Vijftien mannen en vrouwen, gisteren, gehuld in badjassen: de badjassenbrigade, die het publiek erop wijst dat de Ahava producten uit Israël niet helemaal kosjer zijn. De Nederlandse tak van Code Pink. Website van gestolen schoonheid, mooi niet! hier. Met dank aan onvermoeibare Kristel.

De Ahava producten worden geproduceerd door Dead Sea Cosmetics, gelegen in het zogenaamde Mitzpe Shalem Joodse nederzetting aan de West Bank. De producten worden aangeprezen als Israëlisch product, wat onjuist is, daar zij in de bezette Palestijnse gebieden gemaakt worden. Dit is illegaal volgens het internationaal recht.
De directeur van Ahava heeft in een BBC-interview zelf toegegeven dat hij geen importbelasting hoeft te betalen in Europa door zijn hoofdkantoor in Tel Aviv te laten. Maar de producten worden niet in Israël gemaakt en zouden dus volgens het speciale handelsverdrag van de EU met Israël geen recht hebben op deze kortingen.

De mineralen die worden gebruikt voor Ahava producten, zijn gestolen natuurlijke hulpbronnen van de Palestijnen. In de Vierde Conventie van Geneve wordt aan een bezettende macht verboden om de natuurlijke hulpbronnen uit bezet gebied te exploiteren. De Dode Zee grenst voor een derde aan de bezette Palestijnse gebieden (Westbank) maar Palestijnen hebben geen toegang tot de Dode Zee, omdat Israël de hele kuststrook voor hen heeft afgesloten. Alleen Israëli’s mogen aan de Dode Zee kust toeristische attracties en fabrieken exploiteren!

De Palestijnen die al eeuwen in dat gebied in hun dorpen wonen, lijden zeer onder de aanwezigheid van de Joodse kolonisten. Ook al wonen ze in hetzelfde gebied, ze hebben niet dezelfde rechten als de joodse kolonisten. Zij vallen bijvoorbeeld onder militaire wetgeving, hebben minder toegang tot water, krijgen geen vergunningen om te bouwen en worden door checkpoints in hun vrijheid beperkt.