Gonzo en andere poezen (3)

img175.jpg
(Foto: Max – rechts – met Anja Meulenbelt, foto Bert Nienhuis. Lang geleden)

Max was absoluut de zonnigste poes waar ik ooit mee samenleefde.

Ook katten hebben een karakter, niet alleen een karakter dat alle katten delen, maar daar bovenop nog een eigenzinnige persoonlijkheid. Ik had ook eens een poes die altijd sjagerijnig was, de domme dochter van mijn geweldige Saartje. Poe. Altijd klagen en zeuren, altijd verongelijkt, was ik een paar dagen weg dan ging ze ostentatief met haar kont naar me toe zitten – denk maar niet dat ik jou nog ken – en toen werd ze ook nog dement. Ik wist niet dat poezen dement konden worden tot Poe het werd. Ze wist niet meer waar ze haar drolletjes moest laten, dus die vond ik overal wat in de verte nog een associatie opriep met het idee ‘bak’, en je hebt geen idee met hoeveel voorwerpen dat kan; de omgekeerde dekstel van de schrijfmachine (die tijd was dat), de gootsteen, een schoen. Op het laatst zat ze sikkeneurig en zo ongemakkelijk mogelijk op het gasstel met haar neus tegen de muur aan met een aura van wat ben ik toch ontzettend verwaarloosd en niemand houdt van me. Toen ze ook nog in haar eigen pis lag ben ik met haar naar dokkie dokkie gegaan, die zei, ach ja, als ze hun waardigheid kwijt zijn is er van een poes niet veel meer over. Het is de enige poes die ik in mijn armen op een wolkje van iets als poezenmorfine naar de hemel heb zien vertrekken. Met een beetje schuldgevoel dat ik haar eigenlijk niet zo mistte, het stuk verdriet.

Dan Max. Ik ging een kleine poes halen bij de vriendin van de schoondochter van mijn verloofde, en dat bleek bij Willeke van Ammelrooy en Marco Bakker te zijn. Saartje kwam uit de literatuur, van het geslacht Romein-Verschoor, en nu een poes uit de showbizz, weer eens wat anders. Toen ik het erf opliep kwam er een klein oranje katertje naar me toegelopen die voor mijn voeten op zijn hurkjes ging zitten en zonnig naar mij opkeek. Nou, dat was ‘m dus, die andere poezen hoefde ik niet eens meer te zien, en ook was het meteen duidelijk dat hij Max heette. Later kwam ik in een feministisch boek over poezen – Cats and their women – nog twee oranje katers tegen die ook Max heetten. Dat is dus een geheim gezelschap from outer space, maar verder heb ik van enige machtovername niets kunnen merken.

Max was vooral een poes vol vertrouwen in de mensheid. Je mocht alles met hem doen. Je kon hem opvouwen en in je tas stoppen, je kon hem als bontmuts op je hoofd zetten. Hij vond alles even leuk. ’s Nachts wenste hij het liefst in mijn linkeroksel te slapen, op zijn rug met zijn poten in de lucht. Als ik lag wierp hij zijn dikke lijf in mijn armen, en dan moest ik hem aan zijn poten zo sjorren dat hij lekker lag. Dan zuchtte hij diep en innig gelukkig, spinde even en viel zachtjes ronkend in slaap. Pas als hij diep in slaap was kon ik voorzichtig mijn arm onder hem vandaan trekken en me zelf op mijn zij rollen, maar zo moest het. Elke dag.

Max kon een kunstje. Hij sprong een gat in de lucht. Echt. Voor mijn voeten kon hij van geluk opeens een sprong omhoog doen, niet ergens heen, gewoon omhoog de lucht in, en dan moest ik hem opvangen. Zo vol van vertrouwen was Max dat hij er nooit aan dacht wat hij moest doen als ik hem niet zou vangen, want over weer neerkomen dacht hij niet na. Hij rekende geheel op mij. Dat ging dus wel eens mis, want hij keek nooit of ik een kopje thee of koffie in mijn handen hield. Thee over Max heen en hij met een akelige plof op de grond. Het weerhield hem er niet van om het de volgende keer weer te doen. Ik hield er zoveel mogelijk rekening mee dat er op elk moment zomaar een oranje raket voor mij de lucht in zou schieten, en dat ik maar beter wat ik in mijn handen had kon laten vallen als het van papier was. Een keer was dat een glas jenever. Dat ging dus over Max heen. Weer naar beneden gevallen begon hij zijn natte poot af te likken, en toen heb ik hem toch vies zien kijken, huuuu! Wat een goor spul! Onder de kraan heb ik de jenever van hem af gewassen. Toen hij oud en dik werd lukte de sprong steeds minder goed, en vaak sprong hij niet meer hoog genoeg om hem op tijd op te vangen. Af en toe zag je hem nog een aanstalt maken, even wiebelen met zijn kont, even omhoog kijken naar mij, en dan zag je hem denken: ach, laat ook maar.

Toen mijn vader ernstig ziek was en niet lang meer te leven had, heb ik even niet zo op hem gelet. Maar ik kwam ’s avonds thuis en ik zag dat hij op de grond lag, en niet zoals anders naar me toe kon komen omdat zijn poten het niet meer deden. Max in een dekentje, taxi, met Max naar de noodhulp. In de taxi lag hij in mijn armen, alsof het weer helemaal als vanouds was, op zijn rug lief en vol vertrouwen naar me op te kijken. De dokter schudde haar hoofd. Dat zag er niet best uit. Max bleef achter, en ik stond midden in de nacht met een dekentje en zonder poes op straat.
Om twee uur ’s nachts belden ze: Max was doodgegaan. Die ochtend overleed ook mijn vader. In mijn herinnering werd het één verdriet.

Maar we zijn nog niet bij de verwekking van Gonzo en Lassie.
Morgen.

4 gedachten over “Gonzo en andere poezen (3)

  1. Ja, Max heeft het erg naar zijn zin. Het meest spectaculaire wat hij doet – behalve als een echte Max vol vertrouwen op zijn rug gaan liggen en heel hard snorren – is voetballen. Echt. Met een echte voetbal. Erachteraan, erbovenop, met de bal meerollen en ‘m dan grommend te pakken nemen. Nog nooit gezien, zoiets. Geweldig.

  2. Mijn moeder heeft een poes die nu erg ziek is. De kat is ruim 14 jaar oud. De kat heeft een tumor in de buik, bij de lymfeklieren. Het was al uitgezaaid. Twee weken ervoor had ze nog een algemene inspectie (zoals elk jaar) gehad en was ze nog in orde. Maar een tumor bij de lymfeklieren kan heel snel gaan. Door de uitgezaaide tumor heeft ze nu heel veel vocht in de buik. We laten de poes morgenochtend inslapen. Morgenochtend komt de dierenarts bij m’n moeder thuis om de poes te laten inslapen. Daarna brengen we de poes naar Rhenen, waar we haar op een dierenkerkhofje begraven.

    De kat is ruim 14, is altijd gezond geweest en heeft gelukkig een fijn leven gehad en een gezegende leeftijd bereikt. Toch zal ik de poes heel erg gaan missen. De poes is toch een “maatje” geworden na al die jaren.

    Heel veel sterkte met het verlies van je kat Anja.

    groeten van Rene

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *