Spoedcursus Egypte

De geschiedenis gaat soms sneller dan ik schrijven kan. Ik hoorde het ook van een journalist: het is soms al de kunst om een beetje goed achter de feiten aan te lopen, laat staan dat je ze ook nog duiden kunt. Zat ik donderdag nog bij een bijeenkomst aan de Universiteit Amsterdam over de achtergronden van Egypte, hoorden we dat die avond Mubarak waarschijnlijk af zou treden, gebeurde niet, zat ik gisteren bij de opening van De nieuwe liefde, kom ik thuis, ja hoor, gevallen. Feest. En ik in meelevende tranen. Wat dat betekent voor de Egyptische bevolking, voor hun zo vaak gekrenkte gevoel van eigenwaarde, voor de heroplevende hoop! Wat het gaat betekenen voor andere volkeren in het Midden-Oosten, wat het gaat betekenen voor de Arabieren die zelf misschien ook dachten dat ze nooit democratie zouden krijgen! We hebben nog geen idee.

En natuurlijk is iedereen ervan bewust dat er nog niets gewonnen is behalve deze eerste slag. Want nu is de vraag wie de macht overneemt, en of dat werkelijk aan gaat sturen op een echte democratie. Dat krijg je niet van de ene op de andere dag voor elkaar, want de wil is er wel, ten minste bij een groot deel van de bevolking, maar er zijn zoveel factoren: het gebrek aan georganiseerde politieke partijen, de diepe verworteling van het regime – ook zonder Mubarak – in de samenleving, de macht van het leger dat van geen kant te vertrouwen is, de machtige buitenlanden die zich ermee gaan bemoeien, en ook hen kun je voor geen cent vertrouwen dat ze werkelijke democratie willen voor de Egyptenaren. Dictatoren zijn altijd makkelijker om naar je hand te zetten dan een democratische bevolking. En dan nog de vraag naar de plaats van de islamistische groepen. Er is veel nog volstrekt onduidelijk, veel kan er nog mis gaan, en ook de opstandelingen zijn zich ervan bewust dat het er nu op aan gaat komen, en ze zijn nog steeds aanwezig op het Tahrirplein – feest, en dan weer de waakzaamheid of ze niet verkocht en belazerd gaan worden.

Maar de minilezingen die ik aan de Universiteit hoorde helpen mij om wat meer te begrijpen van wat er zich daar afspeelt, en ik geef ze kort weer.


(Yolande Jansen, voorzitter)

Eergisteren was ik in de Universiteit Amsterdam bij een leerzame bijeenkomst over wat er in Egypte gaande is. Voor mij een spoedcursus, want ik weet weinig over Egypte, en ik vind het moeilijk om de berichtgeving op waarde te schatten. Zo wordt er nogal eens beweerd dat het gevaar is dat de Moslim Broederschap daar de macht zal grijpen, en dat het een soort Iraanse revolutie zou kunnen worden waarbij de bevolking van de regen in de drup komt, maar gezien de richting waar deze bangmakerij vandaan komt – van rechts, pro-Israël, de VS enzovoorts, heb ik daar zo mijn vraagtekens bij. En terecht, kan ik concluderen na de verhalen van een rij mensen die er veel vanaf weten.


(Mariwan Kanie)

Mariwan Kanie, van huis uit Irakese Koerd, heeft het over het karakter van de enorme opstand van de Egyptische bevolking. Achteraf kun je zien dat de aanleiding klaar lag, maar toch was het een totale verrassing dat de opstand nu uitbarstte – eerst Tunesië, toen Egypte, en meteen zo massaal was. De belangrijkste aanleiding was het ontstaan van een bevolkingslaag aan hoogopgeleide en gefrustreerde jongeren, die niet aan de bak kunnen komen – dat verschijnsel zie je op dit moment in veel Arabische landen. Je ziet tegelijkertijd het financiële wanbeleid van de machthebbers, de zelfverrijking van de elite, zakenlieden en politici. Die jongeren zijn nu doorgebroken, maar zijn in staat geweest om ook andere bevolkingslagen mee te krijgen, de mensen die lijden onder de armoede, de beroepsgroepen die moeten sappelen om rond te komen en de prijzen van voedsel zien stijgen.

De Moslim Broederschap maakt deel uit van de opstand, maar was niet de groep die het voortouw nam. Feitelijk is de opstand opvallend post-islamitisch, post-nationalistisch, en je ziet in de slogans nauwelijks enige anti-westerse retoriek. Hun eisen gaan over sociale rechtvaardigheid, wat je links kunt noemen, en over individuele en publieke vrijheid en het belang van een grondwet die je liberaal kunt noemen, maar er is geen vastomlijnde ideologie, zoals vaak bij revoluties, en ook geen charismatische leider. Het is in de ware zin van het woord een spontane volksopstand.

Die zijn er wel eerder geweest, vertelt Kanie, een grootschalige demonstratie in Libanon in 2005, Vrouwen voor stemrecht in Kuwait in 2006 en in Bahrein in 2005, ook had Egypte al de Kifaya beweging – maar nog niet eerder barstte het protest uit op zo’n grote schaal.

Verder is het opmerkelijk dat er door de protestanten geen sprake is van geweld, er is ook geen verheerlijking van de martelaarsdood, al begon het met de zelfverbranding van één man, en er is ook geen neiging te bespeuren tot wraakacties. Behalve dat: het is ook al nauwelijks anti-westers te noemen. De opstand is vooral gericht op de binnenlandse situatie, het is tegen de corruptie van het regime.


(Michiel Leezenberg)

Michiel Leezenberg had het vooral over alle misverstanden over de Moslim Broederschap. Dit is de belangrijkste mededeling: ook de politieke islam heeft niet het eeuwige leven, ze verandert voortdurend, en heeft vele gezichten. Er is, bijvoorbeeld, een afgrond die de ideologie van Bin Laden, die overigens zwijgt, scheidt van bewegingen als de Moslim Broederschap. Al Qaida heeft grote minachting voor de bewegingen die in zijn ogen veel te gematigd zijn, zoals ook Hamas, die voornamelijk bezig is met de bevrijding van het eigen land. Al Qaida is niet geïnteresseerd in nationalistische doelen, het streeft ook niet naar politieke doelen, en is meer een ethische dan een politieke beweging – het gaat om het bestrijden van het Kwaad.

Feitelijk heeft de politieke islam weinig bereikt in de afgelopen jaren.

De Egyptische Moslim Broederschap begon oorspronkelijk klein, het leek meer op padvinderij, met nadruk op persoonlijke vroomheid en gezondheid, en radicaliseerde later onder invloed van Sayd Qutb – en werd daarmee ook kleiner. De Broederschap is meer te zien als een groep van predikers dan als een gewelddadige brigade die de macht wil grijpen. Geweld heeft in het verleden wel plaatsgevonden – er werden toeristen aangevallen – maar wordt breeduit door de bevolking die heel goed weet dat ze afhankelijk zijn van het toerisme als grote inkomensbron afgewezen. Na de aanslag kwam de bevolking in opstand tegen de plegers.

Wat we hier ook niet weten is dat de Moslim Broederschap vanaf 2005 deel uitmaakte van het Egyptische parlement. Ze maakten zich bij de regering niet bepaald geliefd omdat zij het altijd waren die op wilden treden tegen de corruptie – ze dwongen de regering tot openheid. Dat is de belangrijkste reden dat ze vanaf 2010 niet meer in het parlement werden toegelaten. Maar ook zij streven vooral naar de versterking van de democratie, en hangen het pluralisme aan, waardoor zijzelf ook een legitieme plaats kunnen hebben. Er is geen enkele aanwijzing voor dat zij zouden streven naar de islamisering van de staat.


(Robert Soeterik)

Robert Soeterik hield een betoog over het ontstaan van de opstand: decennia lang leek de zaak in de landen van het Midden-Oosten geheel dichtgetimmerd. Dat de opstand die in Tunesië begon is overgeslagen naar Egypte is van immens belang. Egypte is niet alleen qua bevolking het grootste land, het heeft ook een geweldige invloed in de regio. Daar begon het Pan-Arabisme van Gamal Nasser.

Er is geen reden voor om aan te nemen dat de opstandelingen uit zijn op het verbreken van de afspraken met Israël. Ze zullen alle energie nodig hebben om orde op zaken te stellen in eigen land, ze zijn niet geïnteresseerd in een gevecht met Israël, laat staan een oorlog. Maar we moeten wel bedenken dat het ‘vredesakkoord’ een beslissing was aan de top, waar de bevolking zelf, die grote sympathie heeft met het Palestijnse volk en zich daarmee verwant voelt, niet in is gekend. Met een andere regering is de kans groot dat Egypte zich niet meer zo slaafs door Israël en de VS laten vertellen wat ze doen moeten. Wat te verwachten is, is geen oorlog, maar een koude vrede.

Dan over de rol van het leger. We moeten wel bedenken dat de legertop plus de politie en de geheime diensten nauw verknoopt zijn met het dictatoriale regime, en dat zal niet zomaar veranderen. Dat de gewone dienstdoende soldaten op het Tahrirplein kunnen rekenen op enige sympathie, komt omdat ze grotendeels uit dezelfde sociale lagen afkomstig zijn als de opstandelingen. Tot nu toe is het de vraag voor de legertop of die jongens in te zetten zouden zijn tegen de opstand, maar nu lijkt er gekozen te worden voor een niet escalerende strategie. Dat er bij de bevolking vertrouwen is in het leger kan ook weer van dienst zijn, mocht het leger de macht grijpen.


(Abu Pessoptimist, alias Maarten Jan Hijmans, zelf jarenlang in Egypte gewerkt als verslaggever, was er ook)

Een belangrijk wapen in de handen van de opstandelingen is het contact met de buitenlandse pers, ook via de nieuwe technologie als twitter en facebook. Dat de wereld toekijkt kan maken dat het regime ervoor terug zal schrikken om de opstand bloedig neer te slaan – al zijn er voor het eerst wel bajonetten op de geweren gezien. (Over de rol van de buitenlandse pers, zie )

De opstand is duidelijk niet hiërarchisch georganiseerd, heeft nauwelijks een samenhangende ideologie, en Soeterik ziet daar ook het bezwaar in – het gaat om niet ideologisch gebonden, globaliserende jongeren – dat het niet zo politiek is maakt dat het een brede aanhang kon mobiliseren, maar is ook een zwakte als het er werkelijk om gaat een alternatief te formuleren en op te bouwen.

Ook Soeterik bevestigt: de Moslim Broederschap was niet de initiator, en een reden is dat ze al zwaar beschadigd waren door de repressie door het regime van Moebarak. Ook zijn ze intern verdeeld, en zij wisten heel goed hoe gevaarlijk het voor hen zou zijn om een frontale aanval op het regime te doen. Ze zijn makkelijker te pakken, letterlijk te vinden, en het is daarom ook dat ze aanvankelijk hebben geaarzeld om zich aan te sluiten. Maar de Moslim Broederschap blijft een belangrijke factor in het geheel, het gaat wel om vijf miljoen mensen. Toen ze in het parlement zaten kregen ze 20% van de zetels, en de werkelijke aanhang zou tot 30 a 35% op kunnen lopen. Wat ze willen is de val van het regime in de allereerste plaats.

De vraag is wat er nu gaat gebeuren. Niemand hoeft te denken dat er iets is gewonnen als de macht overgaat in de handen van Omar Suleiman. Die was het hoofd van de geheime dienst, zwaar betrokken bij het opsluiten en martelen van politieke tegenstanders, en ook betrokken bij de mislukte coup waarbij Egypte, Jordanië, Israël en de VS samenwerkten om Hamas te verslaan.

Er valt nog niets over te zeggen of er een compromis uit gaat komen met hier en daar wat hervormingen, of een werkelijke andere staatsvorm – wel is duidelijk dat er in de geschiedenis in de regio nog niet eerder zo’n massale opstand is geweest.


(Robbert Woltering)

Robbert Woltering spreekt over de contradictie dat het Westen zich altijd presenteerde als zendeling van mensenrechten en democratie in de Arabische wereld, maar tegelijk altijd terugschrok omdat ze bang waren voor een islamitische revolutie naar model van Iran, fervent anti-westers. Maar in werkelijkheid is het momentum van de islamistische revoluties voorbij. Welke voorbeelden voor de politieke islam zijn er? Iran, de Taliban, Soedan, Afghanistan, dat zijn niet bepaald inspirerende voorbeelden. Ook onder de aanhangers van de politieke islam – Wolterink sluit daar aan bij Leezenberg – is er sprake van voortschrijdend inzicht. Nu zullen de meeste islamitische groepen opteren voor een seculiere staat, een pluralistische en democratische staat, waarbinnen ook zij hun rol kunnen spelen.

De relatie tot het Westen is altijd een wisselende: lichtend voorbeeld zowel als vijand. Aan de ene kant is het een voorbeeld van werkende democratie die wordt bewonderd, aan de andere kant zien de Arabische groepen ook de hypocrisie – vrijheid en gelijkheid lijken wel een ideologisch exportproduct, maar al te vaak werkt het Westen actief tegen als het op de toepassing aankomt in de landen van het Midden-Oosten.

(We kunnen op dit punt een verhaal houden over de wijze waarop de Palestijnen onder druk werden gezet om verkiezingen te organiseren, om vervolgens genadeloos afgestraft te worden toen ze werkelijk dachten dat dat betekende dat ze zelf hun leiders mochten kiezen – dat maakt het vertrouwen dat het Westen het meent als ze het hebben over mensenrechten en democratie bepaald niet groter).

De westerse leiders lijken een grote voorkeur te hebben voor dictatoren in andere landen. Daar zit een pragmatisch aspect aan, het is met één telefoontje mogelijk om wat van een dictator gedaan te krijgen, maar kijk eens naar de toestanden als je probeert om een democratie als Nederland zover te krijgen dat ze vijfhonderd politietrainers naar Afghanistan gaan sturen. En nu lijkt het hypocriete Westen ertoe te neigen om Mubarak maar aan te houden, al is het maar tijdelijk. Onder de slogan dat het gaat om de ‘stabiliteit’. Daarentegen zijn de westerse media wel een belangrijke bondgenoot en wordt er enthousiast gebruikgemaakt van de westerse technologie.

Dan over de rol van de VS: waarom, als zij zo voor democratie zijn, schorten ze de betalingen aan het dictatoriale regime niet op? Is dat werkelijk uit angst voor een islamistische en anti-westerse revolutie? Als ze op de hoogte zijn, en waarom zouden ze dat niet zijn, kan dat de reden niet zijn voor de aarzeling om de opstand te ondersteunen. Dit is het punt, zegt Wolterink: ze zijn juist veel banger voor een revolutie model Turkije, dat veel Arabische waardering krijgt. Turkije lijkt een onafhankelijke macht te worden, en is daarmee een groter gevaar voor Israël, voor de uitholling van de Israelische statuur, dan een land als Syrië. Juist als de Arabische landen werkelijk democratisch zouden worden, krijgt Israël het moeilijker om ze steeds maar te behandelen als barbaarse dictaturen. Wanneer de Arabische landen de mensenrechten serieuzer nemen, is Israël zijn morele recht op superioriteit kwijt – en dan gaat het richting een moreel faillisement.

Er was nog een levendige discussie na de lezingen, die ik niet meer heb weergegeven. Met Abu en Brechtje verdween ik de kroeg in om bij de bitterballen door te kauwen of ik het allemaal begrepen had – en een beetje te speculeren wat het allemaal zou betekenen, voor de toekomst van Egypte, voor Israël – voor het Midden-Oosten. Spannend.

7 gedachten over “Spoedcursus Egypte

  1. Citaat:

    “….,toen ze (=de Moslim Boederschap, OM) in het parlement zaten kregen ze 320% van de zetels,…”

    Is dat niet wat overdreven, Anja? 🙂

  2. Goede verhalen.
    De hypocrisie en dubbelhartigheid van westerse landen wordt hierboven duidelijk verwoord. Ander voorbeeld: toen in Algerije het FIS op democratische wijze de verkiezingen won (december 1991), werd meteen een militaire coup gepleegd en volgde enorme repressie. Het westen -in de eerste plaats Frankrijk- steunde de couppleger Zéroual. (In 1999 opgevolgd door Bouteflika). Zo was Algerije dus “voor de democratie gered”! Jaja! Als het om de “derde wereld” gaat, hebben westerse landen altijd al dictaturen gesteund. En ook tijdelijk in zuid-Europa, zoals we weten.

    Overigens hebben Michiel Leezenberg (UvA) en Roel Meijer (Clingendael) in “Een Vandaag” op 4 februari j.l. ook al duidelijk gemaakt dat in het westen een stereotiep en verouderd beeld bestaat over de Moslim Broederschap. Dat moet vaker gebeuren.

  3. Dat zal nog duizend keer gezegd moeten worden, vooral omdat er belangen spelen: de kritiekloze aanhangers van Israel, plus islamofoob rechts, plus eenieder die om welke reden dan ook prijs stelt op het handhaven van het vijandbeeld moslim/Arabier wil maar al te graag dat we blijven denken dat de Moslim Broederschap in Egypte de boel over gaat nemen. Je ziet het nu al bij de bekende rechtse sites en de islamofoobjes.

  4. Eerste zin uit je verslag van Kani: ‘de enorme opstand van de Palestijnse bevolking’, lijkt me een Freudiaanse vergissing.
    Maar het is een prima verhaal dat ik ook anderen wil laten lezen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *