1985 – Zuid Afrika. Een demonstrant wordt weggedragen na verwond te zijn door de politie
Te gast: Adri Nieuwhof en Bangani Ngeleza: De vervolging van Palestijnse burgers doet ons denken aan de repressie onder het Zuid-Afrikaanse apartheidssysteem.
Introductie:
Vroeger oogstte je vooral veel kritiek en protest als je Israël een apartheidsstaat noemde. Maar langzamerhand wordt het voor een steeds bredere groep mensen duidelijk dat die vergelijking ergens op slaat. Niet alleen om de georganiseerde segregatie op de Westoever met aparte wegen voor joden en voor Palestijnen, maar nu ook vanwege de situatie in ‘democratie’ Israël zelf. In toenemende mate wordt iedereen die kritisch staat tegenover de bezetting, de schending van mensenrechten en internationaal recht bedreigd, en zeker de Arabische minderheid, de Palestijnen met Israëlisch staatsburgerschap, die opkomen voor gelijke rechten. Het Israëlische establishment vat het streven naar gelijke burgerrechten – in elke democratie volstrekt normaal en vastgelegd in een grondwet – op als een aanval op de joodse staat. De Palestijnse minderheid binnen Israël heeft altijd geprobeerd binnen de grenzen van de wet, en principieel geweldloos, voor hun rechten op te komen, maar in toenemende mate worden de politici die hun nek uitsteken en de mensenrechtenactivisten vervolgd – vaak op onzinnige beschuldigingen dat ze zouden spioneren of contacten zouden hebben met ‘de vijand’. Dat spioneren is op zich al volstrekt onzinnig, want Israëli’s Arabieren worden van alle functies uitgesloten waar je op welke manier dan ook aan informatie zou kunnen komen, en afgezien daarvan, iemand die publiekelijk mensenrechtenactivist is en daardoor dagelijks wordt geschaduwd en afgeluisterd is erg ongeschikt voor ‘spion’. Ook de contacten met de vijand is zo’n punt: kennelijk mogen Israël Arabieren geen contacten hebben met mensen in andere Arabische landen, zelfs niet als ze daar hun familie willen bezoeken, zonder beschuldigd en opgepakt te worden. Het is al eerder gebeurd, bijvoorbeeld met Azmi Bishara, lid van de Knesset, die op een idiote beschuldiging in de gevangenis werd gezet, om vervolgens na enige tijd vanwege gebrek aan bewijs weer vrijgelaten te worden – ondertussen had hij wel vastgezeten. Zo kan elke Palestijn binnen Israël die zijn nek uitsteekt voor de rechten van de ‘Israëlische Arabieren’ er op rekenen om vervolgd en opgesloten te worden, vaak ook nog zonder aanklacht, zonder rechtsbijstand. Om het nog erger te maken krijgen de media steeds vaker een publicatieverbod. Ook met de persvrijheid gaat het in Israël steeds slechter. Adrie Nieuwhof en Bangani Ngeleza maken een vergelijking met de manier waarop onder het apartheidssysteem iedereen die opkwam voor vrijheid en gelijke rechten vervolgd en bedreigd werden. Zie hieronder. Het verscheen eerder op Electronic Intifada.
Adri Nieuwhof en Bangani Ngeleza
Op 6 mei, twee weken na zijn reisverbod, werd Ameer Makhoul midden in de nacht van zijn bed gelicht door een team van 16 agenten van de Israëlische geheime dienst. Makhoul is een gerespecteerd Palestijns leider met Israëlisch staatsburgerschap. Zijn vervolging doet denken aan de tijd van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime: hij verblijft in eenzame opsluiting en mocht twee weken lang geen contact met zijn advocaat hebben; de rechtbank besloot tot een publicatieverbod van 90 dagen op alle informatie over de zaak tegen hem; het zogenaamde bewijs voor de aanklacht “bedreiging voor de veiligheid” is geheim. Dergelijke tactieken werden destijds ook in Zuid-Afrika gebruikt tegen mensen die zich inzetten voor vrijheid en gelijke rechten: zij werden beschuldigd van terrorisme en het onderhouden van banden met de Sovjet Unie.
De gevangenneming van Ameer Makhoul volgt op een golf van harde, repressieve maatregelen tegen Palestijnse leiders en activisten in de Westelijke Jordaanoever, die zich verzetten tegen de bezetting. Bovendien is hij is niet de enige leider van de Palestijnse gemeenschap in Israël, die een dergelijke behandeling krijgt. De internationaal bekende farmacoloog, Dr. Omar Said, werd twee weken voor Makhoul gearresteerd en ook toen werden de media gemuilkorfd. Arrestaties en censuurmaatregelen worden door Israël gebruikt om mensen die zich uitspreken en campagne voeren voor vrijheid en gelijke rechten te intimideren en lastig te vallen.
De geheimhouding rond de detentie van Makhoul en Said is verontrustend, omdat op geen enkele manier kan worden vastgesteld of hun rechten worden gerespecteerd. Talloze rapporten van mensenrechtenorganisaties wijzen op een systematische schending van rechten van Palestijnse politieke gevangenen door Israël. Makhoul mocht zelfs niet de besloten zitting van de rechtbank van Petach Tikva bijwonen waarin de verlenging van zijn detentie werd behandeld. Inmiddels is bekend dat Said vanaf zijn arrestatie op 24 april continu werd verhoord zonder dat hem voldoende slaap werd toegestaan. Makhoul trof hetzelfde lot en kreeg last van pijn en duizeligheid. Artsen van de geheime dienst, de Shin Bet, “onderzochten” de klachten.
De censuurmaatregelen houden in dat de Israëlische media niets mogen onthullen over wat het geheime “bewijs” voor de beschuldigingen van spionage tegen Makhoul en Said zou zijn. Voormalig lid van de Knesset en leider van de Palestijnse gemeenschap, Azmi Bishara, werd eerder ook van spionage beschuldigd en koos toen voor ballingschap om zo gevangenschap te ontlopen. Hussein Abu Hussein, een advocaat die diverse Palestijnen in Israël heeft verdedigd tegen beschuldigingen van spionage, zei tegen het Israëlische dagblad Haaretz dat de spionagewetten in Israël zo ruim zijn dat een contact via internet of een telefoongesprek met wie dan ook in een “vijandige staat” al tot vervolging kan leiden. Maar, Israël’s strategie om de Palestijnse strijd voor vrijheid en gelijke rechten als “terrorisme” aan te merken is niet nieuw. De overeenkomsten zijn opvallend tussen het huidige gedrag van Israël en dat van het apartheidsregime in Zuid-Afrika toen het destijds anti-apartheidsactivisten wilde onderdrukken.
De Zuid-Afrikaanse Terrorismewet No. 83 van 1967 bood de mogelijkheid om individuen die van terrorisme werden verdacht, eindeloos gevangen te houden. Terrorisme werd ruim gedefinieerd: iedereen die werd verdacht van medewerking aan of betrokkenheid bij “handelingen tegen de staat” viel eronder. Mensen konden heel lang worden vastgehouden omdat de wet detentie toestond totdat alle vragen naar tevredenheid waren beantwoord, of totdat detentie van de persoon niet meer nodig was. De wet gaf de overheid de bevoegdheid tot ondervraging en afdwinging van bekentenissen, terwijl het publiek en de familie van de gedetineerden geen recht hadden op informatie, ook niet over de identiteit of de verblijfplaats van de gearresteerden. Gevangenen konden letterlijk verdwijnen.
Deze wetgeving verleende de staat in de praktijk een vrijbrief om activisten hun rechten te ontnemen en om geen verantwoording af te leggen. Vele activisten in Zuid-Afrika werden gekidnapt en gevangen gezet onder deze wetgeving. Deze wet werd in 1977 ook gebruikt in de zaak van de kidnapping en veroordeling van Eric Ngeleza en enkele van zijn kameraden. Zij werden beschuldigd van lidmaatschap van het verboden ANC en van het helpen organiseren van veilige reisroutes voor ANC-vrijheidsstrijders naar ANC-kampen buiten Zuid-Afrika. Zij werden beschuldigd van terrorisme, ondervraagd en veroordeeld tot lange straffen op Robben Island. In de zaak van Ngeleza duurde het tien jaar voor hij met zijn familie werd herenigd. Dit lot mag Makhoul, Said en talloze andere activisten niet treffen: hun enige “misdaad” is dat zij gelijke rechten eisen in hun geboorteland.
De nieuwe Israëlische militaire maatregel — maatregel 1650, ter “Voorkoming van Infiltratie” — lijkt ook op de racistische wetten van het Zuid-Afrika onder apartheid, in dit geval de pasjeswetten. De militaire maatregel bepaalt dat iedereen die illegaal naar de Westelijke Jordaanoever gaat een infiltrant is. Hetzelfde geldt voor personen die in de Westelijke Jordaanoever verblijven zonder een geldige verblijfsvergunning. De huidige regering van Zuid-Afrika protesteerde officieel tegen deze maatregel vanwege “de grove schending van individuele mensenrechten”, en trok de vergelijking met de roemruchte onderdrukking onder apartheid.
Israël’s behandeling van Makhoul en Said komt overeen met hoe de Terrorismewet in Zuid-Afrika werd toegepast. Ook andere schendingen van rechten laten zien dat Israël apartheid kent en dat het land de rechten van haar eigen burgers niet respecteert. Het is de hoogste tijd om Israël tot de orde te roepen tot het instemt met het respecteren van mensenrechten, net zoals dat gebeurde met Zuid-Afrika ten tijde van apartheid.
Adri Nieuwhof en Bangani Ngeleza zijn onafhankelijke consultants uit respectievelijk Zwitserland en Zuid-Afrika. Nieuwhof ondersteunde de Zuid-Afrikaanse anti-apartheidsstrijd als lid van het Komitee Zuidelijk Afrika. Ngeleza nam deel aan de bevrijdingsstrijd als activist van het African National Congress. Zijn vader, Eric Ngeleza, werd tot tien jaar gevangenschap op Robbeneiland veroordeeld toe hij 11 was.
Dit artikel verscheen in The Electronic Intifada op 19 mei 2010
Hoi Anja, ik zat net dit artikel van je te lezen,toen de telefoon ging. een kennis van ons die evrtelde dwt een uur geleden een goede vriend van ons, voormalig directeur van “The friends of prisoners association” een organizatie die 3 jaar geleden verboden verklaard is, gearesteerd is. Het is inderdaad een politiestaat hier.
Mijn voorstel is om niet langer meer met El-Al te vliegen. En te proberen deze maatschappij tot ongewenst te verklaren op Schiphol.
Kortom een symbool van nationale trots aanpakken tot daad van protest.