Islam in De Nieuwe Liefde


(Het soefikoor Aisa)

Zondagmiddag. Islam in De Nieuwe Liefde. Een andere formule. Te vaak wordt over het hoofd van moslims heen over moslims gesproken. Nu een kans, voor wie dat wil, om met moslims te spreken, een derde zondagmiddag in een reeks.

Drie mensen te gast: Johan Meuleman, leraar islam-godsdienst en sinds 20 jaar zelf moslim, Nathal Dessing, onderzoekster en universitair docente islamitische theologie in Leiden, zelf geen moslim, en Khalil Aitblal, gebedsoproeper en koranreciteur, en woordvoerder van de UMMAO (Unie van Marokkaanse moskeeen in Amsterdam en omstreken). Hatice Kursun, Turkse afkomst, islamoloog, was net als bij de vorige programma’s de gespreksleidster. (Meer over hen hier


(Johan Meuleman en Nathal Dessing)


(Khalil Aitblal reciteert)

Aitblal begon met een koranrecitatie, modern, zonder papieren Koran maar vanaf zijn i-phone. We kregen uitleg over de tekst. Soera 17, Al Isra – de nachtreis. Het interessante van die soera is dat de reis die Mohammed maakte van Mekka naar Jeruzalem – nog steeds zijn er verschillen van interpretatie of hij die lijfelijk gemaakt zou hebben, of dat het een spirituele, virtuele reis zou zijn geweest – hem leidde naar de zeven lagen van de hemel, waar hij alle voorafgaande profeten tegenkwam, Jezus-Issa, Mozes-Musa, Abraham-Ibrahim. Waarmee gezegd is dat de islam gezien werd als een vervolg op die andere godsdiensten, niet als een poging om die te vervangen. Mohammed wordt gezien als de laatste in de rij profeten die nog allemaal erkend en vereerd worden, als de vervolmaking.


(Hatice Kursun)

Johan Meuleman vertelt wat hem inspireert in de islam. Het is meer dan een opvatting, dan een dogma, zegt hij. Het is ook de verbondenheid met een beschaving, een geschiedenis waar hij voor koos. Voor de spirituele ervaring. Als moslim ben je voortdurend bezig met vragen. Niet die kleine vragen zoals moeten vrouwen hun hoofd bedekken, maar de grote; hoe gaan wij mensen om met onze natuurlijke bonnen, met water, bijvoorbeeld, en hoe gaan we om met maatschappelijke tegenstellingen. De islam is voor mij niet geisoleerd, zegt hij, het staat niet los van de wereld en van andere mensen.

Nathal Dessing vertelt hoe ze er toe kwam om zich als studente godsdienstwetenschappen voor de islam te interesseren, het heeft veel te maken met de inspirerende leiding van Van Koningsveld. Moslims zijn voor haar in de eerste plaats mensen – sommige vind ik aardig, andere niet.

Khalil Aitblal is de enige van de gasten die van huis uit al moslim was. Maar hij denkt er veel over na. Het inspirerende van de islam is de toegevoegde waarde die het heeft in de samenleving. De islam doet voortdurend een beroep op mijn intellect, zegt hij. Het gaat niet zozeer om de voorschriften, het gaat om de voortdurende uitdaging. Een uitdaging die hij uit volle overtuiging aangaat.

En zo komen we na een vraag of vrouwen ook mogen reciteren – ja – en of de melodie vaststaat – nee – op de vraag waar eenieder de autoriteit legt. Khalil vertelt dat zijn ouders nog gastarbeiders waren, zijn moeder analfabeet. Die konden niet zelf studeren. Hij wel. We hebben de neiging om altijd de gemakkelijkste weg te kiezen, zegt hij. Maar we worden door de islam uitgedaagd om dat niet te doen, om zelf na te denken, de bronnen te onderzoeken, om advies te vragen en dan zelf te kiezen wat goed is. Het mooie is dat dat advies om niet maar slaafs uit te voeren wat een autoriteit heeft bedacht, maar zelf op onderzoek te gaan al komt uit de tijd van Mohammed zelf. Hij werd vaak om raad gevraagd, en soms zei hij: raadpleeg je hart.

Ik kan dat bevestigen, uit de tijd dat ik meer wilde weten over de islam. Ik had er geen negatief beeld over, maar zag het wel als een tamelijk streng geheel aan regels. Ik was dus ook verbaasd toen ik merkte hoe vaak er in de Koran een beroep wordt gedaan op het eigen denken, het eigen geweten, de eigen verantwoordelijkheid. Zeker zijn er geleerden, maar in de islam is niet, zoals in het katholicisme, een paus die het laatste woord heeft.

Nathal vult dat aan: ook al staan er regels in de Koran, dan is het nog aan jezelf hoe je die interpreteert – zonder interpretatie gaat het niet, al was het alleen maar omdat het woord van God in mensentaal is openbaart – en dat betekent altijd dat je dat op verschillende manieren kunt lezen. Zelfs in Iran moet je zelf je antwoorden vinden. En dat geldt zeker nu, nu bijna iedereen kan lezen en schrijven, en we de middelen hebben om je te informeren.

Vanzelf komen we op een heet hangijzer, de rituele slacht. Een van de moslims van het koor vertelt dat hij er nog niet uit is. Dit was het principe dat werd meegegeven: laat een dier niet lijden. Dus vandaar de strenge voorschriften toen: het mes moet heel scherp zijn, het dier mag niet ziek zijn. Nu is het de vraag hoe je in de huidige tijd die islamitische diervriendelijkheid het beste in de praktijk kunt brengen. Net als toen, of moet het nu anders?

Mijn vraag aan de drie gasten is hoe zij het ervaren, om in Nederland moslim te zijn. Dit is toch zeker bij een deel van onze bevolking het nieuwe vooroordeel: dat islam en democratie niet te verenigen zijn. En dat staat haaks op wat ik waarneem, het gaat in principe juist heel goed met de moslims en de democratie. Waar ervaren zij nog een botsing?

Johan Meuleman zegt dat de mogelijkheden om als moslim vrij je religie vorm te geven in Nederland groter zijn dan in veel landen waar de islam overheerst. Ja, soms met de feestdagen, dat blijft soms een moeilijk punt. En nu dus het ritueel slachten. Waarom nou juist dit punt, terwijl we het zouden moeten hebben over de megastallen? Dit is wel zijn zorg: er wordt nogal eens gemeten met twee maten. Het politieke klimaat wordt er niet prettiger op. En zeker: dat hij moslim is heeft hem in zijn carrière niet geholpen. Als hij wiskundige zou zijn, zou het niet hebben uitgemaakt, maar in de menswetenschappen is het niet altijd een aanbeveling om een moslim te zijn.

Khalil Aitblal die in Nederland is geboren, zegt tot op voor kort nooit het gevoel te hebben gehad dat hij gediscrimineerd werd. Ik heb me nooit beperkt gevoeld in het uitoefenen van mijn geloof, zegt hij. Ook al beaamt ook hij dat het politieke klimaat er niet op vooruit gaat.

Nathal hoort van haar studenten vooral dat het niet altijd makkelijk is om te mogen bidden. Alhoewel: de islam is heel flexibel. Als er geen ruimte is om je af te zonderen voor het gebed, dan doe je het gewoon waar je bent. En als er geen water is om je te reinigen, dan mag je je inbeelden dat je je wast. Het is helemaal niet zo streng als veel mensen denken.

We hebben het nog over veel andere zaken, over of de wetsscholen nog bestaan. Jawel, zegt Johan, maar het maakt niet meer zoveel uit. Ik heb geleerd met mijn handen naast mijn lichaam te bidden, anderen vouwen hun handen voor hun borst, ik pas me gewoon aan. En over etniciteit: ik heb wel mijn twijfels of we de M van Marokkaans in onze organisatie niet eens moeten schrappen, zegt Khalil.

Ik speel een beetje advocaat van de duivel, en ik zeg dat er toch best wetten in Nederland zijn die sommige islamitische mogelijkheden beperken, zoals dat een man in Nederland maar met één vrouw mag trouwen, en dat ik nog geen actiegroep ben tegengekomen die het islamitische recht wil opeisen om met meer vrouwen te trouwen. Er wordt een beetje om gelachen, zoals ik dat ook altijd meemaak als we in Gaza op het onderwerp komen. De meeste vrouwen daar vinden het ontzettend ouderwets, en zouden er geen zin in hebben – de mannen ginnegappen er nogal over, zeker als er vrouwen bij zijn – zou het nou prettig zijn, twee vrouwen? Als die ruzie krijgen? En dan die voorschriften dat je ze alle twee even goed moet behandelen? krijg je dat als man voor elkaar?

Het is geen punt dat het in Nederland niet mag, zeggen de aanwezigen. De meesten zeggen: het is niet zo ideaal, dat een man met meer vrouwen trouwt, het is iets van vroeger, toen er een vrouwenoverschot was, en die vrouwen toch ergens onderdak moesten. Het is geen punt waar ze een probleem van maken. Anders dan wanneer ze hun religieuze plichten niet kunnen vervullen. Met meer vrouwen trouwen is tenslotte niet voorgeschreven, het is geen plicht.

Een jonge man uit het publiek zegt dat hij een groot verschil ervaart tussen hoe zijn ouders moslim waren en hemzelf. Zij kwamen hierheen om geld te verdienen, en ze wilden hun religieuze leven zoals ze dat kenden hier gewoon voortzetten. Zij hadden geen vragen. Hij wel. Hij gaat om met atheisten, christenen, joden. Nee, de islam is voor hem geen beperking, integendeel, maar het stelt hem wel voortdurend om de proef.

Na het programma praten we in het café nog na over identiteiten. Is het nodig om je altijd als moslim te presenteren, is een vraag, waarom niet als individu? Om daarna, leuke tegenstrijdigheid, Khalil aan te spreken als jullie. Jullie wat? O ja, jullie moslims. Ik maak een vergelijking met het feminisme van toen: als je iets voor elkaar wilt krijgen moet je je verenigen op een identiteit, al is dat maar voor tijdelijk. Ik noemde me toen graag feministe. Dat ben ik nog steeds, maar nu is het niet meer dan een van vele identeiten die ik heb. Zou het niet zo kunnen zijn dat het een noodzakelijke fase is? Het is juist een groot probleem, zegt Khalil, dat de moslims in Nederland zo versnipperd zijn, zodat het niet duidelijk is wie er als woordvoerders op kunnen treden. En zo laten we het teveel aan de media en de politiek over om er uit te pikken wie zij hebben willen, en dat zijn bepaald niet automatisch degenen met een werkelijke achterban. Neem het gedoe nu met dat slachten, en de reuring die dat in de PvdA heeft veroorzaakt. Het heeft er vooral mee te maken dat moslimleden van de partij geconfronteerd werden met een stellingname, zonder dat zij gehoord waren. Dat, nog meer dan de stellingname, heeft veel zeer gedaan.

De laatste vraag, wat inspireert te gasten het meeste aan de islam?
De solidariteit, zegt Johan Meuleman.
Dat het een mooie manier is om vorm te geven aan je leven, zegt Nathal Dessing.
Dat het mij aan het denken zet, dat niets vanzelfsprekend is, zegt Khalil Aitblal.

Ik vond het een fijne middag. Zo zou het vaker moeten gaan. Gewoon een gesprek. Er werd trouwens innig en met overgave gezongen door Aisa, een soefikoor.

Website De Nieuwe Liefde, centrum voor bezinning, debat en poezie, hier

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *