Ruzie in de VS over de vraag of Judah Ben Hur, in 1959 gespeeld door Charlton Heston in de epische film, afkomstig was uit een joods dan wel een Palestijns land. Waar maken ze zich druk over, vraag je je af, het is een film over een verhaal dat zich afspeelt rond het begin van onze christelijke jaartelling – Jezus komt er nog in voor. Dat is wel tamelijk lang geleden. En helemaal is het de vraag wat er historisch waar is van alle verhalen die verteld worden over die tijd. Waar ging de ruzie over?
Nou, de LA Times beging de brutaliteit om Ben Hur te omschrijven als ‘een Palestijnse edelman die tot slaaf werd gemaakt door de Romeinen’. Meteen stennis. Een van de inmiddels lange lijst van zionistische propagandainstituten, CAMERA (The Committee for Accuracy in the Middle East Reporting in America) riep hun achterban op om meteen te reageren, en de LA Times werd bedolven onder protest. Want, zei CAMERA, “natuurlijk was er in de tijd van Jezus geen land dat Palestina heette, want de Romeinen noemden Judea pas Palestina honderd jaar na de dood van Jezus.”
Twee dagen later bood de LA Times excuses aan, en ‘corrigeerden’ ze hun fout meteen: “Ben Hur was een Jood uit Judea die leefde lang voor het land de naam Palestina kreeg.”
Einde ruzie? Nou nee, want zoals wel meer zionistische clubs loog CAMERA wel een beetje. Want wij moeten natuurlijk denken dat er éérst Judea was, dat láter Palestina werd genoemd – dat versterkt de ‘rechten’ die Israël heeft op het land.
Het klopt dus van geen kant, wat CAMERA beweert, en Nima Shirazi heeft dat even voor ons op een rijtje gezet.Er zijn al geschreven documenten van vijf eeuwen vóór de tijd van Jezus, de tijd van Ben Hur dus, waarin het land Palestina wordt vermeld. Herodotus, de eerste historicus van de westerse beschaving had het vele malen over Palestina, toen nog gezien als onderdeel van het grotere Syrie, en hij sprak over de Syrische Palestijnen, dat wil zeggen, het volk dat leefde in de kuststreek van Syrië tot aan Egypte.
Honderd jaar later had Aristoteles het over dat merkwaardige zoute meer in Palestina. Tweehonderd jaar later schreef Polemon over ‘dat deel van Syrië dat Palestina wordt genoemd’, en de Griek Pausanius schreef over de dadels van Palestina en in de tijd van Jezus was het onder andere Ovidius die het over de wateren van Palestina had. In de tijd van Ben Hur zelf was het de joodse filosoof Philo die het had over Palestina waar de joden woonden. En de joodse historicus Josephus, levend in de eeuw na de jaartelling, had het over Egypte, Syrië en Palestina. Toen de Romeinse keizer Hadrianus volgens het zionistische verhaal de joodse inwoners van Judea na hun opstand wilde straffen door hen te verbannen uit het land en het te hernoemen als Palestina was de naam al zes eeuwen in gebruik. Nog afgezien van het feit dat de verbanning van de joden niet op historische feiten blijkt te berusten, maar hoort bij de ‘sterke verhalen’. (Zie voor dit laatste oa Schlomo Sand, The Invention of the Jewisch People).
Waarom maakt een organisatie als CAMERA zich druk over deze kwestie? Het is een onderdeel van de zionistische, Israëlische poging om de Palestijnen niet alleen hun land maar ook hun geschiedenis te ontnemen. De verwoesting en het letterlijk van de kaart vegen van zo’n vijfhonderd Palestijnse dorpen tijdens en na de grote golf etnische zuivering was nog niet voldoende (hier), er moest ook gedaan worden alsof ze nooit hadden bestaan. Nu is Israël bezig aan de ‘hebraisering’ van de bewegwijzering. De Arabische naam voor Jeruzalem, al Quds (al te vinden in de koran) moet veranderd worden in de Arabische transscriptie van de naam Jeruzalem, want anders zou er gesuggereerd worden dat Jeruzalem niet joods maar Palestijns is (hier). En ook de laatste resten van de Palestijnse geschiedenis, zoals de ruïnes van het dorp Lifta moeten worden vernietigd (hier) En er zijn veel voorbeelden, voor de manier waarop Israël probeert met terugwerkende kracht een joodse geschiedenis over Palestina heen te stulpen – ook waar die er helemaal niet was. Meron Benvenisti, zoon van een kaartenmaker, en een Israëlische jood met veel respect voor de werkelijke gechiedenis van zijn land heeft een boek geschreven, Sacred Landscape, waarin hij aantoont hoe ook Arabische en islamitische monumenten zijn ‘verjoodst’, Arabische plaatsen bijbelse namen kregen, alsof die altijd al bij de joodse geschiedenis hadden gehoord, en zelfs fouten zijn gemaakt waarbij oorspronkelijke bijbelse plaatsnamen werden verwijderd als zijnde te Arabisch.
En de poging om de Palestijnen te laten verdwijnen geldt ook voor de recente geschiedenis – bij de zionistische sprookjes hoort het om te doen alsof Palestina een primitief, praktisch leeg land was, met wat verdwaalde nomaden erin die de naam ‘Palestijn’ niet verdienden, in plaats van een land dat minstens zo ontwikkeld was als de andere landen die later staten zijn geworden in de regio, een land met kranten, politieke partijen, steden en intellectuelen, auto’s en bioscopen, en een levendige export, waaronder de beroemde Jaffa sinaasappels die voor 1948 al bekend waren in Europa. En waarom zou je de mensen die in een land woonden dat Palestina heette geen Palestijnen mogen noemen, terwijl ze het in hun door de Britten uitgegeven paspoort hadden staan?
Waarom doet Israël na zoveel tijd zo’n moeite, en dat nadat er ruimschoots historische boeken zijn gevonden en geschreven over de eeuwenlange geschiedenis van een land waar vele volken en religieuze groepen hebben gewoond, en bepaald niet alleen de joden? Waarom moeten de Palestijnen die je nu toch echt moeilijk meer kan verdonkeremanen zoveel mogelijk afgeschilderd worden als geschiedenisloze en identiteitsloze ‘Arabieren’ die maar toevallig in het land rondzwerven en net zo goed ergens anders kunnen wonen, zeg Jordanië of een ander Arabisch land? Terwijl alle andere voormalige koloniale mogendheden, misschien niet altijd van harte en zeker niet volledig, opgehouden zijn om de geschiedenis van de landen die ze eens overheersten te negeren en wit te wassen?
Omdat het kolonialisme van Israël geen geschiedenis is maar actualiteit. Nog steeds is de etnische zuivering die al voor 1948 begonnen werd niet voltooid. Nog steeds moet Israël rechtvaardigen waarom er zelfs geen Palestijnse staat is gekomen op die 22% van het oorspronkelijke Palestina die door de Palestijnen is geclaimd. En Israël heeft in de dagen waarin de informatie en ook het historisch onderzoek niet meer kan worden tegengehouden steeds meer moeite om hun slechte geweten te verbergen onder de leugens. Miljoenen worden er intussen besteed aan de zogenaamde onafhankelijke instituties die in werkelijkheid deel uitmaken van de ‘hasbara’, dat mooie Israëlische woord voor zionistische propaganda. En haast dagelijks komen ook hier in Nederland de producten van die hasbarista’tjes langs, profi’s en amateurs, die nog even uit willen leggen dat Palestijnen eigenlijk geen Palestijnen zijn, en Palestina geen geschiedenis heeft, maar eigenlijk altijd al joods is geweest, al waren ze een paar duizend jaar even ergens anders.
Gaat dat werken? Ik dacht het niet.
Ondertussen kunnen we erkennen dat er voor 1948 eeuwenlang joden, de aanhangers van het judaisme, woonden in Palestina, en dus Palestijnse joden waren. Of joodse Palestijnen. Zoals Ben Hur.
Bron: hier.