(Saskia Poldervaart, met rode das, op een bijeenkomst van Vrouwen tegen Uitzetting op de Dam, maart dit jaar)
Een paar jaar geleden, toen ik haar zag bij een bijeenkomst van Vrouwen Tegen Uitzetting zei iemand tegen mij: ‘ze is heel erg ziek. Wil je even een foto van haar maken? Het is misschien wel de laatste keer’. Dit was de foto die ik toen maakte. Ze wist al dat ze niet meer lang te leven had maar liet zich niet kisten.
Saskia Poldervaart, afgelopen donderdag overleden nadat ze het hardnekkig veel langer volhield door te leven dan iedereen had verwacht, was werkelijk een feministe van het eerste uur. Ze zat al bij Dolle Mina toen ik nog niet echt inzag wat de meerwaarde was van een vrouwengroep als die toch zei dat de klassenstrijd het belangrijkste was. Ik ben niet van het eerste uur maar van kwart over, alhoewel dat bijna een halve eeuw later niet meer zo belangrijk is.
We kenden elkaar, maar werkten nooit samen, we zaten toevallig of niet toevallig altijd in andere groepen en initiatieven, en werden niet echt vriendinnen. Wel zag ik haar nog wel eens zitten in haar geveltuintje in de Jordaan waar ik ook woonde, met een sjekkie, een glaasje witte wijn, soms vergezeld van dochter en/of vriendinnen, en dan maakten we een praatje. Dan vroeg ze of ik er bij kwam zitten, maar ik had meestal haast. Er zou altijd nog wel een volgende gelegenheid komen, dacht ik. Maar die kwam er niet meer.
Saskia was vooral van het activisme, hoewel ze vele jaren lang vrouwenstudies doceerde aan de UvA. Ze is, net als ik, trouw gebleven aan de idealen van die eerste jaren, hoewel we daar op verschillende manieren vorm aan gaven. Voor mij werd het me alleen bezig houden met feminisme op een gegeven ogenblik te klein, ik had het gevoel nu wel alles gezegd en opgeschreven te hebben wat ik te zeggen had, het was geen uitdaging meer. Ik nam mijn feminisme mee, want dat raak je toch niet meer kwijt, in mijn andere activiteiten, Palestina, vluchtelingen, de SP. Maar Saskia bleef trouw op hetzelfde pad: de jongere generatie, inmiddels zowat leeftijd kleindochters, onderwijzen en begeleiden.
In de Volkskrant van vanochtend waarin ze met een kort artikel herdacht wordt, kun je ook wel zien waarom les blijven geven over het feminisme geen overbodige luxe is, want daar gaan we weer: goedbedoeld wordt vermeld dat Saskia géén kortgeknipte kenau in roze tuinbroek was, want ze droeg liever een minirok, en godzijgeloofdengeprezen was ze wel ‘fanatiek’, maar niet ‘dogmatisch’. Afgezet tegen het stereotype van de feminist viel ze dus nogal mee, moeten we begrijpen.
Als Saskia nog op haar plekje in haar geveltuintje in de Jordaan had gezeten had ik toch maar eens een keer een glaasje witte wijn met haar moeten delen en hadden we kunnen beslissen of het geen tijd werd voor een monument voor de onbekende dogmatische kortgeknipte kenau van een feministe in roze tuinbroek, een type dat we tot op de dag van vandaag niet in levenden lijve zijn tegengekomen.