(Leo Lucassen)
Gisteren bij een bijeenkomst van het Platform Stop Racisme en Uitsluiting. De uitgenodigde spreker was Leo Lucassen, die samen met zijn broer Jan een interessant boek schreef: Winnaars en verliezers. Lucassen vertelt hoe ze ertoe kwamen: uit ergernis die zij als historici voelden bij de verspreide mythes over de ‘mislukte integratie’, het ‘multiculturele drama’ en de zogenaamde massa-immigratie die tegengehouden zou moeten worden, vooral vanwege de moslims, willen we ons land nog redden. De gebroeders Lucassen besloten dat het niet veel zin had om hun meningen aan de meningen toe te voegen, er zijn al zoveel meningen in omloop, maar een boek te schrijven, als historici, om een aantal belangrijke beweringen te toetsen aan de feiten.
We kennen de namen van de opjutters, de integratiepessimisten: Fortuyn, Bolkestein, Scheffer, en Bosma van de PVV. Hun beweringen, dat het slecht gaat met de integratie, zijn algemeen verspreid, en worden door velen als voor waar aangenomen. Het is ook wel duidelijk wie daarbij de boosdoeners zijn: ‘laaggeschoolde moslims, Antillianen en een enkele dronken Pool’, plus ‘de linkse kerk’ die de sluizen opengezet zou hebben en verder de andere kant opkeek terwijl Nederland verloederde en ‘islamiseerde’.
Dit zijn die beweringen:
Over de toekomst:
1. Moslims en de orthodoxe islam vormen een bedreiging voor Europa – ideologisch en demografisch. Ze krijgen meer kinderen, nemen de boel over, voeren straks de sharia in, en het vervelende met die lui is dat ze hun ware bedoelingen verbergen, dat liegen voor het geloof heet taqiya.
Over het heden:
2. Nederland wordt bedreigd door de massa-immigratie, vooral van moslims.
3. De integratie is mislukt.
Over het verleden:
4. De linkse kerk is de schuld van de massa-immigratie.
5. Het integratiebeleid was doortrokken van cultuurrelativisme. (Alle culturen zijn even mooi, wat inhoudt dat mensen zich niet aan zouden hoeven passen).
6. Het heden is onvergelijkbaar met het verleden. (Vroeger hadden we ‘goede’ migranten, nu ‘slechte’.)
Over de complottheorieën over de moslims die klaarstaan om hier Eurabië te stichten kunnen we kort zijn: zulke complotten kennen we, ze werden eens ook toegeschreven aan de joden, of aan de katholieken die er ook van werden verdacht veel kinderen te krijgen (Lucassen zegt zelf uit een katholiek gezin te komen met tien kinderen) om de protestanten in de minderheid te krijgen en zodoende de macht over te nemen. Dat soort complottheorieën hebben altijd al bestaan en bleken nooit waar te zijn. Bovendien: de grootste verdachten, Nederlandse Marokkanen en Turken, krijgen allang niet meer kinderen dan de autochtonen. De Turken zelfs minder, de Marokkanen nog een beetje meer, maar het gezinsmodel is heel snel op het Nederlandse gaan lijken. De verwestersing is heel snel gegaan, zegt Lucassen. Natuurlijk is er een minderheid aan orthodoxe moslims die hun eigen ideeën houden over vrouwen en homo’s, maar het interessante is dat ze daarbij het meeste lijken op orthodoxe christenen.
Over de centrale bewering van de integratiepessimisten: de massa-immigratie. Ik had het er op dit weblog al vaker over (zie hier o.a.) Dit is het simpele feit: er is geen massa-immigratie. Vanaf 2002 gingen er meer migranten weg dan erbij kwamen. De laatste jaren stijgt het aantal weer, maar haalt niet de norm die de PVV aanlegt voor massa-immigratie, dat zou zijn een toename van 25.000 migranten per jaar. Wat wel enorm is toegenomen is het praten over massa-immigratie.
Hoeveel migranten van het verdachte soort (moslims, Turken, Marokkanen) zijn er in de laatste jaren naar Nederland gekomen (cijfers van 2008 en 2009)? Wel helemaal 100 Marokkanen en 1300 Turken. Kijken we naar de immigranten, dan valt vooral de diversiteit op. Soms komt er een redelijk grote groep uit een land dat in oorlog is, zoals Somalië, maar er zijn ook adoptiekinderen meegeteld, en hoogopgeleide mensen uit Azie en Amerika, veel mensen uit niet-islamitische landen dus, en ook Iraanse vluchtelingen die doorgaans ook hoog opgeleid zijn. Er is op geen enkele manier aannemelijk gemaakt dat het vooral de kansarme moslims zijn die de bulk van de immigratie uitmaken. De als ‘problematisch’ beschouwde groepen maken maar 6% van het migratiesaldo uit.
Maar hoe komen we dan aan de mythe van de mislukte integratie? Het is niet alsof we nooit problemen hebben gehad. Normaal komen migranten als er werk is, in tijden van hoogconjunctuur, en blijven weg als er weinig kansen zijn. Maar historisch gezien maken de jaren zeventig en tachtig in Nederland een uitzondering op die regel. We hebben te maken gehad met een grote groep migranten uit Turkije en Marokko die tegen alle verwachtingen in in Nederland bleven en hun gezin over lieten komen, of hier een gezin begonnen. Inderdaad, in de jaren tachtig was er een probleem, want de grootste toevloed kwam in de tijd dat het er economisch niet goed voorstond, en dat betekende dat meer dan de helft van de in Nederland wonende Turkse en Marokkaanse mensen geen werk hadden. Het betekende ook een concentratie van migranten in oude wijken, die nog nauwelijks waren geïntegreerd. Die buurten ‘verschoten van kleur’, waardoor de autochtone inwoners zich vaak als minderheid begonnen te voelen in hun eigen buurt. Maar hoe kwam dat, was dat ‘de schuld’ van de linkse kerk? Niet bepaald.
Een paar factoren waren belangrijk: dat de mensen die door het bedrijfsleven naar Nederland werden gehaald per definitie laaggeschoold waren omdat daar behoefte aan was. Het was destijds met name de VVD die zich weerde tegen ‘roulatiemigratie’ waarbij arbeiders een paar jaar werken en er dan weer uitgaan en vervangen worden door nieuwe. Dat was niet de wens van het bedrijfsleven. Vandaar: ze bleven legaal, werden verzekerd, droegen premies af, kregen rechten op pensioenen en redelijke lonen, juist omdat ze anders oneerlijke concurrentie zouden zijn voor de Nederlandse arbeiders. Dat de ‘gastarbeiders’ rechten kregen die maakten dat ze wilden blijven was dus typisch een rechtse hobby.
Wat vervolgens bleek bij de eerste gastarbeiders, die toen nog voornamelijk uit Spanje kwamen, was dat ze hun vrouwen over lieten komen. En toen waren het de katholieken die vonden dat dat moest kunnen, en dat was de kiem van het gezinsherenigingsbeleid. Dat was de KVP, ook alweer de rechtse kerk. Ook het gezinsherenigingsbeleid is niet door links verzonnen.
De derde factor kwam in 1973, toen de regering besloot de grenzen dicht te gaan gooien. Het effect was dat de migranten niet meer weggingen omdat ze wisten dat ze dan niet meer terug konden komen, en hun gezinnen over lieten komen, om hier te blijven.
Die drie factoren maakten dat er in Nederland een uitzondering was op de regel dat migranten komen als er werk is en weer verdwijnen als het niet meer lucratief is. We hebben er zelf voor gezorgd dat ze bleven, ook toen er niet voldoende werk was.
Kortom, er is geen sprake van een complot, er is zelfs geen sprake van een schuldvraag, en al helemaal niet een links complot. Als we met alle geweld de schuld toe willen wijzen voor de integratieproblemen in de jaren tachtig, dan ligt die dus bij rechts.
En van wie kwam het idee dat migranten moesten integreren ‘met behoud van hun eigen identiteit’? Wie zei dat ‘het recht op behoud van eigen identiteit moest worden veiliggesteld’ in 1981? De VVD.
Velen van de gastarbeiders die hier in de tachtiger jaren leefden kregen kinderen, terwijl ze zelf nauwelijks Nederlands hadden geleerd, dat vonden de werkgevers en de politiek toen niet belangrijk. Ze waren dus vaak werkloos, en die eerste generatie kinderen van wat inmiddels ‘allochtonen’ werden genoemd hadden dus een moeilijke start. Des te opmerkelijker is het dat het relatief zo goed gaat. De opleidingskloof wordt heel snel kleiner. Belangrijk daarbij is dat we niet eenvoudig de allochtonen vergelijken met alle autochtonen, maar met die autochtonen met hetzelfde opleidingsniveau van de ouders. Dan valt te constateren dat de kinderen van de ‘kansarme’ migranten een geweldige inhaalslag hebben gemaakt. En dat 9 op de 10 werk hebben. Dat is nog steeds wat minder dan onder de autochtonen, maar een geweldige vooruitgang vergeleken bij hun ouders. Ook is het nog steeds waar dat er onder migrantengroepen in verhouding meer criminaliteit is, maar ook dat neemt af. Gezien hun slechte start kun je alleen maar constateren dat de trendvan de integratie juist heel erg optimistisch moet stemmen en dat er van een multicultureel drama geen sprake is. En dat de term massa-immigratie snel op de schroothoop moet.
Lees het boek zelf, het is smakelijk geschreven, het historische deel over de immigranten van vroeger, veel geteisem en veel problemen, is interessant om te lezen, en relativeert veel.