Wanneer ik met plezier een boek, artikel of interview van iemand heb gelezen, is het een voorrecht om die persoon eens in levende lijve mee te maken. (Ik had het al eerder over Buruma, hier) Dus toog ik afgelopen zondag naar Utrecht, waar ik aan de Universiteit voor Humanistiek een lezing bij mocht wonen van Ian Buruma, met commentaar van Harry Kunneman en discussie – discussieleiding Elma Drayer.
Onderwerp: zijn boek Taming the Gods, dat deze maand in het Nederlands uitkomt, en dat ik in het Engels las. Ook is inmiddels een essay verschenen ter gelegenheid van de Maand van den Filosofie, Grenzen aan de vrijheid. Van De Sade tot Wilders. Waarover ik het al had. Hier.
Taming the Gods is een bewerking van drie lezingen, die allemaal de relatie religie en staat (of politiek) tot onderwerp hebben. De belangrijkste relativering – want Buruma is een aartsrelativeerder, al blijft hij daarbij aangenaam uitgesproken – is dat er historische redenen zijn waarom er met die zogenaamde scheiding tussen kerk en staat in verschillende landen zo anders tegenaan gekeken wordt. In de VS, bijvoorbeeld, is het nog steeds bijna ondenkbaar dat een openlijk ongelovig persoon president van Amerika wordt – kleur of sekse is inmiddels een veel kleinere hindernis. En dat heeft er vooral mee te maken dat het protestantse geloof vooral geassocieerd wordt met vrijheid. Terwijl in Frankrijk, om een ander uiterste te noemen, de katholieke kerk, het Vaticaan, voor de revolutionairen nu juist stonden voor dwang en machtsmisbruik. Nederland zit daar ergens tussenin, maar Buruma herinnert zich nog zijn jeugd waarin hij zich op zondag ergerde aan al die preken op de radio.
Dat we ons tegenwoordig weer zo druk maken over godsdienst, terwijl veel Nederlanders al dachten dat die tijd met het typisch Nederlandse zuilensysteem zachtjesaan was verdwenen heeft natuurlijk te maken met de komst van de Islam in Nederland. Dit is een belangrijk thema geworden in het debat: “hoe gevaarlijk is de godsdienst, en met name de Islam voor onze democratie?”.
En daarvoor is het noodzakelijk om uit elkaar te halen waar we het over hebben, zegt Buruma, want we hebben in Nederland nogal de neiging om alles op één hoop te vegen. En er zijn mensen, waaronder politici, die echt geloven, dan wel ons willen laten geloven, dat de islam een inherent gewelddadige ideologie is, en dat we hier gaan eindigen als ‘Eurabie’. Dat is evidente onzin. Wel waar is dat een kleine groep mensen veel onheil aan kan richten, juist omdat ze op heftige reacties kunnen rekenen door de angst voor de ‘islamisering’.
Het gaat om drie problemen:
1. De criminaliteit. Straatcriminaliteit is een verschijnsel dat altijd voor kan komen bij een proces van migratie, en komt vooral voor wanneer mensen zich als kansloos ervaren, in een situatie waarin ze in probleemwijken terecht komen, met werkeloosheid en hopeloosheid. Dat heeft niet specifiek met de islam te maken, de opkomst van de mafia – vooral katholiek – was ook zo’n verschijnsel. Om dit probleem moeten we niet heendraaien, en het gaat niet aan om mensen die er last van hebben of zich er zorgen over maken als racisten weg te zetten, zegt Buruma. (Alhoewel het een het ander niet uitsluit, denk ik er meteen bij).
2. De gewoontes en opvattingen die migranten meenemen die uit dorpen en platteland afkomstig zijn: conservatieve ideeën over de rol van vrouwen en mannen, en over homoseksualiteit. Die opvattingen kunnen botsen met de consensus in het land. (Alhoewel, denk ik er meteen bij, dat we toch ook aardig geconfronteerd worden met het gegeven dat zulke opvattingen ook onder autochtonen nog welig kunnen tieren)
3. En dan is er de kwestie waar het echt gaat om de islam, dat wil zeggen om een specifieke uiting daarvan, en dat is de revolutionaire, gevaarlijke islam.
Ook daarbij is het belangrijk om een paar zaken uit elkaar te halen, want er zijn verschillende processen naast elkaar. Die ontwikkeling naar een militante islam zien we vooral in landen in het Midden Oosten, en zijn mede te verklaren als opstand tegen mislukte seculiere politiestaten, dictaturen. Vaak is die opstand gewelddadig geworden. (En dit geeft meteen antwoord op de opmerking die ik zo vaak hoor: noem jij eens één islamitische democratie. Nee? Nou dan is toch bewezen dat de islam en democratie niet samen gaan? Het punt is dat die dictaturen in het Midden Oosten geen islamitische staatsvorm kennen, voor zover die kan bestaan. Het is de opstand ertegen die vaak islamitisch geinspireerd is.)
En wat zich aan islamitische radicalisering in Europa afspeelt is weer een geheel ander proces. In Taming the Gods beschrijft Buruma de jonge mannen die zijn geradicaliseerd, zoals Mohammed Buyeri, de moordenaar van Theo van Gogh, of een andere Mohammed, die in London deelnam aan de bomaanslag op de underground. Het kenmerk van die mannen is nu juist dat ze niet, zoals hun ouders nog, geworteld waren in een islamitische cultuur, maar hun ideologie bij elkaar sprokkelden op het internet. Het zijn juist de redelijk geïntegreerde jongeren, die zich los hebben gemaakt van hun familie, en die zich ontworteld voelen, en vaak achtergesteld, die gevolig zijn voor het ‘purisme’ van het islamisme. De wortels daarvan zijn veel meer politiek dan religieus, zegt Buruma, en lijkt meer op dergelijke naar geweld neigende bewegingen als de Duitse RAF dan op andere islamitische uitingen: het gaat meer om gewonde trots en wraak tegen de onverschilligheid van de omgeving.
En is daarmee veel meer een Europees product dan een islamitisch product. Maar kan veel kwaad, al zijn het maar een handjevol mensen.
Die drie zaken, criminaliteit, oude gewoontes, en radicalisering worden op dit moment vooral door politici op één hoop geveegd, met de suggestie dat er sprake is van een massieve aanval op onze samenleving. Met als gevolg, als veel burgers zich ernaar gaan gedragen, en de sfeer van wantrouwen toeneemt, juist wordt veroorzaakt waar men bang voor is, en het bijna niet mogelijk is om adequaat aan de problemen te werken.
Buruma zei nog veel meer, maar dit vond ik belangrijk. Helder. Bruikbaar.
Harry Kunneman (van het dikke boek Voorbij het dikke-ik) begon na de loftuitingen nogal uit te pakken over wat er allemaal in dat kleine boek van 132 pagina’s van Buruma niet stond en welke vragen er niet beantwoord waren. Tja, dan had ik er ook nog wel een paar, want Buruma’s opmerkingen over de polarisatie rondom Hirsi Ali vond ik nogal kort door de bocht: het zou toch interessant zijn om wat meer te zeggen over de vraag hoe het komt dat die ene mevrouw met een simpele boodschap in Nederland zo’n media aandacht wist te genereren, en vooral, waarom de zelfbenoemde voorvechtster van de emancipatie van moslima’s geen centimeter effect had bij het object van die bevrijding, de islamitische vrouwen zelf. En zo waren er al lezende wel meer punten waarvan ik dacht: daar valt toch meer over te zeggen.
Maar een punt in de discussie die volgde vond ik nog wel interessant. Kunneman zei eigenlijk dat ook Buruma nog te veel de neiging had om religie en rationaliteit als polen tegenover elkaar te zetten, en te denken dat de staat neutraal zou zijn, als ze zich maar verre zou houden van godsdienst. Kunneman noemde een voorbeeld: uit een onderzoek dat pas is gedaan bleek dat ongeveer de helft van de vrouwen die tegen een klein loon thuiszorg doet bestaat uit wat oudere vrouwen die iets goeds willen doen vanuit hun christelijke bewogenheid. Dat wordt nu geheel en al afgebroken doordat de staat is gaan ‘rationaliseren’, zoveel minuten voor dit, zoveel minuten voor dat, en daarmee de vrouwen die dat werk doen geen ruimte meer geeft om hun werk te doen zoals zij dat vinden horen, met ruimte voor een gesprek en voor menselijke aandacht. Met andere woorden: is dat dan rationeel? Is het ‘waardevrij’ als de staat vanuit zulke opvattingen handelt?
Ik vond het wel een punt. Ik zou zeggen: er bestaat geen neutraliteit. Ook niet-religieuze opvattingen omvatten een mens- en maatschappijvisie, al is die dan minder expliciet. Zou het kunnen zijn dat we ons niet zo druk moeten maken over religie en wat meer moeten kijken naar de al of niet seculiere levensbeschouwingen – waar dat zogenaamd neutrale rationalisme er ook een van is?
Hoe dan ook, inspirerend.
Ian Buruma is wel sterk pro-Israel en maakt degenen die Israel willen boycotten uit voor antisemiet:
http://www.guardian.co.uk/education/2002/jul/23/highereducation.uk
Alhoewel Buruma ons vaak behartenswaardige uiteenzettingen voorschotelt is mijn bezwaar toch dat zijn analyses aan de oppervlakte blijven steken. Zo behoeft de verklaring van radicalisering van jongeren in Europa een nadere onderbouwing. De analogie met de RAF, waarbij politieke aspecten meer een rol zouden spelen dan religieuze lijkt logisch, maar is er een uit de losse pols. Als eerst geconstateerd wordt dat het hier redelijk geintegreerde jongeren betreft, die desondanks geisoleerd zijn geraakt, ontworteld, dan dient verklaard te worden hoe dat proces werkt. Waarom zijn ze ontworteld ? Waarom is het contact met hun familie slecht ? Waarom zijn ze niet gewoon aan het werk ? Wat zijn nu precies de werkzame mechanismes en waarom werken die niet op iedereen in dezelfde positie zo uit ? Op deze manier blijven de analyses zweven, hetgeen ook mijn grootste bezwaar tegen Buruma’s vrij gefilosofeer is.
Dat de politieke Islam in het Midden-Oosten als revolutionaire beweging tegen ondemocratische regimes gestart is en daarna ontaard, heeft iedereen kunnen zien, maar dat geen enkel land in het Midden-Oosten een Islamitische staatsvorm heeft is domweg onjuist. Saoedie-Arabie, Pakistan, Iran waren allemaal al autoritaire theocratieen voordat het radicaal Islamisme opkwam. Uiteraard zal dan onmiddellijk gesteld kunnen worden dat dat niet ‘echt’ Islamitische landen zijn, maar het is als met het ‘echte’communisme: we kunnen alleen de praktijk beoordelen, niet een onbestaande of utopische bestuursvorm.
Nog een nagekomen bericht: dat Hirsi Ali bij de doelgroep zo weinig aansloeg wordt mooi duidelijk gemaakt als je Miriam Rafai’s blog leest: Hirsi Ali’s confronterende aanpak staat te ver af van hen die verschillende loyaliteiten willen combineren, dus voor hen die niet alle schepen achter zich willen verbranden, en waarschijnlijk is dat het overgrote deel. Eigenlijk alleen geschikt voor diegenen die het al niet meer nodig hebben. Haar strikte individualisme sloeg daarom ook in wezen alleen aan bij autochtonen. Niet zo vreemd, daar hebben we Buruma niet voor nodig. Komt nog bij dat iedere vorm van relativering en gevoel voor humor haar vreemd zijn, een soort monomanie die in elk op mij uiterst vermoeiend overkomt, en ik heb de indruk maar kan dit niet hardmaken, dat dat breder gedeeld wordt.
Ik geloof niet dat mensen door armoede criminaliseren.
Mensen die armoede ervaren zijn niet per definitie crimineel.
Dat is een vooroordeel.
Van rijkdom ben ik nog niet geheel zeker. 😉
Maar vrijheid discrimineert.
Vanuit die stelling laat zich criminaliteit prima verklaren.
Als men voor die “dikke ik” gaat ( vrijheid; maar dan in de zin van individualisme ) handelt men uit egoisme.
(1) Daar ben ik het dan faliekant over oneens met Buruma. Inderdaad zul je verschillen zien als je de apartheid van Zuid Afrika vergelijkt met die van Israël. Maar welke normen je ook aanlegt, dat Israël een apartheidsstaat is, met een wettelijk vastgesteld onderscheid tussen rechten voor joden en niet-joden, een vrijwel complete segregatie in wonen tussen joods en niet-joods, aantoonbare discriminatie op bijna alle vlakken van het leven, op de Westoever zelfs twee verschillende rechtssystemen en wegen alleen voor joden, een politieke ondervertegenwoordiging van niet-joden en een wettelijk vastgelegd verbod om politiek voor gelijke rechten op te komen ook binnen Israël zelf – het valt feitelijk moeilijk te ontkennen. Het is zelfs niet zo moeilijk aan te tonen dat het Israelische systeem, dat de Palestijnen niet uit wil buiten maar kwijt wil raken een flinke gradatie wreder is. Zie een studie daarover van Virginia Tilley, een HSRC rapport: Occupation, colonialism, apartheid?
(2) Zijn uiteenzettingen zijn allesbehalve oppervlakkig, Peter. Wel is het zo dat zijn boek veel behandelt in een heel kort bestek, en dat ik dat vervolgens nog korter samenvat. Ik neem tenminste niet aan dat je het boek al gelezen hebt. Wat hij daarover te vertellen heeft klopt met alles wat we er aan onderzoek ondertussen over weten – en de vraag waarom de ene onder bepaalde omstandigheden wel radicaliseert en de ander de bocht neemt en dat niet doet is fascinerend – we kennen ook verhalen van mensen die ge-ont-radicaliseerd zijn en dat is minstens zo interessant, maar dat dat binnen het bestek van een klein boek niet uitgebreider is behandeld maakt het nog niet oppervlakkig.
Idem dito over de staten in het Midden Oosten, Peter. Zeker, in een paar zinnen te kort door de bocht, het doet geen recht aan alle onderlinge verschillen, maar dit is een feit waar we het in Nederland kennelijk moeilijk mee hebben: misschien op Iran na, waar de shiitische geestelijken heersen zijn er geen landen met een werkelijke islamitische staatsvorm. Daar is binnen de Islam ook nauwelijks naar gestreefd, er is ook niets over te vinden hoe zo’n islamitische staat er dan uit zou moeten zien. Wat we ook vergeten: de Islam heeft geen kerk zoals de Rooms Kahtolieken met paus en Vaticaan dat wel hebben. De eeuwenlange strijd tussen kerk en staat is een typisch Europees verschijnsel.
Dat in een land een grote meerderheid aan moslims wonen maakt het nog niet tot een islamitische staat. Neem Palestina, De PLO, Arafat, waren moslim, maar wilden een seculiere staat, dat wil zeggen een scheiding tussen religie en staat. En net als Buruma in het kort beschrijft: de tegenbeweging, Hamas, is veel meer religieus hoewel ook zij uiteindelijk in meerderheid te voorkeur geven aan een gescheiden staat en kerk, en zij nu weer last krijgen van zeer radicale splintergroepen die wel oproepen tot islamitische overheersing. Kortom, Peter, alleen maar een beetje roepen dat het niet waar is daar schiet je niet veel mee op.
En het is fijn dat je nog even samenvat wat Miriam heeft gezegd, en wat ik ook al in geuren en kleuren heb gezegd op dit weblog over Hirsi Ali. Ik had daar graag met Buruma verder over willen praten omdat hij daar weinig over zegt. “Daar hebben we Buruma niet voor nodig” is een wat lullige zin, en die krijg je terug: we kunnen ook best zonder jou hoor.
(4) Niemand zegt dat armoede alleen criminaliseert, Rob. Het is duidelijk complexer. Wel is het zonder meer aantoonbaar dat je meer criminaliteit van het soort waar het over gaat, van overlast op straat tot tasjesroof tot de meer professionele carrières in drugshandel en overvallen zult zien ontstaan in groepen die een onderklasse dreigen te worden. Het punt waar het hier om gaat is dat dat geen gevolg is van de islam. Integendeel, zeg ik wel eens, als die hangjongeren zich meer aan de islam zouden houden waren ze vaker van de straat, want de aanbeveling tot hoer roepen en tasjes roven komt niet uit de koran.
Je opmerking over vrijheid snap ik volstrekt niet.
(5) En van egoisme wordt je crimineel, Rob? Ik dacht dat je uit egoïsme ook met een rijke man kon trouwen, of bankier worden. Of politicus.
Met je punt, Anja, dat er geen neutraliteit bestaat, ben ik het hartgrondig eens. Ik was er ook door verrast dat bij jou te lezen, maar dat zegt natuurlijk iets over mij.
Mooi voorbeeld van Kunneman.
Voor mij is de consequentie van dat inzicht, dat de staat, wil ze de burger niet onvrij maken, zich niet inhoudelijk met de samenleving moet bemoeien, maar slechts verantwoordelijk is voor het rechtsleven.
Groet,
Denk even na, Bert. Hoe dacht jij dat de burger aan wegen, voedselcontrole, sociale woningbouw, scholen, toezicht op de milieuvervuiling enzovoorts enzovoorts enzovoorts zou komen zonder parlement, regering, ministeries, lokale overheid enzovoorts enzovoorts enzovoorts – als een staat zich alleen maar met het ‘rechtsleven’ bemoeit. “Vrije burgers”, die elk individueel hun gang gaan – dat bestaat helemaal niet – daar kun je geen samenleving draaiende mee houden. Weet jij nog hoe de wereld er uit zag voor er staatsvorming was? Stammenoorlogen en moord en doodslag. Een staat beperkt de vrijheid van burgers net zozeer als het die beschermt. Je kunt er veel bezwaar tegen maken hoe die staat dat doet. Dan moet je in de politiek.
Ik ben een groot bewonderaar van het werk van Ian Buruma, al vanaf ‘Buigzame emoties’ en ‘Het loon van de schuld’ vind ik een van de mooiste boeken die ik ken. Maar ik kon zijn redenering in het stuk in de Guardian niet volgen: Israel is de laaste vertegenwoordiger van het westers kolonialisme, en wij zijn op allerlei manieren betrokken en verantwoordelijk voor wat daar gebeurt. Mogen we ons daar dan alsjeblieft meer betrokken bij voelen dan bij wat India doet in Kashmir, zonder dat ons duistere motieven worden toebedacht? (De laatste zin hint daar inderdaad naar.)
Verder heb ik met verbazing de volgende zin in het stuk van Buruma in the Guardian gelezen: “Israel is one of the few Middle Eastern states where Muslim women are allowed to vote.”
Hoe zit het dan met dit lijstje, dat ik op Wikipedia vond (het geeft het jaar van de invoering van het vrouwenkiesrecht in verschillende landen in het Midden Oosten aan:
1930 – Turkey,1946 – British Palestine,1948 – Iraq,1949 – Syria,1952 – Lebanon,1956 – Egypt,1959 – Tunisia,1962 – Algeria,1963 – Iran + Morocco,1964 – Libya, 1970 – Yemen,1974 – Jordan,1999 – Qatar,2002 – Bahrain,2003 – Oman,2005 – Kuwait,
2006 – UAE
Brunei has no suffrage for men or women. Saudi Arabia has no women’s suffrage.
Bij dat laatste heeft hij dus geen gelijk, dat zou hij moeten corrigeren.
Bij dat eerste stukje waar je bezwaar tegen maakt snap ik niet helemaal wat je probleem is: ik kan het wel volgen. Europa voelt zich ook meer betrokken bij Israël dan bij vele andere landen omdat ‘we’ ons verwant voelen. Nu is het feit dat Israël de laatste vertegenwoordiger is van het westers kolonialisme misschien geen aanbeveling (behalve bij de PVV die Israël ziet als de laatste buffer in het Midden Oosten tegen de barbarij) maar je kunt het, linkser, ook anders zien: Europa is meer dan een beetje verantwoordelijk voor het ontstaan van Israël, dus maken we, en ook ik, ons daar meer druk over dan over veel ander onrecht in de wereld. En ook ik wijs de suggestie dat ik ‘duistere motieven’ zou hebben om op te komen voor Palestijnse rechten volstrekt af: ik zie niet hoe het opkomen voor mensenrechten en internationaal recht ooit ‘duister’ kan zijn.
Ik geloof dat Buruma wel een punt heeft hij lijkt een beetje hetzelfde soort argument te gebruiken als Tariq Ramadan.
Het probleem van de Islamitische migrant is dat zij zich niet thuisvoelen in de Westerse samenleving.
Dat er hierdoor systematisch gediscrimineerd wordt dat zij zich miskent en uitgesloten voelen.
Maar de vraag die ik dan stel bij wie ligt dan de schuld? Wie moet zich nu eigenlijk aanpassen?
Ik vind niet dat je mag vragen van een niet Islamitische samenleving om zich aan te passen aan een minderheid.
En overigens zijn er wel meer groepen die zich miskend en niet thuisvoelen in Nederland en dat is bewust en ook nodig om de rechtsorde te bewaken.
Je kunt zelf de groepen invullen die zich op een zelfde manier systematisch gediscrimineerd en uitgesloten voelen.
Anja, ingaan op je reactie nr. 11 zou veel tijd kosten en buiten het kader van je artikel vallen, een andere keer misschien.
nr. 13: opdat “opkomen voor mensenrechten en internationaal recht [n]ooit ‘duister’ kan zijn”, kan worden, is, denk ik, wel waakzaamheid nodig.
En is het een “feit dat Israël de laatste vertegenwoordiger is van het westers kolonialisme”? Is niet de geo-politiek van Amerika een voortzetting van negentiende eeuws westers kolonialisme? Het verschil is dat landen als Irak en Afganistan geen Amerikaans territorium worden genoemd. Wat niet verschild is het uitspelen van etnische en religieuze verschillen (“stammenoorlog en moord en doodslag”), het aan de macht helpen van een elite minderheid die volledig afhankelijk is van militaire en financiële steun van de VS en die zo nodig makkelijk vervangen kan worden en dit ten dienste van onder andere westerse wapen- en energie-industrie.
Groet,
(15) Ik herhaal het nog even Bert: opkomen voor mensenrechten en internationaal recht is wat we hebben afgesproken en wat we horen te doen, daar heb je geen ‘waakzaamheid’ voor nodig en dat is nooit ‘duister’.
Je verhaal erna snap ik niet, en lijkt me niet aan te sluiten bij wat er is gezegd. Dat Israel nog een koloniaal project begon toen we al in de nadagen van het koloniale tijdperk zaten lijkt me buiten kijf te staan – waar het over ging is de vraag waarom ‘we’ ons meer druk maken over Israel dan over andere landen.
“Israel is de laatste vertegenwoordiger van het westers kolonialisme, en wij zijn op allerlei manieren betrokken en verantwoordelijk voor wat daar gebeurt.”
Dit was geen samenvatting van wat Buruma schreef, maar mijn eigen verweer tegen zijn verwijt dat wij minder aandacht hebben voor wat India doet in Kashmir terwijl daar meer slachtoffers vallen. (Volgende keer zal ik mijn verhaal duidelijker opbouwen.)
(14) Jij maakt er een schuldvraag van, Ronald, en daar gaat het niet over. Waar het over gaat is wie dat handjevol mensen zijn die de neiging hebben om te radicaliseren, en wat hun motivatie is. Er wordt dus vaak gezegd dat dat ‘de islam’ is, en dat blijkt veel te simplistisch, want de islam op zich maakt niemand tot een mens die zichzelf opblaast of mensen wil vermoorden. Daar geeft Buruma een visie op die ik deel. De mensen waar het om gaat zijn meestal hier geboren, ze zijn allang ‘geintegreerd’, en dat is nu juist het punt: deze maatschappij belooft hen aan de ene kant gelijkheid wanneer ze hun best doen om te integreren, vervolgens blijken ze nog steeds te worden gewantrouwd. Dat verzinnen ze niet, daar zijn meer dan voldoende voorbeelden voor. En het gevoel er niet bij te horen en niet geaccepteerd te worden kan nare dingen met mensen doen – en de een is daar beter tegen bestand dan de ander.
En dit is het punt: zulke groepen die zich afzetten tegen de maatschappij als geheel zijn er in onze recente geschiedenis wel vaker geweest, zie de RAF, stuk voor stuk mensen die gestudeerd hadden en waarvan je kon denken dat die wel andere mogelijkheden hadden dan zich zo militant af te zetten. De overgrote meerderheid van de moslims doet dat niet, die probeert een evenwicht te vinden tussen het behoud wat voor hen belangrijk is, en hun plaats in deze samenleving in te nemen.
En overigens kun je van mij weten dat ik ‘aanpassing’ nooit alleen eenrichtingsverkeer vind. De wereld is veranderd, is per definitie multicultureel, en ook wie ‘autochtoon’ is moet zich daaraan aanpassen. Onder andere aan het feit dat de wereld niet alleen blank is en dat er ook mensen wonen met andere godsdiensten. De allochtonen zijn in een heel snel tempo aan het inburgeren en integreren – waar het proces mis gaat is bij de autochtonen die zich niet aan kunnen passen aan de nieuwe tijd, en blijven denken dat ze nog terug kunnen naar een vertrouwde wereld die echt weg is – voor zover die ooit heeft bestaan. Daar zitten de bange en verongelijkte Wilders aanhangers. Buitengewoon slecht aangepast, als je het mij vraagt. Dus alleen maar blijven roepen dat ‘zij’ zich aan moeten passen, wat ze al massaal doen, en jij je huiswerk niet hoeft te maken omdat jij toevallig hoort bij een meerderheid, daar schiet je niet veel mee op, Ronald.
En nog wat: je ‘aanpassen’ is een ander woord voor nog eens wat bijleren. Dat is geen straf en daar word je niet slechter van.
(17) Okee, Elisabeth. Ik zit hier ook vaak als een chinese goochelaar die tien bordjes tegelijk in de lucht moet houden, dus ik heb vaak de tijd en het geduld niet om alles precies na te lezen wie nou wat heeft gezegd. Volgende keer doen we alles duidelijker.
En dank voor het opzoeken van die kwestie met het vrouwenkiesrecht.
Ian Buruma beschrijft hier hoe we volgens hem over Israël moeten praten:
http://www.nytimes.com/2003/08/31/magazine/how-to-talk-about-israel.html?pagewanted=all
Dat is een stuk uit 2003 en wel een beetje te merken, Anneke. Ik kom er morgen op terug.
Een goede analyse van Ian Buruma. Wat me vooral treft: de weergegeven juiste observatie over de islamitische radicalisering in Europa, dat het om jongemannen gaat die juist niet zozeer geworteld zijn in een islamitische cultuur en juist (vrij) geïntegreerd zijn, maar zich toch ontworteld en achtergesteld voelen, en dat het e.e.a. veel meer een Europees dan een islamitisch product is.
@ Anneke (1):
Het gaat Ian Buruma om de vergelijking van Israël met Zuid-Afrika. Binnen Israël bestaat volgens hem geen Apartheid, waarmee ik het overigens niet eens ben. Hij vindt de vergelijking van de Israëlische politiek met het optreden van India in Kashmir of Rusland in Tsjetsjenië beter.
Ik lees nergens dat hij de tegenstanders van de Israëlische politiek uitmaakt voor antisemieten, zoals je zegt.
@ Anneke (6):
Inderdaad, Buruma relativeert de Joodse belangen en invloed in de VS. Hij ziet niet zozeer een Joodse samenzwering, als wel een gemengd verbond tussen evangelische Christenen, hard-liners in de Amerikaanse buitenlandse politiek, lobbyisten voor Israël en een aantal (voor een deel Joodse) conservatieven. De binding wordt gevormd door een gedeelde visie over de Amerikaanse “bestemming”, en de opvatting dat Amerikaanse kracht en een harde lijn van Israël ten opzichte van de Arabieren de beste weg is.
Buruma constateert dat vooral de Koude Oorlog de Amerikaanse belangen deed samengaan met die van Israël. Nu opgevolgd door de “Oorlog tegen Terrrorisme”. Hij is verder ook wel degelijk kritisch over de Israëlische en Amerikaanse politiek.
Al met al denk ik: Buruma wikt en weegt, nuanceert bijna eindeloos door, neemt voortdurend een soort “midden-standpunt” in, en dat maakt hem inderdaad een beetje ambigu. Maar niet zo eenzijdig pro-Israëlisch als jij suggereert.
Herstel: @ Anneke (6) moet zijn: @ Anneke (20).
(20) Over dat artikel van Buruma ‘How to talk about Israel‘ – het is uit 2003, en zo niet achterhaald dan toch tenminste ingehaald. Een belangrijk punt dat Buruma maakt is dat je het niet moet hebben over ‘de joodse lobby’ – helemaal mee eens, want Een Ander Joods Geluid is ook een joodse lobby, en de Amerikaanse Israël lobby is veel breder dan alleen AIPAC.
Daar hebben we inmiddels een fikse studie over van Mearsheimer en Walt, De Israël lobby. Bush hebben we gehad, Obama is weer een ander verhaal. Het jodendom binnen de VS raakt steeds duidelijker verdeeld over Israël, met groepen als Jews for a Just Peace maar ook J-street. Er is veel meer bekend over de verhouding VS-Israël dan blijkt uit het stuk van Buruma.
Feitelijk is de titel van het artikel wat misleidend, want het zegt niet zoveel over ‘hoe wij over Israël moeten praten’ (behalve dat ik dat nog steeds graag zelf uitmaak) want Buruma geeft aan het eind maar heel impliciet aan vanuit welk paradigma hij naar Israël/Palestina kijkt. We kunnen vermoeden dat dat de kant op gaat van paradigma 2 – ‘waar er twee vechten hebben er twee schuld’ – wat in andere kwesties zijn favoriete opstelling lijkt te zijn – daar vaak heel terecht, maar wat Israël betreft volgens mij niet. Daar is het geen kwestie van het juiste midden tussen twee extremen in – vind ik. (Over de paradigmastrijd, hier) Het woord ‘bezetting’ kom je in het artikel van Buruma niet tegen. Maar een beetje koffiedikkijken is het wel om op grond van een zeven jaar oud artikel te oordelen, en dat doen we verder dan ook maar niet.
Buruma, nu op tv in Boeken (11.20 – 12.00) VPRO.
Groet,Gerrie
Ik heb hem persoonlijk gekend toen hij nog studeerde in Leiden (eind ’71 begin ’72). Hij hield zich naast zijn studie vooral bezig met fotografie. Over Israel en de Palestijnen heb ik hem toen nooit gehoord. Was een leuke en aardige vent. Heb hem na 1972 nooit meer gezien of gesproken.