Jody MacIntyre is een activist in een rolstoel. Een Brit, woont al drie maanden in Bilin en demonstreert wekelijks mee tegen de muur. Hij heeft een eigen weblog: Life on Wheels, hier (English)
Hij maakte een interview met Ahmed A. Khatib, een inwoner van Bilin, die vertelt hoe hij overtuigd raakte dat geweldloos verzet beter is. English, hier. Ik heb het vertaald, met dank aan Electronic Intifada.
Geloven in geweldloos verzet.
Mijn naam is Ahmed A.Khatib. Ik ben 32 jaar, getrouwd, en heb vier kinderen. Ik woon in het dorp Bilin, waar ik werk op het boerenbedrijf van mijn familie.
Toen Israel hier de muur begon te bouwen in 2005 werkte ik voor de al-Aqsa Meartelaars Brigade verzetsgroep, de militaire vleugel van de Fatah partij. Toen het begon gingen onze dorpsgenoten naar ons land niet om zich ’te verzetten’ maar gewoon om te kijken wat de Israelische soldaten daar aan het doen waren. We hadden geen plannen, er was nog niet zoiets als ‘demonstraties’, er was geen organisatie. We waren alleen nieuwsgierig waarom die vreemdelingen bezig waren om onze olijfplantages te stelen. Dus eigenlijk is ons volksverzet begonnen door gewone mensen die wilden zien wat er met hun land gebeurde.
Maar toen de bedoelingen van Israel steeds duidelijker weren, besloten de mensen van mijn dorp dat het beste was om een volkscomité op te richten. Na een paar bijeenkomsten besloten we dat we aan een campagne van geweldloos verzet zouden beginnen, naar voorbeeld van het dorp Budrus dat er in geslaagd was om de loop van de muur te veranderen. (hier) Eerst dacht ik dat het een grap was – er zijn vrienden van mij gedood, vrienden die in de gevangenis zitten. Ik was gewend om me tegen de bezetting te verzetten met een geweer in de hand, dus het was moeilijk voor mij om te geloven dat we ooit ons land terug zouden krijgen op een geweldloze manier.
Maar wij zijn boeren, eenvoudige mensen, die vechten tegen de op drie na grootste militaire macht ter wereld. Als je er over nadenkt: in Bilin wonen anderhalf duizend mensen, de helft daarvan zijn vrouwen plus een paar honderd kinderen en misschien 50 oude mannen. Er zijn niet zoveel mensen met wie je een gewapende strijd tegen het Israëlische leger kunt beginnen.
Bij onze eerste demonstratie had het leger echt geen idee wat ze met ons moesten beginnen? Omdat we kwamen als ongewapende burgers hadden ze geen excuus meer om op ons te schieten. In plaats daarvan gebruikten ze hun wapens om op ons in te slaan. Vroeger dacht ik niet dat de Israelische en internationale activisten echt iets konden doen om ons te helpen, maar nu zag ik hoe ze zich opwierpen als menselijk schild, om de klappen voor ons Palestijnen op te vangen. Toen we teruggingen naar het dorp bleek dat iedereen gehavend was – iedereen was gewond. Het was een prachtig gevoel om zoveel solidariteit mee te maken, hoewel ik nog steeds sceptisch stond tegenover het idee van geweldloos verzet.
Maar toen zagen we steeds vaker de naam van ons dorp en foto’s over onze demonstraties opduiken in de media, en mensen die zeiden dat het toch wat was dat die gewone boeren in opstand kwamen tegen dat wrede leger.
Bij elke demonstratie begon ik meer te geloven in het idee van geweldloos verzet. Maar dat maakte wel dat mijn relatie met mijn vrienden van al-Aqsa onder druk kwam te staan. Ik probeerde hen te overtuigen van de voordelen van deze nieuwe methode. Sommigen wilden wel luisteren; dit was de tijd dat Abu Mazen (Mahmoud Abbas, de president van het Palestijnse Gezag) de verkiezing had gewonnen, en een wapenstilstand had afgesproken met Israël, en de mensen dachten dat het misschiend e goede kant opging.
Toen wij begonnen met onze strijd in Bilin, zei de al-Aqsa vleugel nog dat ze naar ons dorp zouden komen en het Israëlische leger zouden verslaan. Maar ik ging naar ze toe en zei dat ze zich er niet mee mochten bemoeien – dit was onze beslissing, onze strijd, en wij gingen naar de demonstraties met onze vrouwen en onze kinderen – en ze luisterden naar me.
Na een paar demonstraties begon de Israëlische bezettingsmacht met het arresteren van mensen van de al-Aqsa brigade, en die vertelden de Shabak (de Israëlische geheime dienst, die ook martelt om bekentenissen af te dwingen) dat ik geholpen had met het smokkelen van wapens. Het leger voel het dorp binnen op 29 oktober 2006, vier dagen nadat Hamas een Israëlische soldaat krijgsgevangen had gemaakt.
Op die dag was er een Israelische taxichauffeur gekidnapt, en toen ik de soldaten bij mijn huis zag staan dacht ik dat ze naar hem zochten. Ik dacht er geen moment aan dat ze kwamen om mij te arresteren, want ik was al een hele tijd niet meer bij de al-Aqsa brigade. Toen ik met die soldaten binnen zat bood ik ze nog thee aan, maar ze zeiden dat ze dienst hadden. Ze lieten me wel mijn sigaret roken, en ze zeiden dat ze veel huizen hadden onderzocht, dus ik ontspande al een beetje. Maar na tien minuten zeiden ze dat ik me gereed moest maken, omdat de Shabak er aan kwam om me te arresteren.
Ik zat 13 maanden in de gevangenis, maar ik ben daar niet door veranderd. Ik was al van idee veranderd voordat ik werd gearresteerd.
Ik zat de eerste maand in de gevangenis in Ramle, maar ook de 20 politici van Hamas zaten, die op dezelfde avond waren gearresteerd als ik. Hoewel we in verschillende cellen zaten, zagen we elkaar toch elke dag. Toen ze hoorden dat ik uit Bilin kwam, begonnen ze me vragen te stellen over onze strijd – ik wist dat Hamas daar in het begin niet voor was, dus ik begon uit te leggen waarom we over gegaan waren op geweldloos verzet, en hoe de Israëli’s en internationalen ons hielpen en hun ervaring konden gebruiken om hun eigen regeringen onder druk te zetten. Tegen de tijd dat ik klaar was, beloofden ze me dat ze als ze eenmaal vrij waren onze strijd in Bilin zouden ondersteunen.
Voor mij was het een geweldige persoonlijke overwinning dat het me gelukt was om die belangrijke leiders te overtuigen, dus ik begon tegen al mijn vrienden in de gevangenis te praten over geweldloos verzet. Elke zaterdag kregen we in de gevangenis kranten, en het was afgesproken dat ik, Ahmed Khatib ze altijd als eerste mocht lezen, zodat ik de verslagen kon zien van onze protestdemonstraties van elke vrijdag in mijn dorp. Ook zag ik Bilin live op Al-Jazeera: ik kon haast niet geloven dat mijn vrienden op de televisie waren! Dat sterkte me allemaal in mijn overtuiging, soms dacht ik, waarom zitten we hier met 2000 Palestijnse gevangenen, misschien kan het geweldloze verzet ons ook op een goede dag komen bevrijden?
Ze hadden me tot 28 maanden veroordeeld, maar het was mijn lot dat ik na 13 maanden werd vrijgelaten, samen met 250 andere gevangenen, toen Abbas en premier Olmert het eens werden over een uitruil van gevangenen.
Korte tijd nadat ik was vrijgelaten gaf het Israëlische Hooggerechtshof het bevel om de route van de muur bij Bilin te veranderen. Toen ik dat hoorde was ik zo gelukkig als ik nog nooit was geweest behalve op twee andere momenten: toen mijn eerste kind werd geboren, en toen ik mijn naam hoorde toen de lijst werd voorgelezen van gevangenen die werden vrijgelaten. Ik was zo blij dat ik naar de moskee van het dorp rende en over de luidsprekers over onze overwinning vertelde! Er kwam muziek, en we begonnen te dansen in de straten, en al onze vrienden kwamen toen ze hoorden wat er was gebeurd.
Zonder dat we dat gepland hadden hielden we een spontane demonstratie bij de muur, en gooiden snoepjes naar de soldaten. Die werden erg zenuwachtig van ons.
Ik voelde me fantastisch, we hadden gewonnen, en dit was een overwinning niet alleen voor ons, maar voor iedereen die naar Bilin was gekomen. Ik dacht echt dat onze ervaring ook de andere dorpen zou inspireren, en dat we een symbool zouden worden, een aansporing voor de hele wereld om voor vrede te vechten.
Maar langzamerhand ontwaakte ik uit mijn droom. Twee jaar laten was onze situatie nog niet verbeterd. Wat mij betreft, ik zal nooit meer terug gaan naar het gewapende verzet, want ik heb nu een gezin om voor te zorgen. Maar ik zie het hele dorp als mijn familie, en ik wel echt dat het goed met hen gaat, ik wil dat de muur wordt vernietigd, and dat de mensen van Bilin terug kunnen keren naar hun land. Ik wacht nog steeds op dat moment.
Helaas is het de tactiek van Israël die juist het gewapende verzet oproept. Ze weigeren om de elf duizend gevangenen vrij te laten die weg zitten te rotten in de Israëlische gevangenissen, maar als er één Israëlische soldaat gevangen wordt genomen kunnen ze opeens wel onderhandelen. Hoe kan ik de moeders van al die gedode martelaren en van mannen die gevangen zitten dan overtuigen dat geweldloos verzet de beste weg voorwaarts is?
In mijn hart weet ik dat geweldloos verzet de enige weg voorwaarts is voor ons volk. Vanuit mijn kleine dorp Bilin hoop ik dat onze acties een voorbeeld zijn voor anderen.