Frantz Fanon Actueel (2)

afanon-33-of-1.jpg
(Khadija Arib)

Op het symposium “Uitsluiting maakt ziek” sprak Khadija Arib. Tweede Kamerlid voor de SP sorry, de PvdA. Schrijfster van “Couscous op zondag”. Niet voor niets dat ze een van de weinige politici is die ik vaak tegenkom bij bijeenkomsten waar ik graag naar toe ga. Het beeld dat Nederland een tolerant land is mag wel een beetje worden genuanceerd, zei zij. Het klimaat is verhard. De aanleidingen weten we ook: 9/11, en de moord op Van Gogh. Maar de vraag is eigenlijk of dat beeld van tolerantie ooit echt geklopt heeft, is Nederland niet altijd al een tamelijk gesloten samenleving geweest? Was er niet altijd al een latente afwijzing van de Ander?

Arib woont al dertig jaar in Nederland. Erg veel “geintegreerder” zul je ze niet tegenkomen. Toch stond ook zij plotseling onder verdenking van een gebrek aan loyaliteit omdat ze naast een Nederlands ook een Marokkaans paspoort heeft.

Als mensen niet als volwaardig worden gezien, en niet voldoende kunnen participeren heeft dat veel gevolgen. Kijk naar de arbeidsmarkt, zei ze. En wat doet het met de kinderen die voortdurend op hun afkomst worden aangesproken, collectief worden beoordeeld en soms ook als lid van een groep, niet als individu, met de nek worden aangekeken. Wat betekent het voor hen wanneer ze worden gezien als onderdeel van een ‘Arabische tijdbom’? Leren kinderen dat ze een gevaar zijn voor de samenleving? Het is funest voor het zelfbeeld van die kinderen. En is het dan vreemd dat allochtonen een groter gevaar lopen op psychische problemen dan autochtonen?

In de politiek is uitsluiting van mensen geen populair onderwerp, zegt Arib, en daar ben ik het erg met haar eens. We hebben het er vaak over dat de problemen ‘benoemd’ moeten worden, maar dan zeker vooral de problemen die veroorzaakt zouden worden door de migranten, en niet die aan de kant van de autochtonen. Wanneer migranten het willen hebben over uitsluiting wordt hen al snel gezegd dat ze niet moeten blijven steken in een slachtofferrol. Dus, zegt Arib, is ze blij met een zaal vol mensen die zich niet zoveel aantrekken van de Haagse politiek en het onderwerp wel aandurven.

afanon-2-of-1.jpg
(Ieme van der Poel)

Ieme van der Poel is hoogleraar franse letterkunde – het is leuk dat de organisatoren sprekers hebben aangetrokken die niet uit hun eigen vakgebied komen. Zij houdt zich onder andere bezig met vergelijkend onderzoek naar de nieuwe literatuur van schrijvers met een Marokkaanse achtergrond. En ook zij kan dus iets vertellen over de mechanismen van uitsluiting. Het einde van het kolonialisme betekent nog niet het einde van de koloniale verhoudingen, zegt ze, en dat zie je terug in de relatie tussen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ in Nederland. Ook al zijn noch Turkije, noch Marokko Nederlandse koloniën geweest, toch zien we nog steeds diezelfde houding: de voormalige gekoloniseerde wordt gereduceerd tot ‘ras’, en de blanke blijft zich superieur voelen. En, ze volgt daarin de denker Achille Mbembe (On the postcolony, 2001), de witte en de zwarte mens zitten gevangen – niet alleen moet de witte de zwarte erkennen, maar de zwarte moet een actieve rol op zich nemen. Dit is wat Fanon ontdekte: hij was al arts, hij sprak Frans, je hoeft maar iets te doen om wantrouwen op te roepen en je bent opnieuw voornamelijk een zwarte.

Wat we zien in Nederland, dat het juist is wanneer de migrant geintegreerd is ze meer gewantrouwd worden, dan wanneer ze nog herkenbaar zijn als Anders. Iemand in een boerka is kennelijk niet zo eng als iemand als Khadija Arib, die te veel op ‘ons’ begint te lijken: westerse kleding, politiek actief. We zien even een fragment uit Pauw en Witteman. Daar zit de – ja: Nederlandse schrijver Hafid Bouazza, die al een aantal romans en enkele prijzen op zijn naam heft staan, en wat zegt Witteman? “Je schrijft beter Nederlands dan menig Nederlander”.
Het wil nog niet doordringen: Bouazza is Nederlander.

afanon-3-of-1.jpg
(Alice Cherki)

afanon-10-of-1.jpg
(Claire Mestre)

afanon-7-of-1.jpg
(Taieb Ferradji)

Er zijn meer sprekers, onder andere een paar franstalige. Het is mooi dat Alice Cherki er is, een psychiater en psychoanalytica die nog met Fanon heeft samengewerkt. Ze heeft een portret over hem geschreven dat ik ga lezen. Ik had moeite de lezing te volgen: mijn Frans is slecht, en de lezing werd zin voor zin vertaald. Wanneer iemand te snel spreekt is het moeilijk te volgen, maar wanneer iemand te langzaam spreekt ook- het bleven brokstukken, ik kreeg de draad niet te pakken. Dat gold ook de lezingen van Taieb Ferradji en Claire Mestre. De organisatie heeft beloofd de vertalingen van de lezingen op te sturen en daar reken ik dan op.

afanon-14-of-1.jpg
(Ron Dotsch)

Een voor mij erg interessante lezing van Ron Dotsch, over de invloed van onbewuste vooroordelen, ik kom daar nog apart op terug, want dat is een heel verhaal waar ik ook veel associaties bij had.

afanon-1-of-1.jpg
(Glenn Helberg)

Glenn Helberg, jeugdpsychiater, oorspronkelijk afkomstig van Curaçao. We hebben het in de hulpverlening niet over het post-kolonialisme, zei hij. Terwijl de politieke beslissingen grote invloed hadden op de golven van migratie naar Nederland – de komst van Nederlands-Indiërs en Molukkers en vervolgens de Surinaamse onafhankelijkheid die een grote groep Surinamers naar Nederland bracht – er wordt wel gekeken naar de gevolgen voor de ontvangende samenleving, maar nog veel te weinig naar de gevolgen voor de migranten zelf. Pas in de jaren tachtig ontstond in de GGZ enige belangstelling voor de migranten, die in het land van herkomst nooit een besef hoefden te ontwikkelen dat ze ‘zwart’ waren, en hoe daarop in het nieuwe land gereageerd zou worden. En nu zijn er in Nederland nog steeds mensen die denken dat ze terug kunnen naar het Nederland van voor de migratiegolven – terug naar de ‘Nederlandse identiteit’, en dan vergeten dat dat nooit één identiteit was, maar gekoppeld aan verschillende zuilen – die ook niet meer terugkomen.

Ook Helberg heeft het over wat het doet met mensen die ‘anders’ zijn wat ze moeten doen om geaccepteerd te worden. Wanneer lukt het om niet meer gezien te worden als vreemdeling? Moet je daar je eigen gewoontes voor verloochenen? En hoe kun je ooit ‘wit’ worden als iedereen je als het er op aan komt toch als ‘zwart’ blijft zien? Philomena Essed heeft jaren geleden als een van de eersten geschreven over de subtiele uitsluitingsmechanismen, het ‘Alledaags racisme”.

Ook Helberg heeft dat meegemaakt, toen een patient naar hem werd doorverwezen, een gekleurde man van middelbare leeftijd, en hij in het verwijzingsrapport als analyse kon lezen ‘dat het bloed kroop waar het niet gaan kon’.

afanon-8-of-1.jpg
(rechts Ronald May)

Ik moest bij Helbergs lezing erg denken aan de tijd dat we op het IVABO naast vrouwengroepen veel werkten met zwarte en witte groepen, en ik veel werd geconfronteerd met de onbewuste houding van witte hulpverleners als ze met een patiënt werkten die uit een andere cultuur afkomstig was, twee fouten zag je: de ene was om ‘kleurenblind’ te worden, en te doen alsof de verschillende etnische achtergrond er helemaal niet toe deed – ‘we zijn toch allemaal gewoon mensen’, en de andere was om alleen maar verschil te zien, en te vergeten dat we toch altijd als mensen nog meer met elkaar gemeenschappelijk hebben dan van elkaar verschillen. De grote kunst was de balans, de verschillen niet te ontkennen, en ze ook niet groter te maken dan ze waren. En vooral: om vragen te stellen en bereid te zijn je eigen vooroordelen te onderzoeken. Op het symposium kwam ik ook Ronald May weer tegen, die toen docent was op de zwarte groep toen ik les gaf aan de vrouwen, en we veel uitwisselden – eens hadden we nog een project “zwart – en hoe zit het nou met wit?” want dit was toen wel duidelijk en lijkt nu opnieuw heruitgevonden te moeten worden: in de dynamiek tussen wit en zwart of autochtoon en allochtoon is er sprake van ongelijkheid die niet ontkend kan worden, en heeft ook de witte kant werk aan de winkel. Ik weet het, dat is tegenwoordig geen populair thema meer.

Glenn Helberg: In dit thema ben ik zowel onderzoeker als onderzochte. Wij moeten de wereld laten weten: dit is wat jullie doen met onze kinderen.

afanon-12-of-1.jpg
(Hakim Traida)

Tussentijds kwam Hakim Traidia ons vermaken. Weten jullie wat het verschil is tussen een gek en iemand die normaal is? Een gek denkt dat 2 plus 2 = 5, en is daar heel gelukkig mee, en iemand die normaal is weet dat 2 + 2 = 4, en die baalt ervan.

afanon-13-of-1.jpg

Veel discussie tussendoor en na afloop. Veel plannen en ideeën over hoe dit initiatief voortgezet zou kunnen worden. Ik denk echt dat deze mensen, met al hun ervaring over wat migratie werkelijk betekent, veel meer van zich moeten laten horen. Ik werk er graag aan mee.

(wordt nog vervolgd met een stuk over het werk van Ron Dotsch)

En hier nog een zwik foto’s:

afanon-31-of-1.jpg

afanon-30-of-1.jpg

afanon-28-of-1.jpg

afanon-32-of-1.jpg

afanon-27-of-1.jpg

afanon-26-of-1.jpg

afanon-25-of-1.jpg

afanon-24-of-1.jpg

afanon-11-of-1.jpg

afanon-9-of-1.jpg

afanon-6-of-1.jpg

afanon-23-of-1.jpg

afanon-22-of-1.jpg

afanon-20-of-1.jpg

afanon-19-of-1.jpg

afanon-18-of-1.jpg

afanon-21-of-1.jpg

afanon-17-of-1.jpg

afanon-16-of-1.jpg

afanon-15-of-1.jpg

afanon-29-of-1.jpg

19 gedachten over “Frantz Fanon Actueel (2)

  1. Lieve Anja,

    Wat een prachtige foto’s. En natuurlijk het verslag. Wat fijn dat anderen die er niet bij konden zijn via jouw verslagen kunnen lezen over dit belangrijke congres. We gaan op de een of andere manier een vervolg hieraan geven en wat mij betreft het vooral op de praktijk toespitsen.

    Veel dank voor jouw aanwezigheid en maximale betrokkenheid. Ik hoop dat we de toespraken van Jb Cohen en Khadija arib kunnen ontvangen en verder verspreiden, lieve groet, ronald

  2. (1) (2) (3) Tsjonge, werd ik daar even vrolijk betrapt op iets tussen wishful thinking en een freudiaanse Fehlleistung in! Het is dat Khadija natuurlijk weet dat het uit mijn koker komende nooit als een belediging bedoeld kan zijn dat ik tikte dat ze in de SP zit.
    Khadija Arib is lid Tweede Kamer voor de PvdA.
    Uiteraard.

  3. (4) Ik blijf er graag bij betrokken, Ronald, en wij gaan nog een keer herinneringen ophalen en solidair samenzweren als vanouds. Want ik geloof echt dat al die ervaringen van toen met enige vertaling ook nu nog van belang zijn. Daarom was ik ook zo opgetogen.

  4. Uitsluiting is een probleem van alle tijden. Het gaat erom dat veel mensen niet kunnen hebben dat een ander, anders is. Ook autochtonen onderling gunnen elkaar soms niets. Het lijkt veel op het pestprobleem. Verbieden helpt niet, wel aandacht aan besteden zou ik zeggen, er over praten met elkaar. Dat betekend dat je ook over je houding en gedrag wil praten.

  5. Dat uitsluiting een probleem is van alle tijden is een gemeenplaats waar je niet veel mee opschiet, Nico. Het is een gegeven dat de ene periode aanzienlijk erger is dan de andere, en dat sommige mensen erg veel meer last hebben van het ‘anders’ zijn van anderen dan anderen. Dus is het interessant om te begrijpen hoe dat komt. ‘Verbieden’ helpt in zoverre dat we, zoals Cohen al aangaf, wel wetten hebben waar iedereen zich aan heeft te houden. En verder is het inderdaad een kwestie van bewustwording, we hebben dat in de jaren tachtig al eens uitgebreid meegemaakt. Zomaar een beetje praten helpt niet erg, al is het beter dan niks, daar kom ik nog op. En dat het zou helpen als ook autochtonen bereid zouden zijn om eens over houding en gedrag na te denken, dat is een waarheid als een koe. Alleen is dat nou juist waar het aan de islamofobe rechterkant chronisch aan ontbreekt – aan inlevingsvermogen of misschien moeten we zeggen inlevingsbereidheid. En aan zelfreflectie. Hoe je daar wat aan kunt doen, dat zou ik ook wel willen weten.

  6. Beste Anja,

    Dank voor de beide verslagen van de conferentie nav Frantz Fanon. Ik had er graag bij geweest, maar was de aankondiging helaas nergens tegen gekomen. Dit zijn belangrijke tegengeluiden in het “Nieuwe Nederlanders” debat, en mijns inziens ook van groot belang voor de jeugdzorg (mijn eigen werkveld).

    Een belangrijke vraag rest me, echter… HOE kunnen we dit soort geluiden VEEL grootser over het (media)voetlicht brengen? Nu krijg ik – je verslagen en de reacties daarop lezende – toch nog veel te sterk het ‘praten voor eigen parochie’-gevoel. Mooi dat wij het allemaal voor een groot deel eens zijn over het blang van dit soort geluiden, maar wat nu verder…??

    Hartelijke groet,

    Meindert Schaap,
    Manager Jeugdzorg, Kinder- en jeugdpsycholoog,
    http://www.jeugdzorg.web-log.nl
    http://www.streetkids-SRH.org
    ..

  7. (9) Graag gedaan, Guy. Het is voor mij altijd een manier om nog even te verwerken wat ik allemaal heb gehoord, en al die indrukken te ordenen. En ik meende het echt dat ik vind dat de hulpverleners, en al helemaal die die zich bezig houden met migratie en ‘diversiteit’ meer van zich moeten laten horen. Er komen op dit weblog gemiddeld drieduizend mensen per dag. Ik kreeg nu al reacties van mensen die zeiden: we wisten niet dat dat symposium er was, we waren er graag bij geweest.
    Er valt nog een wereld te winnen.
    Dus ik hoop dat er een vorm gevonden wordt om dit initiatief voort te zetten.
    Ik werk daar graag aan mee.

    (10) Is ook mijn vraag, Meindert. Ik weet dat er voor dit symposium maar een beperkt aantal plaatsen was, en zoiets doe je voor een eerste keer ook niet met duizend mensen. Ik weet dat er over wordt nagedacht hoe dit initiatief voortgezet kan worden, en hoe er meer van naar buiten kan komen. Nu ben ik een groot aanhanger van de eigen parochie, hoor, want daar begint alles mee. Maar als de parochie een beetje op orde is, is er meer te doen.
    Ik denk dat je op dit weblog nog wel meer zult horen over een vervolg.
    Ondertussen komt nog het laatste deel van deze reportage.
    En wil ik als ik Fanon weer eens heb herlezen terugkomen op de vraag wat we wel en wat niet aan zijn denken hebben.

  8. Beste Anja,

    Het verkeerde van dat fragment van Pauw & Witteman en Hafid Bouazza begrijp ik eigenlijk niet.

    Hafid Bouazza is in 1970 geboren in Oujda, Marokko en in 1977 met zijn ouders meegekomen naar Nederland. Dan is Nederlands toch voor hem een tweede taal? Dat hij deze taal perfect beheerst – beter dan de meeste in Nederland geboren Nederlanders van Nederlandse ouders – is dan toch niet vanzelfsprekend en zeker een compliment waard?
    Wat heeft het er mee te maken dat hij ook ‘Nederlander’ is in de zin van Nederlands staatsburger en deelnemer aan de Nederlandse samenleving?

  9. Dat jij niet snapt waarom vrijwel de gehele zaal mensen in lachen uitbarstte is precies het probleem, Ton. Iemand heeft al prijzen gewonnen voor zijn literatuur, en nog wordt ie gecomplimenteerd alsof ie zo uit de bush komt. Door iemand die zelf niet in de verste verte ooit een literaire prijs zou winnen. Komt nog niet aan, he?

  10. Zoooooo herkenbaar!
    Ik woon al 26 van mijn 30 jarige leven in Nederland. Ik heb gestudeerd en ben getrouwd met een autochtoon. Hoe geintegreerd ik ook ben, het schijnt niet genoeg te zijn. Dit gevoel heerst bij velen net als ik. Alle nederlandse tradities doe ik mee. Ik vier kerst, pasen, eet om zes uur en nog ontelbare van dit soort dingen. Toch word ik anders behandeld. Dit wordt duidelijker, zodra ik mijn recht wil halen. Het wordt mij duidelijk gemaakt non- verbaal en soms zelfs verbaal dat ik blij mag zijn hier te zijn en eigenlijk niet moet zeuren. Nou wordt mij weleens gevraagd door autochtonen of ik word gediscrimineer. Wanneer ik hier bevestigend op reageer, wordt mij verweten dat ‘wij’heel snel denken gediscrimineerd te worden. Dat ‘wij’in een slachtofferrol zitten. volgens deze mensen is het zeker dat wij op dezelfde manier worden behandeld als zij. Alleen vergeten ze even dat zij niet hoeven mee te maken dat hun kind niet bij ze komt met vragen als; ‘ben ik een marokkaan?’ of ‘waarom zijn marokkanen slecht’. Hartverscheurend! Ik kan dan wel janken. Geen ouder wil dat zijn/ haar kind groot wordt met het idee weggezet te worden als slecht omdat je er niet bij hoort. Waarom leren deze zelfde ouders wel hun kinderen zo andere kinderen te behandelen. Mijn hele leven hier in nederland tot drie jaar geleden, heb ik gedacht; dit is mijn land en hier wil ik mijn kinderen groot brengen. Bijdragen aan onze samenleving. Ik dacht; het gaat goed met ons, beter dan met onze ouders. Ontwikkeling is waar het om gaat. Helaas is daar niets meer van over dan hoop dat het beter wordt, wanhoop, frustratie(voornamelijk naar de niet zo slimme medemens, die op de pvv stemt), boosheid en vooral verdriet, heel veel verdriet. Wat moeten we nu? Mijn (marokkaanse) broers worden slecht behandeld. Behandeld als paria. Ze hebben al hun vader verloren aan de manier hoe nederland is omgegaan met hem. Ze hebben allemaal gestudeerd, allemaal een baan. Ze hebben allemaal een goed hart en heel veel hoop, maar toch zie ik het verdriet en de wanhoop in hun ogen. Ze zijn teleurgesteld en voelen zich verraden. Ik zit er middenin en kan zo boos worden op mensen die een groep zien als gevaar of raar. Helaas hebben wij niet het podium om hier tegen te spreken en te schreeuwen; ‘wij zijn net als jij bent!!!!’. Daarom hierbij mijn dank dat jij als ongelooflijk betrokken mens voor ons opkomt. Als ik hoop nodig heb, dan denk ik aan mensen zoals jij. Die ons en ons verdriet echt zien!

    Sandy(alias)

  11. Lieve Sandy, ik heb je verhaal ook geplaatst bij een post van vandaag, zo dat meer mensen het lezen. Ik hoop dat je dat goed vindt. En heel erg bedankt.

  12. Het zou niet nodig moeten zijn dat ik bedankt wordt, Sandy. Het zou zo normaal moeten zijn dat er naar mensen als jij geluisterd wordt, en dat je verhaal serieus wordt genomen!
    Het beste,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *