Je denkt dat je het nou wel weet. Maar elke keer knijpt het mij de keel dicht als ik word geconfronteerd met de verhalen van de mensen over wie het gaat, de echte verhalen van wanhopige mensen die al jarenlang in Nederland wachten tot er over hun lot beslist wordt, die op straat worden gezet terwijl er nog een procedure loopt, de mensen die nog liever doodgaan dan gedwongen te worden terug te gaan naar het land waar ze niet voor niets vandaan zijn gevlucht. En dan de kinderen, die opeens niet meer de rechten hebben die kinderen horen te hebben, omdat hun ouders geen papieren hebben en ‘illegaal’ worden verklaard. Mensen die niets hebben gedaan maar behandeld worden als criminelen.
Deze zaterdag had Vrouwen tegen Uitzetting hun jaarlijkse manifestatie op de Dam belegd, met een actie om met z’n allen te gaan liggen, terwijl de namen van de mensen die al jaren wachten werden opgelezen. Want iets moet je verzinnen om die deprimerende verhalen in de pers te krijgen, mensen erop attent maken dat deze enorme nationale schande maar duurt en duurt. En dat het gewone levende mensen zijn die daar dag in dag uit het slachtoffer van worden.
Vorig jaar was het Kamdiz Roustayi uit Iran die zichzelf in wanhoop in brand stak op de Dam, deze keer konden we de vader uit Burundi herdenken, Alain Hatungimana, die zichzelf om het leven heeft gebracht. Zijn landgenote Stephanie Mbanzendore (van Burundi Women for Peace and Development) sprak over hem, ze had hem persoonlijk gekend. Maartje Terpstra, de asieladvocaat, sprak over al die mensen die ze kent, die op het punt van breken staan, en hoe bang ze is om weer het bericht te krijgen dat een van haar wanhopige cliënten het op heeft gegeven – ze zal me haar verhaal nog mailen want ik wil het graag integraal opnemen. Jonneke van Wiers van Amnesty had ook zo’n verhaal over een man die ze had leren kennen, Charles, uit Sierra Leone, die in 2008 door mensenhandelaars zonder paspoort werd achtergelaten op Schiphol – toen hij zich meldde bij de marechaussee werd hij onmiddellijk in detentie geplaatst. Dan volgt een verhaal van detentie, vrijgelaten worden, weer opgepakt, zwaar depressief, toen naar de gesloten afdeling van de penitentiaire inrichting in Vught, samen met moordenaars en kinderverkrachters – een jonge man zonder strafblad uit Sierra Leone die alles afwist van dergelijke misdaden, zei Jonneke, maar dan wel als slachtoffer, niet als dader. En toen het niet wilde lukken om hem uit te zetten omdat geen land hem wilde hebben, met wat medicijnen voor een paar dagen opnieuw op straat gezet. Als hij geen antipsychotica slikt gaat het mis met hem, hij heeft recht op medische noodhulp, maar krijgt altijd maar medicijnen voor een paar dagen. En dan moet hij weer naar de dokter. En dan moet hij met de tram. Daar heeft hij geen geld voor. Maar nog angstaanjagender dan de stemmen in zijn hoofd is de kans dat hij weer door de vreemdelingenpolitie wordt opgepakt. Hij eet te weinig. En dus krijgt hij last van de bijwerkingen van de medicijnen, en is versuft en verward. Soms zo erg dat hij zijn slaapadres niet kan vinden. Ook Jonneke is bang dat ze op een dag zal horen dat hij de hand aan zichzelf heeft geslagen.
Zo zijn er veel verhalen. Zo komt Sepand van 17 zelf zijn verhaal vertellen. Hij is in de jaren dat hij hier is 19 keer verhuisd. Ja, dat is wel moeilijk met school, want elke keer moet je opnieuw beginnen – toch is het hem gelukt om op niveau 4 te komen. Hij vertelt hoe het mensen vergaat die het ‘geluk’ hebben nog in de opvang te zitten – hoe de kinderen op de gang hangen met niets te doen. Hoe zijn moeder 80 of 90 euro in de maand krijgt, waar ook de kleding van de kinderen van betaald moet worden – en dan doet er iemand iets wat niet mag, het brandalarm gaat af, en dan krijgt ze 40 euro boete. De vernedering. De onmenselijke behandeling.
Ja, zegt Vincent Bijlo, we doen er alles aan om het die mensen duidelijk te maken dat we hier kleingeestige klootzakken zijn, zodat ze het wel uit hun hoofd halen om hierheen te komen. We hebben een afknijp- pest- en treiterbeleid. Mensen zijn niet meer mensen van vlees en bloed, maar mensen van papier.
Gelukkig, er is ook goed nieuws. Politici Khadija Arib en Tofik Dibi stonden op het podium, geinterviewd door Myra ter Meulen en Solmaz Mahmoudi, en vertelden over hun pogingen om er een kinderpardon door te krijgen. Arib zei: in ons land worden de kinderrechten ondergeschikt gemaakt aan het beleid van de PVV. En Dibi had het over de 415 gemeenten die niet mee willen doen aan het klinkeren van mensen.
Marieke van Doorninck, die voor GroenLinks in de Amsterdamse Gemeenteraad zit, kon met terechte trots vertellen dat Amsterdam niet meegaat met Leers die stages voor asielzoekende jongeren wil verbieden – wethouder Asscher staat ervoor dat ze gewoon hun opleiding af kunnen maken – met stage.
Er waren meer sprekers, Maria van der Veen van Vluchtelingenwerk, Carla van Os van Defence for Children, Rinia Cromwell, Gabbi Wieringa die tegenwoordig haar vrouwen en kinderen niet meer op haar adres onder durft te laten duiken, uit angst dat ze opgepakt en opgesloten zullen worden – er zijn veel mensen actief. Ik kwam in het publiek heel veel mensen tegen die ik ken, goed om ze te zien. Het wordt nu wel heel erg tijd dat er wat gaat veranderen, want voor de mensen die in nood zijn is elke dag er een te veel.
Verhaal van Maartje Terpstra, plus nog meer foto’s, komen nog.