De huisbezoeken aan mensen met een handicap zijn de core business van het NCCR, de organisatie in Gaza die wij – Stichting Kifaia – ondersteunen. Het doel: hulp en steun aan huis voor gehandicapten die al zijn ‘uitbehandeld’, maar nog van alles nodig hebben – dat ze gezond en in leven blijven, dat ze ergens heen kunnen met hun praktische en emotionele problemen – ik schreef er pas nog over, hier en hier.
Maar de doelstelling van het NCCR is breder en gaat verder dan alleen de hulp aan zo’n duizend gehandicapten en hun families. Het gaat om de emancipatie van mensen met een beperking, om hun rechten, hun toekomst, hun zo volledig mogelijke participatie aan de samenleving. En het gaat er dus ook om om die samenleving bewust te maken van de gehandicapten in hun midden en wat die nodig hebbe. In deze aflevering wil ik iets vertellen over twee projecten, de ene een project dat al gaande is voor vrouwen, en de tweede een project dat we nu starten, voor jongeren.
(Fatma Al Ghussein)
(Niveen El-Saleh)
Het heeft veel werk gekost om toestemming en financiën te krijgen van de EU voor een tweejarig project speciaal voor gehandicapte vrouwen. Het is gelukt, en Fatma al Ghussein leidt het. Zo’n zestig vrouwen met een handicap komen op het centrum bij elkaar, voor gezamenlijke activiteiten. Dat op zichzelf is al bijzonder, want de meeste vrouwen in een rolstoel of op krukken komen zelden en soms helemaal het huis niet uit. Voor mannen is dat al moeilijk, de vrouwen hebben er nog een paar moeilijkheden bij.
Ik maak kennis met vrouwen die gehandicapt geboren zijn, vrouwen die een ongeluk hebben gehad, en met vrouwen die gewond zijn geraakt in een van de Israëlische aanvallen. De meeste vrouwen die gehandicapt zijn wonen nog bij hun familie van herkomst, want ze zijn zelden getrouwd. En in Gaza is het nog steeds bijna overal gewoonte dat een vrouw wegtrouwt en bij de familie van haar man gaat wonen. Alleen de vrouwen die gehandicapt raakten toen ze al getrouwd waren wonen meestal bij de familie van hun man, als ze ten minste niet teruggestuurd zijn naar hun familie van herkomst, zoals een vrouw dreigde te gebeuren die we pas ontmoetten.
Gehandicapte vrouwen die nog bij hun familie wonen hebben er vaak moeite mee om als volwassen en zelfstandig persoon die haar eigen beslissingen mag nemen gezien te worden. Het vervoer, bijvoorbeeld. Als het NCCR niet een busje stuurde om ze op te halen zouden de meeste vrouwen niet kunnen komen. Soms omdat een taxi geld kost, en ander openbaar vervoer is er niet, maar ook omdat de familie niet wil dat ze als vrouw alleen op stap gaat, dat een taxichauffeur haar vast moet pakken om haar de auto in te helpen, en taxichauffeurs zijn ook niet bepaald altijd ‘gehandicaptenvriendelijk’. Bij het project hoort dan ook om de burgers en beroepsgroepen in Gaza bewust te maken van de positie en de noden van gehandicapten. Maar het lukt om zo’n zestig vrouwen regelmatig naar ‘de club’ te krijgen. En er worden nog twintig vrouwen thuis bezocht die nog geen toestemming van hun familie hebben om naar het centrum te komen. Er wordt aan gewerkt.
Daar leren de vrouwen borduren, en dingen maken, tasjes, sjaals, portemonneetjes, bepaald niet lelijk, waar ze nog wat mee kunnen verdienen en dus ook een beetje aanzien krijgen in hun familie. Ze leren ook omgaan met computers, extra belangrijk omdat dat de manier is om uit hun isolement te komen. Ze hebben al een eigen facebook pagina. Er is een bibliotheekje, waar vrouwen boeken kunnen lenen. Als straks het project weer is afgelopen is het de bedoeling dat de vrouwen met elkaar in contact blijven en elkaar tot steun blijven.
Want dit is als overal ter wereld de belangrijkste functie van vrouwengroepen, dat de vrouwen een plek hebben waar ze openlijk met elkaar kunnen praten, en begrijpen dat ze de enige niet zijn met dezelfde problemen. Mishandeling, bijvoorbeeld, komt nogal eens voor. De meesten vrouwen weten niet dat ze daarvoor naar de politie kunnen, of durven niet. Hier leren ze voor zichzelf op te komen. En ook dit is ene extra poot van het project: voorlichting aan politieagenten om de vrouwen serieus te nemen.
Nog meer: elke week komen er twee vrouwen van het Center for Women’s Legal Research and Consulting – ik bezocht ze al een keer, hier – die de vrouwen terwijl ze zitten te borduren les geven over hun rechten. Bijvoorbeeld, dat ze ook als gehandicapte vrouw recht hebben op hun deel van de erfenis als hun ouders overlijden. De meeste vrouwen weten dat niet, en hun families behandelen ze vaak als kinderen, en niet als de volwassenen die ze zijn. Of een andere kwestie, dat als hun man een tweede vrouw neemt, wat in het geval de eerste gehandicapt raakt en geen kinderen meer kan krijgen nogal eens gebeurt, ze volgens de islam recht heeft op een even goede behandeling als de nieuwe vrouw. Dus als die tweede nieuwe kleren mag kopen, dan zij ook.
(Sausan in haar winkeltje)
Ik ben er een tijdje bij komen zitten, terwijl Sausan, die enorm vrolijke kleine vrouw (ik bedoel echt klein) de leiding heeft over het borduren, en soms met ze zingt. Ik ga met haar mee naar het winkeltje waar de spullen liggen, en natuurlijk ga ik met een beeldschoon tasje weg. Ik zit erbij als de twee juristen lesgeven, en dan met een paar vrouwen die advies willen in een kamertje apart gaan zitten voor een consult. Het werkt fantastisch. Want geen van die vrouwen zal de moed opbrengen om in haar eentje naar een advocaat te gaan, nog afgezien van het feit dat ze daarvoor hulp van haar familie nodig heeft en ze dus niet geheim kan houden wat ze gaat doen, en nu kan dat haast terloops, en in vertrouwen.
De vrouwen zelf zijn ontzettend enthousiast over hun club, een vrouw vertelt dat ze al jaren niet meer de deur uitkwam, en nu al wordt er over gepraat wat ze moeten doen als het project is beëindigd. Daar gaan ze wel wat voor verzinnen, ze zijn nu een stuk mondiger en vindingrijker dan toen ze kwamen.
(De notabelen van Gaza)
Boven in het gebouw maak ik nog een bijeenkomst mee die Fatma samen met de PR-vrouw Niveen heeft georganiseerd, voor de community leaders: er zijn er veel gekomen, traditionele mukhtars (dorpsoudsten), geestelijken, politici van Hamas maar ook van Fatah, veel mannen maar ook vrouwen, en er zitten een paar van de vrouwen van het project een beetje verlegen achter de tafel om over het project te vertellen. En ik houd een speech, om te vertellen hoe prachtig ik vind wat het NCCR doet, en hoe nodig het is, om de samenleving te versterken in de moeilijke tijden die ze doormaken, dat hun vrouwen, en ook die met een handicap volledig meedraaien in de maatschappij en daar hun kansen voor krijgen. Ik hoor dat na afloop veel van de mensen hun handtekening hebben gezet om in het aanbevelingscomité te gaan zitten. Fatma en Niveen zijn trots en tevreden.
En wie komt er langs als we er zijn – Kifaia. We hebben haar een tijd al niet meer gezien. De vrouw naar wie we onze stichting hebben genoemd. Zij was degene die eens de borduurwerkplaats opzette. Zelf is ze als meisje gewond geraakt door een mijn of iets anders dat explodeerde, je ziet de littekens nog in haar gezicht, en ze heeft geen handen meer. Maar met de stompjes is ze, ja, hoe zeg je dat, ontzettend handig. Ze kan er zelfs mee borduren, hoewel ze dat nu niet meer doet vanwege haar ogen die slecht zijn geworden. Ook al weer zo’n moedige voorbeeldvrouw waar we in Gaza zovelen van tegenkomen.