We zitten op een terrasje in het oudste deel van de stad buiten de muren van de Oude Stad. Een sjieke nieuwe winkelstraat genaamd Mamilla, veel gerestaureerde pandjes, veel Arabisch natuurlijk, we zien ook een oude christelijke kerk. Er komt een orthodoxe joodse familie langs, man in lange zwarte jas, baard, peijes, vrouw met haar bedekt en lange rokken. En van de andere kant komt er ook een orthoodox gezin, maar dan moslim, man in een lang gewaad, vrouw met haar haar bedekt, en beide families met kinderwagen en kinderen. Kijk, zeg ik tegen Jonatan, er zullen toch niet meer veel plekken zijn in Israel waar je dat ziet, dat joden en Palestijnen elkaar tegenkomen.
Nee, zegt Jonatan, maar wat nog interessanter is is dat zij meer met elkaar gemeenschappelijk hebben dan met ons.
Yonatan Gher is Israeli, jood en homo, en directeur van het Jerusalem Open House for Pride and Tolerance. Jan Andreae was uitgenodigd, als trainer, en aangezien we samen op weg waren naar Gaza ging ik mee. Kort geleden organiseerden ze de Gay Pride in Jeruzalem, een spannende onderneming omdat het verzet er tegen fel was. Zo fel, dat de orthodoxe joden en de orthodoxe moslims hun onderlinge haat even opzij hadden gezet voor hun nog grotere haat tegen de gay movement die van plan was om hun heilige stad te ‘ontheiligen’. Dagenlang hadden oudere dames folders verspreid in de straten om de Pride tegen te gaan, er verschenen slogans op muren, mensen werden bedreigd, het stadsbestuur was onder druk gezet – maar de tocht ging door. Vorige jaar bij de Pride had een orthodoxe man drie demonstranten met een mes neergestoken, die zat nu in de gevangenis. Yonatan had een doel voor deze tocht: dat de kranten niets zouden hebben voor hun koppen. Het verliep voor de eerste keer vreedzaam, zonder een wanklank.
We hebben het over de verschillen tussen hier en bij ons: dat wij een burgemeester hebben die meegaat op een boot, en een minister, dat de politie er ook bij is. Voor de mensen in Jeruzalem om van te dromen. Maar. Yonatan keer ook rond in Amsterdam, was bij Habibi Ana, de enige kroeg voor moslim homo’s – en zei: bij jullie is alles opgedeeld, voor elk merk homo een eigen café, de lesbische vrouwen apart, de transgender mensen apart – bij ons voelt het nog alsof we één gemeenschap zijn. En dat is waar, wij hebben ook iets verloren in deze weelde aan tolerantie en aanbod.
We hebben het over de politiek: hoe de homobeweging eens haast vanzelfsprekend links was, maar hoe de homorechten nu gekaapt lijken door rechts. Hoe nu moslimmigranten die uit frustratie en onvrede homootje pesten en homo’s die zich opnieuw bedreigd voelen tegenover elkaar komten te staan. Yonatan is ook zo iemand die denkt dat als je eens weet wat onderdrukking is, je ook die van anderen beter snapt en daar nooit meer aan mee zal doen, maar we zijn het er zo over eens: het is een illusie om te denken dat iedereen zo wijs is. Je hebt ook bij ons homo’s die de beweging in een breder politiek kader zien, zegt Yonatan, maar je hebt ook homo’s die gewoon alleen maar zelf een beetje prettig en vrij willen leven.
Het Open Huis is echt een open huis, we hoeven niet aan te bellen. Midden in Jeruzalem, we zien de regenboogvlag al vanaf de straat. Ze zijn er vooral voor opvang, een plek, je kunt er naar het spreekuur van een arts, je kunt counseling krijgen. Ze hebben een jongerengroep.
We gaan eten, samen met een ander bestuurslid, een danser. En soms ook travestiet, met een eigen nummer in de homokroeg waar we die avond heengaan. En hij heeft bij Seeds of Peace gezeten, een Amerikaanse organisatie die Palestijnen en Joodse Israeli’s met elkaar in contact bracht. Het ging heel goed, om te luisteren naar elkaars verhalen, over de holocaust, over de nakba, zolang je maar niet echt ging vergelijken. Het Open House is in principe open voor iedereen, er komen ook heimelijk orthodoxen, er komen ook Palestijnen uit Jeruzalem. Maar dat ze één identiteit delen, betekent nog niet dat er geen grote verschillen zijn. Een paar maanden geleden hebben de paar Palestijnen besloten om zich zelfstandig te maken en voor zichzelf te beginnen. We spreken er later over met Hanseen Maikey, de baas van Al-Qauws (de regenboog), for Sexual and Gender Diversity in Palestinian Society.
In de bar ’s avonds waar de drag queens optreden, is er een gemengd publiek: veel jongeren, jongens die knuffelen, een groep lesbische vrouwen, er is een – wat is het, man of vrouw, met een keppeltje op en tsitses – ik hoor dat ze een vrouw was, die nu leeft als man, en om het een beetje ingewikkelder te maken: als orthodoxe man. Ala Jan en ik kijken, naar de performance, naar het publiek dat juicht en klapt, krijg ik opeens een flashback naar Zuid Afrika, waar ik ook eens was in een underground kroeg van zwarte drag queens, en even vergeet ik waar ik ben. Dat ik in Israel ben. En ik denk: als ik het vergeet, dan vergeten deze mensen het ook. Ze hebben gewoon hun eigen feest. Alsof dit een apart volk is dat overal ter wereld eigen gemeenschappen heeft. Ik denk opeens weer aan een vrouw met wie we samenwerkten in de Balkan, die zei: I’m not a Serbian, I’m a lesbian. Ze had niets met nationalisme, en in de oorlogen was het haar vrouwengroep die elke week demonstreerde en kontakt hield met de vrouwen aan de andere kant, in Bosnie en Kroatie.
Maar zo simpel, om je op die ene noemer te verenigen is het niet. Nergens maar hier helemaal niet. In het Jerusalemhotel spreken we met Haneen. Palestijns, uit Galilea, maar nu woont ze samen met haar joodse lover in een joodse wijk, met de regenboogvlag over het balkon. Het ging niet, zegt ze. De Palestijnen kwamen niet naar het Open House, de stap van uitkomen en tegelijk naar een joods-Israelische organisatie gaan is gewoon te groot. Wij moeten het eerst op onze eigen manier doen, in onze eigen gemeenschappen. Ze begon met een feest. Van overal vandaan kwamen ze, mannen en vrouwen, uit Haifa en Jaffa, uit Nazareth, er is nu ook een afdeling in Ramallah. Snappen de mannen van Open House dat niet? We hebben geen slechte verstandhouding, zegt Haneen, en ik vergeet niet dat ze mij de kans hebben geboden om te beginnen, maar ze zijn gekwetst en teleurgesteld, waarom we het niet samen doen, ze snappen het niet echt.
Het is een oud verhaal, van dubbele loyaliteiten, van gemengde identiteiten, en hoe mensen die zelf onderdrukt zijn – als homo, niet makkelijk begrijpen dat ze op een ander moment, als jood in een joods land dat Palestijnen onderdrukt, horen bij de dominante meerderheid. We gaan het er over hebben in het Open House. Jan en ik. We zijn benieuwd hoeveel mensen zullen komen, en welke mensen.
Was vrouw. Is man. Zelfs een orthodoxe man!
Wat ze met een besnijdenis toch allemaal kunnen doen.
Haat tegen homo’s heb ik nooit begrepen, vermoedelijk is het angst voor het onbekende.
Mooi verhaal Anja, alsof ik er een beetje bij was.