Het is alweer Paasdag, straks de dienst. En ik had nog niet geschreven over de dienst van vorige week, in de Amsterdamse studentenekklesia. Mijn linkse kerk, die ook deze keer weer de bijnaam die ik haar heb gegeven eer aandeed. Verbinding tussen eeuwenoude woorden en de actualiteit van een economische crisis.
“Als de 6300 miljard die door de G-20ers in de bancaire economie wordt gepompt besteed zou worden aan de verheffing van de armen van deze wereld, dan zou de armoede voor vijftig jaar volledig uitgebannen zijn. En daarmee voor altijd, heeft iemand uitgerekend”. Aan het woord is Kees Kok, die de dienst inleidt. ” Dat is het perspectief van de God van de bijbel, van Jacon, Israel, Mozes, de profeten, van Jezus – de God die deze aarde geschapen heeft als vruchtbare bodem voor alle mensen. Een groot deel van de mensheid wordt bestolen – uitgezogen door andere goden – de heren der schepping. En daarom staan schreeuwend arm en stinkend rijk nog altijd tegenover elkaar, gescheiden door blinde muren”.
Het drempelgebed. De eerste liederen.
Aarde, werk van uw handen, kaalgeslagen, ontgroend uitgeput en vergiftigd, gaten gebrand in de hemel.
Aarde, ontheiligd, verschopt door de voeten van haar bewoners, vertreden de eeuwige woorden, vertrapt de rechten der armen.
Het verhaal van Achab, in het boek 1 Koningen, Achab, koning van Israel, die al rijk is maar ook nog de wijngaard wil van zijn buurman. En hem laat vermoorden, als hij die niet af wil staan. En dan door Elia de profeet vervloekt wordt om wat hij heeft gedaan en dan tot inkeer komt, en vooraan ‘ingetogen rond gaat’.
We zingen het lied tegen de nieuwe armoede:
Er schreeuwt een mens, onrecht, de schreeuw van de hongersnood. Er werd op hoog gezag besloten: een deel van de mensheid hoeft geen brood. Odat wie rijk is rijk kan blijven leven, wie heeft, hem wordt gegeven, onrecht en de rest mag dood.
Geeske Hovingh houdt de toespraak, de preek, en komt met al even ferme taal:
Plastic zeil tussen de bomen gespannen, kleine, slordig opgezette tentjes.
Mensen in de rij voor een kop waterige soep, hun gezichten grauw,
afgepeigerd.
Zijn het beelden van een vluchtelingenkamp in Darfur?
Een sloppenwijk van Rio?
Nee, dit is Tent City, een open veld langs het spoor in Sacramento-California.
En dan blijkt Amerika inderdaad het land van de onbegrensde mogelijkheden
want geen van de bewoners van dit kamp had ooit voor mogelijk gehouden
onder een tentzeil te moeten bivakkeren, op een plek zonder elektriciteit en
met slechts twee tuinslangen water per 350 mensen.
Desalniettemin groeit Tent City. Niet lang geleden bezaten haar bewoners nog
mooie huizen vol zoete familiefoto’s, barbecuefeestjes in de tuin en met
Thanksgiving een mooie kalkoen op tafel. Maar nu zitten hun eigendommen
soms in één enkel winkelwagentje.
Het werkloosheidscijfer in de Verenigde Staten is als gevolg van de crisis nu
opgelopen tot boven de 8 procent, de afgelopen maanden zijn 4,4 miljoen
banen verdampt. Dat maakte het voor veel mensen onmogelijk om de
hypotheek af te lossen van hun ooit zo gunstig aangeschafte droomhuis. Het
gevolg daarvan was weer dat ze ineens nog maar twee salarisstroken
verwijderd waren van dakloosheid en hun American dream in duigen viel.
In juli 2007 werd er voor het eerst over de kredietcrisis gerept. Op internet
vind je allerlei analyses over de mogelijke oorzaken ervan, maar als het
bankiers al niet lukt het te begrijpen, dan mij als niet-econoom al helemaal
niet. Toch werden me tussen de raadselachtige termen als: subprime
mortgages, collateralized debt obligations en frozen credit markets twee
dingen duidelijk: allereerst dat er in de loop der jaren in de economie een
overstap is gemaakt van feitelijk geld naar fictief geld, waardoor velen zich
onterecht rijk rekenden. De jaarlijkse groei van kredieten bedroeg de
afgelopen tien jaar gemiddeld viermaal de groei van de zogeheten reële
economie.
En achter alle technische verklaringen zit nog een wezenlijk gegeven: er is op
grote schaal gejat. Ergens is op hogerhand besloten dat een deel der
mensheid geen brood hoeft, opdat wie rijk is, rijk kan blijven leven.
Deze crisis komt voort uit de gedachte dat de toekomst altijd synoniem is met
groei. The sky als the limit beschouwen en dan ineens onder ogen moeten
zien dat die sky uit luchtbellen bestaat die nu een voor een uiteenspatten. De
wereldwijde gevolgen zijn dalende koersen, sluitende fabrieken, stilstaande
vrachtwagens en de kleine man die in zijn tentenkamp zit en hoort hoe de
regen op het zeil druppelt. Hij is een van de vele slachtoffers van de
graaicultuur, van onrecht dat zich voortplant.
Een continent verderop zit nog een man onder het tentzeil. Zijn land was in
opbouw, er gloorde hoop aan de horizon, maar nu zijn ineens de geldkranen
dichtgedraaid. Afrika heeft ‘even geen prioriteit’, het is op dit moment vooral
zaak de eigen machines draaiende te houden en ook in Nederland worden de
stemmen luider van mensen die ontwikkelingshulp definitief willen afschaffen.
De ontwikkelingsorganisatie Oikos is tot de schrikbarende conclusie gekomen
dat er momenteel per saldo vierhonderd miljard dollar meer Afrika uit- dan
instroomt. Dit bedrag gaat op aan het betalen van schulden, kapitaalvlucht en
winst op investeringen. In gewone mensentaal: jij vindt een diamant, ik geef
je een tientje en ik verkoop ‘m voor duizend dollar. Dat soort winsten dus.
Dat soort diefstal dus.
Bisschop Muskens bezocht in 1996 het Mexicaanse platteland en maakte er
mee hoe arme boeren, gesteund door de katholieke kerk, stiekem lappen
grond van grootgrondbezitters terugnamen om dit als akkerland te bewerken.
Hij toonde daar begrip voor met de woorden: ‘Armoede is onrecht en een
zonde. Het is een gevolg van diefstal op hogerhand en als mensen daardoor in
onleefbare situaties terecht komen, dan valt deze vorm van diefstal wat mij
betreft te rechtvaardigen’.
Wijn en brood, de viering van de eucharistie:
Wie zegt:
ik geloof in God, ik geloof in God,
en roept Heer, Heer, –
maar welvaart wil, koste wat kost,
en geld slaat
uit de doodsnood van armen: hij loochent hem die heeft gezegd:
ik ben een God van armen.
Wie hier dit uur zijn hand ophoudt,
brood neemt en eet, die zegt daarmee:
dat hij een nieuwe wereld wil,
waar boord en vrijheid is
voor alle mensen.
En wie uit deze beker drinkt,
kiest voor een nieuw verbond
met alle mensen.
Het lied van Micha, over de oorlog die we afleren, waarvan de laatste zinnen altijd in mijn keel blijven steken omdat ik dan Gaza zie:
En niemand schrikt meer wakker in de nacht
en niemand vreest nog voor een nieuwe morgen.
En dan denk ik weer over de absurditeit van mensen die beweren dat religie iets hoogstpersoonlijks is, “dat doe je maar thuis”, “val ons daar niet mee lastig”. Een beetje thuis vroom gaan zitten wezen, daar waar het niet nodig is, en je niet bemoeien met de wereld? Dat is niet waar het woord dat wij hebben meegekregen over gaat.
(De hele preek, en het bijbelfragment zijn te lezen op de website van de Ekklesia, hier)
Ik heb het gelezen en wat gesurfd op het internet. Er zijn overal mensen die zich organiseren om zich tot de wereld te verhouden. De religie is daarbij niet de slechtste inspiratiebron. Oftewel, het geeft een mens de gelegenheid om zeer regelmatig stil te staan bij wat echt belangrijk is en te helpen “je te richten op het goede, het juiste en rechtvaardige” met hulp van mensen die met je meelopen op deze weg.
Samen vieren dat we een dag per week niet zo hard hoeven te werken, “makes sense” denk ik.
Zeker als de wereld buiten de kerk erbij wordt betrokken.
En we uiting kunnen geven aan de solidariteit met mensen die het minder goed hebben dan jezelf (soms).
Dank voor de verwijzing naar de link. Ik weet weer een heleboel meer.