Het is inmiddels bekend: Israël maakt zich zorgen over de slijtage van zijn imago, en doet al sinds jaar en dag enorm zijn best op alle mogelijke manieren de beeldvorming rondom Israël op te vijzelen. Positief: door op allerlei manieren te laten zien wat een geweldig leuk land Israël is. Negatief: door stevige haatcampagnes te voeren tegen eenieder die het lef heeft kritiek uit te oefenen op de politiek van Israël. Een een derde manier is om pers, politici en opiniemakers te bestoken met de ‘juiste’ feiten. Geheel objectief, vanzelfsprekend.
Dat gebeurt in de eerste plaats binnen de VS, want daar is Israël direct van afhankelijk, en Israël wil het niet graag meemaken dat er nog eens een president komt die zich afvraagt waartoe ze de rekeningen van Israëls oorlogen, bewapening en bezettingen eigenlijk betalen. Dus moet er ook voor gezorgd worden dat de media op de hand van Israël zijn en blijven. Dat lukt tot op heden aardig, driekwart van de Amerikanen denken echt dat de Palestijnen er op uit zijn om Israël te vernietigen, en vinden het dus vanzelfsprekend dat Israël zich ‘verdedigt’.
Een van de interessante organisaties die voor de hasbara (net woord voor propaganda) zorgt is “The Israel project”. (Hier) In 2002 opgericht door drie vrouwen, Jennifer Laszlo Mizrahi, Margo Volftsun en Sheryl Schwartz, die de taak op zich hebben genomen om het imago van Israël in de buitenlandse pers op te vijzelen.
Het afgelopen jaar ontving de organisatie 7 miljoen dollar aan donaties, en heeft inmiddels een staf van 44 mensen – die tegenwoordig niet alleen in de VS werkzaam zijn, maar ook Europa bestoken, plus Latijns-Amerika en bovendien al enige vorderingen maken in het bereiken van de Arabische pers.
Het is simpel, zegt een van de vrouwen, van de 800 journalisten wereldwijd die over Israël schrijven heeft 65% het land nog nooit bezocht. Die worden nu van informatie voorzien. Wat begon als een bescheiden mailinglijst, is nu uitgegroeid tot ‘fact sheets’ die rondgestuurd worden aan tienduizenden verslaggevers, bloggers, diplomaten en beleidsmakers. De website opereert in zes talen, bewerkt ook Facebook en Twitter, en bereikt 53 landen.
Een andere manier om genoeg geld binnen te krijgen, is dat de bestuursleden, voor de eer om voor de organisatie te mogen werken, minimaal honderdduizend dollar per jaar in de kas storten.
Het Israel Project houdt het netjes, anders dan sommige andere hasbara-clubjes, die zich erin specialiseren alle ciritici van Israël meteen weg te zetten als antisemieten. Ze presenteren zich graag als neutraal, zijn erg voor vrede met de Palestijnen, uiteraard. Ze houden zich verre van de controversiële onderwerpen, zeggen ze, ze specialiseren zich vooral in objectief feitenmateriaal zoals het aantal raketten dat vanuit Gaza wordt afgeschoten, of de laatste uitspraken van Ahmadinejad. Ze hebben zelfs Arabische verslaggevers meegenomen naar de checkpoints bij Gaza, om te laten zien dat er wel degelijk goederen Gaza worden binnengelaten, en dat er dus geen enkele reden was waarom er schepen worden gestuurd. De foto’s die op hun website staan van Gaza laten prachtige en geheel onbeschadigde gebouwen zien. Ook leggen ze geduldig uit dat de Arabieren in Israël dezelfde rechten hebben als de joden, en dat ze zelfs met Palestijnse minister Fayyad spreken. Vanzelfsprekend willen ze geen negatief nieuws over Israël verspreiden, dat is hun taak niet, en ze bemoeien zich ook niet met eventuele schandalen, tenzij ze daar iets positiefs tegenin kunnen brengen.
Wij laten ons niet uit over de nederzettingen, zegt mevrouw Laszlo-Mizrahi. We presenteren alleen feiten, we kiezen geen partij. We benadrukken alleen maar dat er geen nederzettingen meer zijn in Gaza, maar dat Hamas er toch nog steeds op uit is om de joden te vermoorden en raketten af te vuren.
Nou, veel onpartijdiger kun je het haast niet krijgen, toch?
Bron: Ha’aretz, hier