Yehuda Shaul, oprichter van Breaking the silence in De Balie, op uitnodiging van ICCO, United Civilians for Peace, Een Ander Joods Geluid en SIVMO (Steuncomité Israëlische Vredes- en Mensenrechten Organisaties). Breaking the silence, legt voorzitter van Een Ander Joods Geluid Jaap Hamburger uit, is geen anti-Israëlische organisatie, maar een groep die van Israël een beter land wil maken, en daarmee uiteraard haaks staat op alle Israël-apologeten die niet willen dat misstanden aan het licht komen. Nog steeds wil Israël beweren dat het Israëlische leger behoort bij ‘het licht onder de natiën’, en de soldaten die getuigenis hebben afgelegd laten zien dat dat niet waar is. Toch willen ze er geen anti-Israëlische propaganda van maken – al zijn ook zij weer geconfronteerd met de vaste Pavlov-reactie in Israël: de hele wereld is tegen ons.
Yehuda Shaul, een buikige, baardige jonge man met een keppeltje is een religieuze jood. Zonder al te veel na te denken over wat ze wilden bereiken begonnen ze, reservisten, een paar jaar geleden te vertellen over hun ervaringen als dienstdoende soldaat in Hebron. Dat raakte een rauwe zenuw, en ze hebben het geweten. Shaul maakt meteen duidelijk wat de beperkingen zijn van zijn mandaat: wij hebben geen oplossingen, zegt hij, wij maken problemen, dat is onze taak. We zijn geen pacifisten, geen dienstweigeraars, we zijn het onderling over veel zaken oneens en er zijn ook mensen bij die voor de aanval op Gaza waren en vonden dat we na de raketten het recht hadden om ons zelf te verdedigen. Het enige dat de soldaten verenigt die getuigenissen hebben afgelegd, was het doordringende gevoel dat er zaken gebeurden die niet hoorden.
Alleen de verhalen die dubbel gecheckt zijn, met meerdere ooggetuigen zijn opgenomen in het boekje, en er worden geen conclusies getrokken, behalve een: de grondtroepen werden de oorlog in gestuurd zonder instructies over hoe we moesten handelen, en dat is een nieuw beleid. Een beleid dat er op neer kwam dat de soldaten alles moesten doen om zichzelf te beschermen, ook als dat betekende dat ze vrij schieten hadden op alles wat bewoog. En dat is een nieuwe doctrine, stelt Shaul, want voorheen was de gedachte nog dat er sprake moest zijn van proportionaliteit tussen het risico dat soldaten mochten lopen en de risico’s voor de burgers.
Shaul noemt een voorbeeld dat door meerdere soldaten werd waargenomen: het is nacht, er loopt een man in een wit hemd, een baard, ongewapend maar met een zaklantaarn hun kant op. Vroeger zou het bevel zijn gegeven om waarschuwingsschoten af te vuren, zodat de man wist dat hij weg moest gaan. Nu werd er bewust gewacht tot hij dichtbij was, en vervolgens werd de scherpschutters bevolen om hem dood te schieten. En zo zijn er veel verhalen. In het wilde weg blijven schieten, met de gedachte dat elke Palestijn een vijand was, ook als duidelijk was dat die niet gewapend was, en niet hoorde bij de strijdenden.
In het Goldstone rapport, waar Shaul het niet over wil hebben, is over zes incidenten gerapporteerd waarbij burgers met witte vlaggen die probeerden om zichzelf en hun familie in veiligheid te brengen toch zijn neergeschoten, een keer zelfs nadat het leger ze het bevel had gegeven om hun huis te verlaten. Bij de getuigenissen die Shaul verzamelde was er ook een: een man, met een witte vlag, die net door zijn mobieltje praatte. Doodgeschoten. Was niet gewapend, maar ja, had wel een verkenner kunnen zijn.
Voor veel mensen in Israël is Gaza een zwart gat, ze hebben geen idee, zegt Shaul. Maar dit is wat er met de voormalige soldaten gebeurde toen ze weer thuis waren. Ze keken naar de tv en hoorden dan dat een woordvoerder van het leger beweerde dat geen van de soldaten ooit Palestijnen had gebruikt als menselijk schild. Terwijl jij als soldaat weet dat je dat wel degelijk hebt gedaan. Of de bewering dat er geen witte fosfor was afgeschoten. Terwijl jij als soldaat nog de granaten in het kanon stopte, waarop stond dat er ‘exploderende rook’ in zat – dan weet je dat het fosfor is en je weet dat je die afschiet in bewoond gebied. Wat moet een jongen denken die ziet dat de woordvoerder van het leger zit te liegen – kennelijk heb je dus iets gedaan wat verborgen moet worden, wat verkeerd is, maar niemand, ook je ouders niet, mogen dat weten. Dat onbehagelijke gevoel bracht een aantal soldaten er toe om te getuigen over wat ze mee hadden gemaakt en wat ze hadden gedaan in Gaza. Anderen kwamen naar voren, zes of zeven soldaten die Palestijnen als menselijk schild gebruikt hadden – de zogenaamde ‘johnnie methode’ om Palestijnen bij de buren naar binnen te sturen, in plaats van zelf het risico te lopen dat er op je geschoten werd – na het artikel daarover van Amira Hass.
Wat de 26 soldaten eigenlijk zeggen: we verdragen het niet dat we wel goed genoeg zijn om voor het land te sterven, maar dat we niet ons mond open mogen doen over wat we hebben moeten doen. Wat onze eigen bevelhebbers ons op hebben gedragen. Als dat zo verkeerd was dat daarover gelogen moet worden, dan hadden ze ons dat niet mogen laten doen.
Shaul laat keer op keer weten zich niet uit te willen laten lokken om uitspraken te doen die buiten zijn ‘mandaat’ vallen, hij wil niets kwijt over zijn opvattingen of deze oorlog gerechtvaardigd was – sommige soldaten vinden van wel – hij wil zich niet uitlaten of deze nieuwe doctrine waarbij burgers opgeofferd mogen worden dezelfde is als die in Libanon is gebruikt – hebben we niet onderzocht, zegt hij, en hij wil niets zeggen over de vernietigende rapporten die zijn uitgebracht door Amnesty, Human Rights Watch, en B’Tselem, PHCR en nu Goldstone. Hij wil het niet hebben over het aantal burgerdoden. Luister, zegt hij, als het leger toegeeft dat er meer dan driehonderd burgerdoden waren, dan is dat genoeg om slapeloze nachten van te hebben.
Er waren eerder groepen dienstweigeraars, maar uitgerekend Breaking the Silence heeft een enorme impact gehad – misschien juist omdat het gaat om soldaten die als brave patriotten deden wat hen werd opgedragen. De regering reageert furieus. Twee wapens worden ingezet: de beschuldiging dat de getuigenissen anoniem zijn, en het feit dat Breaking the silence geld ontvangt uit het buitenland. Die eerste beschuldiging is cynisch, zegt Shaul. Toen ze in 2004 voor het eerst met getuigenissen kwamen over wat soldaten in Hebron hadden uitgespookt, werden de mannen opgepakt, verhoord, er was een inval in het kantoor, spullen werden meegenomen, en een van de soldaten moest de gevangenis in omdat hij video opnamen had gemaakt. De gevolgen voor de soldaten die ‘klikken’ zijn zo zwaar dat vrijwel niemand meer zou willen getuigen als het niet anoniem was – en dat is uiteraard precies de bedoeling.
Hoe zwaar Israël het opneemt blijkt ook uit het feit dat de regering in alle landen waar geld vandaan komt voor het initiatief de ambassadeur naar de regering heeft gestuurd om ze onder druk te zetten geen geld meer aan Breaking the silence te geven – want dat zou neerkomen op inmenging in de binnenlandse zaken van een ander land. Een wat merkwaardig argument, als je daarnaast legt hoeveel miljoenen er bijvoorbeeld naar AIPAC gaan, van wie je niet kunt beweren dat die zich niet bezig houden met de ‘binnenlandse zaken’ van Israël. Het is duidelijk dat het er vooral om gaat om ons in diskrediet te brengen – en te doen alsof wij werken voor de buitenlandse vijanden, zegt Shaul. Wij worden nog veel harder aangepakt dan de mensenrechtenorganisaties, en daaruit blijkt hoe bedreigend Israël het vindt als de waarheid boven tafel komt. Ik trek me dat niet zo erg aan, zegt hij, maar bij een beschuldiging word ik echt razend: en dat is als wij er van beschuldigd worden onze kameraden te verraden, terwijl wij niets anders doen dan voor ze opkomen. Als geheim gehouden moet worden wat je de jongens laat doen, dan is wat je de jongens laat doen fout, en dan mag je ze daarmee niet belasten.
Ambivalentie in de zaal, en daarna in de gesprekken in het café. Er is geen schone bezetting, heeft Shaul gezegd, een bezetting is altijd vuil – maar waarom daar dan wel aan meewerken is een vraag uit de zaal. Ja maar, zeggen anderen, juist omdat hij niet een pacifist is, of iemand die elke oorlog en elke bezetting afwijst, heeft wat de groep doet zo’n impact. Dat effect zouden ze niet hebben als ze zich volledig distantieerden.
We worden het niet eens. Maar fascinerend was het wel, en dat Breaking the silence bestaat uit mannen die niet laf zijn was ook duidelijk.
Het boekje met de Nederlandse vertaling van de getuigenissen is trouwens gratis te krijgen bij ICCO, mail naar infi@icco en vraag om het boekje De stilte doorbroken.
bedankt voor dit verslag, Anja! Christine wees de weg, helaas waren we verhinderd, hij was/is vanavond in Maastricht… maar Frances Scarrott, de enige Woman in Black van Maastricht (ze stond ook vandaag weer met spandoek achter het stadhuis van Maastricht) ging wel en ze zal ongetwijfeld ook veel te vertellen hebben morgen 🙂
het is inderdaad erg moedig wat mannen als Yehuda Shaul en ook Avichai Sharon doen. en ze zullen verscheurd zijn, binnenin.
vrouwenperspectief wordt geboden door Avigail Abarbanel
http://www.avigailabarbanel.me.uk/new.html die ook in het leger gediend heeft en Israel de rug toekeerde.