Zondag naar een andere kerk. Een waar Jan zou zingen. Kamerkoor Cantus Valerius, met Nederlandse muziek, deels religieus, deels volks. De mooiste, muziek van Jurriaan Andriessen, op een sonnet van Christina Rossetti (1830 – 1894)
Remember me when I am gone away
Gone away, gone far away into the silent land;
When you can no more hold me by the hand,
Nor I halfturn to go, yet turning stay.
Remember me when no more day by day,
ye tell me, you tell me of our future that you plann’d:
Only remember me; You understand
it will be late to counsel or to pray.
Yet if you should forget me for a while
and afterwards remember,
Do not grieve; for if the darkness
and corruption leave a vestige
of the thoughts that once I had,
Better by far you should forget
and smile,
and be sad.
Denk aan mij wanneer ik weg ben.
Weg, ver weg naar het stille land;
wanneer je me niet meer bij de hand kunt houden.
En ik me niet meer omdraai om te gaan en toch zou blijven.
Denk aan mij wanneer je me niet langer dag na dag vertelt
van onze toekomst die je had bedacht:
maar denk aan mij; begrijp
dat het te laat is voor adviezen of gebed.
En als je me toch vergeet, een poos,
en je opnieuw herinnert,
treur niet: want als wat duister was en wat kapot ging
een spoor achter laat van wat ik eens dacht,
beter dat je vergeet,
met een glimlach
en verdriet.
Mooi Anja, weer eens iets anders.
Je moet wel uitkijken, Nico, ouwe bromtol, dit klinkt al bijna als een compliment, je wordt nog soft.