Sharon Gesthuizen over Iran

aaapeyman-11.jpg

Te gast: Sharon Gesthuizen. Column van de SPsite.

VERLIEFD

Onder één van de mooiste bruggen in Isfahan, centraal Iran, bezingen jonge mannen de liefde. Het is een traditie en een daad van verzet – de liederen zijn verboden omdat ze over zaken gaan die niet zedelijk zijn volgens de Islam. De namiddagzon schijnt warm op de gezichten van de zangers, strakke spijkerkleding omspant hun lichamen. Hun duimen hangen nonchalant in de zakken van hun broek. Een sigaret in de zwoele mond.

Vrouwen doen niet mee – die kijken toe. Zingen in het openbaar is voor vrouwen verboden. Dansen ook. Ik hou me met enige moeite in. Samen met de twee studenten die me eerder die dag hebben aangesproken en me nu de stad laten zien, loop ik verder. We slenteren en drinken bier uit flesjes. Iedereen hier drinkt bier – in allerlei smaken. Aardbei, appel, gewoon. Dronken word je niet, alcohol is verboden. Alles is alcoholvrij.

De meeste mensen die ik spreek zijn geïnteresseerd in wie ik ben, wat ik kom doen, waar ik vandaan kom en hoe het daar is. Veel jonge mensen delen zonder terughoudendheid hun gevoelens en spreken hun frustraties uit. Wanneer ik een jonge studente in Teheran vraag of ze goede vriendinnen heeft zegt ze: “Dat gaat hier niet – ze zijn te religieus.” Zelf gelooft ze niet. De hoofddoek moet, dus draagt ze hem, net als de warme wijde zwarte kleding. “Meisjes hier zijn zo gelovig,” zegt een van de jongens die ik in Isfahan ontmoet. “je kunt ze niet eens normaal aanspreken op straat want dan vinden ze dat je ze lastigvalt.” Niemand weet van de ander wat hij echt denkt. Iedereen moet zich aan de regels voor kleding en omgang houden, buiten ziet iedereen er hetzelfde uit en doet men mee met het doe-zoals-het-hoort-spel. Er is angst die voorkomt dat mensen open zijn tegen elkaar. Zo is het systeem een hermetische cirkel.

Ik mag geen hotelkamer delen met een Brit met Iraans paspoort. We mogen geen thee drinken in een ruimte met de deur dicht. Ik mag hem ook geen afscheidszoen geven als ik vertrek. Ik vind het niet erg omdat ik te gast ben en me best aan wil passen aan de heersende mores. Maar wat als je hier woont? Dan is het niet gemakkelijk als je jong bent, zegt een Teheraanse die nu in de woestijn woont.

In de woestijn is de politiek ver weg. Daar is er ruimte voor het leven. En daar hoort verliefdheid ook bij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *