigd zijn – kortom, het is geen wonder dat we in een samenleving leven waarin we niet allemaal even goed terecht komen.
Dus zijn er mensen die een extra zetje kunnen gebruiken.
Je beeld van hulpverleners is erg eenzijdig, JR. Als ze het goed doen, dan doen ze het tegendeel van wat jij zegt: dan geven ze jongeren juist de kans om verantwoordelijkheid te oefenen. Zo hoorde ik net over een project waarbij hangjongeren die op een speeltuin aan het klieren waren werden aangesteld als speeltuinbewakers. Ze kregen een contractje, in ruil voor gesprekken over levensvragen, een paar uur in de week werkten ze als opzichters over die speeltuin, zodat de kinderen er weer rustig konden spelen. Reuze succes.
Met sommige jongeren komt het niet meer goed, maar dat is gelukkig maar een heel kleine minderheid, maar anderen hebben soms alleen maar dat extra zetje, een beetje vertrouwen, een goed idee, het gevoel dat ze er toe doen, dat iemand zich voor ze interesseert nodig om hun verantwoordelijkheid te nemen.
Dat jij dat kennelijk nooit nodig hebt gehad, of hebt gekregen zonder er bij na te denken, is geen reden om arrogant te worden, en andere mensen niet te gunnen wat ze nodig hebben om het te redden in het leven.
Wij hadden een kanjer van een jongerenwerker, Alex Koopmanschap. De jongeren droegen hem op handen, hij was hun gids naar volwassenheid. Tot verdriet van velen veel te jong overleden aan kanker. Na zijn dood hebben de jongeren zelf geld bijeengebracht en er een mooie stevige stenen bank van laten maken die uitkijkt op de plek waar vroeger het jongerencentrum stond. In de rugleuning hebben ze een tekst laten graveren:
Verantwoordelijkheid is iets wat iedereen gegund moet worden. Wij hebben hem gehad. Bedankt daarvoor, Alex.