Een oord aan de Dode Zee. Aanwezig zijn representanten, leiders van vijftien verschillende groepen die in hun veelkleurigheid de LGBT movement vormen in Israël: een bont gezelschap van mensen die homo, bi of lesbisch zijn, of ’transgender’, vrouw die man is geworden of omgekeerd. Jan Andreae, de trainer, was al eerder gevraagd om met ze te werken aan de problemen die ze hebben met het samenwerken, met effectief actie en opvang te organiseren, met het samenwerken om een mentaliteitsverandering in Israel voor elkaar te krijgen. Want Israël dat zich graag afficheert als een moderne democratie met gelijke rechten ook voor homo’s en aanverwanten, is een buitengewoon complexe samenleving, met veel interne spanningen en tegenstellingen. Waar niet alleen de LGBT beweging op botst, maar die zich ook afspelen binnen de beweging zelf.
In de vorige training was de aanleiding de moord op twee jonge LGBT mensen die in een club in Tel Aviv werden doodgeschoten toen een ultra rechtse man binnendrong en in het wilde weg op de jongeren begon te schieten. Behalve de twee doden veel gewonden, en vooral, een immense shock. Want Tel Aviv gold, anders dan Jeruzalem dat bijna een ander land lijkt, als het Mekka van de seculiere, ashkenazische, progressieve elite van Israël, waar je als homo of lesbo openlijk kunt leven. De jaarlijkse Gay Pride daar wordt gesteund en gesponsord door de gemeente. Daarentegen weten de mensen van Open House Jerusalem, de initiatiefnemers van de trainingen maar al te goed dat een groot deel van de Israëlische bevolking helemaal niet zo homo-vriendelijk is. In Jeruzalem werden bij een van hun Gay Prides nog een keer een paar mensen neergestoken, en de ironie wil dat daar de orthodoxe joden samenwerken met de orthodoxe moslims, verenigd in hun afkeer van de LGBT mensen, om de pride tegen te houden. Het Open House dat zo graag open wil blijven, kan ook niet meer zonder bewaking bij de deur die niet open gaat tot iemand zich kan legitimeren, en op wapens onderzocht kan worden. Dus was de schok des te groter toen de moorden – de dader is nog steeds niet gepakt – in Tel Aviv plaats vonden. Het was een wake up call dat de LGBT beweging meer moet doen aan onderlinge eenheid en ondersteuning, en het zich eigenlijk niet kan veroorloven om zich te laten versplinteren.
Dit is wat de beweging angst aanjaagt: in het steeds verder verrechtsende klimaar in Israël lijkt het steeds duidelijker dat voor de extremistische rechterkant die het gemunt heeft op alles wat Arabisch, vredesactivist, links, of mensenrechtenactivist is in een moeite door ook de homo’s als vijand aan heeft gewezen – niet helemaal raar, omdat ik ondertussen weet hoeveel van de mensen die naar de training komen ook nog andere activiteiten hebben. Er demonstreerden mensen bij Sheich Jarrah (de wijk in Oost-Jeruzalem waar op dit moment veel Palestijnse families uit hun huizen worden gegooid), er zijn mensen bij die actief zijn in Hadash, de communistische partij die tevens de enige gemengde partij is. Een van de mannen die ik de vorige keer al leerde kennen vertelde opgetogen dat hij voor het eerst naar de Westoever was geweest en daar kennis had gemaakt met Palestijnen: ‘het is ongelooflijk hoe weinig Israëli’s van Palestijnen weten’, zei hij.
De vorige training stond in het licht van het verwerken van de schok, de angst voor hun toekomst, zowel persoonlijk als als beweging, en het besef dat het noodzakelijk was om zich beter te organiseren, en niet ontzettend veel energie te verliezen aan onderling gekrakeel. Maar dat is nog niet zo eenvoudig. Op de vorige training (hier) lukte het Jan om ze te helpen om in de rouw en het uiten van angst een gemeenschappelijke basis te vinden, een ‘holding environment’ waarin mensen ondanks al hun verschillen een gevoel van veiligheid ontwikkelen die ze in hun kracht houdt. Nu was het aan de orde om vandaar uit verder te werken aan visie, doelen, structuur.
Deze keer was Peter van Rooijen uitgenodigd als co-trainer. Van Rooijen, die tevens de partner is van Jan, heeft een lange geschiedenis in het HIV-Aids werk, ook internationaal. Zij laatste werk was leiding geven aan het verbinden en helpen ontwikkelen van de internationale netwerken die zich met HIV-Aids bezig houden. Als geen ander weet hij hoe je organisaties kunt helpen om vanaf de basis, de persoonlijke motivaties en visies een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen, en van daaruit de doelen en strategieën op te bouwen. Daar begonnen we de training mee, en een hele tijdlang ging dat prima. Er werd hard en toegewijd gewerkt. Samen met de groepsleden formuleerde Peter de spelregels voor de training, om die veilig genoeg te maken: dat iedereen er zeker van moest kunnen zijn dat er achteraf over niemand geroddeld zou worden, zodat iedereen eerlijk kon zeggen wat hij of zij wilde. Er werden regels afgesproken in de trant van elkaar uit laten spreken, in dit heetgebakerde land ook al geen overbodige luxe. Het doel werd duidelijk: “hoe kunnen we met behoud van onze verschillen samenwerken, zonder elkaar te beschadigen”. Toch begonnen bij het formuleren van antwoorden op de vraag ‘vanuit welke waarden werken we’ de verschillen op te spelen, en veel oud zeer, wantrouwen, niet verwerkte onenigheid.
Dit eerst: de vijftien groepen die vertegenwoordigd waren zijn zeer verschillend. Over het cultuurverschil Tel Aviv – Jeruzalem had ik het al. Maar je hebt ook orthodoxe homo’s – en een apart groepje van orthodox lesbische moeders die nog helemaal niet bezig zijn met uit de kast komen maar vooral met wederzijdse ondersteuning, en die er nu ook niet waren. Mikey, bijvoorbeeld, een van de voortrekkers van Open House gaat nu voor een paar jaar naar de VS om voor rabbijn te studeren, want als homo kan dat niet in Israël. Er is een groep van oudere lesbiennes. Er is een groep van ouders van homo-kinderen, waaronder de moeder van de vermoorde Nir die het voorzitterschap op zich heeft genomen. Dan is er een groep van biseksuelen en ook een van ’transgender’ mensen. Vooral de laatsten voelen zich binnen de LGBT beweging vaak gemarginaliseerd. Dit was een van de grieven: bij een grote wake na de moorden waren zij niet uitgenodigd om het podium als preker te delen. Waarop een van de vrouwen geprobeerd had om op het podium te klimmen en niet al te zachtzinnig door de veiligheidsdienst was verwijderd. Voor de vrouw voelde dat als traumatisch, maanden had ze er nog last van gehad vertelde ze, en het leek te komen bovenop een geschiedenis van niet gezien en niet geaccepteerd worden. En nu waren het haar eigen kameraden die haar hadden uitgesloten. De andere kant van het verhaal was dat de organisatoren van de wake tot het uiterste gespannen waren – tenslotte hadden ze net een paar moorden meegemaakt en de dader liep nog vrij rond – en de veiligheidsdienst had de opdracht om niemand tot het podium toe te laten. En die organisatoren waren nu ook kwaad over de beschuldiging dat ze geprobeerd hadden om de kleine splinters buiten te sluiten – we hadden toch niet iedereen op het podium kunnen zetten?
Het zijn onderlinge verschillen, en spanningen, zoals je die in elke sociale beweging tegen kunt komen. Maar hier in Israël lijkt alles meteen veel heftiger – en bijna onoplosbaar.
(wordt vervolgd, hier)