In Akko is er ruzie, de Arabische bewoners van de stad willen dat de haven genoemd wordt naar een van hun helden, Issa al Awam, generaal in de tijd van Saladin, de leider die de kruisvaarders versloeg. Maar de joodse Israëli’s die er de baas zijn willen de haven noemen naar een joodse held. De Palestijnen maakten een monument voor hun grote voorbeeld, het gemeentebestuur verklaarde het tot een ‘illegale constructie’ en brak het weer af.
Akko is oud. Het wordt al genoemd in het boek Richteren van de bijbel. In dat hoofdstuk staan de namen van de Kanaänitische steden die niet werden veroverd door de kinderen van Israël. Akko bleef een Phoenisische stad. Het was de laatste vesting van de kruisvaarders tot die werden verslagen, en de laatste kruisvaarders met hun vrouwen de zee in sprongen – het beeld dat nog steeds terugkomt in de uitdrukking ‘ze willen ons de zee indrijven’, schrijft Uri Avnery.
Jaren geleden was ik in Akko, met Trees en Ali. Een heel oud havenstadje, een en al geschiedenis, tot en met terug tot de kruisvaarders. Het is een van de weinige steden die nog ‘gemengd’ zijn, wat een misleidende term is, want de wijken voor Arabieren en die voor joden zijn gescheiden en volstrekt anders van karakter.
Ik dacht eerst in een soort operadecor te zijn gekomen, zo schilderachtig is de Arabische wijk. Tot je een beetje beter kijkt en ziet dat het vooral schilderachtige armoede is. Het verhaal is overal in Israel hetzelfde: waar het Palestijns is is de overheid aan het verwaarlozen. En in Akko nog een beetje meer dan verwaarlozen, want Israel wil Akko wel graag hebben voor de toeristen. Dus dit was de manier waarop ze het deden: ze braken een van de stegen open met veel winkeltjes en restaurantjes, en sloten het af, en lieten het vervolgens liggen. Tot de winkeltjes over de kop gingen, dan kon je ze voor een prikje opkopen en daarna restaureren – voor de toeristen. Wel de schilderachtigheid van ene Arabische wijk maar toch het liefst met niet te veel Arabieren.
Het was al weer lang geleden, ik zou weer eens moeten gaan kijken hoe het is afgelopen.
Ik dacht er aan, omdat Uri Avnery weer een prachtig stuk heeft geschreven, Whose Acre? Hier. Voor wie Engels leest het hele stuk.
Vraag in het stuk is van wie Akko eigenlijk is. Wie was er het eerst? Wij (joden) zeggen de joden, wij waren er voor de Arabieren kwamen. Nee, zeggen de Palestijnen, wij waren er allang voor de joden en de Arabieren kwamen, want Akko is nog veel ouder. Niet wij, maar jullie zijn de binnendringers, net als de kruisvaarders eens.
Stukje geschiedenis van Avnery, die waanzinnig belezen is: de Arabieren veroverden eens het land dat ze toen Jund Filistin noemden, (militair disctrict Palestina) waarschijnlijk naar de kustbevolking die Filistijnen heetten. Dat was 635 jaar na wat we het begin van de jaartelling noemen. En op de periode van de kruisvaarders na was het toen een islamitisch gebied tot de Britten kwamen.
De zionistische versie is natuurlijk anders. In de bijbelse tijden, zeggen ze, hoorde het grootste deel van het land tot de koninkrijken van Judea en Israël, hoewel de kust van de Phoeniciers was in het noorden en in het zuiden van de Filistijnen. Maar het punt is wel, zegt Avnery tussen haakjes, dat er ondanks veel gegraaf nooit enig archeologisch bewijs is gevonden dat er een uittocht uit Egypte heeft plaatsgevonden, noch dat de kinderen van Israël ooit het land Kanaän hebben veroverd, en ook van de glorieuze koningrijken van David en Salomon geen spoor. Sinds het koninkrijk van Ahab, ongeveer 870 staat Israel op de landkaart. Na de uittocht naar Babylonie waren er joodse gemeenschappen in het land dat voortdurend wisselende grenzen had, tot de Romeinse tijd. Dus wij waren eerst, zeggen de joden.
Maar als de Israelieten er voor de moslims waren, wie waren er dan voor de Israelieten? Nou, de Kanaänieten natuurlijk. Maar wie vertegenwoordigt hen? Eens schreef Avnery een satirisch stuk, waarin hij zich het Eerste Kanaanitische Congres voorstelde, van de nazaten van de originele bewoners van het land, die het nu voor zichzelf opeisten.
Dat was niet helemaal een grap. Want in de eerste jaren van de vorige eeuw deed Yitzhak Ben-Zvi, later de tweede president van Israel onderzoek, en zijn conclusie (recent bevestigd door de historicus Sand) dat het zeer waarschijnlijk is dat de bevolking van het land nooit erg is veranderd. Dit is wat Sand zegt: er is geen bewijs dat er ooit grote verhuizingen van bevolkingen hebben plaatsgevonden, en ook de Romeinen hadden daar de middelen niet toe. De oorspronkelijke agrarische bevolking is gebleven. En die, zei Ben-Zvi ook, vermengden zich met de veroveraars: de Kanaänieten namen de Israëlieten op en werden joods en hellenisten, en toen het Byzantijnse rijk aanbrak werden een aantal van hen christen, en na de verovering door de moslims werden ze Arabier en moslim.
Het waren dus, eeuw in eeuw uit, dezelfde mensen al vermengden ze zich met de heersers en de nieuwkomers – tot 1948 en met de vestiging van de staat Israël het overgrote deel van de oorspronkelijke bevolking voor het eerst werkelijk werd verdreven. Wie er studie van maakt kan vooral veel vinden van de Kanaanitische cultuur, inclusief veel plaatsnamen die zijn gebleven. Geen veroveraar – tot de zionisten kwamen – war er in geïnteresseerd de bevolking te verjagen, ze boden de veroveraars voedsel, werkten voor hen, betaalden belasting. In de opvatting van Ben-Zvi – en Ben Goerion nam dat over – zijn de Palestijnse Arabieren de werkelijke nazaten van de Kanaänieten, en daarmee de oorspronkelijke bevolking. Sand gooit er nog een schepje bovenop door te zeggen dat je onder de Palestijnse Arabieren waarschijnlijk meer ‘joods bloed’ zult vinden dan onder de Europese joden die waarschijnlijk grotendeels bekeerden zijn, Khazaren vooral en dus geen bloedbanden hebben met de joden uit Palestina.
De Kanaänieten en de oude Israelieten spraken beide verschillende dialecten van dezelfde semitische taal, die nu weer (in en nieuwe vorm) terug is als Hebreeuws. Later werd het Aramees de taal van het land, en nog later het Arabisch. Dat blijkt uit onderzoek, waarbij aan te tonen valt dat het lokale Syrisch-Palestijnse dialect van het Arabisch veel woorden bevat die niet voorkomen in het Arabisch van de omringende landen. Vooral woorden die te maken hebben met de landbouw.
Maar die vondst, dat de Palestijnse Arabieren de nazaten zijn van de oorspronkelijke bevolking van voor de joden, werd in de hitte van het Israëlisch-Palestijnse conflict vergeten, zegt Avneri zoet. Vergeten lijkt me nogal een eufemisme, voor de manier waarop de nieuwe staat Israël aan de gang is gegaan om de aanwezigheid van Palestijnen zo ver mogelijk uit te wissen, inclusief hun cultuur.
De zionistische geschiedenis begint het verhaal graag met de aartsvader Abraham, en met het bijbelse verhaal, tot de opstanden tegen de Romeinen, en de joden, volgens het verhaal, in ballingschap gingen, om pas eeuwen later, als zionisten ’terug’ te komen. In dat verhaal is geen plaats voor de geschiedenis van het land voordat de joden ontstonden, en er wordt ook graag gedaan alsof het land in de eeuwen tot aan het ontstaan van het zionisme geen geschiedenis had, alsof het land leeg was en braak lag, met alleen wat slordige ‘Arabieren’ die ergens anders vandaan kwamen en ook net zo goed weer weg konden.
De Palestijnen doen het ook niet beter, met hun geschiedenis, zegt Avnery, want die zijn ook niet zo geinteresseerd in wat er in het land al was voor de komst van de moslims. Maar hoe dan ook: geen Israelisch kind komt van school af met enig idee van het land waarin hij leeft, anders dan het zionistische verhaal. En ik droom, zegt Avnery, van een tijd dat de joden en Arabieren in het land Israel/Palestina de complete geschiedenis van hun land leren.
Dan leren ze, bijvoorbeeld, dat de moslims en de joden zij aan zij vochten tegen de wrede invasie van de kruisvaarders, en tegelijkertijd afgeslacht werden. Dan leren ze dat in Haifa de joden de stad heldhaftig verdedigden, tot ze samen met de moslims ten onder gingen. Dat verhaal zou belangrijk kunnen zijn bij de verzoening tussen de volken.
Eens schreef Avnery, geinpireerd door Feisal Husseini, de informele Palestijnse burgemeester van Jeruzalem (ik heb hem ook nog ontmoet) een manifest voor Jeruzalem: ons Jeruzalem is een mozaiek van alle culturen, alle religies en alle perioden die bijvroegen aan de rijkdom van de stad, van de antieke tijd tot op de dag van vandaag _ Kanaänieten, Jebusieten, Israelieten, Joden, Hellenen, Romeinen, Byzantijnen, christenen en moslims, Arabieren en Mammelukken, Ottomanen, Britten, Palestijnen en Israeli’s. Zij en alle anderen hebben er aan bijgedragen om van de stad dat spirituele en physieke landschap te maken dat we Jeruzalem noemen.
Op de lijst komen de kruisvaarders niet voor, en dat is geen vergissing. Ze stonden wel in de originele tekst. Maar toen Avnery de bekende Arabisch-Israelische schrijver Emil Habibi (van de Pessoptimist) vroeg om het manifest mee te ondertekenen zei hij: ik teken geen document waarin de moorddadige rotzakken vermeld staan. En dus werden de kruisvaarders geschrapt.
Alles wat geldt voor Jeruzalem geldt ook voor Akko, de stad die ze allemaal langs heeft zien komen: inclusief de Arabische generaal Issa al Awam, en Richard Leeuwenhart, en de Etzel srtrijders die door de muren van de gevangenis braken.
Bedankt voor dit boeiende artikel. Over Shlomo Sand hier en hier.
En mooie foto, ook in hogere resolutie beschikbaar.
Groet,
Beste Anja,
Mooi verhaal over Akko. Er staat in de haven nu een standbeeld van een walvis met een opening in de buik. Daar kun je in gaan zitten voor een foto ofzo. Dat is natuurlijk de walvis van Jona, hoewel er voor zo ver ik weet geen verband is met Akko. Akko is echter wel degelijk gemengd, de oude stad is bijna 100% Arabisch, maar de nieuwe stad is gemengd. Dit was ooit anders maar ik woon er en mijn wijk is gemengd. Er zijn naar mijn weten geen wijken waar enkel Joden wonen, maar er zijn wel verschillen in percentages tussen de wijken. Ook de verhalen over Jom Kipoer vorig jaar (dat een Arabier door een Joodse wijk reed) kloppen niet. De dorpen (jeshovim, kiboetzim en moshavim) zijn wel 100% Joods, maar in de steden zijn er geen legale middelen om het vermengen tegen te gaan. In Ramat Isay (een stadje) werden laatst door bewoners handtekeningen opgehaald om een Ethiopisch koppel weg te krijgen (die zouden de huizenprijzen doen dalen), ook zij worden gediscrimineerd. Hoewel Akko inderdaad erg arm is, is het wel een cultureel centrum. Er is natuurlijk het Akko festival, maar daarnaast gebeurt er ook veel. Er was laatst het Arabisch Cultuur festival en er zijn regelmatig concerten. Khalas, een Arabische rock band komt er vandaan: http://www.khalas.net/bio.php ook Zaman, Arabisch + flamingo http://www.myspace.com/zamanmusic Vergeet die kant niet als je langs komt. Laten we hopen dat het dit jaar rustig blijft op Jom Kippoer, want een arme stad voelt het behoorlijk als een jaarlijks festival word afgelast.