Dat de mensen die te vuur en te zwaard Israël verdedigen, ongeacht gepleegd onrecht, schendingen van mensenrechten en internationaal recht, en een barbaars beleid tegenover de Palestijnen niet blij zouden zijn met het Kairos rapport van Palestijnse christenen was nogal voorspelbaar. Dat Rabbijn Evers die in de vernoemde categorie valt ook van zich zou laten horen was ook al te voorzien. Rabbijn Evers ontkent dat er in Palestina/Israel sprake is van bezetting, met een simpele redenering: wat je bezit al is kun je niet bezetten, en heel Groot-Israël, inclusief het stuk van het land waar nog Palestijnen wonen is nu eenmaal van de joden. Is het nog de moeite om die verstokte aanhangers van ‘eigen volk eerst’ nog van repliek te dienen? De aanbidders van een God die voor etnische zuivering zou zijn, als het maar de gojim zijn die worden verdreven? Misschien toch: omdat ze ook nog vaak de gewoonte hebben om te doen alsof ze namens alle joden spreken. En dat is, goddank, niet waar. Jaap Hamburger, van Een Ander Joods Geluid vond het de moeite om een repliek te formuleren.
Het artikel van rabbijn Evers, hier.
Kritiek Evers op Kairos-document niet legitiem
25-12-2009
Rabbijn Raphael Evers heeft zichzelf buiten spel gezet om te oordelen over het Kairos-document van Palestijnse christenen
In het onlangs verschenen ‘Kairosdocument’ beschrijven Palestijnse christenen de situatie van nood van de Palestijnen, christenen èn moslims, onder de Israëlische bezetting. Het document stuit in Nederland op verontwaardigde kritiek van onder meer joodskerkelijk zijde. Wij zijn de mening toegedaan, dat er geen enkele legitieme ruimte is voor kritiek, zoals die verwoord wordt door rabbijn Evers, de toonaangevende rabbijn van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap. Daarvoor hebben wij de volgende redenen.
De heer Evers maakt al jaren openlijk bezwaar tegen het begrip ‘bezetting’. Hoe kunnen joden ‘hun eigen, door God beloofde land’ bezetten, redeneert hij. Daarmee doet Evers zich onmiddellijk al kennen als een fundamentalist, die zijn uitleg van wat hij houdt voor Gods woord, zoals dat in de Tora zou zijn vastgelegd, stelt boven het internationale recht. Dat spreekt immers onomwonden van de illegale bezetting door Israël van de Palestijnse gebieden. Bovendien meent Evers dat anderen, namelijk de Palestijnen zich bij zijn uitleg hebben neer te leggen. In Evers’ theologisch universum zijn de joden de enige rechtmatige eigenaren van de westelijke Jordaanoever, die Evers aanduidt met joods-Bijbelse namen. Voor Palestijnen is daar -ongeacht hun godsdienst- geen plaats, dan hoogstens onder Israëlische heerschappij. Voor Palestijnen daar geen eigen staat, hoe klein ook. Dit is fundamentalisme ten voeten uit: de overtuiging in een Goddelijke orde als enige groepering het ware geloof te bezitten en over de juiste uitleg daarvan te beschikken, gekoppeld aan het idee, dat anderen zich hebben te voegen naar die uitleg, goedschiks of kwaadschiks.
Omdat hij van geen ‘bezetting’ horen wil, is rabbijn Evers aanhanger van het nederzettingenbeleid, en tegenstander van het delen van Jeruzalem en, als gezegd van een Palestijnse staat op de Westoever. De rabbijn vertegenwoordigt aldus in Nederland het compromisloze streven van de joodse kolonisten naar een Groot Israël. Laat duidelijk zijn: de nederzettingen zijn illegaal, maar Evers heeft het recht zijn opvatting uit te dragen, hoe verwoestend die ook zijn mag voor elk perspectief op een rechtvaardige vrede, waar ook Israël alle baat bij zou hebben. Het getuigt evenwel van een dubbele standaard de gevolgen van een dergelijk beleid voor de Palestijnen niet te willen zien.
Omdat hij denkt dat hij de waarheid in pacht heeft, meent Evers bovendien, dat joden hoogstaander zijn, in ieder geval in het Midden Oosten. ‘Wij’(! ) zijn moreel superieur aan onze omgeving’, schreef Evers, die in Nederland woont, in het Nieuw Israëlitisch Weekblad over Israël.
Zijn opvattingen beperken zich daarbij niet tot het Mandaatgebied Palestina. Evers is ook de man die in hetzelfde weekblad in 2006 zijn rabbinale zegen heeft gegeven aan de door Israël tegen Libanon ontketende oorlog, zo goed als hij ruim twee jaar later zijn volledige en onvoorwaardelijke solidariteit heeft betoond met de Israëlisch aanval op de burgerbevolking van Gaza. Voor zover valt na te gaan, heeft Evers nooit zijn stem verheven tegen de wurgende en bijna totale blokkade van Gaza, niet voor noch na de oorlog van 2008/2009.
Evers is derhalve een rabbijn die bezetting, onderdrukking, annexatie, boycot, oorlog en verwoesting negeert of zelfs zonder merkbare terughoudendheid rechtpraat, zolang die door joden worden bedreven. Het idee dat Israël een ander volk of land kwaad zou kunnen doen, is voor Evers ondenkbaar. Voor hem is er altijd een excuus. Evers leeft in een niet bestaande wereld. Een mentaal getto, waarin, omgekeerd, altijd anderen er op azen joden te belagen en te schaden.
Evers is meester in de rechten en doctorandus in de psychologie; hij wordt geprezen om zijn geleerdheid in joodse zaken en bekleedt tal van functies in ‘het joodse leven’. Sommigen zouden hem graag zien als opperrabbijn. Een gevierd man, die ten prooi is gevallen aan een ongeneeslijke verwarring tussen religieus jodendom en een extreme vorm van politiek zionisme, de leer die voor joden het hele Mandaatgebied Palestina als eigen staat opeist. ‘Israël’ is voor Evers een religieuze gemeenschap, die alle denkbare politiek-militaire middelen mag aanwenden om haar doelen te bereiken. Het is deze verwarring, die hem ertoe brengt te menen dat iemand ‘joodser’ is, naarmate hij zich zionistischer gedraagt. De rijke humanitaire en emancipatoire tradities van het jodendom zijn in die verwarring spoorloos verdwenen. Dat onder rabbijnen echter heel andere opvattingen mogelijk zijn,bewijzen de Rabbi’s for Human Rights in Israël en Amerika, en andere joods-religieuze organisaties die bindingen hebben met de kritisch-joodse stem.
Het Kairosdocument geeft de Palestijns-christelijke kijk op de situatie van de Palestijnen onder bezetting weer, en probeert daartegen hoop en actiemiddelen aan te dragen. Evers noemt het document ‘onmiskenbaar eenzijdig’, en ‘een regelrechte oorlogsverklaring aan Israël’. Dit zegt de man uit wiens mond nog nooit één kritisch woord over Israëls optreden te horen viel, uit wiens pen nog nooit één kritisch woord over Israël is gevloeid, die ons elke oorlog die Israël heeft gevoerd heeft aangeprezen. En dat waren echte oorlogen, met bommen, fosfor en granaten, geen papieren noodkreten als het Kairosdocument. Zo’n houding zou niet ‘onmiskenbaar eenzijdig’ zijn?
Omdat de categorische ontkenning van de bezetting Evers’ centrale leerstuk is, is voor hem in de discussie over de zaken waar het Kairosdocument aandacht voor vraagt geen plaats, niet voor zijn mening en niet voor zijn boosheid. Evers heeft over de bezetting net zo veel recht van spreken, als iemand die het bestaan van God loochent gerechtigd is, zijn mening over de kwaliteiten van God ten beste te geven. Het geeft geen pas, dat Evers de Palestijnse christenen kapittelt over hun analyse van een situatie, die hij als niet bestaand beschouwt. Dat geldt evenzeer voor het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap waarvan hij de zegsman is, en voor al degenen in joods en christelijk Nederland die zich in deze discussie willen mengen, zonder het kardinale uitgangspunt te accepteren: Israël bezet illegaal de Palestijnse gebieden en onderdrukt de Palestijnen met een militair regime. De bezetting niet erkennen impliceert: Palestijnen niet erkennen als bevoegd en in staat tot het beschrijven van hun eigen situatie. Het uitgangspunt van de discussie keihard ontkennen, maar wel een mening ten beste geven, zoals Evers en anderen doen, houden wij voor onwaarachtig.
Is er dan niets waarin wij het met Evers eens kunnen zijn? Jawel! Hij werpt de kerken voor de voeten: ‘ik ervaar het als een zonde tegen G’d en de mensheid om je Joodse roots zo te verloochenen’. Wie de schoen past, trekke hem aan. Evers zelf verkwanselt het humanitaire jodendom voor niet te rechtvaardigen aanspraken op territorium en op een ‘ondeelbaar’ Jeruzalem. Voor 130 nederzettingen verraadt hij een joodse geestes- en levenshouding, laat hij toe dat een ander volk crepeert door toedoen van Israël en stelt hij het schier wanhopige protest daartegen in een kwaad daglicht.
Het valt te hopen dat noch de bisschoppenconferentie, noch de PKN zich laten chanteren of zelfs maar leiden door ‘de onderdrukkingstheologie’ die Evers en de zijnen verkondigen. Als dat uitmondt in een verstoring van de opgebouwde relatie, waarmee Evers hen dreigt, is dat niet als verlies te beschouwen, aangezien die relatie de kerken belemmert in een vrije meningsvorming over het Midden Oosten conflict en hen zelfs kan compromitteren in hun houding en gedrag tegenover hun medechristenen, het Palestijnse volk en de bezetting.
Bestuur Stichting Een Ander Joods Geluid, 26 december 2009
Bron: EAJG Website: hier.
Bravo !
Wat een prachtig humaan antwoord van Jaap Hamburger. Ik kan hier niets aan toevoegen. Ik zou willen dat veel mensen dit lezen en
er een reactie op geven.
Jan.N
hulde voor hamburger
hopelijk worden vooral c.d.a.kiezers wat wijzer gemaakt
P.Vink.
Er bestaat een mooi verhaal van Sjolem Asch getiteld: Christus in het getto. In Warschau proberen gestapomannen een troepje joden, gehuld in verscheurde gebedsmantels in een lege katholieke kerk, die binnen de muren van het getto ligt, te dwingen het kruis met de Gekruisigde te vernielen. De kerk zal dienen als “jodenhuis”. De rabbi in het groepje, wiens gezicht een grote gelijkenis met dat van de Christusfiguur vertoont, weigert, dat verbiedt zijn godsdienst: “Wij moeten het geloof van anderen eerbiedigen … Waar blijft dan onze menselijkheid, meneer?” De gestapo-officier schiet de rabbi dood. De gestapomannen maken nog veel misbaar en pijnigen nog de overige joden, voor ze kerk verlaten, de dode rabbi achterlatend.
De getapo-officier verkondigt vervolgens aan de Polen dat de joden de crucifix in hun kerk vernield hebben en er een Heilige Ark voor in de plaats gezet hebben. De zo opgejutte Polen dringen het getto binnen.
Ondertussen is de Christusfiguur in de kerk langzaam van het kruis gekomen en heeft de gebedsmantel van de dode rabbi aangetrokken, de gebedsmantel die weer wit als sneeuw wordt. De Rabbi gehuld in Zijn gebedsmantel verlaat de kerk en wordt ook omringd door een woedende menigte. Dan spreekt de Rabbi een gebed uit, waarin Hij de omstanders oproept de beproeving te doorstaan.
De woede en boosaardigheid van de opgehitste menigte maakt plaats voor besef van gemeenschappelijk ondergaan leed en medelijden.
De gestapoman probeert nog woedend de Rabbi met getrokken revolver te benaderen, totdat hij in Hem de door hem vermoorde jood herkent. Met blauw aangelopen gezicht en nog even trillende lippen valt hij neer aan de voeten van de Rabbi.
De Rabbi verdwijnt, in Zijn gebedsmantel in een smalle zijstraat naast de kerk in het joodse getto.
Groet,
Anja, Zoeken zoeken en dan kom ik dit tegen: “Hoe was Nederland vertegenwoordigd in Mandaat gebied Palestina?’ met 3670 resultaten en op pagina 2 kom ik tegen:’Weblog Anja Meulenbelt>>
Hamburger vs rabijn Evers!’. Ik kom steeds meer tegen wat ik denk
te kunnen gebruiken om ‘hoger op’ de aanval in te kunnen zetten.
Feiten die niet te loochenen zijn moeten toch eenmaal vruchten afwerpen. J.F. Verhagen
Ik zei het al eerder, ik begrijp niet wat je aan het doen bent, en waarom je een reeks van deze berichten op mijn weblog wilt plaatsen, Verhagen. Googelen kan ik ook, maar waartoe?