(Brits-Palestijns paspoort, voor 1948)
Het is inmiddels geheel wat je kunt verwachten: zo gauw iemand kritiek uit op Israel, hoe goed onderbouwd ook, steekt de beschuldiging van antisemitisme de kop op.
Er zijn in de Nederlandse media vaste plekken voor dat herhaalde verwijt, regelmatig vinden we die terug op de opiniepagina van de Volkskrant, onder redactie van Chris Rutenfrans. Ik heb er op dit weblog vaker op gewezen: “De Volkskrant doet het weer”. Hoe Rutenfrans denkt zie je niet alleen aan zijn grote voorkeur voor de paradigma-eentjes op zijn pagina (zie voor toelichting: hier) waarbij weer eens iemand mag uitleggen dat Israel in het geheel geen blaam treft, je ziet zijn opvattingen ook terug in een ’twistgesprek’ dat hij vanochtend voerde in de krant met Rik Grashoff over de Ramadan-affaire. Waar Rutenfrans staat is duidelijk: aan de islam-bashende, moslim-wantrouwende rechterkant, en dit is een van zijn verwijten aan Ramadans adres: hij bidt voor moslimterroristen in Palestina.
De andere vaste plek is te vinden in de Letter en Geest bijlage van Trouw, onder redactie van Elma Drayer, in haar columns ook steevast te vinden ter rechterzijde van elke discussie. Daar stond onlangs een op drie pagina;s uitgesmeerd artikel van psychiater Herman van Praag, waarin weer eens ‘jodenhaat’ aan ‘onterechte kritiek op Israel’ werd gekoppeld. Onterecht: dat wil zeggen als je het geijkte pro-Israel verhaal niet volgt. Lees zelf, het stuk, hier.
Ook de Groene Amsterdammer bezondigde zich onlangs aan zo’n verhaal, van ene Furedi, ook nog luchtigjes geïllustreerd met de foto van Harry van Bommel, suggererend dat alleen al het aanwezig zijn bij een demonstratie waarbij anderen verkeerde leuzes roepen genoeg is om je als antisemiet weg te zetten. Gelukkig was de redactie wel zo fatsoenlijk om de kritieken die binnenstroomden af te drukken, hier.
Zuchtend denk ik dan, moet ik alweer, of zal ik rustig afwachten of iemand anders reageert, want het wordt zo vervelend om steeds maar hetzelfde te moeten schrijven. Maar op het artikel van Van Praag reageerde gelukkig Tineke Bennema, auteur van onder andere De last van Khalil, een mooi boek dat aan de hand van het leven van een Palestijnse sjouwer in Jeruzalem de geschiedenis laat zien onder drie verschillende bezettingen, de Turkse, de Britse en uiteindelijk de Israelische. Het stuk van Bennema werd nogal onhandig ingekort door de redactie. Vandaar: hier de hele versie.
Te gast: Tineke Bennema
Israel corrigeren is noodzaak en geen antisemitisme
Met slechts een rugzak ging ik in 1987 voor een jaar naar Jeruzalem om aan de Hebrew University historisch onderzoek te doen, waarvoor ik een beurs had gekregen. In mijn bagage had ik een gedegen joods-christelijke opvoeding, waarin sympathie voor Israel een belangrijk deel uitmaakte.
In datzelfde jaar brak de eerste Palestijnse opstand uit en ik daarvoor schreef ik mijn eerste (journalistieke) artikelen. Ik maakte een reportage in een Palestijns ziekenhuis, waarin Palestijnse pubers lagen, getroffen waren door Israëlische kogels. Hun stenen naar soldaten waren beantwoord met schieten met scherp. Mijn nogal eenzijdige houding ten opzichte van mijn gastland verdween op het moment dat ik een jongen van negen jaar ontmoette, die mij zijn schotwond liet zien. Het was diep. En het zat net boven zijn rechterbil. Dat betekent dat een soldaat hem had beschoten toen hij wegrende. En het Palestijnse ziekenhuis lag vol met zulke gevallen. Ik vond dat zo in strijd met alle ethiek dat ik mijn standpunt ten opzichte van Israel wel moest herzien. Was ik daarmee antisemiet geworden? Als we professor van Praag moeten geloven wel.
Nu weet ik niet of een psychiater wel de juiste persoon is om een ellenlang artikel te schrijven over de geschiedenis van Israel en het Europese antisemitisme. Als historica constateer ik een hoop feitelijke onjuistheden. Waardeoordelen en politieke gebeurtenissen vermengen zich in het hele stuk.
Om te beginnen bij de westerse beloften voor een joods nationaal tehuis. Deze Balfour Declaration van 1917 was in eerste instantie een puur Brits initiatief. Tenslotte hadden de Britten en Fransen zich het Midden-Oosten eenzijdig toebedeeld na de Eerste Wereldoorlog. In tegenstelling tot wat Van Praag suggereert, was de verklaring erg vaag, wat dat ‘tehuis’ precies was, waar het moest komen, en hoe groot het moest zijn stond nergens. Het was dus geenszins een blauwdruk voor een joodse staat in het gebied tussen de Middellandse Zee en de oostelijke oever van de Jordaan.
Bovendien waren ook toezeggingen gedaan aan de Arabische bevolking die er woonde; wiens ‘rechten’ niet aangetast mochten worden’. Die onduidelijke beloften leidden tot confrontatie tussen de twee volkeren. Engeland kon uiteindelijk de zelf gecreëerde chaos niet aan en vertrok met de staart tussen de benen in 1948.
De Volkerenbond had intussen een delingsplan voor Palestina opgesteld waarbij de joodse minderheid een groter stuk grond kreeg toegewezen dan de Arabische meerderheid. Om die reden verwierpen de Arabieren het plan. Maar alleen joodse troepen hadden zich in de jaren daarvoor al voorbereid op een oorlog. De joodse moordpartij Deir Yassin vond (in april) al plaats voor de officiële machtsoverdracht in mei 1948. Toen dat moment aanbrak, trokken joodse troepen onmiddellijk de kersverse grenzen over om meer grondgebied te veroveren dan hun was toebedeeld. Het was het begin van een agressieve Israëlische buitenlandse politiek.
Van Praag stelt dan toch dat Israel noch expansionistisch, noch racistisch, noch terroristisch is, maar onderbouwt dat niet. De feiten zijn als volgt: Israel stak zes maal als eerste met leger en luchtmacht de grenzen van buurlanden over: in 1947/48 (onafhankelijkheidsoorlog of al Naqba voor Arabieren), bij de Suez-oorlog 1956, de juni-oorlog van 1967, de Libanon-oorlog 1982, de Libanon-oorlog in 2006 en de Gaza-oorlog van 2008/9. Dan noem ik nog niet eens de incidentele bombardementen op Syrie en Irak en de herbezetting van de autonome Palestijnse gebieden na de Oslo-akkoorden. De enige uitzondering vormt de oorlog van 1973 toen Israel aangevallen werd door vijf Arabische landen. Om dergelijke landen daarom van antisemitisme is een gotspe. Er is hier sprake van een politiek conflict. Om land. Geen oorlog van rassen, want Arabieren zijn zelf Semieten.
En dan het westerse antisemitisme. Ja, antisemitisme was en is een onuitroeibaar kwaad, dat bestreden dient te worden. Maar Van Praag veronderstelt om die reden larmoyant dat Israel in het westen geen vrienden heeft. Tot de akkoorden van Camp David in 1977 en de eerste Libanon-oorlog was Israel de westerse oogappel. Maar dat veranderde door Israëls eigen toedoen, na de slachtpartijen in Sabra en Shatilla. En de intifadah. En zelfs daarna had en heeft Israel nog vele vrienden. Ja, christelijke ook. Niet de minste; decennialang de Amerikaanse regering.
Israel is een land met een eeuwenoud trauma, dat zich gedraagt als slachtoffer, maar tegelijkertijd de politiek kritiekloos wil beheersen. Israel moet ophouden te doen alsof het zielig is. Het heeft het vijfde sterkste leger ter wereld, beschikt over kernwapens, maar onderwerpt een bevolking van 3,5 miljoen aan dagelijkse vernedering en armoede. Het schendt mensenrechten (zie Amnesty International). Het lapt alle VN-resoluties nu al meer dan 60 jaar aan zijn laars, maar wil daarmee ongestoord doorgaan.
Op die politiek heb ik al jaren kritiek. Het land moet gecorrigeerd worden en met sancties als het aan mij ligt. Dit betekent niet dat ik joodse burgers de dood in wens en antisemiet ben. Als psychiater heeft van Praag zelf er altijd op gewezen dat volwassen mensen zich verantwoordelijk moeten voelen voor hun eigen daden.
Het Palestijns volk wordt groot onrecht aangedaan; zeg ik daar wat van of kom ik daartegen in verzet dan word ik ‘antisemiet’ genoemd.
De instelling om in geweer te komen tegen onrecht zit kennelijk in mijn genen want m’n ouders deden dat ook al, zij hadden tijdens WOII Joodse onderduikers.
Ook zij waren kennelijk antisemiet…
Als joden semieten zijn dan ben ik op dit moment absoluut anti-semiet. Net zo lang totdat ze stoppen met het bezetten, onderdukken en uitmoorden van het Palestijnse volk en in dat proces het manipuleren van de rest van de wereld. Ik ben niet anti-semiet tegen alle joden, want ik ben heel blij met semieten als bijvoorbeeld meneer Norman Finkelstein.
“Als historica constateer ik een hoop feitelijke onjuistheden”, schrijft Bennema over het stuk van Van Praag. In haar reaktie in Trouw constateerde ik er liefst acht! Eén daarvan blijkt nu door de onhandige inkorting van de redactie te zijn veroorzaakt, resteren er zeven:
1. Het delingsplan was van de VN, niet de Volkerenbond.
2. De Joodse minderheid kreeg niet meer grond toegewezen, want er was geen hervestiging van bewoners voorzien. De Joden zouden het hen toegekende deel moeten delen met een grote Arabische minderheid.
3. Dat was niet de reden dat de Arabieren het plan verwierpen, zij waren tegen elke Joodse autonomie, zoals blijkt uit hun eigen verklaringen en het feit dat zij in 1938 ook een delingsplan afwezen waarbij de Joden een veel kleiner deel zouden krijgen.
4. Buitenlandse Arabische troepen waren al ver voor de machtsoverdracht geïnfiltreerd in het aan de Joden toegekende deel, en de Arabische landen waren degenen die Israël de oorlog hadden verklaard.
5. Opzettelijk relevante feiten weglaten is ook liegen: de Arabieren hebben ook na 1948 geen vrede maar alleen een wapenstilstand gesloten met Israël, dreigden veelvuldig met oorlog, steunden aanvallen van gewapende Palestijnse groepen op Israël of lieten na deze te stoppen, en begonnen met oorlogshandelingen zoals het afsluiten van de Straat van Tiran in 1967.
6. Israël herbezette de autonome Palestijnse gebieden niet na de Oslo-akkoorden, toen heeft zij juist grote delen aan de Palestijnse Autoriteit overgedragen. De herbezetting was een antwoord op een ongekende reeks van bloedige zelfmoordaanslagen binnen Israël.
7. Israël, de Palestijnen en de Arabische landen hebben allen aan een reeks van VN-resoluties geen of slechts gedeeltelijk gehoor gegeven. “[Israel] lapt alle VN-resoluties nu al meer dan 60 jaar aan zijn laars” is een kwaadwillende en a-historische karikatuur.
Lezing van Hajo Meijer over “Antizionisme is geen antisemitisme”
Op dinsdagavond 21 april, 20 uur zal Hajo Meijer, secretaris van Een Ander Joods Geluid spreken over antizionisme en antisemitisme. Dit vindt plaats in Stem in de Stad, Nieuwe Groenmarkt 10, Haarlem. Hij schreef hier onlangs een boek over, waarin hij duidelijk maakt dat mensen die bezwaar hebben tegen het zionisme geen antisemieten zijn. Nu de Israëlische politiek steeds gewelddadiger wordt en dit land niet wil stoppen met de nederzettingenpolitiek worden steeds meer vragen gesteld bij het zionisme.
Steeds meer mensen hebben moeite met het geweld dat Israël gebruikt tegen de Palestijnen. Zij willen weten waarom de nederzettingenpolitiek alsmaar doorgaat, terwijl steeds weer beloofd wordt deze te beëindigen. Nu, na de verschrikkelijke verwoesting van Gaza de nieuwe Israëlische regering ook nog eens openlijk toegeeft geen Palestijnse staat te willen stellen velen de vraag of zionisme niet hetzelfde is als kolonialisme, het veroveren van grond ten koste van de autochtone bewoners.
Vaak wordt die vraag als een teken van antisemitisme gezien. Ten onrechte, meent Hajo Meijer, die als jood en overlevende van het concentratiekamp Auschwitz beter dan wie ook weet wat antisemitisme is. Het is een legitieme vraag naar de mensenrechten. Hij ziet de praktijk van het zionisme zoals het zich nu voordoet in Israël, als een mislukking en een gevaar voor het hele jodendom. Het heeft niets meer te maken met een veilig thuis voor de joden maar alles met verdergaande verovering van andermans land. In zijn betoog zal Hajo dat toelichten aan de hand van de Israëlische politiek.
Er zal uitgebreid gelegenheid zijn tot discussie.
Toegang is gratis.
(3) Misschien dat Tineke Bennema nog zin heeft om op elk punt apart in te gaan, Wouter. In constateer alleen dat er weer een keer wordt geprobeerd om hier het bekende pro-Israel standpunt te verdedigen, dat wat we paradigma 1 noemen.
Dat kenmerkt zich door een volledige ontkenning van de nakba, van het feit dat de zionistische groepen, uit Europa afkomstige joden, naar Palestina trokken met het doel er een exclusief joodse staat te vestigen en daartoe de daar wonende inheemse bevolking zoveel mogelijk te verdrijven en onteigenen. Of dat nu, en in welke mate, gebeurt is met beloftes van de Britten – überhaupt kunnen we ons de vraag stellen of een Europese koloniale mogendheid het recht had een land weg te geven aan een andere Europese koloniale onderneming, over de hoofden van de inheemse bevolking heen, vind ik volstrekt secundair. Het is allemaal na te lezen in de historische boeken die ik hier al vaker heb aanbevolen, Segev, Pappé, Khalidi, enzovoorts.
Uiteraard komt in paradigma 1 ook niet voor hoeveel vredesvoorstellen van Palestijns/Arabische kant door Israel zijn afgewezen, je zult er ook niet in lezen dat het gedeeltelijke ‘zelfbestuur’ nooit een einde heeft gemaakt aan de bezetting, en al evenmin dat Israel tot op de dag van vandaag bezig is een Palestijnse staat te saboteren door het voortzetten van de nederzettingenbouw. Uiteraard is elke Israelische vorm van repressie en geweld in paradigma 1 het gevolg van bloedige aanslagen door de Palestijnen, in plaats van omgekeerd. en wordt er verzwegen wat de oorzaken zijn van Palestijns verzet. De ellenlange lijst van mensenrechtenschendingen en die van overtredingen van het internationaal recht, goed gedocumenteerd, liegt er toch echt niet om. Behalve dat die lijst na de oorlog tegen Gaza nu weer een stuk langer wordt.
Ik denk dat veel Nederlanders ondertussen toch echt beter op de hoogte zijn, en dit soort troep niet langer slikken. behalve, uiteraard, de Israel-apologeten die blind doorgaan met het afdraaien van hetzelfde repertoire.
Toch moet ik protesteren tegen reactie 2 Anja. Meneer Sam stelt gewoon dat hij anti joods is en maakt het daarna nog erger door te melden dat er ook goeie joden zijn.
Net als die gek die elders sprak over de joden als zouden zij de 4 mei herdenking hebben gekaapt.
Dat soort misselijkmakende taal hoort niet op jouw website thuis vind ik, het besmeurt de integriteit ervan.
Het is er in de drukte tussen door gefloept, Sebastiaan, het is vooral nogal dom omdat hij het duidelijk heeft over Israel, niet over joden. Daar had ik op moeten wijzen.
Beste Wouter,
Eigenlijk heb ik niet veel zin in dergelijke puntsgewijze haarkloverij en me te mengen in discussies over wie is er nu begonnen. Ik verwijs graag naar het stuk van Anja hier net boven. Mijn punt is dat Israel altijd het recht van de sterkste heeft laten gelden in het Midden-Oosten en afzag van diplomatie, leunend op het vijfde sterkste leger ter wereld. Israel wil als slachtoffer behandeld worden, maar tegelijkertijd kritiekloos overheersen. Wil je je echt verplaatsen in de tegenpartij: lees mijn boek, het leven van een gewone Palestijn, ook slachtoffer geworden van de oorlogen.
In het delingsplan van de VN in 1947 kreeg de joodse minderheid die slechts 9 procent aan landbezit in Palestina had 54 procent van Palestina toegewezen. Toch niet vreemd dat de Arabische meerderheid hier niet overheen kon stappen. Wat zou jij doen als iemand meer dan de helft van jouw huis claimt?
Joodse illegale gewelddadige veroveringen van gebieden die hun niet door VN waren toegewezen, begonnen al in 1947, zie Jaffa, zie Deir Jassin in april 1948. Dus voor de machtsoverdracht in mei 1948.
Lees Segev, lees Pappé; Israelische schrijvers die moeilijk antisemitisch kunnen zijn.
En toegegeven, de Volkerenbond had in 1946 opgehouden te bestaan en was opgegaan in de VN. Mea maxima culpa. Het verandert weinig aan mijn betoog.
Over de falangistische moordpartijen in Shabra en Shatilla onder Israels toeziend oog: toenmalige Minister van Defensie Sharon is er mede voor verantwoordelijk gesteld door Israel zelf (zie Anja’s versie van mijn verhaal). Zie Kahan rapport 1983.
Tenslotte: de herbezetting van autonoom Palestijns gebied vond plaats in 2001 en 2002, dus na de Oslo-akkoorden, ik heb het aan den lijve meegemaakt hoe het is een tank voor je deur te krijgen.
Beste Tineke,
Jammer dat ik net weg was toen jij in 1987 naar Israel kwam.
Maar ik zie mezelf helemaal terug in jouw verhaal. Vol goede moed en positieve gevoelens… en dan zie je wat daar gebeurt in de bezette gebieden.
Ik heb nog steeds moeite het aan mensen in Nederland uit te leggen. Ze willen het niet weten of kunnen het niet geloven. Maar uiteindelijk zal de waarheid boven komen. Dat geloof ik. Je hebt een prachtig boek geschreven.