Over een week is het een halfjaar geleden dat ik besloot op te houden met alcohol. Ik heb sindsdien één keer, met Oud en Nieuw, een lang afgesproken fles champagne opgedronken met een vriendin, en dat was het. Afscheid. Afgelopen.
Ik zal ook nog vertellen hoe ik het heb gedaan – met een cursus bij De Helderheid, en waarom, maar eerst wil ik het hebben over de reacties die je krijgt als je het in je omgeving vertelt, wanneer je een drankje afslaat. Nee, ik drink niet meer, dank je wel. Een veel voorkomende reactie is: goh, ik wist niet dat jij een drankprobleem had. Dronk je dan zoveel? Een tweede reactie, vooral van mensen die minstens zo vaak en zoveel drinken als ik deed: is dat nou nodig? Kun je niet gewoon een beetje minderen? Een paar glaasjes wijn bij het eten, dat moet toch kunnen/dat kan toch geen kwaad/dat doet toch iedereen? Bedoel je dat je helemaal niet meer drinkt, en nooit meer?
Pas hadden we een lezing van Erik Stofferis, een van de stuwende krachten binnen De Helderheid, over de mythes en de feiten over drank. Wat is een alcoholist, vroeg Erik aan de zaal, voornamelijk mensen die de cursus al hadden gedaan en besloten hadden om alcoholvrij door het leven te gaan, en mensen die overwogen om dat ook te gaan doen, en met veel gelach en plezier noemden we de kenmerken op van de ‘echte’ alcoholist, de man die elke dag laveloos in de kroeg hangt, de weg naar huis niet meer kan vinden, die stinkend op zijn werk komt en natuurlijk in de goot eindigt. De sloerie die mannen mee naar huis neemt van wie ze de volgende ochtend de naam niet meer weet. En waarom we daar zo om lachen moesten; niemand die besloten had om met drinken op te houden viel in die categorie. Wij zoals we er zaten waren bepaald geen ‘losers’, de meesten kwamen op tijd op hun werk, brachten en haalden hun kinderen op tijd van school, ze vielen niet in het stereotype van ‘de alcoholist’. Die bestaan wel, zei Erik, maar ze zijn op alle mensen die drinken een hele kleine minderheid.
Maar het stereotype beeld heeft een werking: het maakt het moeilijk voor mensen om toe te geven dat ze zelf vinden dat ze een probleem met drinken hebben, want met die zwalkende dronkelap die in de goot eindigde wil niemand zich vereenzelvigen. En het heeft nog een functie: dat veel mensen die er veel baat bij hebben om eens over hun drankgewoontes na te denken vinden dat het wel meevalt met ze. Ze drinken tenslotte niet meer dan de meeste mensen in hun omgeving, ze kunnen best een dagje zonder, ze hangen niet kotsend boven de WC-pot, dus waar zou je je druk over maken?
Okee, ik zal zeggen wat ik antwoord op de vraag of ik dan zoveel dronk dat het een probleem was. Nee, niet als je alleen keek naar hoeveel ik dronk. Ik maak graag de grap van Remco Campert, die zei: ‘voor iemand die veel drinkt, drink ik eigenlijk tamelijk weinig’. Ik kan me nog precies herinneren wanneer ik voor het laatst echt te veel had gedronken in gezelschap, en ook wanneer ik echt een kater had – dat zijn in mijn leven zeldzame gebeurtenissen geweest, want van een kater ben ik flink ziek, en dat vind ik niet lekker, en ik heb nog een natuurlijke grens aan mijn drankinname: ik val in slaap. Echt dronken worden haal ik niet eens. Maar dit was wel een punt, en de aanleiding om er eens wat aan te doen: het was een dagelijkse gewoonte geworden. Thuis komen en de fles uit de ijskast halen, altijd wijn bij het eten, altijd drank in huis hebben voor als er vrienden komen, nooit bij de Appie vergeten om een paar flessen in je mandje te doen, en nooit een glas afslaan wanneer het wordt aangeboden. Met de fractiegenoten na een zware vergadering nog even wat gaan drinken en een paar biertjes – om te ontspannen, na te praten, onszelf een beetje te belonen voor goed gedrag. Er was er maar één die niet dronk. Er was ook wel eens iemand die het bij een biertje liet omdat hij nog moest rijden. Heel gewoon allemaal.
Je hebt mensen die vooral ‘sociaal’ drinken, in gezelschap, bij een etentje, als je samen uitgaat, en je hebt mensen die vooral thuis drinken, bij de tv, als ze op de bank zitten na hun werk. Ik vond dat alletwee wel prettig. Als ik stevig door had zitten werken, dan vond ik het heerlijk om even te ontspannen met een, twee glaasjes wijn, ik had het ten slotte verdiend. Je kunt ook yoga gaan doen, of een uur mediteren, zei ik dan, maar dit gaat sneller. En is lekker. In mijn geval, als ik eerlijk ben, en dat ben ik tegenwoordig: ik was er behoorlijk van afhankelijk geraakt. Voor de regulering van mijn stemmingen. En ook al had ik er geen grote problemen mee, het deed me geen goed. Maar dat merkte ik pas echt toen ik het verschil kon ervaren tussen jarenlang dagelijks een paar glazen en helemaal niks meer.
Waarom ik toch besloot om er maar eens mee op te houden? Een soort van crisis in mijn leven, ik ga daar niet verder op in, maar ik had flink wat uit te zoeken en te verwerken. En dat wist ik al, dan begint drank bij mij te werken als een medicijn. Je neemt in omdat je anders niet tot rust komt, de stress niet aankunt, iets met woede en verdriet moet doen. En ik begreep op dat moment dat ik al mijn energie en helderheid nodig had om mijn problemen het hoofd te bieden. Het was alle hens aan dek. En toen zei een vriend die ik erg vertrouw: ga jij maar die cursus doen bij De Helderheid, die gaat niet alleen over alcohol, maar helpt je ook om doelen te stellen in het leven. En dat deed ik dus. Met plezier. En met een geweldig resultaat, want aan het eind van de twee dagen die de cursus duurt besloot ik niet om te minderen, maar om er helemaal mee op te houden. En na een halfjaar durf ik wel te zeggen dat dit een beslissing is waarvan ik niet denk dat ik daar nog op terug ga komen. Het bevalt me namelijk reuze.
(ga hier verder naar deel 2)
Omdat er lezers zijn die mogelijk vragen hebben, heb ik bij dit onderwerp de reactiemogelijkheid weer ingeschakeld. Het spreekt vanzelf dat de oude regels blijven gelden: blijf on topic, hou het beschaafd. Je reactie wordt pas geplaatst als ik die heb gezien en goedgekeurd.