Ik had het er al over, in mijn stuk over de vraag waarom altijd Israël, hier, over de verwarring die ontstaat wanneer je kritiek op Israël aanziet voor antisemitisme. Het echtpaar van der Wieken schreef voor Trouw een opiniestuk waarin ze betoogden dat het antisemitisme is wanneer het bestaansrecht van Israël wordt betwijfeld, of wanneer de kritiek op Israël selectief is, dat wil zeggen alleen Israël wordt bekritiseerd en andere landen niet. Hier.
Ook de voorzitter van Een Ander Joods Geluid heeft daar een antwoord op, dat in verkorte versie ook verscheen in Trouw. Hier de complete versie:
Misleidend
Misleidend. Milder term laat zich niet bedenken voor het opiniestuk van Rosa vd Wieken en haar echtgenoot Ron vd Wieken, voorzitter van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam (Gevoel van naderend onheil groeit bij joden, Trouw 26-07, hier.
Misleidend is het om te schrijven namens het Network on Antisemitism (NOA). Wie de website van het Netwerk NOA opent, ziet dat het Network-bestuur bestaat uit drie Hollandse dames, waarvan Rosa vd Wieken de voorzitster is. Omdat, samengevat, ‘Nederland voor joden onleefbaar was geworden’ is één van hen, medeoprichtster Evelyn Markus, in 2006 geëmigreerd naar Amerika, net als Ayan Megan, een van de heldinnen van de dames. Het zal wel daarom zijn, dat NOA zich presenteert als ‘een internationaal netwerk dat antisemitisme bestrijdt in Nederland’. Het is zelfs, staat er, ’de enige organisatie in Nederland die uitsluitend dit als doel heeft’.
Een Engelstalig, thematisch georiënteerd en internationaal ‘netwerk’ als NOA suggereert tenminste enige deskundigheid, analyse en samenwerking, en een zekere mate van onafhankelijkheid en objectiviteit. Helemaal niets van dat al. Wie de uitingen op de website en het blog van voorzitster vd Wieken bekijkt, moet concluderen dat het gaat om een vriendinnenclubje dat simplistische, ‘een-dimensionale’ ‘pro-joodse’ en ‘pro-Israëlische’ standpunten uitdraagt, waartoe het meningen en stukjes bij elkaar sprokkelt, bijwijlen met anti-islamitische strekking*. Ach en wee roepen over de boze buitenwereld en eendrachtig staren naar de joodse navel zijn de belangrijkste kenmerken van het Netwerk. De stokebrand Afshin Ellian is er een van de andere helden.
We vinden op de website ook de ‘strategie’. Die is zeer doordacht en bestaat uit ‘zachte en harde maatregelen’, ‘bestaande organsiaties activeren’(zo staat het er) en voorts uit ‘deelnemen aan antisemitismebestrijding buiten Nederland’. Dat valt niet te rijmen met de eerdere bewering dat NOA ‘uitsluitend’ antisemitisme-bestrijding in Nederland als doel heeft’, maar wie internationaal wil zijn, moet over de grenzen kijken. Straks zal blijken dat ook de van der Wiekens graag een blik over de grens werpen, met een heel speciaal doel. Ik kom er op terug.
De NOA-site hangt van broddelwerk aan elkaar, en zelfs dat niet; onder ‘feiten en cijfers’ is de op één na recentste bijdrage een brief uit oktober 2006, van het Wiesenthalcentrum Los Angeles, over ‘het toenemende aantal antisemitische aanvallen in Engeland’. De drie bestuursleden timmerden de afgelopen jaren namens NOA graag aan de weg, onder andere in de Volkskrant, die het kennelijk nooit nodig heeft gevonden om de claims van dit ‘Netwerk’ eens kritisch tegen het licht te houden. Nu misbruiken de vd Wiekens de naam van dit grotendeels verzonnen en fictieve ‘Netwerk’, dat net zo internationaal georiënteerd is, als de gangbare mening in veel van de joodse gemeenschap: de wereld bestaat uit Israël en landen die voor of tegen Israël zijn, en wordt bevolkt door joden en mensen die voor of tegen joden zijn.
Kenmerk van de teksten op de NOA-site en nu ook van het betoog van de auteurs in hun stuk over ‘het gevoel van naderend onheil’ is de chronische –maar opzettelijke- verwarring van ‘joden’ en ‘Israël’, van kritiek op het beleid van de staat Israël en antisemitisme. Op zich is het gebruik van het begrip antisemitisme al een waagstuk dat grote omzichtigheid vraagt; de publicist Hajo Meyer, Auschwitzoverlevende, heeft vaak opgemerkt dat het gif van de jodenvervolging door het Derde Rijk het concept voorgoed belast heeft met associaties, die het zo goed als onbruikbaar maken voor beschrijving van de verschijnselen van vandaag. Daar ontkomt ook het betoog van de auteurs niet aan. Zij plaatsen bezwaren tegen koosjer slachten of tegen de joodse jongensbesnijdenis, uitingen op Maroc.nl of door Harry Mens, in de beladen traditie van ‘het antisemitisme’. Zij duiden deze verschijnselen gretig als ‘voorspellende signalen’. Dit is een misleidende vervalsing van het historisch perspectief. Het is schieten met een kanon op een mug. Bij alles, groot en klein, rijp en groen, klakkeloos ‘antisemitisme’ roepen, de hobby van de Van der Wiekens, bagatelliseert bovendien de Holocaust.
Zij belijden dat het geoorloofd is kritiek op handelingen van de staat Israël te hebben. Mooi, maar zij bepalen welke kritiek toegestaan is en welke niet, en wie daartoe gerechtigd is. Het is een belijdenis louter voor de vorm. Wat hun daarbij voor ogen staat is dit: Israël maakt fouten, soms zelfs domme fouten, net als andere landen. Andere landen begaan veel groter misdaden. Dan kijken zij over de grens, en geven daar een opsomming van , van Congo tot China; zij kapittelen anderen voor hun relatieve gebrek aan aandacht hiervoor, maar uit niets blijkt dat die misdaden henzelf ook maar één moment ter harte gaan. Zij gebruiken die louter instrumenteel , om Israël vrij te pleiten en critici van Israël verdacht te maken. Hun logica is: wie niet kritisch over de slachtingen bij de Grote Meren schrijft, of de onderdrukking van Tibet, maar wel over bezetting door Israël, die moet wel een verkapte antisemiet zijn.
Het is een splinternieuwe definitie van antisemitisme: wie niet naar verhouding evenveel aandacht heeft voor andere situaties en problemen als de Israëlische bezetting, is een jodenhater. Het is ter beoordeling van de jury, bestaande uit Ron en Rosa, welke problemen die aandacht behoeven, of de aandacht wel ‘proportioneel’ genoeg is, en van de juiste personen afkomt. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd. Critici van Israël worden zo niet rechtstreeks maar langs een omweg beticht van het misdrijf van jodenhaat. Maar wie beschuldigt moet bewijzen, en elk nader bewijs ontbreekt. Alsof veelvuldig schrijven over de Chinese bezetting van Tibet een uiting van Chinezenhaat is. Kritisch schrijven over Israël is voor Ron en Rosa uit zichzelf al een daad van antisemitisme. Ons die opvatting opdringen is precies wat de auteurs beogen. Ron en Rosa voldoen aan de ironische formulering door Hajo Meyer: vroeger was een antisemiet iemand met een hekel aan joden, tegenwoordig is het iemand aan wie joden een hekel hebben.
Dat de bezetting van Palestina meer is dan een domme fout, namelijk een structurele misdaad die ons raakt, van een zich ‘democratisch’ noemend land, waar wij ons bij betrokken voelen, zullen de vd Wiekens routineus betitelen als verkapt antisemitisme. Dat Israël zelf zich er op beroept een democratische rechtstaat te zijn, en continu de democratische rechtsnormen schendt, zullen zij vergoelijken met de ‘moeilijke situatie’ waarin het land verkeert. Zij schrijven dat Israël wordt gemeten met strengere maatstaven, ‘een unieke meetlat’; de enige unieke meetlat echter, is hun eigen grenzeloze gedoogbeleid jegens Israël, naast hun steevaste veroordeling van ’s-lands critici.
De ergste misleiding, bedrog welhaast acht ik dat de auteurs voorgeven te schrijven namens ‘de joden’. Als jood herken ik mij geen moment in hun alarmisme, net zo min als vele andere joden, vooral internationaal. Als jood juich ik de scherpste kritiek op het Israëlische beleid van harte toe, en niet alleen als die van joden en Israëli’s komt. Dat doe ik niet omdat ik het bestaansrecht van Israël ontken of betwijfel, maar omdat ik mij over het voortbestaan van Israël ongerust maak, als het land de onderdrukking van de Palestijnen en de bezetting van Palestina niet opgeeft en zijn democratisch en rechtstatelijk karakter aan de wilgen hangt. Het Israëlische beleid bedreigt niet alleen ten diepste het Palestijnse bestaan en de Palestijnse natie, maar ook de geloofwaardigheid en houdbaarheid van internationale rechtsnormen en het humanitair oorlogsrecht, en uiteindelijk de staat Israël zelf. Evenzogoed zou ik mij over Nederland zorgen maken als het zich zo gedroeg, zonder één moment het bestaansrecht van Nederland te betwisten.
Het ‘onheil voor de joden’ waarvan de vd Wiekens reppen, komt niet van Maroc.nl, het komt van joden die zich hebben verschanst in een mentaal getto, die menen dat ‘wij’ staan tegenover ‘hen’ en dat Israël alleen staat, tegenover de rest van de wereld. Het zijn deze joden, de van der Wiekens inbegrepen, die een van buiten komend onheil profeteren en precies daarmee het onheil van binnen uit over joden en Israël afroepen.
Jaap Hamburger vz. Een Ander Joods Geluid
*Noot. In een lezing, gegeven in Amerika in februari 2009, doet Eveline Markus (inmiddels Evelyn geheten) verslag van haar motieven om te vertrekken. Zij schetst een inktzwart beeld van Nederland en Europa waar het om joden gaat, met passages als de volgende, de Engelse taalfouten inbegrepen, waarin een beeld opgeroepen wordt alsof de jodenvervolgingen opnieuw zijn uitgebroken.
Stones were thrown on every Shabbat to Jews wearing a hat or kippa who had to walk through muslim neighboorhoods to get to their synagogue. In other European cities windows of Jewish shops were smashed and rabbis and Jewish kids were stabbed and even killed in the streets and in schools
Zij schuift ‘Moslims’ antisemitisme in de schoenen. Zelf schrijft zij:
I lived in the center of Amsterdam, on the canals. If I ventured 15 minutes to the east, to the north, to the west or to the south, I would land in a muslim majority neighboorhood, with most women wearing headscarfs, covering more and more parts of their bodies, pushing prams, being pregnant and walking at least 6 feet behind their husbands who are also their masters.
Zou niet misstaan, als beschrijving van Mea Shearim, de orthodox-joodse wijk van Jeruzalem.
Waar haalt Evelyn die onzin vandaan? Ze heeft vast een heel grote duim….