(Jeff Halper, net weer eens gearresteerd)
Het boek van Ilan Pappé, De etnische zuivering van Palestina, is een boek dat ik iedereen aan zou willen raden om te lezen. Niet dat je er vrolijk van wordt, wel dat je daarna weet waar het werkelijk om gaat, in Palestina/Israel. Een ander boek dat ik graag tot de standaardwerken zou willen rekenen is in het Engels net uit, en ik hoop dat een uitgeverij het wil vertalen. Het heet An Israeli in Palestine. Het is van Jeff Halper, op dit weblog al vaker aan het woord geweest, en het vult het boek van Pappé verder aan. Halper is de aanvoerder en belangrijkste woordvoerder van het ICAHD, Israeli Committee Against House Demolitions. Hier.
Het is een goed gedocumenteerd boek, waarvan de visie aansluit bij mijn gedachten over de paradigmastrijd. (Hier) Ook Halper houdt zich bezig, niet alleen met de feiten zoals ze gebeurd zijn en nog steeds gebeuren, maar vooral met de vraag hoe het komt dat mensen naar diezelfde feiten zo verschillend kunnen kijken. En in staat zijn om feiten volledig te ontkennen. Zoals de meerderheid van de Israeli’s, dat doet, zelfs zij die die oprecht vrede zouden willen, en ook de Israel apologeten, die stelselmatig de bezetting van 1967 en nog meer de etnische zuivering van 1948 uit hun bewustzijn weten te weren. Het belangrijkste is daarbij niet alleen om de feiten onder ogen te zien, maar hoe je het probleem kunt framen. In welke termen je het begrijpt. Of in mijn woorden: vanuit welk paradigma je kijkt. Halper heeft het ook over een ‘paradigma shock’ die mensen oplopen wanneer dat waar ze heilig in geloofden niet waar blijkt te zijn. En mensen die dat een onverdraaglijke ervaring vinden hebben een arsenaal aan psychische methoden om daar niet aan te hoeven: ontkennen, verdraaien, omdraaien, anders noemen, blaming the victim, schieten op de boodschapper.
Jeff Halper doet dan ook niet alsof hij een onpartijdige waarnemer is. Hij is behalve activist ook antropoloog – een wetenschap die je zeer van pas komt, omdat die is gebaseerd op nooit vergeten waar je zelf vandaan komt en tegelijk pogingen doen om je in een ander volk te verplaatsen, een ‘dubbele blik’ zonder welke je ook de strijd tussen Israel en de Palestijnen, of anders in frame gezet, de oorlog van Israel tegen de Palestijnen, niet kunt begrijpen. Een dubbele blik: er zijn twee volken, die beiden vinden dat ze het recht hebben op hetzelfde gebied, maar dat betekent niet dat ze aan elkaar gelijkwaardig zijn (paradigma twee noem ik dat) en eigenlijk ook niet dat er twee kanten zijn, zegt Halper. Want het is juist het gangbare paradigma van Israel, òf wij winnen, òf zij winnen, die maakt dat er geen oplossing in zicht is. Pas wanneer er werkelijk wordt nagedacht hoe je zonder de ongelijkheid te ontkennen gezamenlijk in een win-win situatie stapt kan er een rechtvaardige vrede komen. En het moet gezegd, het boek van Halper stemt niet erg optimistisch voor de nabije toekomst.
Aangezien er geen onpartijdige toeschouwers bestaan vertelt Halper zelf hoe zijn blik is gevormd, en hoe hij terecht kwam aan de andere kant van de zionistische dogma’s van het land dat hem dierbaar is. Hij hoort bij de 1% van de Amerikaanse joden die vanuit de VS naar Israel is gekomen, een uitzondering dus, zeker ook omdat hij niet kwam vanuit religieuze motieven. Altijd al op de bres voor mensenrechten, en in Israel schaarde hij zich ook bij de vredesactivisten. Toch gebeurde er meer met hem dat zijn blik grondig zou veranderen. En dat was toen hij als activist aanwezig was op het moment dat de Israelische bulldozers het huis van de familie Shawamreh kwamen vernietigen. Er waren meer activisten aanwezig, van de groepen die protesteren tegen de afbraak van Palestijnse huizen. Er zijn in Israel meer protestgroepen en vredesactiviten, Bat Shalom, Gush Shalom, Yesh Gvul, B’Tselem, ACRI, PCATI, de Rabbijnen voor mensenrechten, om er een aantal te noemen. Maar de meesten van hen – met wie Halper graag gelegenheidscoalities sluit en samenwerkt (zoals pas nog bij de demonstratieve tocht naar Erez) blijven binnen het frame van het zionisme, dat wil zeggen, ze kunnen zich geen ander Israel voorstellen dan een joodse staat. Wat, zoals in het geval van Vrede Nu betekent dat ze alleen een twee-statenoplossing kunnen accepteren, binnen het gebied dat in 1967 is veroverd en bezet, en tegen de terugkeer van Palestijnse vluchtelingen zijn. Want die zouden de joodse meerderheid in Israel bedreigen. Ik noemde dat al eerder ‘het jaartal van het geweten’; veel kritische Israeli’s kunnen of willen niet verder terugdenken dan 1967, het jaartal waarin Israel de bezetter werd van de ‘Palestijnse gebieden’, ze willen niet terug naar 1948, toen de staat Israel werd gevestigd, die beweerd zowel een democratie als een joodse staat te zijn. Ga je zo ver terug, dan moet je je afvragen of dat wel kan: een democratie zijn die gevestigd is op de dominantie en heerschappij van één etnisch-religieuze groep, die niet-joodse inwoners uitsluit. En dat gaat zelfs de kritische Israeli’s vaak te ver. Maar niet Jeff Halper.
Die groepen bestaan uit de mensen die protesteren tegen de afbraak van Palestijnse huizen, bijvoorbeeld, maar die niet snel voor de bulldozers zouden gaan zitten. Wat Halper, een beetje tot zijn eigen verrassing – hij vertelt het zonder enige ophef van kijk mij eens dapper zijn – wel deed. Hij kon het gewoon niet aanzien hoe er traangas in het huis van het gezin werd gegooid, hoe de vader, Salim, smeekte, en geboeid werd afgevoerd en uit het huis gegooid, hoe de moeder, Arabiya bewusteloos door het traangas naar buiten werd gedragen, en haar schreeuwende en huilende kinderen uit het huis werden getrokken. Waarna het meubilair er aan ging. En hij zich voor de bulldozer gooide. Om door de soldaten weggedragen te worden en naast een huilende Salim in een greppel terecht te komen. Hij was aan de andere kant aangekomen. Niet langer een Israeli in Israel. Maar een Israeli in Palestina. En dat riep bij hem de vraag op waar hij jaren en een heel boek mee bezig is geweest: waarom? Waarom moest dat? Waarom vindt de staat Israel het nodig om gewone Palestijnse families die gewoon willen leven met hun kinderen, en die geen enkele bedreiging zijn voor de veiligheid van de Israeli’s uit hun huizen te gooien waarna ze toe moeten zien hoe die binnen een uur in puin veranderen? En wat is er aan de hand met de officieren, hij heeft hun namen, en een foto van ze in het boek, Rami en Micha, dat ze dat kunnen doen?
(wordt vervolgd)
“The Ethnic Cleansing of Palestine” geeft inderdaad een zeer duidelijk beeld van de geschiedenis van de Palestijnen, maar is, denk ik, niet voor iedereen even toegankelijk. Wat ik zelf mensen al vaak heb aangeraden de laatste tijd is “De last van Khalil” van Tineke Bennema.Terwijl Tineke Bennema het verhaal van Khalil(de grootvader van haar man) vertelt, schetst ze tevens een heel helder beeld van de recente geschiedenis van de Palestijnen. Ik vind het knap zoals ze het verhaal van Khalil op een warme manier vertelt en het zo weeft door historische feiten en gebeurtenissen.Absoluut een aanrader.
Zag van de week op netwerk nota bene, de tours voor israeli’s die georganiseerd worden naar Hebron, om met eigen ogen te zien wat daar werkelijk gebeurd. De joodse touroperator vertelde dat de rondleidingen inmiddels dusdanig gegroeid zijn dat er nu per jaar ongeveer 3000 mensen per jaar de andere kant van Hebron te zien krijgen , tot groot ongenoegen van de kolonisten.