De meeste mensen voor wie drank gewoon bij het leven hoort denken er niet over na, of ze hebben, als ze zelf ook wel vinden dat ze eigenlijk te veel of te vaak drinken daar een mooi verhaal bij verzonnen. Kunstenaar bijvoorbeeld, inspiratie enzo. Of ik ben nu eenmaal een Bourgondiër. Of ik heb het van mijn ouders, het is erfelijk. Maar als je vraagt waarom alcohol, en waarom niet iets anders, is het antwoord meestal een schouderophalend: omdat het lekker is. Maar is dat zo?
Ga na, je eerste kennismaking met alcohol. Vond je het toen lekker? Ik niet. Ik weet het nog precies, ik was met een vriendinnetje van school mee met haar moeder, naar een vakantiehuisje. Die moeder was een kunstenaar. Midden in de nacht haalde ze ons uit ons bed, kennelijk had ze behoefte aan gezelschap. Er was een fles wijn, en ze schonk voor ons ook in – ik weet het nog, in boerenbont kommetjes. Gedverdemme, wat was dat vies! Het brandde in je mond, het stonk. Met mijn neus dicht werkte ik dat spul naar binnen, want ik wilde me niet laten kennen. Voorlopig hoefde ik niet meer. Maar als tiener leek drank me wel interessant en volwassen. In mijn ouderlijk huis kwam er zeker niet elke dag drank op tafel, de vakanties in Frankrijk en Italië waardoor wijn bij het eten voor een gemiddelde Nederlander normaal zijn geworden, waren nog niet zo in de mode. Drank was iets voor als je uit eten ging, voor verjaardagen, en voor zondag, als er vrienden op bezoek kwamen. Dan kreeg ik ook een glaasje vermout, en dat was zoet. Natuurlijk wilde ik, met mijn eerste nylons om mijn tienerbenen, groot zijn en mee doen. Dus ik zette door. En begon het langzaam lekker te vinden. Maar het duurde in mijn geval nog vele jaren, en veel vakanties in zuidelijke landen, voordat het gewoon werd om elke dag iets te drinken.
Het is een mythe dat we het spul drinken omdat we het lekker vinden, zei Erik Stofferis tijdens zijn lezing. We vinden het niet lekker, we vinden de werking ervan lekker. Daar ben ik het mee eens maar niet helemaal: eenmaal een liefhebber kun je veel plezier hebben van goede wijn – voor mij maakt het wel degelijk uit, een goedkope slobberwijn doet het ook, maar ik hield erg van Sancerre, en Shiraz. Ik proefde echt het verschil wel.
Waarom is alcohol van alle verdovende en opwekkende middelen – want dat is het – zo populair dat 85% van de bevolking drinkt? Het is legaal – als je zestien bent, en daaronder kom je er ook wel aan – het is overal te krijgen tot in de supermarkten toe, het is goedkoop. En het werkt. Meteen. Het doet precies wat het belooft: het is een spierontspanner en omdat we dat al hebben ervaren beginnen we bij de eerste slok al te relaxen. Voor kinderen die het niet meteen lekker vinden zijn er de zoete drankjes die drinken als limonade, de breezertjes, om ze eraan te wennen. Want laten we niet vergeten hoeveel commerciële belangen ermee gemoeid zijn om ons massaal aan de alcohol te krijgen. Jarenlang is er in de reclame op ons ingewerkt, en is drank ons verkocht als lifestyle, als het goede leven, als meedoen met de buren, als voor iedereen betaalbare luxe en verwennerij waar we recht op hebben. Suggestief zie je altijd jonge, mooie, sexy vrouwen met een glas in de hand, en geweldig masculiene en succesvolle mannen – nooit eens een schreeuwerige man met een bierbuik of een vrouw met wallen onder haar ogen die alleen nog onzin brabbelt.
Er is passende drank voor elk sociaal milieu en elke gelegenheid, van de kratten pils tot dure champagne en een fles whisky van een goed merk voor vaderdag. Kijk even om je heen en je merkt dat er bijna geen gelegenheden meer zijn waar geen drank bij hoort. Drank mag je openlijk gebruiken, hoewel het gevaarlijker is dan heroïne.
Enig idee hoeveel geld daarmee gemoeid is? Onze staat int op jaarbasis 1,3 miljard euro alleen al aan accijnzen. Daar komt de winstbelasting van de multinationals nog bij. En denk aan de werkgelegenheid. Daar staat dan weer tegenover dat drank een enorme druk zet op het gezondheidssysteem. Om het nog niet te hebben over verkeersongelukken, vandalisme, geweld binnenshuis, en de enorme troep na Koninginnedag en de massa politie die op de been is om ons alcoholische volksvermaak een beetje binnen de perken te houden.
Dit is de idiote paradox in onze samenleving, die speciaal van toepassing is op drank. Het is geheel geaccepteerd als genotmiddel, het is totaal geïntegreerd in onze cultuur, en tegelijkertijd is er een groot taboe op wat mensen zien als alcoholisme. Mensen die te dik zijn kunnen gepest en gediscrimineerd worden, maar je mag openlijk over diëten praten, of over hoe moeilijk je het hebt om op te houden met roken. Maar wie besluit om te minderen of op te houden met drinken vertelt dat misschien aan zijn beste vrienden en familie, maar je bent wel gek als je publiekelijk ermee voor de dag komt. Ook bij de eerste afleveringen van deze verhalen gebeurde precies wat ik verwachtte: een aantal mensen komt me vertellen dat ze het ‘moedig’ vindt, en een aantal lui komt op mijn weblog even met modder gooien: ja, altijd al gedacht dat je een zuiplap was. Of met zo’n meewarige stem: tjee, ik wist niet dat jij een drankprobleem had. Want dit is het idee in onze cultuur: je mag drinken, je moet zelfs drinken anders ben je niet gezellig, maar pas op: het is een grote schande om van drank afhankelijk te zijn ook als we allemaal heel goed kunnen weten dat het spul verslavend is. En hoewel er honderdduizenden mensen in Nederland zijn die op regelmatige basis meer drinken dan goed voor ze is, moeten we vooral ontkennen dat we zelf ook al aardig onder de invloed zijn. Want dan worden we een geval.
Precies dat: dat het een schande is om ‘alcoholist’ te zijn, of een ‘drankprobleem’ te hebben, gecombineerd met alle stereotiepen over dronkaards en zatladders, maakt dat mensen heel lang in de ontkenning blijven en niet willen weten dat ze allang de grens hebben overschreden naar een fikse afhankelijkheid en behoorlijke gezondheidsschade, om het nog niet te hebben over wat het met mensen doet als ze hun emoties voortdurend verdringen en verdoven. Er zijn veel grappen over: ‘je bent pas een alcoholist als je meer drinkt dan je huisarts’, is er een.’Ik drink maar vier glazen per dag, waar doe je moeilijk over?’ Elke arts weet dat de meeste mensen standaard liegen als je ze vraagt hoeveel ze drinken. Al die smoezen: je komt op tijd op je werk, je werkt hard, je presteert, geen probleem dus. Je hebt geen kwade dronk, nee, je wordt er juist heel gezellig van: geen probleem. Je weet de volgend dag alles nog, nou bijna. Je kunt er dus goed tegen, denk je. Je let op de klok, nooit voor vijven, en echt doorzakken alleen in het weekeinde, je hebt het fantastisch onder controle, anders dan die losers die echt aan de drank zijn. We maken verhalen: ik verdien het, het geeft me inspiratie, het helpt me te ontspannen, ik ben nu eenmaal een lekkerbek. We zijn minstens zo verslaafd aan onze verhalen als aan de drank zelf, zei Erik.
Er zijn verschillende manieren van denken in wat de verslavingszorg heet. Dat het een ziekte is, waar je dus niets aan kunt doen, je bent nu eenmaal een alcoholist en dat blijf je, bij de AA – voor sommige mensen een heel nuttige instelling – wordt van je verwacht dat je je leven lang vertelt dat je een alcoholist bent, ook al drink je vele jaren niet meer. Ik voel me meer thuis bij de opvattingen van De Helderheid, die ervan uitgaat dat het niet gaat om wat je bent maar om wat je doet. Geen enkele fles heeft pootjes, dat glas giet zich niet ongevraagd in jou leeg. Ik wens van drank ook geen identiteit te maken, dat is veel te veel eer. Maar ik wil het er wel graag openlijk over kunnen hebben dat ik van drinken een dagelijkse gewoonte maakte, zonder dat er meteen een etiket op me wordt geplakt dat ik vervolgens nooit meer kwijtraak, en ik wil ook kunnen vertellen dat ik het een goed idee vind om ermee op te houden. En dat ik eerlijk gezegd heel veel mensen zie die er veel aan zouden kunnen hebben om te stoppen of te minderen minstens.
Het is duidelijk dat het voor de een moeilijker is dan voor de ander. Er zijn mensen die zo lang en zo zwaar doorgedronken hebben dat ze echt in de detox moeten om ervan af te komen, en begeleiding nodig hebben. Er zijn mensen die onder de drank door fikse psychische problemen hebben, die meer hulp nodig hebben dan zo’n cursus je kan bieden. Maar voor de grote massa aan mensen tussen die minderheid in die het echt tevreden bij twee glaasjes kunnen houden en nooit gemerkt hebben dat het spul verslavend is aan de ene kant, en de mensen die zwaar verslaafd zijn geraakt, de ‘alcoholisten’ aan de andere kant, is er heel erg veel te winnen voor heel veel gewone mensen door eens na te gaan wat drank met je doet en wat jij doet met drank. Zonder taboes. Gewoon: zoals je ook weer eens aan wat meer beweging gaat doen omdat je best weet dat dat goed voor je is. En eerlijk. Ja, je verliest er ook wat mee, zoiets als een vriendje dat er altijd was. En het kan nogal confronterend zijn, wie je blijkt te zijn zonder dat hulpmiddel. Dacht je dat je niet afhankelijk was? Drink eens een maand niet. Lukt je dat? Of zit je alweer te smachten tot je weer mag? Kijk.
Wat voor mij de doorslag heeft gegeven: dat ik de omslag heb kunnen maken waarbij ophouden met drinken niet langer een straf was, iets wat ik niet mag. Want dan komt vroeger of later mijn dwarsigheid weer boven: hoezo mag ik niet, van wie niet, het is toch mijn leven? Ik heb begrepen dat ik ben gestopt met drinken uit zelfrespect, uit liefde voor mezelf, dat het een cadeau aan mezelf is dat ik verdien.
Mariette Wijne heeft een aardig boek geschreven over het jaar waarin ze niet meer dronk: “Nou, nog eentje dan”. Het is geestig, lichtvoetig en herkenbaar, met veel informatie. Ik kan het aanraden. Na een jaar zonder drank maakte ze de balans op: het is voor 90% bevrijding, en voor 10% hunkering die blijft.
En van Erik Stofferis is er een boek: “De grote verdoving. Leven zonder verslaving”.
De Helderheid is een kleine, ideële organisatie, die kostendekkend werkt, anders dan commerciële instellingen die beloven je discreet op te drogen ergens op een kasteel tegen heel veel geld. De mensen die bij De Helderheid werken geloven erin dat jij, met een beetje ondersteuning, geheel in staat bent om je eigen beslissingen te nemen, en de verantwoordelijkheid zelf wilt nemen voor een beter leven. Ze geloven er in dat je tot meer in staat bent, als je eenmaal besluit om je niet meer te verdoven. Ze behandelen je niet als een patiënt, maar als een gewoon mens, net als zij.
Update: De Helderheid bestaat helaas niet meer, maar je kunt heel goed terecht bij Petra Moes, die vroeger de cursus voor De Helderheid deed, en nu voor zichzelf is begonnen: google even naar Voorbij Alcohol.
Deel vijf van de serie: hier.