Het zal. Het zal worden
van onder beneden
van boven hoog boven
uit water rotsen en honing.
Van tussen de regels van
Mozes en de Profeten.
Uit wouden gewaaid
op snaren gespeeld
op vingers gefloten.
Onder een lucht
die nog nooit
bewolkt gewassen geblauwd is
aan een gracht
die nog moet worden gegraven
in een tuin
die nog niet is gezaaid.
Wat nu nog zwerft zal er aarden
wat rondslingert zal op zijn plaats
en jij van de een naar de ander
op zoek
zal worden gevonden.
Daar zal in stilte van taal
daar zal het staan en ons wenken
een huis waar alles woont.
(Nieuw gedicht van Huub Oosterhuis bij de verjaardag van De Nieuwe Liefde, met een oude foto)