Het was de vierde keer dat ik met Jan Andreae mee ging om een groep LGBTQ leiders van Israël te trainen. (Lesbian-Gay-Bisexual-Transgender-Queer) De aanleiding, de eerste keer, was de moord op twee jonge mensen in een gay club in Tel Aviv, en de schok die dat teweeg bracht in de gehele beweging van homo’s en lesbo’s en transgender mensen.
Die beweging is ontzettend divers, je hebt betaalde organisaties met name in Tel Aviv, je hebt activisten overal in alle stadia van radicaliteit, je hebt kleine beginnende groepjes, met name in kleinere plaatsen dan Tel Aviv en Jeruzalem, je hebt verschillende activiteiten: voor orthodoxe homo’s, een groepje orthodoxe lesbische families, een organisatie van ouders van LGBT kinderen, een groep die voorlichting geeft op scholen en in het leger, je hebt de transgender mensen met hun eigen netwerk. De onderlinge verschillen zijn enorm, de verschillende opvattingen over wat er moet gebeuren ook. En hoewel zeker na de moord de behoefte erg groot was om meer eenheid te vormen om gezamenlijk op te kunnen treden en actie te kunnen voeren, was dat tot op heden nauwelijks mogelijk door alle onderlinge, en soms heftig uitgevochten verschillen. Die, om een voorbeeld te geven, er toe leidden dat er niet één landelijke pride mars was, maar bij elkaar wel vier.
(Sylvia Borren)
De eerste retreat in Tzuba werd vooral gekenmerkt door het grote verdriet om die jonge mensen die het leven lieten, en de zorg voor de gewonden waarvan een paar in rolstoel. De moeder van een van de jongens, Nir, was er bij, Ayala Katz, en het was diep ontroerend en aangrijpend hoe ze met ons rouwde om haar zoon, en hoe ze ter plekke besloot om als moeder een boegbeeld te worden voor de beweging. Het gaf een moment van diepe verbondenheid, en de wens elkaar meer vast te houden.
Maar in de trainingen erna barstten alle onderlinge verschillen los, met veel oude pijn. Activisten die zich niet gezien voelden door de betaalde bobo’s, en die hen op hun beurt verweten te veel macht te hebben. Onenigheid over de doelen: veel van de mannen die pioniers waren in de beweging strijden voor het homohuwelijk, maar een paar van de radikale activisten vinden dat je helemaal niet voor zoiets burgerlijks als het huwelijk actie moet voeren – en veel ruimte om elkaar verschillende doelen te laten hebben en elkaar daarbij te ondersteunen is er niet. De eerste drie trainingen waren er noodgedwongen vooral op gericht om die ruimte te maken om van elkaar te verschillen en toch de gezamenlijke doelen te formuleren.
Dat die vorige trainingen hebben gewerkt werd nu duidelijk. De meest radicale actievoerders waren er overigens niet bij. We werkten in de ruimte van Open House in Jeruzalem, zij waren ook de initiatiefnemers, voor Yonatan Gher heeft voorop gelopen en zich uit de naad gewerkt om iedereen bij elkaar te krijgen. We zagen bekende gezichten van de eerste retreats, maar ook een paar nieuwe mensen die nu eindelijk de stap namen om ook te komen – en na afloop de spijt uitspraken dat ze dat niet eerder hadden gedaan.
Sylvia Borren, vele jaren lang LGBT activiste en gepokt en gemazeld in het strategisch denken, was de gasttrainer, en zij werkte aan de groep aan de strategie om hun doelen te bereiken. Jan en ik verwachtten half en half dat het ook deze keer wel weer tot stevige conflicten zou komen, maar kijk, die kwamen deze keer niet. Er werd ontzettend geconcentreerd en hard gewerkt.
Sylvia begon met te vragen naar de successen. Zo is er onlangs actie gevoerd. De vriend van de vermoorde Nir, Thomas, die hallachisch niet joods is dreigde het land uit te worden gezet. Dat krijg je, als je niet officieel getrouwd bent is het nog veel moeilijker om op grond van partnerschap een verblijfsvergunning te krijgen, en als je partner niet joods is nog veel moeilijker. Maar het lukte, met een demonstratie, en met een zacht dreigement dat er nog een veel grotere demonstratie aan zou komen en dat de media al waren gewaarschuwd, om er in ieder geval een voorlopige verbijfsvergunning uit te halen. Israël afficheert zich graag als homo-vriendelijk land, al valt dat in de werkelijkheid behoorlijk tegen, en dat is een machtsmiddel.
Wat voor doelen zijn er niet: de beweging werkt op zoveel niveau’s: er moeten veilige plekken zijn waar met name de mensen die nog niet uit de kast zijn, of nog maar net, elkaar kunnen treffen. En het is belangrijk dat die plaatsen er niet alleen maar in ‘homo-paradijs’ Tel Aviv zijn, maar juist ook in andere plaatsen als Haifa. Er moet veel gedaan worden aan voorlichting, het is niet eenvoudig om op scholen binnen te mogen, terwijl juist op middelbare scholen een grote behoefte is aan ondersteuning: voor de jongeren zelf die dan net ontdekken dat ze ‘anders’ zijn, voor de leerkrachten die zelf gay zijn, voor de ouders. Er moet gewerkt worden binnen de verschillende gemeenschappen, bijvoorbeeld ook bij de orthodoxen, en dat kan alleen door orthodoxe homo’s zelf. Er moet veel gedaan worden aan de wetgeving – er zijn ongeveer zevenhonderd plekken in de wetgeving waarbij homo’s worden gediscrimineerd. Er is veel te doen aan ondersteuning van homovaders en lesbische moeders, over de mogelijkheid om ook legaal ouders te zijn van de kinderen – ook de ‘meemoeder’, ook de man van een man die een kind heeft geadopteerd. Er moet gewerkt worden met de media, die nog veel te weinig als vanzelfsprekend homomannen en lesbische vrouwen, of transgenders laat zien die ‘out’ zijn, en er moet gewerkt worden met de politici: er is maar één Knessetlid dat er voor uit komt homo te zijn, terwijl iedereen weet wie nog meer.
En een bekend probleem is het werven van vrijwilligers en activisten. Voor de mensen die vooroplopen is het soms ontmoedigend dat zoveel LGBT mensen wel blij zijn met alle service die de beweging biedt, de clubs, de pride’s de medische en juridische counseling, zelfs het aanbod van ‘gay-vriendelijke’ therapie, maar zich vooral als klanten gedragen en niet vinden dat ze zelf ook een aanbod moeten doen. Na de moord waren er weer even mensen die zich aan wilden sluiten, maar dat ebt ook snel weer weg. En dat was een van de thema’s van de training: hoe recruteer je nieuwe vrijwilligers, hoe hou je ze vast, hoe stuur je ze aan, wat mag je van mensen verwachten die hun vrije tijd er voor geven, hoe zorg je überhaupt dat je nieuwe mensen bereikt? Iemand zei: we zijn in Jeruzalem (waar het aanzienlijk moeilijker is dan in Tel Aviv door de aanwezigheid van zwaar gelovige joden en Arabieren) nu al jaren bezig, en nog steeds weten de mensen niet dat we bestaan.
De aanwezige transgender vrouw roerde het punt aan waar veel mensen die zich laten opereren en van sekse veranderen mee te maken krijgen: dat je jaren rondloopt met een uiterlijk dat niet past bij de sekse die in je identiteitspapieren staat, en voor hoeveel pijnlijke en nare confrontaties dat kan leiden. Eigenlijk, stelde zij, zouden we ons de vraag moeten stellen wat de overheid überhaupt met onze sekse te maken heeft. Is dat niet privé? Als ik een vergunning aan moet vragen om op een motor te kunnen rijden, heeft iemand dan iets te maken met wat ik tussen mijn benen heb? Zou het niet tijd zijn om het er eens over te hebben waarom iemands sekse in de identiteitspapieren vermeld moet worden? Een interessante vraag. Ook duidelijk een kwestie die nog enige bruggen te ver is voor de meeste mensen die nog steeds alleen maar in vrouwen en mannen kunnen denken.
Een workshop was gewijd aan de wetgeving. In plaats van de proberen om zevenhonderd wetten te veranderen zou het al ontzettend helpen als er een maatregel werd getroffen, één ‘interpretatiewet’, waarin staat dat op elke plaats in de wet waar over mannen of vrouwen gesproken wordt, of over het huwelijk, vermeld wordt dat het gaat om ‘personen’, en dat bij huwelijk ook sprake kan zijn van ‘same-sex couples’. Maar ook dat is nog iets om van te dromen, er moet nog veel gelobbied worden om genoeg draagvlak te creëren.
En daar leidde Sylvia een paar rollenspellen over: wat voor strategieën zijn er: overhalen en overtuigen, of een win-win situatie aanbieden (als jij dat voor mij doet doe ik ook wat voor jou) en uiteindelijk: zachtjes of minder zachtjes druk uitoefenen. En vooral: hoe je dat niet moet doen als je mensen niet tegen je wilt krijgen.
Er was nog een heel concreet actiepunt: wanneer je niet voor de wet getrouwd bent, en je partner moet naar het ziekenhuis, is bijvoorbeeld bewusteloos, dat ben je als partner rechteloos en mag geen beslissingen nemen. Er is wel een soort document van vijf pagina’s maar wie gaat dat in een noodsituatie lezen? Dat probleem is er feitelijk voor iedereen die geen getrouwde partner heeft, en dat maakt de actie breder. Het voorstel is dat iedereen een pasje zou kunnen hebben, waarmee je met één oogopslag kunt laten zien dat jij door de patiënt bent aangesteld om voor hem of haar op te treden wanneer dat nodig is.
Er werd gesproken over ‘hate crimes’, wanneer in de wet staat dat dat ook homo’s betreft, kunnen de jongelui die nu in een rolstoel zitten na de schietpartij van de overheid ondersteuning claimen. En dat zou weer heel goed samen gedaan kunnen worden samen het slachtoffers van hate crimes op grond van racisme.
We maakten vrijdag sjabbat, beetje slordiger dan bij de vorige keren, toen het door Mikey werd geleid die nu in Amerika zit om voor rabbijn te studeren, wat hij als homo niet in Israël kan, niemand had er aan gedacht om kaarsen mee te nemen. Hinderde niet. Er werd niet minder gloedvol om gezongen en gebeden.
Ik praatte met een van de jonge mannen die er nu voor het eerst was. We voelen ons steeds minder veilig, zei hij. De ruimte voor seculieren wordt steeds kleiner, de macht van de orthodoxen, ook numeriek, steeds groter. En onder de Russische immigranten (hijzelf is van Russische ouders) moet het nog helemaal beginnen, ook daar is weinig ruimte voor homo’s. Hijzelf heeft mazzel gehad dat zijn ouders het – met moeite – accepteerden. Maar veel gay people ‘emigreren’ naar Tel Aviv. Ook uit Arabische kringen. Het is niet per se dat je in tel Aviv veiliger bent, maar je voelt je tenminste niet zo alleen. Er zijn clubs, ontmoetingsplaatsen, je kunt er een partner vinden. Maar eigenlijk zouden we er voor moeten zorgen dat dat niet alleen in de ‘bel’ van Tel Aviv zo is. Er zijn jonge mensen die de gelegenheid niet hebben om weg te gaan, of dat niet willen. En meer problemen, zegt hij: veel van de LGBT mensen zijn zo teleurgesteld in de politiek, die nooit wat voor hen heeft gedaan, dat ze niet meer willen stemmen. Ze vinden elke politicus hypocriet. Kom je bij een politicus dan zegt die al snel, luister, we hebben hier in Israël wel andere problemen, verwacht niet dat ik de rechten van homo’s bovenaan mijn agenda ga zetten. En vervolgens zie je ze zelf met een vriendje in een club.
De Arabische LGBT mensen, dat wil zeggen, de Palestijnen die in Israël staatsburgerschap hebben, hebben weer hun eigen problemen. We kennen Al Qaws (Regenboog) die zowel werkt in Israël als op de Westoever. Die worden vaak gewantrouwd omdat ze ook met Israëli’s werken, maar zouden ze dat niet doen, dan kunnen ze wel vergeten als organisatie nog geaccepteerd te worden binnen Israël.
Aanstaande 17 mei, officieel de dag van de LGBT mensen, moet een mooie dag gaan worden. Een van de mannen klaagt: de vorige keer was er bijna niets georganiseerd. Op de universiteit hadden ze een zaaltje opengesteld, maar er was niet eens muziek, dus er kwam niemand. Dus heb ik maar een regenboog vlag gepakt en een megafoon, en ben door de campus gaan lopen, en naar binnen in de bibliotheek – ik kreeg applaus! Zie je, het helpt wel als je het lef hebt om je te laten zien, stiekem hebben we al veel meer aanhang dan we denken.
Ayala vertelt dat ze bij een interview werd gevraagd of ze niet bang was. Er worden regelmatig mensen bedreigd, tenslotte, en zij heeft het meegemaakt dat haar zoon werd doodgeschoten, alleen maar omdat hij homo is. Ja, heeft ze gezegd: ik ben bang. Maar we waren al bang, en we doen dit werk zodat we in de toekomst niet meer bang hoeven te zijn.
Evaluatie. Wat heeft iedereen er aan gehad. Veel positieve geluiden: lekker concreet gewerkt, niet nieuwe plannen naar huis, meer zicht op hoe je zorgvuldig je doelen moet stellen en je strategie bedenken, en ook dat het niet raar is dat je kunt besluiten om een bepaalde actie niet te doen omdat je verwacht dat die negatief uit gaat pakken. Sylvia wordt uitbundig bedankt en gevraagd of ze terug wil komen. Ik heb er één woord voor: hoop, zegt Ayala.
Ik mag het slotwoord spreken, en ik zeg dat ik het bewonderenswaardig vind hoe ze ondanks alle verschillen en ondanks alle oude conflicten nu toch een platform hebben, en weten hoe ze verder willen. ‘En nog iets persoonlijks’, zei ik. ‘Iedereen weet waar ik sta, ik heb er geen geheim van gemaakt dat ik aan de kant van de Palestijnen werk.’. ‘Nee, dat weten we’, zegt een van de jongens, ‘we lezen je facebook’. En ik zeg: ‘ik weet dat het hier in deze training geen onderwerp is, maar dat het onder de oppervlakte wel meespeelt. En met sommigen van jullie heb ik er in de pauzes en tijdens de maaltijden over gepraat. Dit wil ik zeggen, ik ben niet anders gaan denken over de politiek van Israël, maar het betekent wel veel voor me dat ik in dit land bij jullie een plek heb waar ik me thuis kan voelen en waar ik vrienden heb.’
Ik zie dat er mensen bij zijn die dat ontroert.
Het is weer tijd voor afscheid.
Hier zijn de links naar de verslagen van de vorige retreats:
november 2010, hier
mei 2010 deel 1, hier
mei 2010 deel 2, hier
mei 2010, foto’s, hier
december2009, Open House Jerusalem, hier.
december2009, Tel Aviv, hier
december 2009, Chanoeka, hier
november 2009, Tzuba, deel 1, hier
november 2009, Tzuba deel 2, hier
Meer foto’s, hier en hier
Pingback: Tweets die vermelden Weblog Anja Meulenbelt » LGBT in Jeruzalem, de vierde training -- Topsy.com
Thank you all for a most wonderfull weekend. It was most educative and mind opening.
Love 2 c u all back again soon.
Dankewell.
Avi Soffer
Graag gedaan, Avi. My pleasure.