Hoeveel zijn Palestijnse levens waard?

gent-420.jpg
(Jaap Hamburger)

Er is veel te doen over de uitruil van gevangenen en het feit dat er één Israëli is geruild voor 1027 Palestijnen. Nu kan een kind begrijpen dat die ruil er waarschijnlijk anders uit gezien had ware het niet dat er duizenden Palestijnen gevangen zitten in Israël, terwijl de Palestijnen alleen die ene jonge soldaat gevangen hadden genomen. Het geeft vooral de ongelijke machtsverhoudingen weer, en zegt nog heel weinig over wie welk soort levens meer waard vindt dan andere – dat is interpretatie, die meestal gekleurd is, uiteraard. Dat zal sommige commentatoren er niet van weerhouden om even duidelijk te maken dat de Israëli’s toch erg veel beschaafder zijn dan die gewelddadige Palestijnen.

Je hoeft zo’n stukje van Nausicaa Marbe maar even te scannen met een snelle blik en je weet het weer. Ja hoor, de soldat Shalit kwam terug ‘uitgemergeld als de overlevende van een concentratiekamp’, arm Israël is ‘klemgezet’, een soldaat van het IDF is per definitie ‘onschuldig’, Palestijnen verheerlijken geweld, en wie kritiek heeft op Israël is een antisemiet, vanzelf. Hier, in de Volkskrant. Het afdraaien van zulke vaste en voorspelbare nummers krijgt mij niet eens meer verontwaardigd. Maar Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid, wil nog wel eens de moeite doen om zo’n column serieus te nemen en van repliek te voorzien. Ik laat hem graag aan het woord, met een stuk dat de Volkskrant niet wenste te plaatsen.

Te gast: Jaap Hamburger

Nausicaa Marbe, vaste columnist van de Volkskrant, begint haar column “Shalit en de strikvraag over Israël” (Volkskrant 21-10) als volgt:
Is Israël bij een gevangenenruil betrokken, dan steekt de vraag naar de proportionaliteit van de ruil de kop op. Hoeveel Palestijnen heeft Israël over voor een dode of levende Israëlische soldaat? Ook bij de ruil van 1.027 Palestijnse gevangenen voor Gilad Shalit klonk het suggestieve gezanik: kijk eens aan, een Israëli is meer waard dan duizend Palestijnen. Dat is een vraag met vuige implicaties. Omdat het antisemitische antwoord er al in besloten ligt: zie je wel, voor Joden is een Joods leven meer waard dan dat van duizend Arabieren. De bewuste oppervlakkigheid van deze redenering is niet gering.”

Het heeft er alle schijn van dat Marbe hier vooral zichzelf verstrikt, in haar eigen vragen. Zo verandert zij gedachteloos ‘‘Israëli’ in ‘jood’, om gauw het sprongetje naar ‘antisemitisme’ te kunnen maken. Ook in haar uithaal naar het ‘suggestieve gezanik’ over de waarde van joodse en Palestijnse levens, en de verhouding daartussen is zij het spoor bijster. Dat ‘gezanik’ komt immers tenminste voor een deel uit Joodse hoek, met inbegrip van Marbe zelf. Zij neemt de gelegenheid te baat om over Hamas te schrijven: “Zelf zou deze terroristische organisatie nooit bereid zijn 1.027 Israëli’s voor een eigen strijder in te leveren. Rijst de vraag hoeveel een Palestijns leven waard is voor de machthebber in Gaza. Bitter weinig helaas, dat is bekend.”

Het gaat mij nu niet om de aard van Hamas, maar allereerst om de vergeetachtigheid van Marbe. Hoeveel zijn Palestijnse levens waard voor Israëlische machthebbers? Over de tientallen zo niet honderden buitengerechtelijke executies van Palestijnen door Israël die in de loop van de voorbije decennia hebben plaatsgehad, zal ik het niet hebben. Wel over Gaza. Vorige maand werden in totaal 31 inwoners van Gaza door Israël gedood, als ‘vergelding’ voor een aanval op Israëli’s vanuit de Sinaï, ver in het zuiden, bij Eilat. ‘Strijders, geïnfiltreerd vanuit Gaza’, wist de Israëlische regering, zonder een spoor van bewijs te leveren. Niets van aan, naar nu is gebleken.

En hoeveel waren de levens van Palestijnen waard, toen Israël de strip overviel op 27 december 2008? De Israëlische luchtmacht scoorde met 60 F16’s 200 doden in de eerste 3 minuten en 40 seconden. Wat was ook weer het leidende tactisch beginsel waarmee Israël daarna op de grond in Gaza in actie kwam? Vóór alles gold te tonen dat ‘de les van Libanon’, waar in 2006 ongeveer 120 Israëlische soldaten omkwamen, geleerd was. Dat niet weer. Nu mocht er geen Israëlische soldaat sneuvelen. Dus zette Israël in Gaza het heilige principe van het oorlogsrecht opzij, om onderscheid te maken tussen strijders en niet-strijders. Schieten op alles wat in de weg staat of beweegt was het devies, of het burgers zijn of niet. Voorkomen moest worden dat ook maar één Israëlische militair om het leven zou komen.

Maar, ook als ze niet vermoord worden, hoeveel zijn de levens van Palestijnen de Israëlische machthebbers dan waard? Immer nog minder dan ‘bitter weinig’, gezien de leefomstandigheden die Israël voor miljoenen Palestijnen gecreëerd heeft. Palestijnen willekeurig arresteren hoort daarbij. Over de routinemishandeling daarbij praten we maar weer niet. Of toch. Ik citeer uit een interview in Trouw, 25 oktober door Sije Slager met Noam Chayut, een van de oprichters van het Israëlische soldatencollectief Breaking the Silence, dat bedenkingen heeft bij het optreden van het Israëlische bezettingsleger.

Pakketjes, zo heetten in de codetaal van het Israëlische leger de Palestijnse gevangenen die Noam Chayut moest afvoeren. “Het is drie of vier keer gebeurd dat mijn eenheid een massa-arrestatie uitvoerde. Dan braken we in een dorp alle deuren open, met hamers of explosieven, pakten alle mannen tussen de vijftien en de vijftig op, deden ze handboeien en een blinddoek om, en voerden ze af. Ik was chauffeur, mijn taak was het om de pakketjes zo efficiënt mogelijk bij de geheime dienst af te leveren voor ondervraging. Door de portofoon schalden de hele tijd de opdrachten: huisnummer zoveel, drie pakketjes. En ik maar af- en aanrijden.” “Toen ik de klep van mijn truck open deed, viel er een golf van pakketjes op de grond. De militairen bij wie ik ze afleverde, begonnen op ze in te slaan.” Dat was het moment dat Chayut besloot een daad te stellen. “Ik stapte uit de truck, en schreeuwde dat niemand mijn gedetineerden had te slaan.”

Nog een voorbeeld van de waarde van een Palestijns leven voor de Israëlische machthebbers: het recent aangenomen ‘plan Praver’ (hier). Het beoogt 30.000 Palestijnse Bedoeïen die leven in de Naqab-woestijn (de Negev), zonder hen te consulteren te ‘verplaatsen’ naar ‘erkende dorpen’ zodat de vrijkomende gronden toevallen aan de staat en aan joodse Israëli’s. Deze Bedoeïen zijn Israëlische staatsburgers.

Laten we nu over de grens kijken, buiten Israël en de bezette Palestijnse gebieden. Hoeveel waren de levens van Libanezen waard in juli 2006, toen Israël een grensincident in één ochtend opschaalde naar een totale oorlog? Na ruim een maand waren ruim 1200 Libanezen gedood, meest burgers. Verder terug, in 1982, kwamen in het kielzog van de Israëlische invasie van Libanon uiteindelijk bijna 18.000 Libanese burgers om, en 7000 PLO-strijders.

Wat bedoelt Marbe eigenlijk, als zij over Israël schrijft: “Dit land zet juist veel levens van eigen burgers op het spel.” Wil Marbe het beter te weten dan de Israëlische binnenlandse veiligheidsdienst Shin Beth, die verklaarde dat zij het veiligheidsprobleem dat voortvloeide uit de recente vrijlating van Palestijnen de baas kon? De realiteit echter waar Marbe geheel aan voorbij gaat: Israël neemt al te vaak en massaal de levens van anderen.

Marbe is niet alleen kort van memorie, maar ook kortzichtig. De ‘vuige vraag’ naar de verhouding tussen Israëlisch en Palestijns leven moet volgens haar uitmonden in een ‘antisemitische antwoord’. Oh ja? Op de tegenoverliggende pagina in dezelfde Volkskrant doet Max Pam een duit in het zakje, uitgerekend onder de kop: “De waarde van een Jood in Palestijnen.” Volgt een passage: “Als ik de baas van Hamas was geweest, had ik de deal nooit geaccepteerd. Eén op duizend, dat zou toch werkelijk mijn eer te na zijn geweest. Kom op zeg! Eén Palestijn, en zeker eentje die met een autobom wil sterven voor de goede zaak, die is niet minder maar juist veel meer waard dan een Israëlische soldaat.” Pam verwart hier het Irak van de verschrikkelijke autobommen met het Palestina van de verschrikkelijke bomgordels. Maar erger: door sarcastisch te suggereren dat Hamas zou vinden er in de recente ruil toch nog bekaaid van af te zijn afgekomen, maar zelf de tegenovergestelde mening te zijn toegedaan, geeft Pam voedsel aan ‘vuig antisemitisme’. Want wie in alle nuchterheid vaststelt dat Pam kennelijk zo denkt, dat deze ruil voorrang geeft aan een Israëlisch leven boven dat van Palestijnen, maakt in Marbe’s benauwde wereld ‘antisemitische gevolgtrekkingen’.

Dan Esther Voet, de hoofdredacteur van het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Zij schreef op 19 oktober onder de kop ‘Koehandel’ in haar weekblad het volgende: “Klaarblijkelijk vinden de Palestijnen zelf het leven van een volksgenoot niet meer waard dan dat van een Joodse Israëli. Maar ach, er zijn hele Palestijnse volkstammen die de dood belangrijker vinden dan het leven.” Als dat waar is, waarom dan toch zoveel vreedzaam Palestijns verzet tegen de bezetting en waarom nog zoveel moeite gedaan om 1027 Palestijnen vrij te krijgen uit het gevang, zou je denken. Voet vervolgt: “Dat die prehistorische cultus nog altijd hoog in het vaandel staat, blijkt uit deze ruil.” Dat belooft nog wat: de aankomend adjunct-directeur van het Cidi, Esther Voet, schroomt niet te beweren dat er hele Palestijnse volksstammen zijn die een prehistorische dodencultus aanhangen. Wie is hier nu primitief, vraag je je af.

Een kleurcartoon op dezelfde pagina in het NIW toont twee Israëlische soldaten gezeten boven op een tank, wijzend op een paar Palestijnen die even verderop staan, met vlaggetjes en baarden. De soldaten maken zich vrolijk: “Een Israëli blijkt 1027 Palestijnen waard. Dan moeten die Palestijnen niet langer zeuren, als wij er duizend ombrengen bij een vergeldingsactie.” De ondertoon van superioriteitswaan op de NIW-pagina is helaas geen ondertoon meer.

De eerste conclusie: Israëlische regeringen hebben al doende allang en overduidelijk antwoord gegeven op ‘de strikvraag’ die Marbe ontwaart. Het zeer pijnlijke antwoord luidt: Nee. Nee, voor hen spelen Palestijnse en ook Libanese levens hoegenaamd geen rol. Wie dat vaststelt is iemand die diep verontrust is over de koers die Israël vaart. Die minder dan Marbe, Pam en Voet bereid is zichzelf oogkleppen op te zetten.

Tweede conclusie: ook van joodse zijde in Nederland is gesuggereerd dat Israëlische levens een hogere wisselkoers hebben dan Palestijnse. Dat te kenmerken als vuig antisemitisme als die constatering van niet-joodse zijde komt, is meer dan bewust oppervlakkig, het is bewust misleidend.

Jaap Hamburger, vz. Een Ander Joods Geluid

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *