“Regering vertelt Netanyahu niet wat hij moet horen”
Te gast: door Jaap Hamburger en Willem-Gert Aldershoff
19 januari 2012, Eindhovens Dagblad.
“Er is nog maar een klein aantal landen waar Benjamin Netanyahu probleemloos op bezoek kan komen.”
Premier Netanyahu van Israël bezoekt woensdag en donderdag Nederland, een van de weinige landen met een regering die hem nog als vriend beschouwen.
Eind vorig jaar schreef de Israëlische krant Ha’aretz over Israëls internationaal geïsoleerde positie onder premier Netanyahu. Er is nog maar een klein aantal landen over waar hij probleemloos op officieel bezoek kan gaan. Te groot was in de meeste landen de ontstemming over Israëls voortdurende onderdrukking van Palestijnen en over Netanyahu’s onwil om werk te maken van een definitieve oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict.
De Franse president Sarkozy, toch niet anti-Israëlisch te noemen, heeft de premier ‘onuitstaanbaar’ en ‘een leugenaar’ genoemd. Opmerkelijk is dat Netanyahu het naar verluidt zelfs bij de Duitse bondskanselier Merkel verbruid heeft door het herhaaldelijk niet nakomen van beloften.
In de Verenigde Staten is de Israëlische premier nog altijd een geziene gast, mede dank zij de ‘Israël- lobby’. Centraal-Europese landen als Tsjechië, Roemenië en Bulgarije kan hij ook nog zonder zorgen bezoeken. Hun Israël-beleid wordt mede bepaald door schuldgevoelens, gebrekkige kennis van het
Israëlisch-Palestijns conflict, een pro-Amerikaanse oriëntatie en behoefte aan Israëlische steun voor de economisch-industriële ontwikkeling. In Italië had Netanyahu een goede vriend in Berlusconi, maar na diens aftreden is de situatie ook daar onzekerder geworden. Gelukkig voor de Israëlische premier is er ook nog altijd Nederland. Daar geloofde de vorige minister van Buitenlandse Zaken, Maxime Verhagen, dat Nederland door Israël onkritisch te bejegenen en te paaien het land op andere gedachten kon brengen. De minister moet nog altijd eens uitleggen hoe het kan dat tijdens zijn bewind de situatie van Palestijnen alleen maar verslechterd is en de Israëlische positie nog verder is verhard. Huidig minister Rosenthal gaat in dezelfde lijn door als zijn voorganger, in de hoogste versnelling. Al heel gauw eiste hij dat het nu maar eens afgelopen moet zijn met ‘Israël-bashing’, daarbij geen enkel onderscheid meer makend in de aard van de kritiek.
Zijn ambtenaren voelen zich in toenemende mate ongemakkelijk met ministeriële aanwijzingen zoals die over ‘betwiste Palestijnse gebieden’ in plaats van ‘bezette Palestijnse gebieden’, de term die de Veiligheidsraad, het Internationaal Gerechtshof en de EU hanteren. De minister staat in Brussel bekend als één van de grootste dwarsliggers, zelfs waar het milde kritiek op Israël betreft. Bijvoorbeeld vanwege de blokkade van Gaza, het bouwen in nederzettingen, het sluipend legaliseren van ‘buitenposten’, het verdrijven van Palestijnen uit Oost-Jeruzalem en van de Westelijke Jordaanoever en het geweld van joodse kolonisten tegen Palestijnen.
Volgens minister Verhagen is Israël een ‘vriend van Nederland’ en zijn de Palestijnen ‘onze partners’.
Avram Burg, voormalig voorzitter van het Israëlisch parlement, het Joods Nationaal Fonds en de World Zionist Organization, formuleerde het anders. In een tv-discussie noemde hij Israël enkele jaren geleden een ‘stout kind’ en toenmalig president George Bush een ‘slechte vader’. Als een kind één keer iets fout doet, zeg je: doe dat niet meer. Als het maar door blijft gaan, geef je het uiteindelijk een tik. Bush heeft Israël jarenlang laten begaan.
Bisschop Desmond Tutu sprak vorig jaar september op de Kairos-Palestina-conferentie in Amsterdam over Israël als een ‘dronken oom’. Uit liefde voor die oom was het moment gekomen om ’tough love’ te tonen door de sleutel van de drankkast weg te nemen en hem geen druppel alcohol meer te geven, totdat hij besluit zichzelf te helpen. Tegelijkertijd moet de rest van de familie die zo geleden heeft onder het misbruik (in dit geval de Palestijnen) gesterkt worden. Daarom besloot Tutu met de oproep om te beginnen met kleine BDS-stappen (boycot, desinvestering, sancties).
Burgs en Tutu’s benadering zijn meer in overeenstemming met de werkelijkheid dan de Nederlandse vriendschapsaanpak. Maar zelfs hechte vriendschap betekent niet dat je een vriend jarenlang onaanvaardbare gedragingen laat begaan zonder in te grijpen.
Het blijft een raadsel wat onze vorige en huidige ministers van Buitenlandse Zaken écht bezielt in hun Israël-beleid. Naïviteit lijkt niet goed mogelijk, maar wat dan wel? Waarom kunnen zij de aanpak niet volgen van de vele Joden in Israël en daarbuiten die wél actief willen werken aan een tweestatenoplossing binnen de grenzen van 1967, die wél willen stoppen met de bouw in nederzettingen, die wél een Palestijnse eenheidsregering willen met Hamas-deelname en die ervan overtuigd zijn dat vooruitgang slechts mogelijk is met internationale ’tough-love’ voor Israël?
De Nederlandse bevolking heeft een realistischer kijk op het Israëlisch-Palestijns conflict dan de regering. Opiniepeilingen geven aan dat ‘de Nederlander’ heel goed ziet dat het gaat om twee ongelijkwaardige partijen (onderdrukkers-
onderdrukten) en een permanente Israëlische onwil om serieus te onderhandelen. Dan kan een oplossing er slechts komen door Israël onder druk te zetten.
Dat Nederland geassocieerd blijft met de Israëlische onderdrukking en de EU blijft hinderen om Israël effectiever aan te pakken, valt het kabinet zwaar aan te rekenen .
Jaap Hamburger is voorzitter van Een Ander Joods Geluid, Willem- Gert Aldershoff is EU-adviseur over Israël-Palestina in Brussel en lid van het CDA.