Een angstige politieke elite
Onlangs sprak ik met een Marokkaanse Nederlander die het ook allemaal niet erg bevalt, de huidige toestand in Nederland. We hadden het weer eens over een oud thema: dat de linkse partijen ook niet geweldig flink zijn in hun optreden tegen Wilders, en maar niet kunnen kiezen wat beter is: zoveel mogelijk negeren, doen alsof het een gewone partij is, er stevig tegen ingaan dan wel een beetje meebuigen en wat van de Wilderiaanse thema’s overnemen.
En zoals er nu autochtonen zoekende zijn die het liefs een partij willen die voor henzelf links is, maar rechts wat betreft de migranten, is het voor de migranten ook een keuze: die kiezen links omdat ze vinden dat hun sociaal-economische belangen daar liggen, maar zouden het liefst een partij willen die meer weerwerk durft te leveren tegen Wilders en die meer voor de moslimburgers opkomt als het er op aan komt. En dat komt het nog al eens.
“Ik stem Pechtold”, zei de man met wie ik sprak. Als Pechtold niet bijna de enige politicus was die het in zijn ogen nog wel eens luid en duidelijk opneemt tegen Wilders had hij linkser gestemd. Zoals er nu ook autochtonen zijn die linkser zouden willen stemmen dan Wilders als een partij als de SP maar eens wat strenger zou zijn tegen migranten.
Interview met Pechtold in VN (25 april 09). Vraag: “Er zijn ook mensen die zeggen: het succes van D66 komt alleen maar door de felle aanvallen van Pechtold op Geert Wilders. Femke Halsema voorspelde: als Wilders straks daalt in de peilingen, daalt D66 mee”.
Pechtold: “Dat vind ik een analyse van de koude grond. Met Wilders kreeg ik een flinke aanvaring omdat ik de term ’tsunami van islamisering’ zó over de grens vond. Toen heb ik het debat met hem opgezocht. Ik heb er soms wel aan getwijfeld of ik daar verstandig aan deed. Femke zei: ‘Je moet hem niet groter maken dan hij is.’ Maar ik dacht; ik laat hem hier niet mee wegkomen. Ik zit vaak te wachten of collega’s van andere partijen hem nog gaan aanpakken. Maar die zitten met een schuin oog te kijken naar hun kiezers. We danken onze populariteit overigens ook aan onze kritiek op het moralisme van dit kabinet.”
Tillie heeft het over een angstige politieke elite. De rechtse partijen hebben er belang bij om de situatie te handhaven: de sociale desoriëntatie, het sociale isolement, het etnisch nationalisme als antwoord op de onzekerheid, en het voeren van een hysterisch debat over de multiculturele samenleving. Maar je zou verwachten dat de andere partijen zouden proberen om de cargocult te doorbreken. Maar dat doen ze niet, zegt Tillie.
Sterker nog: de PvdA leider en minister van Financiën Wouter Bos pleitte actief vóór generalisatie en polarisatie in het integratiedebat. Dat wil zeggen vóór het in stand houden van een belangrijk kenmerk van de Nederlandse cargocult. Waarom gaat een groot deel van de politieke elite mee in het doemdenken over de multiculturele samenleving en blijven zij zo de cult versterken? Waarom nemen zij hun verantwoordelijkheid niet? Het antwoord is, helaas, angst.
De electorale basis van veel partijen is onzeker geworden. Politici durven geen positie meer in te nemen omdat zij bang zijn om hun kiezers te verliezen. Kiezers zijn op hol geslagen en politici weten niet meer hoe zij moeten reageren. Dat is een uniek fenomeen in de Nederlandse politiek, stelt Tillie. Gedurende honderd jaar was de electorale basis van de politieke partijen wel stabiel.
Eerst hadden we de verzuiling waarin de partijen hun basis hadden: katholiek stemde katholiek, protestant, liberaal of socialistisch ook op de eigen politici. Na de ontzuiling was er het houvast van de links-rechts oriëntatie: linkse partijen konden rekenen op de linkse kiezers, rechtse partijen op de rechtse. Politici wisten hoe het electoraat in elkaar stak, heftige verschuivingen waren niet te verwachten. Daar was het gedrag van politici op afgestemd.
Wie redelijk zeker is van de eigen politieke loopbaan en redelijk zeker van het electoraat kan makkelijker positie kiezen zonder angst daarmee meteen een massa kiezers te verliezen. Die redelijke stabiliteit is een noodzakelijke voorwaarde voor een genuanceerde discussie, zegt Tillie. Maar nu kunnen kiezers alle kanten op stuiven en vrijwel uit het niets kan een partij opdoemen die – in ieder geval virtueel – zelfs de grootste partij kan worden, in plaats van langzaam te groeien en zich eerst waar te maken, zoals we dat gewend waren. En dat betekent dat politici meer dan vroeger de neiging hebben om naar de meerderheid in het electoraat te zoeken, en met name rond het strijdpunt van de multiculturele samenleving minder snel een autonome positie in te nemen. Een genuanceerde discussie kan in de cargocult nog al eens tot winst voor de minder genuanceerde partij leiden. En doordat de politieke elite zelf ook zoekende is, vervult zij niet de bindende rol die je van hen mag verwachten. “In de Nedercult is niets meer zeker”.
Doordat de links-rechts dimensie nog wel bestaat, maar doorkruist wordt door een tweede dimensie: de multiculturele, ontstaat er dus een electoraat dat links op de ene dimensie zou willen stemmen maar rechts op de andere. Maar de meeste partijen combineren ‘links’ op de sociaaleconomische links-rechtsdimensie met ‘links’ op de culturele, zoals bijvoorbeeld GroenLinks, zegt Tillie, Groen Links is voor de verzorgingsstaat is maar wil die ook voor migranten, en daartegenover staat de PVV die tegen de verzorgingsstaat is en tegen migranten. Dat betekent ook dat een flinke groep van de kiezers zich niet vertegenwoordigd voelt en dat dat het politieke vertrouwen niet ten goede komt. (Hoewel ik, en hier spreekt niet Tillie, al zie hoe er gesjoemeld wordt ook door linkse partijen om iets van die rechtse stemmen mee te krijgen, speciaal op de multiculturele dimensie en ik er persoonlijk niet aan moet denken met een partij te zitten die links is voor de ‘eigen mensen’ en rechts is voor ‘de anderen’. Daar ben ik geen socialist voor, en een goede sociaal-democraat of liberaal zou dat ook niet willen. Neem Dijkstal, sociaaleconomisch eerder behoudend, maar cultureel gezien links.)
Wat er nu gebeurt is dat de politieke elite actief op zoek gaat naar de onzekere kiezer, in plaats van dat de kiezer zoals voorheen op zoek gaat naar de politieke partij die het beste bij de eigen standpunten past. En daarmee houdt ook de politiek de cargocult in stand.
Zij corrigeert de hysterie in het debat over de multiculturele samenleving niet. Ook formuleert zij geen visie op wat nieuwe sociale verbanden in een multiculturele samenleving zouden kunnen zijn. Men is te bang om bepaalde groepen kiezers voor het hoofd te stoten en zo zijn eigen positie te verliezen.Daarom pleitte Wouer Bos voor generalisatie en polarisatie in het integratiedebat.
“Links heeft een groot probleem met populistisch rechts”, gaf Bos toe, “het is een uitdaging ervoor te zorgen dat de kiezers links trouw blijven”. Dat lukt dus niet geweldig. Tillie noemt dit een voorbeeld van een politiek leider op zoek naar zijn electoraat – hij volgt het electoraat waar het gaat en laat daarvoor zijn eigen ideologische positie schieten. En waar de politieke elite te onzeker is geworden van de eigen electorale basis en achter de kiezer aanloopt vervult zij niet de rol die van een politieke elite mag worden verwacht: het formuleren van visies op de multiculturele democratie en op het lage politieke en sociale vertrouwen in de Nederlandse samenleving. En er is één bevolkingsgroep die ongewild de rol op zich heeft genomen die eens de Nederlandse kolonisatoren in de Papoeacult had, de groep die het mikpunt is van alle woede: de Nederlandse moslims.
(Er volgen nog twee delen: eerst hoe de Nederlandse moslims reageren in de cargocult. En dan vat ik de discussie samen, en kijk ik nog wat Tillie zegt dat er zou moeten gebeuren om er uit te komen.)
Volgende deel: hier.
Mooi gezegd, Anja. “Hoewel ik er persoonlijk niet aan moet denken met een partij te zitten die links is voor de ‘eigen mensen’ en rechts is voor ‘de anderen’. Daar ben ik geen socialist voor”.
Maar is dat toch niet, subtiel, de tactiek van jouw eigen partij: “links voor nederland, rechts voor de anderen”? Ik doel dan mn. op de standpunten rond Europa (minder Brussel, Turkije nu even niet in de EU) – en moslims – (Ramadan is wel erg duur). Dan liever mijn partij GroenLinks, die ronduit pleit voor Europese oplossingen voor de financiële- en de klimaatcrisis; en die bovendien met wethouder Grashoff Tariq Ramadan durft te verdedigen; itt. Theo en Leo van de SP!
Uiteraard zijn er binnen mijn partij verschillende schakeringen in de standpunten, Johan. Zoals ik die bij jouw partij ook bij diverse gelegenheden heb meegemaakt. Dat jij een aanhanger bent van je eigen partij is prima. Mijn mening heb je nu al uitgebreid aangetroffen, gebakkelei over welke linkse partij het deze keer beter (of slechter) heeft gedaan vind ik nu niet aan de orde, dus ik bijt niet.
Dat punt gun ik je, want ik ben blij met de beschouwingen die je over Tillie houdt en ik hoop, dat dan weer wel, dat je ook de Tweede Kamerfractie en de Rotterdamse raadsfractie in deze mee krijgt!
Okee, Johan.