Met Deny nog eens door een paar van de rampengebieden. We zien het vernielde parlementsgebouw, de gebombardeerde ministeries, een ziekenhuis van de Rode Halve Maan dat half verwoest is. Jabalya. Beit Lahyia. Zeitoen is ook heel erg en Rafah, maar we hebben geen tijd om alles te gaan zien. We gaan kijken bij de resten van wat eens een cementfabriek was. De eigenaar staat tussen de puin, met zijn oude vader. Eens hoorden ze bij de rijkste families van Gaza. Zestig jaar hebben ze gewerkt aan dit bedrijf. Alles weg, hun huizen weg, de fabriek onherstelbaar. Ze hebben niets meer.
Een woonhuis of wat er van over is. De familie zit er voor, in de zon. Of we mee naar boven willen, om te kijken, vraagt een man. Broers. De ene broer verloor zijn vrouw en een kind, beide verloren ze een broer waar ze zo trots op waren, de enige uit de boerenfamilie die had gestudeerd en arts was geworden. Ook dood.
Op het nu scheefgezakte dak kijken we om de omgeving, waar bijna alles kapot is, kijk, daar, was ons koeienbedrijf, alle koeien dood. De familie had nog meer huizen, allemaal in de puin. De booomgaard, verwoest.
De oudste broer vertelt dat hij zijn bedrijf al veertig jaar had. Als jongen van tien begonnen, kocht hij met zijn zakgeld een kalfje. Wat ze nu gaan doen? Opnieuw beginnen. We willen vrede, zegt de andere broer. Wij zijn niet van Hamas, we zijn van Fatah, de hele buurt hier. Echte vrede willen we, niet zo’n wapenstilstand van een half jaar, dan hebben we alles net weer een beetje opgebouwd en dan komen ze hier weer de boel vernielen, dit is voor ons al de tweede keer. Kijk daar, bij die bomen, daar is de grens met Israel. Vroeger kwamen de Israeli’s op zaterdag naar onze markt, lekker eten, goedkope groente inslaan, we konden het best met elkaar vinden. Er was toen nauwelijks een grens, er stonden misschien twee soldaten, niks aan de hand. Zo moet het weer worden.
Maar bij de vorige aanval kwamen de soldaten met tanks. Ze hebben mij meegenomen, zegt de oudste broer. Ze sloegen me met stokken – hij wrijft over zijn dikke buik – hier, ik heb nog last van mijn maag. Ik zei waarom slaan jullie een oude man, wat heb ik jullie gedaan. Toen sloegen ze weer.
Toch, het moet weer vrede worden.
Deny heeft tranen in zijn ogen als we verder lopen.
deze mensen zijn innerlijk zeer rijk vind ik,in al hun eenvoud,wijsheid doorzettingsvermogen…,ik buig diep voor ze met heel mijn hart,
dank je wel,liefs,Simona
Waar is het internationaal recht en waar blijft de beschaafde wereld ?
Hoe kan Israel met zulke misdaden in hemelsnaam daarmee wegkomen???
machteloze woede
knar
Amira Hass heeft een artikel geschreven over de destructie van de cementfabrieken. Het is duidelijk dat die allesbehalve ‘per ongeluk’ zijn verwoest. Er komt veel deskundigheid bij kijken om een dergelijke fabriek vakkundig op te blazen. Hier.