Voor de vaste bezoekers van dit weblog is het ondertussen wel oude koek. De Europese angst voor de islam berust op misverstanden en verkeerde interpretaties. En problemen bij elkaar optellen die niets met ‘islamisering’ te maken hebben, zoals Buruma zei, hier: criminaliteit, conservatisme en radicalisering zijn drie verschillende problemen die je van elkaar moet onderscheiden. Natuurlijk kom je in de rechtse uithoeken van het net nog steeds het onverdunde alarmistische geluid tegen over de islamitische horden met hun ‘intolerante en gewelddadige cultuur’ (Wilders) die bezig zijn om hier de boel over te nemen. Onlangs nog van het net geplukt:
“De moslims geloven echt dat de tijd gekomen is om het Westen te veroveren en de islam in die globale, dominante positie te zetten die hij volgens zijn geschriften zou moeten hebben. Ze zullen geen poging achterwege laten, inclusief een nucleaire oorlog, om dit doel te bereiken”.
“De westerse zogenaamde leiders schuwen geen moeite om de moslims steeds meer geld en een speciale behandeling te geven des te meer ze ons bedreigen, en diegenen van hun eigen mensen, die zich verzetten tegen de voortgezette kolonisering door vreemde volkeren, worden actief tot zwijgen gebracht.”
In de Groene Amsterdammer van 18 februari 2010 stond een artikel van John Bowen, antropoloog en professor in Washington, die die angstgolf voor de islamisering nog eens een keer terugbracht tot de feiten en de juiste proporties. (Helaas staat het hele artikel niet op de website, je moet er abonnee voor zijn, zie hier.)
Ten eerste: de gedachte dat de islamitische migranten het Europese leven op een geheel andere manier ontwrichten dan voorafgaande migratiegolven. Met de gedachte dat de vorige golven dan ten minste nog migranten waren die katholiek waren en daarmee meer op ‘ons’ leken. Maar het idee dat de vroegere migranten meer dezelfde waarden deelden blijkt historisch onhoudbaar. Er was nooit een ongedifferentieerd Europa dat nu belegerd zou worden door een vreemde cultuur, binnengebracht door de moslims. Europa is vooral een slagveld geweest van eeuwen van godsdienstoorlogen. revoluties en contrarevoluties, en veel interne spanningen. Neem in Nederland alleen al de strijd tussen protestanten en katholieken.
Wat we nu zien als onze westerse beschaving heeft een lange geschiedenis – net zoals Amerika een lange geschiedenis kende van slavernij en racisme, en een lange strijd voor de burgerrechten, voor de eerste zwarte president gekozen kon worden. Europa is een pluriforme samenleving. En het is niet het ‘ondoordachte multiculturalistische beleid’, zoals rechts graag beweert, die moslimpopulaties in Europa heeft laten groeien, het is eenvoudigweg een consequentie van wederzijds economisch belang waarmee eens de ‘gastarbeiders’ naar Nederland werden gehaald, en vervolgens het feit dat we voldoen (min of meer, zou ik zeggen, want we maken het ze graag moeilijk) aan de internationale juridische eisen dat mensen die hier wonen en werken een normaal gezinsleven mogen hebben. De immigratie wordt bepaald niet gestimuleerd, maar we garanderen, nog steeds, de rechten van de mensen. Dus ook het recht op eigen onderwijs. Het recht op godsdienstvrijheid, en dus op eigen gebedsplaatsen.
De veronderstelde ‘botsing van beschavingen’, dat wil zeggen, de beschuldiging dat het de islamitische migranten zijn die hier de inheemse cutluur aan komen tasten bestaat voornamelijk uit angstvisioenen en vooroordelen. Het gebeurt namelijk niet. In elke westers land dat bang is voor de islamisering heeft men de eigen stokpaardjes, hoofddoeken, gedwongen huwelijken, homo’s. De argumentatie, dat ‘onze’ waarden worden aangetast, lijdt aan twee gebreken, zegt Bowen: aan een kort historisch geheugen, en aan ‘blokdenken’.
Nog een generatie terug was het gezinsleven hier nog een autoritaire affaire met de man als gezinshoofd en veel homofobie. De relatieve seksegelijkheid in Nederland is niet uit de lucht komen vallen, de seksuele vrijheid (heeft iemand het nog over het probleem van seks voor het huwelijk?) ook niet. Er waren tijden, nog niet zo lang geleden dat vrouwen in Europa nog voor stemrecht moesten vechten, en niet dezelfde eigendomsrechten hadden als mannen. Er waren in die tijd islamitische landen waar vrouwen makkelijker konden scheiden dan bij ons als ze toevallig katholiek waren. Overal zijn gelijke rechten voor vrouwen en erkenning van homoseksualiteit een kwestie geweest van taaie strijd. En dat betekent dat we niet kunnen zeggen dat die ‘waarden’ van gelijkheid een inherente eigenschap zijn van onze cultuur, en dat we moeten begrijpen dat culturen niet onveranderbaar zijn. En dat geldt dan ook voor moslims.
Tweede punt is het blokdenken – alsof alle niet-moslims op de ene manier denken en alle moslims op een andere. Het is waar: op dit moment zie je in het relatief niet-religieuze Europa dat moslims vaker tegen abortus, homoseksualiteit en euthanasie zijn. Illustratie: in Frankrijk vindt 78% van de mensen homoseksualiteit moreel aanvaardbaar (let wel: bijna een kwart van de autochtone Fransen vindt dat dus kennelijk nog steeds niet) tegen 35% van de Franse moslims. Maar kijk even naar onze andere Westerse samenleving aan de andere kant van het water: 49% van de Amerikanen vinden homoseksualiteit ‘moreel verkeerd’, en daarbij is geen onderscheid te vinden tussen moslims en Amerikaanse protestanten. Met andere woorden: de ‘kloof’ ligt niet tussen islam en Westen, maar tussen mensen met conservatief-religieuze opvattingen en de meer progressieve lui.
Met dat idee dat het conservatisme een inherente eigenschap is van een groep, de moslims, en niet van de anderen, kon ook de angst ontstaan dat wanneer moslims zich sneller voortplanten dan de niet-moslims, de conservatieve ideeën langzaam maar zeker de overhand zullen krijgen in Europa. Daar zitten twee redenatiefouten in. De eerste: dat moslimmigranten, tot in de tweede en derde generatie zullen weigeren zich aan te passen. Dat doen ze namelijk gewoon wel. Zie het laatste nieuws hierover: er is al geen verschil meer in het aantal mensen dat werkt onder de derde generatie ‘allochtonen’ en de autochtonen. Er wordt in een razend tempo ingehaald. Hier.
Ook dat moslims net als andere groepen zich organiseren, politiek, religieus, maatschappelijk, is geen teken van een angstaanjagende islamisering, maar eenvoudig van het gegeven dat ook zij gebruik maken van de nationale mogelijkheden. Het interessante in Nederland is nu juist dat wettelijk gezien de mogelijkheid om islamitische partijen te stichten geheel open staat, maar dat de meeste islamitische Nederlanders er ruimschoots de voorkeur aan geven om te stemmen op en zich aan te sluiten bij al bestaande partijen. Dus hoezo islamisering? In een aantal westerse landen blijken de moslims meer vertrouwen te hebben in de rechtsstaat en in de regeringen dan de gemiddelde autochtoon. Over het algemeen blijken islamitische burgers tamelijk enthousiaste aanhangers van de rechtsstaat die ook hun vrijheid garandeert. Wel zien we frustratie, wanneer de westerse belofte van gelijke behandeling niet wordt waargemaakt, en dat kan dan een aanleiding zijn om zich af te keren, in enkele gevallen zich te radicaliseren, maar, bijvoorbeeld in Frankrijk, kan dat ook opstand veroorzaken in de banlieus. En dat heeft meer te maken met werkloosheid, gezinnen met te veel problemen en discriminatie, dan met ‘islamisering’.
Bij die gedachte dat moslims hier al bezig zijn om de boel over te nemen hoort ook de gedachte dat zij meer kinderen krijgen, en daarmee over enige tijd numeriek de meerderheid zouden veroveren. Ook daar klopt niks van. Ook in Marokko en Turkije zelf neemt het kinderaantal per stel af, maar ook doen moslimvrouwen in Europa precies wat de demografen voorspelden: ze krijgen minder kinderen, en in de tweede generatie benadert het geboortecijfer al die van de autochtonen.
Zeker is Europa aan het veranderen, wat samenstelling betreft, zegt Bowen. Maar hoe dat er verder uit gaat zien hangt af, van politieke leiders onder andere, van de burgers. Het mag voor degenen die het bovenstaande volgen duidelijk zijn dat mensen onderscheiden naar hun religieuze voorkeur, en één groep tot zondebok maken voor alle problemen, van Europa geen beter werelddeel zal maken. Hier worden oude vuurtjes opgestookt. Een betere politieke strategie is om er voor te zorgen dat ook islamitische burgers deel uit maken van onze instituties, dat ze daarin meer stem krijgen, dat ze op basis van gelijkwaardigheid kunnen participeren in het onderwijs, in het arbeidsbestel, dat we hun godsdienstvrijheid garanderen en beschermen, en meer doen aan antidiscriminatie.
Interessant verhaal dat ik geheel kan onderschrijven.
Eén detailopmerking:
Citaat:
“Illustratie: in Frankrijk vindt 78% van de mensen homoseksualiteit moreel aanvaardbaar (let wel: bijna een kwart van de autochtone Fransen vindt dat dus kennelijk nog steeds niet) tegen 35% van de Franse moslims.”
Dit klopt logisch niet.
Het gaat kennelijk om 78 % van de Franse autochtonen c.q. niet-moslims (wat ook niet precies hetzelfde is; het gaat dan niet om: “mensen” in het algemeen!), óf: het betreft niet “een kwart van de autochtone Fransen” die homoseksualiteit niet moreel aanvaardbaar vinden, maar van álle bewoners van Frankrijk.
Al die gedoe: geschreeuw en herrie in het westen, inderdaad niet meer dan een onzin. Zou de andersom niet de waarheid zijn?.
Wat bedoel je met de waarheid andersom, Elmas, ik begrijp het niet.