Kennismaking tussen het bestuur van Kifaia en dat van NCCR. Werken aan het beleidsplan. Ik ga mee met Mark die gaat filmen, Shati kamp, de oude moskee, een bakker. De journalist die met ons mee is gegaan verontschuldigt zich, het is vrijdag, dan is de markt al leeg, de winkeltjes dicht.
Veel gesprekken met iedereen, ik merk dat ik al een tijd niet ben geweest, inhalen. Er zijn nieuwe gebouwen, meestal door Hamas neergezet, er komt op de plaats van het oude historische politiebureau dat plat is gebombardeerd weer een nieuw winkelcentrum. Stom, zegt de journalist, Israël weet dat het van Hamas is, bombarderen ze dat bij de volgende gelegenheid ook weer plat.
We gaan die avond naar het strand en vooral voor Mark is dat een hele nieuwe ervaring, al die mensen, die vitaliteit, jongeren die met hem praten willen, de kameel die wordt bereden door papa’s met giechelende kinderen, de paarden, een man geeft een van de paarden een paar gemene klappen, de jongens die chips verkopen, de verkoper van geroosterde sweet potato’s. De laatste mensen in zee, moeders met hun jurken aan, kinderen schreeuwen. Christine ontmoet haar vriendin Abeer die ze nog nooit in levende lijve heeft gezien. Er begint ergens een vechtpartijtje. Fatma voelt zich vreselijk verantwoordelijk voor ons, zeker nu Khaled er niet is die in Egypte zit, eigenlijk wil ze niet met ons naar het strand want daar is ruw volk. Bad people. Eigenlijk wil ze met ons het liefst naar een van die paar sjieke terrassen waar de rijken en de buitenlanders zitten – dan heb ik even het gevoel dat ik niet in Gaza ben zucht ze. Ja maar wij komen niet om het gevoel te hebben dat we niet in Gaza zijn.
Vandaag werken we met de teams, en gaan daarna met ze op huisbezoek.