Vanochtend wakker door een harde klap. Weer een aanval? Nee, onweer. Het stormt en regent, alles klappert, de elektriciteit doet het niet dus geen internet maar het water van de douche is nog warm en we hebben gas om een kopje koffie op te maken.
Op kantoor doet de elektriciteit het wel al weet je nooit voor hoelang. Er is weer coca cola in de winkels maar nu is de suiker op. Inferieure Egyptische benzine wordt op straat verkocht in literflessen. Vlees eet niemand meer, omdat wij gasten zijn krijgen we een broodje kip met ketchup uit Israel.
Ramadan: we hebben zoveel verloren. Niet alleen mensen en huizen. We zijn ons vertrouwen kwijt, in een toekomst, in een oplosing, in onze leiders, die van Fatah, die van Hamas. Zelfs Arafat die al dood is vertrouwen we niet meer, want hij is het die ons met de PA in deze situatie heeft gebracht. We staan zwak tegenover Israel. Die moet ons niet, die willen ons niets geven. En onze leiders hebben op de tv een grote bek, ze kiften met elkaar, maar allemaal geven ze meer om de partij dan om onze mensen. As ik ze hoor brallen op de tv, dan schaam ik me.
Israel belde ons op, op onze mobieltjes, dat ze niet vechten tegen ons, de burgers, maar tegen Hamas, en dat wij ons van Hamas af moeten keren. Maar ze vechten niet tegen Hamas maar tegen ons, de mensen. Ze willen ons breken, je hebt het gezien, ze vernietigen scholen, moskeeen, ziekenhuizen.
Nu is de oorlog over. Het is niet makkelijker na de oorlog. Het is nooit makkelijker na de oorlog. In de oorlog denk je maar aan een ding, hoe brengen we de kinderen in veiligheid, hoe komen we aan eten. Maar na de oorlog val je in een diepe put. Want het is zo hopeloos, maar wat kunnen we, behave maar te proberen door te gaan met leven, en onze kinderen troosten als ze niet slapen kunnen omdat ze bang zijn. Dan zeggen we de oorlog is voorbij, de vliegtuigen komen niet meer. Maar hoe moeten wij dat weten? We zijn hulpeloos, zelfs met onze kinderen.
Jan heeft een workshop aangeboden, voor iedereen die wil op hun vrije dag. Ze zijn bijna allemaal teruggekomen. Elke keer opnieuw zijn we onzeker of wat we te bieden hebben wel aanslaat, of het is wat ze nodig hebben. Het lijkt zo klein, zo futiel, een paar oefeningen, wat contact. We weten al, door al die jaren dat we hier komen, dat we de helft van ons werk al hebben gedaan door er te zijn. Die continuiteit, dat we weer komen, na elke crisis, dat betekent veel voor onze mensen. Zolang wij blijven komen is er een klein lijntje naar de buitenwereld, is er nog iets van normaliteit, zien ze in onze verbijsterde ogen weerspiegeld dat het echt verschrikkelijk is wat ze doormaken, en als wij zeggen hoe we ons schamen voor onze eigen regering die geen poot uitsteekt terwijl ze worden afgemaakt, dan delen we tenminste nog iets van menselijkheid. Die zoek lijkt.
Wat we hier komen doen: we maken met ze samen een kleine vluchtheuvel, even iets van menselijkheid. Een heel klein begin van herstel. Jan heeft een paar oefeningen voor ze. Een ontspanningsoefening, waarin je je verbeelding gebruikt om even een kleine bel van eigenheid en veiligheid om je heen te denken. Waar je dat voor nodig hebt: dat niemand het lichamelijk aankan om de hele dag en vele dagen na elkaar in spanning te zijn, je krijgt er klachten van, je kunt je eigen agressie niet meer reguleren, je raakt geirriteerd en boos, op je kinderen, je partner. Dat is ook waarom er een grote toename is van geweld is, van mensen onder elkaar, na een oorlog. Iedereen doet devoot de oefening, maar niet iedereen kan het aan, twee vrouwen moeten er van huilen, en een ander kan de ogen niet dicht doen, dan wordt ze bang en gaat ze trillen.
Dan doet Jan een oefening met ze hoe je om kunt gaan met je woede, zonder die af te reageren op je omgeving. De vrouwen eerst, voor wie het uiten van agressie op zich al een taboe is. Het is een sinpele oefening uit de bio-energetica, en het werkt ook om emoties naar boven te krijgen en moet dus zorgvuldig begeleid worden. Jan gaat staan met een kussen en nodigt Yasmin uit om te slaan. Dat kan ik niet, zegt ze, dan moet ik jou slaan, mag er niet iemand anders? Probeer, zeg Jan. Ze probeert het, machteloos slaat ze met haar vuisten tegen het kussen, maar als ze gevraagd wordt er bij de schreeuwen verstikt haar stem. Je bent nog te bang, zegt Jan, wa er naar boven komt is vooral angst.
Maar de volgende vrouw, die de dag tevoren al had gezegd dat ze ruzie krijgt met haar familie omdat ze de hele tijd woedend is, die weet er wel raad mee. Met beide vuisten slaat ze, ze schreeuwt erbij, en daarna staat ze hijgend en tevreden – ik kan nog wel uren doorgaan zegt ze.
Een andere oefening voor de mannen, die hebben geen taboe op agressie, en die zouden Jan zo overhoop kunnen slaan. Andere oefening dus. Dia biedt zich aan. Vier mannen gaan om hem heen staan en houden hem vast, en hij moet zien dat hij zich los vecht. In het begin wordt er nog gelachten, maar dan schiet de ernst er in. Je ziet het vertrokken gezicht van Dia, hij zit in een gevangenis, hij wil er uit, hij kan niet, hij wordt razend en wanhopig. We hebben er geen woorden voor nodig, iedereen kan voelen waar dit over gaat. Dit is niet alleen Dia, dit is Palestina. Naast me zit een vrouw te huilen. Ze wil weglopen, de gang op. Ik hou haar tegen. Vandaag, nu, hoef je niet alleen te zijn met je verdriet. Ik hou er niet van om te huilen waar andere mensen bij zijn, fluistert ze. Ik ook niet, zeg ik, en wijs op de tranen op mijn wangen. Maar vandaag blijven we bij elkaar en houden elkaar vast.
Dia is uitgeput en geemotioneerd. Kom hier, zegt Jan, is het goed als ik je vasthoud? Daar staan die twee mannen, met de armen om elkaar heen. Mag ik nog een ding van je vragen, zegt Jan. Zeg help.
Help, zegt Dia. Help.
Er is wat gebeurd met Dia. Grote sterke Dia, in het begin een beetje cynisch over al dat softe gedoe, praten over emoties, wat een flauwekul. Hij is zacht geworden, en kwetsbaar. Dankjewel, zegt hij zachtjes tegen Jan. Ik zie jullie, zegt Jan, ik zie jullie, hoe gebroken je bent, broken wings. Broken souls. Wat we kunnen doen, met elkaar, is kleine momenten maken van menselijkheid, kleine eilanden waar je even niet alleen hoeft te zijn.
Als laatste. Een simpele kleine memorial, zoals Jan die vaak heeft meegemaakt in het aidswerk, in de tijd dat van zoveel mensen afscheid genomen moest worden.
Stil zitten we met elkaar in een kring. Iedereen heeft een kaarsje, om beurten steekt iemand die aan, denkt aan de mensen die dood zijn, en zwijgend wordt het kaarsje op de tafel gezet. En dan zingt Jan voor iedereen dat lied dat hij al eerder in Gaza heeft gezongen: the Rose.
When the night has been too lonely and the road has been too long,
and you think that love is only for the lucky and the strong,
just remember in the winter far beneath the bitters snows
lies the seed dat with the sun’s love in the spring becomes the rose.
Walla I feel every moment you live. I hope things could be much better soon.
ben er stil van . Ben reuze trots op jullie!! veel sterkte/succes en geluk. helen
wat een waardevolle training!!
we tellen de doden en de gewonden, maar de getraumatiseerden worden niet geteld. misschien als we die wel zouden tellen, zou t tot ons doordringen dat geweld niet kan, nooit niet!!!
help, ja moeilijk om help te zeggen als er van je verwacht wordt dat je anderen helpt. geweldig dat jullie dit mogen doen anja.
kussssssss
for me since i was born and i hear that future will be better but i believe that we were created to live in dark and the road still very long, for jan i feel very sorry that i couldnt see you this time
Fatma, next time we will. I promise!! Jan
Mooie training, mooi geschreven, tot tranen toe mee kunnen leven met jullie daar in Gaza. Met dank aan de snelle techniek die internet heet. Met dank aan de schrijfster die Anja heet. Met dank aan Jan die de emoties naar boven krijgt. Met dank aan de Gazanen die hun emoties durfden tonen.
Bestaat er nog geen techniek om de oorloghitsers die zich leiders noemen, in Jeusalem, in Gaza, in Washington, in Den Haag ook zo’n sessie op een of andere manier mee te laten (be)leven?
To the people of Gaza : Know that you are not alone!!!!
Gerrie.
FRIENDS.
Friends will go anywhere with you
Friends share the good and the bad.
The times that I share with my best friends
Are the best times that I’ve ever had.
Whenever it’s cold, dark and lonely
Whenever my heart’s breaking too
And I’m needin’somebody to hold me
The love of a good friend comes through.
When I’m facing a mountain of worry
That some people don’t understand
A friend will stay right beside me
Willing to give me a hand.
Friends will go anywhere with you
Friends who really do care
And the times I’ve really needed a friend
My best friends have always been there.
Whenever I’m down and discouraged
The love of a friend never ends
My life’s so much better for having
A life of good love and good friends
(Kenny Marks)
Beste mensen,
Moedig en bemoedigend hopelijk ( kan bijna niet anders) wat jullie doen. Kan er weer uit putten voor mijn werk in Oost-Congo.
Merci en vooral voor jullie en alle mensen daar courage, courage en courage.
Gerard
anja, door je ontroerende foto’s en de daarbij behorende tekst weet ik een beetje meer wat en hoe jullie werken.
GON
en de nederlandse regering kijkt gewoon de andere kant op
wel miljarden in de banken stoppen
lijkt mij dat dit geld beter in het leed van de bewoners van gazza gestoken zou kunnen worden ipv kapitelistische zakkenvullers hier
ook het budget van ontwsamenwerking zou ipv 0,8 procent bbp
mijns inziens verhoogd MOETEN worden tot minimaal 5procent bbp
erg mooi dit. is perfect voor de nieuwe krant daar…
Wow, goed werk wat jullie doen. Ik heb zojuist het Anne Frank huis bezocht. Jammer dat we(de mensheid) niet leren van het verleden. Het duikt overal weer op, ergens anders in de wereld.
Sterkte aan allen daar, die moeten vechten om te overleven….. voor zichzelf en hun kinderen.
x
Ik heb veel respect voor jullie!!Ga zo door!
Prachtig.