Ondertussen in ‘democratie’ Israël (4)

2009-02-06-israelielections.jpg

Het verneukeratieve van landen met elkaar te vergelijken, zoals in de veel gehoorde mantra over Israël als ‘de enige democratie’ in het Midden-Oosten, is dat daarbij onwillekeurig een vergelijking wordt gemaakt tussen de regimes, de regeringen, alsof een land uit niet meer bestaat dan dat. En het is waar, het kan ondertussen niemand meer ontgaan, Egypte is/was een land waarin de bevolking leed onder een dictatoriaal regime. Bepaald geen democratie. Dat is Israël ook niet erg, wanneer je daarbij Europese normen aanhoudt, ook al heeft het een gekozen parlement. Minimaal moet er toch sprake zijn van gelijkheid voor de wet van alle staatsburgers, ongeacht etniciteit of religie. Maar Israël wist dat altijd redelijk verborgen te houden achter een zorgvuldig en zwaar gesubsidieerd progressief imago compleet met de Gay Pride en interessante filmfestivals.

Maar laten we eens kijken naar de bevolking zelf, in plaats van alleen naar hun regeringen. Israëli’s als bevolkingsgroep – dat wil zeggen de joodse Israëli’s want voor de Arabieren met Israëlisch staatsburgerschap die het meest lijden onder het gebrek aan democratie ligt dat al weer heel anders – zijn helemaal niet zo op democratie. Een groot deel van de bevolking zal, als ze moeten kiezen tussen het joodse karakter van de staat Israël en de democratie, de democratie laten vallen. (Dat democratie en de prioriteit aan één etnisch/religieuze groep haaks op elkaar staan heb ik al vaker betoogd, zie ook Oorlog als er vrede dreigt.) (Ik zal de bron van dit onderzoek nog opzoeken)

Neem een ander voorbeeld, een belangrijk kenmerk van en democratie: de vrijheid van meningsuiting. In een recent onderzoek (hier) blijkt dat 52% van de Israëlische bevolking vindt dat de vrijheid van meningsuiting best opgeschort mag worden als een rapportage ‘het imago van Israël beschadigt’. Wat daarmee bedoeld wordt: de rapportages van mensenrechtenorganisaties als ACRI en B’Tselem, die regelmatig berichten over de schendingen van mensenrechten binnen en door Israël. Bijvoorbeeld de rechten van de bedoeïenen, bijvoorbeeld de rechteloosheid van Palestijnen die belaagd worden door kolonisten. Terecht denken de tegenstanders dat het de beeldvorming over Israël negatief beïnvloedt als zulke feiten naar buiten komen. Dan maar liever verbieden. Vindt minister Lieberman ook, die er alles aan doet om wetten door de Knesset te krijgen die mensenrechtenorganisaties als staatsgevaarlijk kunnen behandelen.

Tachtig procent van de Israëli’s gelooft er niet in dat ze enige invloed hebben op hun regering – en geloven dus zelf niet erg in hun democratie. Waar ze wel behoorlijk gelijk in hebben, want in de naam van de staatsveiligheid worden alle belangrijke beslissingen zoals het voeren van oorlogen, de uitgaven voor het militaire apparaat, buiten de Knesset om genomen, dan wel met een hamerslag afgedaan. Of de bevolking vindt dat Israël door moet gaan met het bezet houden van Palestijnse gebieden is ze nooit gevraagd, sowieso zijn de bevolking of hun representanten er niet in gehoord toen de beslissing werd genomen om de Westoever te houden. Zes op de tien joodse inwoners van Israël vinden dat de politie een demonstratie op mag breken, ook als die niet tegen de wet is, vreedzaam is, zonder dreiging tegen mensen of bezittingen. Uiteraard is dat percentage aan de rechterkant van het politieke spectrum hoger dan aan de kant die daar nog voor links doorgaat.

En zo zie je een enorme paradox: er is onder de bevolking van Egypte meer geloof in en wil tot werkelijke democratie dan in ‘democratie’ Israël.

Egypte is, of was, een dictatuur, schrijft Avika Eldar (hier) maar Egypte hield geen miljoenen mensen gevangen onder een militaire bezetting, en dat voor meer dan 43 jaar – met enorme kosten voor de veiligheid van Israël, kosten van het militaire apparaat, en de kosten in termen van Israël’s imago in de wereld. De burgers zijn niet naar hun mening gevraagd. En protesteren zelden wanneer blijkt dat ze zoetgehouden zijn met evidente leugens, zoals ‘er is aan de andere kant niemand om mee te praten’ – als vals ontmaskerd door de Palestine Papers. En dat is het verschil met Egypte, zegt Eldar, daar worden de mensen ook voorgelogen, alleen, die geloven die leugens niet.

Netanyahu zou Mubarak politiek asiel in Israël moeten aanbieden, zegt Eldar. Hij zou zich in Israël geheel thuis kunnen voelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *